Harlingen, bewoners

Onderstaande gegevens zijn afkomstig uit verscheidene bronnen in het Harlinger Gemeentearchief. Ze zijn bijeengezocht en verwerkt door Jan van Wilsum, voormalig gemeente-ambtenaar bij de afdeling Burgerzaken aldaar. In de loop der jaren voerde hij uit hoofde van zijn functie de nodige genealogische en historische zoektochten uit en hield daar aantekeningen van bij. In zijn vrije tijd werkte hij de aantekeningen uit en rubriceerde hij alles wat hij gevonden had.

Het resultaat is een lijst van meer dan 50.000 eigennamen met daarbij vermelding van gebeurtenissen en vindplaatsen. De vindplaatsen worden aangegeven met een vermelding zoals 'B.S. voor Burgerlijke Stand', of met een boeknummer zoals 'GAH650', verwijzend naar inventarisnummers uit 'Harlingen, inventaris der archieven', door mr. H.T. Obreen, uitgegeven door A.J. Osinga, Bolsward, 1968.

Tip van een lezer: als bij overlijden 'ongehuwd' wordt vermeld, kan dat ook betekenen dat iemand weduwe of weduwnaar was. Blijven zoeken dus!

Gegevens uit bronnen worden zorgvuldig overgenomen, maar lees- en typfouten zijn onvermijdelijk. Gegevens die niet in de bron staan maar door mij zijn aangevuld op basis van andere bronnen of andere gegevens uit dezelfde bron, zijn voorzien van een *. Gegevens die door mij aangepast of geïnterpreteerd zijn, zijn zoveel mogelijk voorzien van een verduidelijkende toelichting tussen [ ]. Bij het overnemen van eigennamen is de originele spelling gehandhaafd. Soms is echter te voorzien dat een kennelijke schrijf- of spelfout in de bron een probleem zal geven bij het zoeken naar een eigennaam of bij het maken van een alfabetische index. In zo'n geval is de juiste of meest voorkomende spelling van een eigennaam aangehouden, met toevoeging van een toelichting tussen [ ]. Bij het overnemen van plaatsnamen, straatnamen en beroepen die in alfabetische indexen terecht komen is voor zover mogelijk de moderne spelling aangehouden, om het zoeken te vereenvoudigen. Mogelijk staat in een bron bijvoorbeeld Doccum, terwijl op deze website Dokkum staat. Zo wordt een glaesemaecker een glasmaker. Die spelling is voor het doel van deze website (het ontsluiten van bronnen, niet het transcriberen van bronnen) niet belangrijk.



Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op



voorna(a)m(en)  familienaam info
Hielke Hanekuik geb 17 mei 1744 HRL, ovl 4 jul 1824 HRL, leent geld aan gemeente tbv Stadsweeshuis 1805, ontvangt interesse 1808-1811, ongehuwd BS ovl 1824; eigenaar en gebruiker van wijk A-027, koopman, 1814. (GAH204); eigenaar van wijk G-006, gebruiker is Sjierk Koestra, keetknegt, 1814. (GAH204); id. van wijk G-007, zoutkeet ''de Haan'', 1814. (GAH204); id. van wijk G-008, turfschuur, 1814. (GAH204); id. van wijk G-157, gebruiker is Ruth Wouters wed., 1814. (GAH204); bezit een chais met 2 paarden, belasting: f. 7:0:0, 2 may 1795. (GAH650); heeft 1 hond, belasting: f. 2:0:0, 1 jan 1806. (GAH650); woont in 1e quartier, huisno. 28, heeft 2 huisbedienden, belasting f. 2:10:0, 1 may 1802, may 1803, may 1804, may 1805. (GAH650); woont in 1e quartier, links:. -13:0, rechts:1-2:0; jaar ? (lijst namen ingezetenen; (GAH650): lijst van Vierentwintig Stuivers voor den 12 sep 1796, 1e quartier: 2 x f. 500:0:0 (GAH650); id. als Administrator van een gedeelte der nalaatenschap van de weduwe S.P. Feitama: f. 400:0:0 (GAH650); Donderdag den 11 jul 1799 ''s avonds; Compareerden voor Commissarien L. Albada en P. Wellinga op ''t Huis der Gemeente de gezamentlijke geintresseerden of Contribuanten, tot het diephouden der Zoutsloot bij de Keeten van H.H. welke eene uitdieping of Leyking vereischte, en is bij dezelve geintresseerden unanim beslooten, om dezelve Sloot, voor ditmaal te laaten uitslotten, zijnde voor ditmaal de bezorging, en schikkingen overgelaaten aan de ordinaris gecommitteerden tot ''t Leyken van ''t zelfde diept. (GAH45); Het departementaal Bestuur van de Eems, Aan: de Raad der Gemeente van HRL. Burgers! Alzoo Wij hebben goedgevonden om aan Jan Luitjes voerende het Smakschip de Jonge Jacob genaamd, beladen met Stokvisch en Traan, en liggende thans met Zijn schip in de haven van Ulieder Stad, te accorderen uit die haaven naar Holland te mogen Vertrekken, gelijk mede aan H.H. en K:E:Oosterbaan om hun Schip het Welk met Sout is beladen, uit gemelde haven naar de Kust van het voorm:Gelderland of Amersfoort afte Zenden, geven Wij Ulieden daar van bij deezen Kennis, als meede dat Wij aan Ulieden overlaaten, om daaromtrent Zodanig Praecantien te neemen, als Gijl:Zullen nodig oordeelen. Heil en Broederschap, Leeuwarden, den 6de sep 1799, 5de Jaar der Bat:vrijheid. (GAH45)