Harlingen, onder de loupe (6)

Uit: Harlinger Courant, 14 april 1961

Gegevens uit bronnen worden zorgvuldig overgenomen, maar lees- en typfouten zijn onvermijdelijk. Gegevens die niet in de bron staan maar door mij zijn aangevuld op basis van andere bronnen of andere gegevens uit dezelfde bron, zijn voorzien van een *. Gegevens die door mij aangepast of geïnterpreteerd zijn, zijn zoveel mogelijk voorzien van een verduidelijkende toelichting tussen [blokhaken]. Bij het overnemen van eigennamen is de originele spelling gehandhaafd. Soms is echter te voorzien dat een kennelijke schrijf- of spelfout in de bron een probleem zal geven bij het zoeken naar een eigennaam of bij het maken van een alfabetische index. In zo'n geval is de juiste of meest voorkomende spelling van een eigennaam aangehouden, met toevoeging van een toelichting tussen [ ]. Bij het overnemen van plaatsnamen, straatnamen en beroepen die in alfabetische indexen terecht komen is voor zover mogelijk de moderne spelling aangehouden, om het zoeken te vereenvoudigen. Mogelijk staat in een bron bijvoorbeeld Doccum, terwijl op deze website Dokkum staat. Zo wordt een glaesemaecker een glasmaker. Die spelling is voor het doel van deze website (het ontsluiten van bronnen, niet het transcriberen van bronnen) niet belangrijk.



door: S. Wielinga

     De gracht in de smalle Simon Stijlstraat, de Wuttelhaven, doet op oude kaarten zeer vreemd aan, want onwillekeurig vraagt men zich af, hoe kwam men er toe, deze Wuttelhaven aan te leggen tegenover de aaneengesloten straat oostelijk (boekhandel Althuis enz.) met aan de overzij vroeger maar een paar woningen. Ik moet erkennen, dat ik lang op dit vraagstuk heb zitten broeden voor ik de oplossing vond. Plotseling ging mij een licht op. Ik bedacht, dat door oude Harlingers de Simon Stijlstraat nog vaak 'Wuttelhaven' werd genoemd. Welnu, als er een z.g. haven was, een gracht, waarin binnenschepen hun lading losten (o.a. wortels) dan moest er ook een toegang zijn en ik ontdekte een pijpbrug naast de woning van de Harlinger familie Van Slooten. Deze boog van de pijpbrug doorvarende moest men belanden in de Voorstraatgracht; op deze manier konden binnenschepen en snikken in de Wuttelhaven belanden. Zou het verder wel zeker zijn, dat die woning van de familie Van Slooten daar van oudsher stond? Ze geleek me daartoe te modern.

     Nu ging ik op de Lanen de zaak ook nog eens bekijken. Een apotheek op de hoek is een te modern verschijnsel. Verder vindt men er de herstelplaats van de firma Krol en een koperslagerswinkel, waar ik denk dat de bekende kaatser Sikke de Vries is geboren, in ieder geval heeft hij er gewoond. Toen ik er als vrijgezel in de kost was, viel mij reeds de steeg of straat op, die toegang geeft tot de werkplaats. Hier stond een rijtje eenvoudige woningen, net als verderop op de Lanen. De kaart bestuderende, richtte ik nu mijn loupe op de Lanengracht en ontdekte de pijpbrug er over naar het zuiden, vlak vóór die steeg. Ik keek ook noordwaarts en ontdekte daar enige aaneensluitentde woningen, een tuin, vrij zeker behorend tot het pand van de handelsfirma Hannema en de steeg, nu leidend tot het museum, vroeger kantoren van de firma. Ik was er! De Wuttelhaven is niet gegraven in de de nauwe Simon Stijlstraat, maar in een breed veld, tussen genoemde huizen en de oostzijde van deze straat (men denke hiertoe een paar huizen van de Voorstraat, o.a. dat van de familie Van Slooten, weg, als hebbende oudtijds niet bestaan). Als men dan ook oude kaarten met een loupe beziet, blijkt o.a. dat er westelijk voldoende ruimte was voor het plaatsen (in de lengte) van de Lutherse kerk, zodat hiervoor geen huizen behoefden te worden aangekocht.

     Op de grote kaart van de redaktie is een pijpbrug getekend, toegang tot de Kerkstraat. Het gebruiken van een plank was dus niet nodig. Intussen maak ik van de gelegenheid gebruik, om buiten mijn hoofddoel om, enige mededelingen te doen, die belangstellenden in oud-Harlingen hoop ik wel zullen interesseren. Het ontstaan van het vierkant voor de winkel van de firma Krol moet worden toegeschreven aan het opruimen van de vijf woningen en dit gebeurde m.i. met het doel, de Latijnse school een wat ruimer ingang en uitgang te verschaffen.

Als volgend punt gaan we Harlingen West beschouwen.
     Met de Westwal hebben we weinig moeite, die bestond van nature. De zeedijk liep n.l. door Harlingen heen, wat o.a. valt op te merken, als men vanaf de Gr. Bredeplaats noordelijk naar het Havenplein gaat. men loopt, na alle inklinking, nog steeds iets naar boven. We merken bij het woord zeedijken op, dat deze vroeger over land werden aangelegd en niet op de plaatsen, die bereikbaar waren voor hoge vloeden; immers de aarde moest met kruiwagen en kipkar worden aangevoerd en deed men het op plaatsen, bereikbaar voor zelfs matig hoge vloeden, één storm zou weken werk vernietigen.
     Toch is er een tijd geweest, waarin men geen enorm hoge vloeden kende, want in een zeer oud werk medegedeeld, dat men met een zeer brede plank van Harlingen naar Terschelling kon lopen. Trouwens ook de Terschellinger taal bewijst het verband met Friesland.
     De Westwal was er dus en m.i. ook een Westergracht ervóór, want op de kaart van J. van Deventer vindt men geen verbinding tussen Westergracht en Voorhaven. Deze verbinding bestond wel tussen Voorhaven en Noordergracht (let wel: gracht, nog niet Noorderhaven).

Rest nog de Poort en hiermee naderen we m.i. de kardinale kwestie, het jaartal 1496
     Vele oude schrijvers herhalen maar steeds: "De Groninger Vetkopers trokken naar Harlingen en bouwden op een veld, west, een blockhuis, een verdedigingsgebouw".
     Boeken zijn volgeschreven over dit terrein en over wat de Groningers door dwangarbeiders te laten komen uit Barradeel en Wonseradeel, in een ommezien tot stand brachten.
     Zo meldt de Franeker geschiedenis: Harlingen veroverd door de Franekers in 1496? We hebben reeds gewezen op dat misselijk geschrijf, algemeen in die tijd, over dè Groningers, dè Franekers enz. en het gevaar daaraan verbonden voor latere tijd. Er ontstond vaak een haat zonder enige grond. Wat is het geval? De strijd ging, zoals we hebben uiteengezet, bijna altijd uit van een bepaalde kliek en de geschiedenis werd vervalst op een wijze, als nog nimmer was voorgekomen. Lees de geschiedenis van dit z.g. veroveren in de Franeker geschiedschrijvingen en in de boeken in Harlingen verschenen en ge kunt u niet voorstellen, hoe het mogelijk is, dat een dergelijk verschil kon ontstaan.
     We zijn enige tijd in de gelegenheid geweest er een werk op na te slaan waaraan we ons vertrouwen konden geven, omdat ons al lezende bleek een werk in handen te hebben door een vroom man geschreven, zonder enige bijbedoeling; een man, die in het bezit was van een massa hem ter hand gestelde documenten, akten, brieven enz., iemand slechtsbezield met de allesbeheersende gedachte de waarheid te vermelden op grond van feitelijkheid. Wanneer deze grond ontbreekt, zet hij een vraagteken, zonder te gaan fantaseren.

(wordt vervolgd)