Harlingen, liedtekst 'De Clivia van Walle Geertsje'


Gegevens uit bronnen worden zorgvuldig overgenomen, maar lees- en typfouten zijn onvermijdelijk. Gegevens die niet in de bron staan maar door mij zijn aangevuld op basis van andere bronnen of andere gegevens uit dezelfde bron, zijn voorzien van een *. Gegevens die door mij aangepast of geïnterpreteerd zijn, zijn zoveel mogelijk voorzien van een verduidelijkende toelichting tussen [blokhaken]. Bij het overnemen van eigennamen is de originele spelling gehandhaafd. Soms is echter te voorzien dat een kennelijke schrijf- of spelfout in de bron een probleem zal geven bij het zoeken naar een eigennaam of bij het maken van een alfabetische index. In zo'n geval is de juiste of meest voorkomende spelling van een eigennaam aangehouden, met toevoeging van een toelichting tussen [ ]. Bij het overnemen van plaatsnamen, straatnamen en beroepen die in alfabetische indexen terecht komen is voor zover mogelijk de moderne spelling aangehouden, om het zoeken te vereenvoudigen. Mogelijk staat in een bron bijvoorbeeld Doccum, terwijl op deze website Dokkum staat. Zo wordt een glaesemaecker een glasmaker. Die spelling is voor het doel van deze website (het ontsluiten van bronnen, niet het transcriberen van bronnen) niet belangrijk.



Tekst en muziek:

Se sal 't mie wel niet kwalijk nimme
As ik gewoon van Geertsje praat
Ofskoon se in het stadsregister
Met naam en fan beskreven staat
As Geertsje, koopvrouw in van alles
Was heel de stad met hur vertrouwd
As Geertsje het se heel haar leven
Voor kien en kleinkien skrept en sjouwt

Refrein:
Maar savus sat Geertsje gesellig vur de ramen
En keek naar de mesen die langs haar huuske kwamen
De poes lei te spinnen, de skiemerlamp was op
En vlak vur de ramen stond de clivia in knop

Gien dokter had een klant an Geertsje
Se was se sterk as d'ôfsluutdiek
Toch sei hur bufre op een morgen:
"Jou siene skier, jou binnen siek!"
De dokter kwam en skreef een drankje
Toen raakte Geertsje vane wies
Se kon die kerel wel vergrieme
Want se griesde van anies

Refrein
En savu lei Geertsje met piene kop te dinken
Hoe of se dat flesje met rommel op moest drinken
Se wist d'r gien raad met, wat sat se inne knoei
En naast hur op 't kastje stond hur clivia in bloei

Se moest dat spul sien kwiet te raken
En uren lang docht Geertsje na
Toen skoot de redding hur te binnen:
Ik geef 't an mien clivia
Se gaf 'm ieder uur een lepel
Op die manier kwam 't fleske leeg
Wat moest se gnieze toen se van dokter
Al gauw verlof tot opstaan kreeg

Refrein
En savus sat Geertsje wer noflik vur de ramen
En keek naar de mesen die langs hur huuske kwamen
De poes lei te spinnen bij Geertsje oppe skoot
Se was weer de ouwe, maar hur clivia was dood