Harlingen, proclamatie


Gegevens uit bronnen worden zorgvuldig overgenomen, maar lees- en typfouten zijn onvermijdelijk. Gegevens die niet in de bron staan maar door mij zijn aangevuld op basis van andere bronnen of andere gegevens uit dezelfde bron, zijn voorzien van een *. Gegevens die door mij aangepast of geïnterpreteerd zijn, zijn zoveel mogelijk voorzien van een verduidelijkende toelichting tussen [ ]. Bij het overnemen van eigennamen is de originele spelling gehandhaafd. Soms is echter te voorzien dat een kennelijke schrijf- of spelfout in de bron een probleem zal geven bij het zoeken naar een eigennaam of bij het maken van een alfabetische index. In zo'n geval is de juiste of meest voorkomende spelling van een eigennaam aangehouden, met toevoeging van een toelichting tussen [ ]. Bij het overnemen van plaatsnamen, straatnamen en beroepen die in alfabetische indexen terecht komen is voor zover mogelijk de moderne spelling aangehouden, om het zoeken te vereenvoudigen. Mogelijk staat in een bron bijvoorbeeld Doccum, terwijl op deze website Dokkum staat. Zo wordt een glaesemaecker een glasmaker. Die spelling is voor het doel van deze website (het ontsluiten van bronnen, niet het transcriberen van bronnen) niet belangrijk.



(Ryksargyf Fryslan, toegang 13-16, proclamatieboek 263, blz. 58)

   Proclamatum

   Over de Kercke

1º den 20 juny 1738
2º den  6 july 1738
3º den 13 dito


   Over 't Geregte

1º den  5 july 1738
2º den 12 dito
3º den 19 dito

   Fiat Adjudicatio
Teunis en Jan Jarigs van der Ley, cooplieden gebroeders binnen Harlingen begeren bode ende consent op de coop van de geregte twee darde parten van een deftig groot pakhuis cum annexis, voor weinig jaren nieuw gebouwd, met al ’t geene daar om en aan aard-, band-, muur-, spijker- en nagelvast is, staande en gelegen alhier ter steede nevens de kolk van de kleine sluis, uit welke kolk van de sluis der nieuwe haven dit pakhuis een vrije op- en afslag geniet, wordende bij de verkoopers en koopers gebruikt, belast in ’t geheel met twee Car: guldens jaarlijkse grondpagt aan deze stadt, hebbende Esger Lieuwes erven ten Oosten, de bode Heidecamp ten Zuiden en Westen, en de gemeene straat en kolk ten Noorden, voorts met lasten, profijten, actien, servituten en geregtigheden daar toe- en aanbehorende ende van outs aanbehoort hebbende, sonder eenige behalinge op de vercoopers alschoon alle beswarenissen niet specifice ofte ook iets qualijk mogte weesen uitgedrukt door dien verstanden wort dat de copers van alles genoegsaam sijn geinformeert ende gecentioreert.
Deese twee darde parten aldus in coop becoemen van Aaltie Anderies gesterkt met haar man Jacob Jarigs van der Ley, coopman binnen deese stadt en deselve Jacob Jarigs van der Ley voor hem selvs en dat voor een somma van twee duisent Car: guldens van xx stuivers ’t stuk, te betalen in klinkende munte geensins met Landschaps obligatien in een termijn sampt gereed en vrijen gelde invoegen alle oncosten daar over vallen tot laste van de copers sullen koomen, zijnde de coopschat reeds voldaan.

Breder de coopbrief van den 30 may 1738