Harlingen, onder de loupe (7)

Uit: Harlinger Courant, 5 mei 1961

Gegevens uit bronnen worden zorgvuldig overgenomen, maar lees- en typfouten zijn onvermijdelijk. Gegevens die niet in de bron staan maar door mij zijn aangevuld op basis van andere bronnen of andere gegevens uit dezelfde bron, zijn voorzien van een *. Gegevens die door mij aangepast of geïnterpreteerd zijn, zijn zoveel mogelijk voorzien van een verduidelijkende toelichting tussen [blokhaken]. Bij het overnemen van eigennamen is de originele spelling gehandhaafd. Soms is echter te voorzien dat een kennelijke schrijf- of spelfout in de bron een probleem zal geven bij het zoeken naar een eigennaam of bij het maken van een alfabetische index. In zo'n geval is de juiste of meest voorkomende spelling van een eigennaam aangehouden, met toevoeging van een toelichting tussen [ ]. Bij het overnemen van plaatsnamen, straatnamen en beroepen die in alfabetische indexen terecht komen is voor zover mogelijk de moderne spelling aangehouden, om het zoeken te vereenvoudigen. Mogelijk staat in een bron bijvoorbeeld Doccum, terwijl op deze website Dokkum staat. Zo wordt een glaesemaecker een glasmaker. Die spelling is voor het doel van deze website (het ontsluiten van bronnen, niet het transcriberen van bronnen) niet belangrijk.



door: S. Wielinga

     Al lezende over die vreselijke tijd van 1496 tot 1520, meende ik me te herinneren als jongen eens in het Franeker stadhuis een wandschildering gezien te hebben, voorstellende 'Harlingen, veroverd door de Franekers'. Ik wilde hier zekerheid over hebben en wendde mij tot b. en w. Bij het antwoord was een geschriftje ingesloten, dat m.i. zeer hoog moet worden aangeslagen. Het is speciaal mijn bedoeling, aan te tonen, dat de geschiedschrijverij uit die tijd zeer verwarrend werkt, zelfs zo, dat deze, gezien de feitelijkheden als kaarten van J. v. Deventer, nu bijna geheel op losse schroeven staat. Enkele regels uit het geschriftje trekken de aandacht, nl. 'Een oorlogszuchtig paneel toont de verrassing van Harlingen door de Franekers in 1496'. Het woord verrassing klinkt hier nogal matig, het stemt wel overeen met de mededeling in een groot werk van 900 blz, van een schoolmeester uit Dongjum, (aanwezig in de universiteitsbibliotheek te Groningen, waarin echter het grootste deel nog moest worden opengesneden, hetgeen m.i. valt te verklaren uit de eenvoudige titel 'Leesboek'). Het bleek een fraai gesteld werk. Aangezien het destijds alleen bij intekening is verschenen, zal het wel vrij zeldzaam zijn. Ik heb het terloops al eens eerder gemeld: de schrijver, een vroom man, zegt dat hem vele akten, documenten en brieven zijn geleend, zodat zijn werk geen fantasie is. Over het feit van de verrassing van Harlingen door de Franekers, zpreekt hij echter geheel anders, dan het geschriftje uit Franeker. Het grote verschil is, dat de verrassing veel later (1498) gesteld wordt, terwijl men in de Franeker geschiedenis spreekt van 1496, hetzelfde jaar, waarin de Groninger Vetkopers te Harlingen verschenen en het zg. Blockhuis werd gebouwd.

     Beziet men de oude kaart van J. van Deventer, die eerst in deze eeuw, nl. na 1900, nagedrukt werd in het archief te Madrid, dan denke men over dat Blockhuis niet gering: een geheel aparte vesting met bastions op drie hoeken, uitspringende gedeelten van de vestinggrond, soms rond, soms veelhoekig. Een onzer kaarten is o.a. zeer merkwaardig door een toegevoegde prachtige tekening: Harlingen vanuit zee gezien, waarop een bastion is getekend. Toch is deze tekening geheugenwerk van een kenner van Harlingen en bevat als zodanig fouten, zij komt nl. niet overeen met de onderstaande kaart. Deze kaart met tekening er boven is in vele opzichten voor liefhebbers van de oude geschiedenis van Harlingen merkwaardig, vooral wanneer men een loupe gebruikt, maar ook voor hen, die niet in het bezit daarvan zijn, maar wel een uitstekend gezichtsvermogen hebben. Men vindt er o.a. op: de Lanteern, de Sefishaven, het Weeshuis (met ingang en 16 ramen, vroeger misschien kazerne?), het Gerecht (op een westelijke dwinger) met afsluithek en ... galg! Verder twee bastions als overblijfsel van de Blockhuisvesting, de Westerkerk (gebouwd op de grondvesten van het Blockhuis), een molen, de kleine helling.

     Wij vinden de oude vischmarckt (begin zuiden Grote Bredeplaats; oudtijs bestond deze Gr. Bredeplaats niet, want de overzijde ontbrak, was veld met vijver. Volgens J. van Deventer), de Vismarckt (de naam bestond in mijn tijd nog, naast boekhandel Hamstra), de Zuiderbrug (dubbele ophaalbrug) en tenslotte het admiraliteytscollegie en magazijn (later hbs). Het magazijn was voor 'Vrije en Ordeoefening', onderwijzer: wijlen de heer Dikkerboom. Het noordelijke deel diende voor Schippersschool (2 klassen, des winters 3 klassen). Vóór het admiraliteytsgebouw lag weer een dubbele ophaalbrug. De grote helling bestond nog niet. Hier was een vrij deftige buurt, de huizen hadden tuinen. Wij kunnen ook de dwingers onderscheiden, waaronder de Lijnbaansdwinger met een lijnbaan (scheepvaart!). Opmerkelijk zijn een groot aantal bleken (zeilen, maar ook was van particulieren). Op de plaats van de schouwburg is duidelijk de tuin van de familie Drijfhout getekend. Ik heb die tuin gekend (aan de Singel!). Het was een zeer schilderachtige plek. Als amateurschilder heb ik daar vaak geschilderd. Het stuk werd aangekocht door de heer Reeling Brouwer. Bestaat het nog? Een zeer merkwaardige plek is het vierkantje voor het stadhuis. Op de kaart staat 'Koornbeurs', een openluchtbeurs, zoals we die ook in het oude Rome vinden. Bij slecht weer kon men schuilen onder drie luifels. Bij opheffing ging de naam niet verloren: hotel, restaurant de Korenbeurs! Zo zouden we nog veel meer merkwaardige dingen kunnen noemen, vooral de waterpoort einde Franekereind, later gewone poort, waarbij dubbele ophaalbrug naar de Singel westelijk.

(wordt vervolgd)