Harlingen, inventarisatieboeken

Sinds september 2016 zijn leden van de Werkgroep Archiefonderzoek, een werkgroep van de Vereniging Oud Harlingen, bezig met het overnemen van de belangrijkste gegevens uit de 33 Inventarisatieboeken van Harlingen. In deze boeken staan verslagen van inventarisaties van sterfhuizen, zoals die plaatsvonden van 1589 tot 1727. Het project RedBot stelde hiervoor welwillend de foto's van deze inventarisatieboeken beschikbaar, het Hannemahuis een werkruimte en het Stadsarchief inhoudelijke ondersteuning. We zijn ze dankbaar.

De inventarissen die aan een bepaald adres zijn toegeschreven zijn ook zichtbaar via 'Huizen -> Zoek je huis'. In onderstaande lijsten is dat adres ook zichtbaar. Een groen adres geeft aan dat het adres vrij zeker juist is. Bij niet groene adressen is dat minder zeker, maar het is hopelijk toch minstens in de buurt. Zoals altijd zijn de kolommen te sorteren door op de kolomkop te klikken, boven de tabel kan snel naar de juiste letters of de juiste pagina worden gesprongen, en door op een adres te klikken verschijnt de pagina met alle bekende gegevens van dat adres.

N.B. Alleen als de lijst is gesorteerd op datum, is de extra kolom 'relatie' te zien, omdat die alleen dan de relatie met de volgende persoon in de lijst kan weergeven.

Gegevens uit bronnen worden zorgvuldig overgenomen, maar lees- en typfouten zijn onvermijdelijk. Gegevens die niet in de bron staan maar door mij zijn aangevuld op basis van andere bronnen of andere gegevens uit dezelfde bron, zijn voorzien van een *. Gegevens die door mij aangepast of geïnterpreteerd zijn, zijn zoveel mogelijk voorzien van een verduidelijkende toelichting tussen [ ]. Bij het overnemen van eigennamen is de originele spelling gehandhaafd. Soms is echter te voorzien dat een kennelijke schrijf- of spelfout in de bron een probleem zal geven bij het zoeken naar een eigennaam of bij het maken van een alfabetische index. In zo'n geval is de juiste of meest voorkomende spelling van een eigennaam aangehouden, met toevoeging van een toelichting tussen [ ]. Bij het overnemen van plaatsnamen, straatnamen en beroepen die in alfabetische indexen terecht komen is voor zover mogelijk de moderne spelling aangehouden, om het zoeken te vereenvoudigen. Mogelijk staat in een bron bijvoorbeeld Doccum, terwijl op deze website Dokkum staat. Zo wordt een glaesemaecker een glasmaker. Die spelling is voor het doel van deze website (het ontsluiten van bronnen, niet het transcriberen van bronnen) niet belangrijk.



Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 2023-06-24 09:18:17



Vindplaats: Tresoar, Nedergerecht Harlingen (13-16) inventarisnummer 218 folio 42r

Pand: Zuiderhaven

Inleiding: [0042r] Ontzegelinge van slotten en respectievelijk inventarisatie ende beschrijvinge gedaen, ter instantie van Frans Jetses Roorda ontvanger van Barradeel tot Zummarum residerende als geauthoriseerde curator ende volle oom vaders wegen over Grietie Rinses Roorda nagelaten dochter van wijlen Rinse Jetses Roorda in leven burger ende coopman binnen Harlingen, old int 17e jaer, ten overstaen van d'heere praesiderende burgemeester Sibrandus Pauw als commissaris geadsocieert met Theodorus Stansius secretaris, van alle sodanige goederen, actien ende credytten, sampt uyt- ende inschulden, als bij de overledenen met der doot ontruimt ende nagelaten ende aldaer ten sterfhuyse bevonden sijn: sulx alles op het aengeven van de eerbare Wytske Freerx, nagelaten weduw van welgedachte coopman Rinse Jetses Roorda, als desen sterfhuyse meest gefreaquenteert hebbende ende diensvolgens ten besten bekent sijnde, de welke ook tot dien eind de behoorlijken eed van aengevinge informa doch bij manuale stipulatie vermits menonyt was, bestaende den belofte om alles wel ende getrouwelijk te sullen aengeven ende met haer geweten ende kennisse geen het minste ter werelt te verswijgen, aen handen van welgedachte commissaris Pauw, waer op dan tot de beschrijvinge is geprocedeert, als volgt. Actum den 23e Juny 1684

Inventaris: 
[0042v] In d'voorkamer 
een bed met een peul waar over een peuldoek 
twe dekens 
ses oorkussens met ses slopen daarover 
twe lakens en een wijtling 
een paer groene gordijnen met een rabat 
een tafel met een schrijfley 
acht stoelen 
vijf stoelcussens 
een kaert met een mantelstock 
een kamkoker 
 
[0043r] Volgen eenige boeken Wytske Freerx toebehorende, de welke voor desen niet in staet sijn gebracht ende derhalve nu mede daer buyten gelaten, desen alleen dienende pro memoria, als namelijk 
vijf in folio 
drie in quarto 
vijf in octavo 
 
In de spijskamer 
acht pannen 
vier groote flessen 
twe agorkes flessen met een romer 
seven kleine fleskes 
een mostert- ende suyker pot 
 
[0043v] een tinnen schuttel 
een dito enckhoorn 
twe paerdetomen met een jaeglijn 
een groen kleetie 
een schabeltie 
twe dosen waer in Wytske Freerx linnen desen mede per memoria 
 
In 't voorhuys 
een landtkaert 
een mantelstock 
een gemurmerde kas waer in na ontzegelinge bevonden 
 
[0044r] Linnen 
acht peuldoeken 
drie tafellakens 
tien mans hembden 
vijftien lakens 
negen tafellakens 
seven servetten 
een peulsak en een sloop 
een bedhembd met twee tafellakens 
vier mans mutsen 
 
wollen 
een sarchiedamen rock en een greynen broek 
[0044v] een rood kaleminken onderbroek 
twe witte hembdrocken 
twe paer swarte hosen 
twee paer witte dito 
een paer swart gebreyden ende een paar leren handschoenen 
een lapke doek tot twe hembden voor Grietie Rinses 
vier wijtlingen 
een rassen broek met een paer slijk vangers 
anderhalf ellen wollen werp 
vierde half verndeel swart sarchiedaem 
[0045r] een roode mans onderbroek 
een lapke swart laken 
drie ellen wit Osnabrughs linnen 
twe bonte mans mutsen 
drie kindere witte schorteldoeken, de welke Wytske Freerx verklaert haer eigen te sijn, en voor desen bij haer niet in staet gebracht ergo alhier pro memoria 
eenige bondels lappen 
een lapke doek tot een hembd voor Wytske Freerx 
een kamkoker met een stuk lack 
drie kleine groene spreedties 
[0045v] vier lapjes oud doek 
seven en twintig mans kragen 
een glas gordijn 
twe servetten 
 
een sackie met gelt tot twe en twintig Caroliguldens en acht stuivers aen Lolle Jansen gepraesenteert tot betalinge van houtwaren, volgens notule daarin leggende 
een doosie met eenig quaet gelt, waer bij is leggende drie daalders, een goutgulden, twe Caroliguldens en vijf schellingen, volgens verklaringe van Wytske Freerx, haer eigen, desen mede per memoria 
een silveren beker met een brandewijns kroeske volgens verklaringe als voren haer Wytske toebehorende 
een witt doosie waer in eenige sijde etc. 
 
[0046r] Brieven en instrumenten 
een obligatie holdende ten laste van desen Landtschappe van Frieslant van dato den 7e may 1672 leggende ten profijte van Pytter Minx, en bij Wytske Freerx door cessie bekomen, ter somma van ses hondert ende vijftig Caroliguldens f 650-00-00 
de intressen tot den verschijndag 1684 betaelt 
een obligatie ten laste als voren van dato den 20e may 1672 ten somma van acht hondert Caroliguldens, ten profijtte van Janke Jarighs leggende en bij Rinse Jetses volgens cessie bekomen van Tjerck Joannes Knoop als erfgenaem van Janke Jarigs voornoemt, dus f 800-00-00 
een dito ten laste als voren, van dato den 17e augustus leggende ten profijte van Jacob Tjebbes Dreyer bij Wytske Freerx volgens erfnisse bekomen f 300-00-00 
d'intressen tot den verschijndag 1683 betaelt 
[0046v]een dito ten laste als voren van dato den 3e juny, ter somma van twee hondert vijftig Caroliguldens tot thoonder deses gemaeckt houdendt ten profijtte van Wytske Freerx volgens des selfs verklaringe f 250-00-00 
de intressen tot den 3e juny 1684 betaelt 
een dito ten laste als voren van dato den 8e july 1666 ten profijte van Jan Foppes ende Aefke Aebes echtelieden tot Kollum meldende, ter somma van ses hondert Caroliguldens door recht van cessie bekomen, Wytske Freerx toebehorende, volgens dese selfs verklaringe f 600-00-00 
de intressen tot den verschijndag 1684 betaelt 
een dito als voren, van dato den 30e juny 1666 ten profijtte van Frans Dirxen kuyper tot Ferwert meldende, ter somma van seven hondert Caroliguldens door recht van cessie bekomen, en voorts Wytske Freerx van haer wijlen soon aengeerft f 700-00-00 
de intressen tot den 30e juny 1683 betaelt 
[0047r] een dito ten laste als voren van dato den 31 july 1666 meldende ten profijte van Hessel Jansen kramer cum uxore echtelieden tot Tzumarrum, ter somma van vijfhondert Caroliguldens door recht van cessie bekomen volgens verklaringe van Wytske Freerx haer bij scheidinge ten dele gevallen dus f 500-00-00 
de intressen tot den verschijndag 1683 betaelt 
een dito ten laste als voren, van dato den 1e augustus 1666, ter somma van Huybert Clasen haer soon ende also haer Wytske van de selve aenbeerft f 1000-00-00 
de intressen tot den verschijndag 1683 betaelt 
een obligatie ten laste Gerben Jansen huysman tot Pietersbierum van dato den 18 may 1675, ter somma van tweehondert Caroliguldens, ende tot profijtte van Jacob Tjebbes meldende, en Wytske Freerx, volgens verklaringe van haer, toebehorende, dus f 200-00-00 
de intressen tot den verschijndag 1682 betaelt 
[0047v] een obligatie ten laste van Sweerdt Sybes Bontekoe, cum uxore van dato den 31e marty 1674, ter somma van ses hondert Caroliguldens en in verminderinge betaelt twe hondert Caroliguldens ergo noch per rest vier hondert Caroliguldens, meldende ter profijtte van Jacob Tjebbes Dreyer, en volgens verklaringe van Wytske Freerx haer toebehorende, dus f 400-00-00 
de intressen tot den verschijndag 1684 betaelt 
een dito ten laste van Cornelis Teyes cum uxore tot Herbayum, ter somma van ses hondert Caroliguldens, waer op vijftig Caroliguldens in verminderinge van 't capitael is ontvangen ergo noch per reste vijf hondert vijftig Caroliguldens, sijnde van dato den 7 juny 1680, leggende ten profijtte van Wytske Freerx selfs, dus f 550-00-00 
d'intressen tot den verschijndag 1684 betaelt 
een dito ten laste van Johannes Heeres en Reinsch Jans echtelieden tot Metselwier de dato des 16 july 1662, ter somma van drie hondert negen en veertig gulden vijf en twintig stuivers, meldende ten profijtte [0048r] van Klaes Pytters Elbeda ende Pytske Freerx, uytmakende aen Caroliguldens de somma 't f 489-17-00 
d'intressen tot den verschijndag 1683 betaelt 
een obligatie ten laste van Joost Aebes Heins van dato den 7e may 1680 leggende te profijtte van Wytske Freerx, ter somma van een duysent Caroliguldens, dus f 1000-00-00 
de intressen tot den verschijndag 1683 betaelt 
een dito leggende ten laste van Hendrik Hendrix van dato 24e may 1678 meldende ten profijtte van Jacob Tjebbes, ter somma van ses hondert Caroliguldens, ende volgens verklaringe haer Wytske Freerx ten dele gevallen, dus f 600-00-00 
de intressen tot den verschijndag 1682 betaelt 
[0048v] een obligatie ten laste van Jan en Freerk Hendrix, de dato den 1e may 1680 ten profijtte van Wytske Freerkx, ter somma van ellef hondert Caroliguldens, ende noch ter profijtte ende laste van de selve, volgens verklaringe onder voorschreven obligatie staende van dato den 1e may 1682, ter somma van drie hondert Caroliguldens, also tesamen een somma van veertien hondert Caroliguldens, dus hier f 1400-00-00 
de intressen tot den verschijndag 1683 betaelt 
een recipis behorende off gepsseert bij Pieter Feddes van seker obligatie onder hem berustende, leggen tot laste van Wybe Jansen Munnickhuys in 't geheel vijftien hondert Caroliguldens, de dato den 5e may 1675 waer van Wytske Freerx als erfgenaem van haer soon Huybert Clases toebehoort seven hondert Caroliguldens f 700-00-00 
de intressen tot den verschijndag 1683 betaelt 
[0049r] een recipis bij Geertie Jacobs gepasseert van seker obligatie onder haer berustende, ten laste van de burgemeester Dirk Sjoerdts Bierma, van dato den 25 july 1681, ter somma van ses hondert en dartig Caroliguldens, waer van Wytske competeert drie hondert en vijftig Caroliguldens, dus hier f 315-00-00 
de intressen tot den verschijndag 1683 betaelt 
een obligatie leggende ten laste van de stat Dockum van dato 20 april 1684, ter somma van een duysent Caroliguldens ten profijte van Claes Pytters Elbeda meldende, ende Wytske Pytters aenbeerft, volgens des selfs verklaringe, dus hier f 1000-00-00 
waer van d'intressen betaelt sijn tot den verschijndag 1683 toe 
een dito ten laste als voren van dato den 26e october 1670 ter somma [0049v] van een duysent Caroliguldens, ter profijtte van Huybert Clasen meldende, ende haer Wytske Freerx van de selve aenbeerft, dus f 1000-00-00 
de intressen tot den verschijndag 1683 betaelt 
een obligatie ten laste van Sybren Tjeerts fijlemort wever tot Dockum, de dato den 4e juny 1664 ten profijtte van Claes Pytters ende Wytske Freerx, ter somma van een hondert Caroliguldens waer nu vijftig gulden sestien stuivers is betaelt, ende de rest schijnt onwis te wesen 
een obligatie leggende ten laste van Meynert Hayes cum uxore tot Driesum, de dato den 1e marty 1664 en tot profijtte van Claes Pytters Elbarda ende Wytske Freerx, ter somma van ses hondert gulden a 28 stuivers waer in ontvangen is, waer op d'intressen tot den jaren 1672 sijn, ende vorders dien tijt betaelt, so aen capitaal als intressen een somma van seven hondert en acht en twintig Caroliguldens, wordende het overige voor onwis gerekent 
[0050r] een obligatie ten laste van Ritske Jeltes kuyper tot Welsrijp, de dato den 25e may 1667 waer op te rest is seven en tachtig Caroliguldens vier stuivers, ten profijtte van Jacob Tjebbes wordende voor onwis gerekent 
een dito ten laste van Dirk Sickes mr. kuyper binnen Sneecq, van dato den 1e may 1675 ten profijtte van Jacob Tjebbes meldende, ter somma van een hondert Caroliguldens, wordende mede voor onwis gerekent 
een dito ten laste van Claes Gerbens burger ende backer binnen Dockum de dato den 17e may 1664 ten profijtte van Claes Pytters ende Wytske Freerx, ter somma van twe hondert goltguldens a 28 stuivers yder, wordende als voren voor onwis gerekent 
[0050v] een acte van aenneminge bij Oene Jacobs tot Minnertsga gepasseert van dato den 27 februari 1678, ter somma van hondert en acht Caroliguldens, achtien stuivers en twalef penningen ende noch een nader aenneminge van Detje Jans wonende binnen Franequer, de dato den 10e october 1678 beide aen ende ten profijtte van Jacob Tjebbes gepasseert, wordende mede voor onwis gerekent 
een selver aentekeninge van brieven ende instrumenten, d'welke Wytske Freerx bij lottinge uit sterfhuys van Jacob Tjebbes ten deel gevallen sije, deses alleen pro memoria 
een huyrcontract van Jacob Tjebbes Dreyer als verhuyrder ende Ayse Arjens als huyrder, van seker half huys bij Ayse Arjens bewoont, den dato den 10e april 1678 jaarlijx voor de helft te huyr doende seven en 't sestig Caroliguldens en tien stuivers, de huyr tot may 1680 verrekent en betaelt, waer van Jan Hendrix cun socio tot Dockum de helft van dese halve huysinge toebehoren, coomt hier ten profijtte van 't sterfhuys de somma van een hondert vijf en dartig Caroliguldens dus f 135-00-00 
[0051r] een huyrcontract van Jacob Tjebbes als verhuyrder ende Rinnert Tjerx als huyrder, van selver huys staende op de Brede Straet binnen Dockum, de dato den 18 juny 1675 waer van de huyr tot may 1682 betaelt is, jaarlijx respectievelijk te huyr gevende vijftig goldguldens en also noch twe jaren ten profijtte van 't sterffhuys [staat: sterfhuyr] ten goede tot een hondert goldguldens, uyt makende aen Caroliguldens een somma van een hondert en veertig Caroliguldens dus hier f 140-00-00 
een rest scedul van boeckschult ten profijtte van Jacob Tjebbes Dreyer, Wytske Freerx bij lottinge ten dele gevallen, ter somma van drie en twintig hondert Caroliguldens, waer van d'meeste part betaelt ende de rest wort ontrent voor onwis gerekent, waer van noch door Rinse Jetses uytgetrocken is eenige van de voornaemste posten bestaende als volgt 
Henke Martens tot Ferwert [Ferwerd] f 22-04-00 
Haye Meynerts 't Warrega [Warga] f 14-04-00 
Albert Hendriks tot Liens [Lions] f 09-19-00 
Lieuwe Gerlofs tot Sneecq [Sneek] f 12-00-00 
Sippe Reins te Tjelsum [Jelsum?] f 68-19-00 
Gerryt Gosses tot Leeuwarden f 56-11-00 
Minne Jeyes 't Harlingen f 08-10-00 
---------- 
f 192-07-00 
 
[0051v] Noch op d'selve uytgetrockene notule wort vermelt van een obligatie tot laste van Jan Pytters tot Ynsum [Jirnsum?] waer van de principale staet gevonden te worden 
 
den 24e dito voor noen 
 
een schrijfboek in folio in 't jaer 1658 aengelegt, lopende tot 1665 bij Claes Pytters Elbarda aengelegt met no 1 alhier gequoteert op Wytske Freerx verklaringe niets in te goede 
een journael of kladboek in folio aengelecht bij Claes Pytters Elberda ao 1658 lopende tot ao 1674 ende bij Jacob Tjebbes mede voltrocken volgens verklaringe als voren niet in te goede met no 2 alhier gequoteert 
Een inventaris bij 't Edele gerechte deser stede van 't sterfhuys van Jacob Tjebbes, de dato den 2e october 1679 
Een scheidinge van goederen tusschen d'erven Jacob Tjebbes Dreyer gemaeckt van dato den 1e july 1680 
[0052r] Een klein kladboek in quarto bij Wytske Freerx aengelegt, waer in geannoteert is seker uitgaef van 't bespreck van Huybert Clasen aen Jacob Tjebbes gedaen 's jaerlijx tot sestig Caroliguldens alhier met no 3 gequoteert 
In welx schrijfboek een misssive is gehaelt waer op geannoteert staet om met schipper Jackle Jans te verrekenen ende bij Rinse Jetses uytgeschoten ad acht gulden 14 stuivers 
noch in 't selve boek gespelt twe handtschriften bij Cornelis Post # het ene # ende het ander bij des selfs vrouw Nieske Jans gepasseert respectievelijk gedateert den 9e july 1680 ende den 14e september 1683 monterende te samen twe en dartig Caroliguldens twalef stuivers dus f 32-12-00 
in 't selve boek geannoteert door Rinse Jetses ende tot het sterfhuys profijtte ende ten laste van Anne Hendrix, beginnende den 2e april 1683 lopende tot den 15e april 1684 ter sake verlegte penningen de somma van vijf en dartig Caroliguldens 2 stuivers in een ende volgens quitantie daarbij leggende een somma van drie gulden 10 stuivers en also te samen acht en dartig Caroliguldens twalef stuivers dus f 38-12-00 
[0052v] Een memorie boeckie van geen importantie waer in geannoteert is iets van Jacob Tjebbes houtwaren 
 
den 24e dito na noen 
een rekeningh boek bij Rinse Jetses Roorda selfs aengelegt den 7e january 1656 waer in bevonden is navolgende credit, sijnde alhier gequoteert met no 4 
op pagina 89 wort gementioneert een postie van vier Caroliguldens ses stuivers 4 penningen doch wort weinig geestimeert en desen pro memoria 
op pagina 117 beginnende selwer annotitie van Jan Pytters Oldaens 't welck op verscheidene pagina's vervolgt, 't welck Jan Pytters verklaert niet te twijffelen of sal nader rekeninge daarvan voor den dach komen 
op pagina 148 ende 149 staet een oneffen rekeninge 't welk hier dient pro memoria 
op folio of pagina 169 en 182 verscheidene briefposten 
pagina 178 een post tusschen Rinse Jetses Jan Pytters, Symen Stijl ende Cornelis sampt Jacob Arjens, 't welck Jan verklaert vereffent en verrekent te sijn 
[0053r] op pagina 208 en 209 sekere rekeninge ongesloten Jan Pytters Oldaens en Theeling rakende, waer van de rekeninge aen Jan Pytters is overhandigt 
op pagina 223 ende 224 sekere rekeninge ongesloten Jan Pytters ende Rinse Jetses Roorda rakende, waer van op den 21e april 1665 Jan Pytters rekeninge is overgelevert 
op pagina 232 ende 233 een rekeninge op ettelijke stuivers na effen 
op pagina 296 is Sjouk Coerts te rest van geleverde rogge den 26e july 1657 acht en vijftig Caroliguldens vijf stuivers, d'eene helft komende voor Rinse Jetses ende d'andere helft Sjoerdt Sytses doch voor onwis gerekent 
noch achter in 't selve boek aengetekent eenige pleyts kosten van weinig wardij welke openstaen, waer het boek met geeindigt is met no 4 
 
[0053v] een schultboek in folio bij Rinse Jetses Roorda op den 6e marty 1656 aengelegt sijnde alhier gequoteert met no 5, waer in navolgende profijtelijke boeckschulden 
voor eerst op fol 1 aentekeninge van oncosten gevallen over de boedel van Emo Minx op der Bilt bij hem als gecommitteerde crediteur verlegt, ende daer bij leggende een utgetrockene specieficatie van de selve oncosten groot twe bogen 
op fol 2 Teke Haspelman debet vijf Caroliguldens vier stuivers, wordende voor onwis gerekent, vermits de boedel gesleten is 
op fol 25 bevonden een obligatie ten leggen te laste van Ype Sijbolts bleker tot Bolswert van dato den 13e november 1680 ten profijtte van d'coopman Rinse Jetses, ter somma van acht en 't seventig Caroliguldens f 78-00-00 
waer op noyt intressen sijn betaelt 
[0054r] op fol 39 Oene bleker in 't nieuwlant bij Worcum debet voor ses tonne wijdas een hondert negen en vijftig Caroliguldens waer op Rinse Jetses in verminderinge ontvangen heeft, volgens nutule daer bij leggende twintig ducatons af 63 Caroliguldens ergo te reste d'somma van ses ent negentig Caroliguldens f 96-00-00 
Jan Jansen tot Witmarsum, op d'selve fol. debet seven en twintig Caroliguldens 't welk op alderheiligen 1679 moeste betaelt zijn 
op fol 48 Rintie Pytters bleker tot Sneecq debet, wegens een tonne wijdas welcke al betaelt moeste wesen op den 4e november 1679 d'somma van 28 Caroliguldens 
noch op de selve fol ontvang en uytgave bij Rinse Jetses Roorda gedaen van de plaets tot Schraadt [Schraard] gelegen welcke hem de helft ende de kinderen van Anske Jacobs, d'andere helft toebehoren pro memoria 
[0054v] op fol 63 seker rekeninge van de rederij van Jacob Jans onverrekent 
 
[0055r] Een langboek in folio bij coopman Rinse Jetses in den jare 1672 aengelegt, alhier met no 6 gequoteert waer in navolgende rekeningen 
eerstelijk een rekeninge van Fecke Eysma van de helfte van de verhuyringe van 25 pondemate lant tot Borgwert [Burgwerd], wegens ontvang en uytgave bij Rinse Jetses gehat 
en noch een rekeninge van de curatele van Johannes Clasen bleker 
 
den 25e july 1684 voor noen 
in 't selve seker rekeninge van de bewunt wegens 't schrijverschap der compagnie van d'capitein Rosiers op fol 5 beginnende in den maent ingaende den 26e maert 1683 lopende tot den maent ingaende den 18 juny 1684 toe, ende volgens optekeninge schijnt op de maent ingaende den 18e juny voornoemt mede yets betaelt te sijn 
volgt d'betalinge van versaekde compagnie, ende wat noch onbetaelt uyt staet 
[0055v] de maent ingaende den 26 maert 1683 volgens optekeninge betaelt 
de maent ingeande den 7 may des selven jaers, schijnt betaelt te wesen exempt drie hondert Caroliguldens leggende ten laste van de grietman Haze van West Stellingwerf ende dat aldaer op 17 1/2 stuivers op d'floreenrente der maende may ende juny 1683, welke adsignatie volgens recipis onder de notaris voogd is berustende dus hier voor profijtelijk f 300-00-00 
de maent ingaende den 18 juny schijnt betaelt te sijn 
de maent ingaende den 30e july volgens optekeninge betaelt negen hondert acht en 't negentig Caroliguldens tien stuivers, so datter noch te rest schijnt te wesen een hondert en twintig Caroliguldens, ende also wij in d'brievetas waer nu d'andere adsignatie zijn, noch recipis noch adsignaties comen te vinden 
de maent ingaende den 10e september is volgens optekeninge betaelt 
[0056r] de maent ingaende de 22e october 1683 is geadsigneert op dr. Echtes ontvanger van Donjeverstal [Doniawerstal] over d'maenden november en december des selven jaers, ter somma van ellef hondert achtien Caroliguldens ende tien stuivers dus hier f 1118-10-00 
de maent ingaende den 3 december 1683 schijnt volgens optekeninge op d'adsignatie te resteren twe hondert en twintig Caroliguldens ende vijf stuivers dus hier tot laste van Sipke Tjeerts ontvanger van Dandumadeel [Dantumadeel] f 220-05-00 
noch op d'selve maent resteert een adsignatie tot laste van Idsge Jolles ontvanger van Gaesterlant [Gaasterland], over d'floreen van de maenden november ende december 1683, ter somma van drie hondert Caroliguldens, dus alhier tot profijtte f 300-00-00 
de maent ingaende den 1e january 1684 schijnt volgens optekeninge voor geadsigneert te sijn, op den 56e penning ende officiegelt, doch in d'brieve tas alleen maer gevonden den adsignatie op den 56e penning, waer op te rest is volgens aentekeninge op voorschreven adsignatie een hondert acht ent negentig Caroliguldens, dus f 198-00-00 
[0056v] de maent ingaende den 12e februari 1684 is geadsigneert op Dantumadeel ter somme van ellef hondert en achtien Caroliguldens twe stuivers onder deductie van twe en veertig Caroliguldens ende acht stuivers, volgens cortinge van de man op de rol. Op de maenden van january, february, martus, aprilis des selven jaers, dus ten somma voor profijttelijk f 1076-02-00 
de maent ingaende den 7e may 1684 is noch geen ordonnantie van gepasseert, dus hier tot profijt van 't sterfhuys f 1118-10-00 
de maent ingaende den 18e juny 1684 is in praesentie van d'praesiderende burgemeester Pauw betaelt acht hondert ende twalef Caroliguldens volgens quitantie daarvan sijnde, dient voor memoria daer noch aen d'faendrik appointeerde ende effective schrijver ende lakencoper, ende mogelijk yets meer 't gene onbekent, is onbetaelt te wesen 't welck volgens quitantie naderhants sal moeten blijken 
 
[0057r] Mede in d'brieve tas bevonden navolgende instrumenten 
een obligatie ten laste van Meynert Elckes kuyper tot Sybrandabuyren van dato den 22e april 1673 met een merck ondertekent, ter somma van vijf en 't negentig Caroliguldens en twalef stuivers holdende ten profijtte van Jacob Tjebbes Dreyer, voor d'eenne helft ende d'andere helft als curator over Martien Pytters, dus hier f 95-12-00 
Een obligatie ten laste van d'heere grietman Grovestins tot Wommels de dato den 29 october 1681, ter somma van drieduysent Caroliguldens capitael, ten profijtte van Rinse Jeltes leggende, dus hier f 3000-00-00 
sijnde de intressen tot de verschijndag 1682 betaelt volgens optekeninge 
In welke voorschreven obligatie geblijckt seker betaelt in dato den [niet ingevuld] ten somma van drie duysent Caroliguldens houdende tot laste van [niet ingevuld] verbonden is, van welcke bij de vertekeninge voors. obilgatie in bewaringe aen d'coopman Roorda is overgelevert, alles meldens voorschreven obligatie bij Grovestins gepasseert, de post geblijckt volgens verklaringe van Grovestins selfs de dato den 11 november 1681 ende van d'notaris Annius Rudolphi, de dato den 18e february 1682 d'verbonden obligatie boven gementioneert, niet aen Rinse Jetses overgelevert te sijn 
[0057v] Een adsignatie bij d'heer grietman Grovestins gepasseert, op de deels costen van diverse dorpsontvangers sijner grietenije, van dato den 28e segge op de maenden january ende february 1682, ter somma van ses hondert Caroliguldens f 600-00-00 
 
een lang schultboek in folio bij Rinse Jetses Roorda aengelegt op den 15e april 1673 waer uit navolgende, alhier gequoteert met no 7 
Pytter Sioerts bij Dockum debet op fol. 3 een last en twee lopen rogge tot ses ent negentig Caroliguldens veertien stuivers, dus f 96-14-00 
Outger Reyners tot Worckum [Workum] debet wegens 12 tonne geleverde wijdas op fol. 6 de somma van drie hondert vier en twintig Caroliguldens, dus f 324-00-00 
[0058r] Jurjen Gerlofs mr. backers weduw, tot Hindelopen debet wegens ontvangene rogge op fol. 7 de somma van een hondert ende viertien Caroliguldens ses stuivers en twalef penningen f 114-06-12 
Hendrik Boers debet op fol. 23 een lopen logge in den jare 1675 gelevert tot ses Caroliguldens en drie stuivers wordende weinig geestimeert 
op fol. 28 geblijckt met Jan Pytters Oldaens yets oneffens te sijn 
Gerryt Ottes backer tot Sneeck debet op fol. 30 acht ent sestig Caroliguldens seventien stuivers wordende voor onwis gerekent 
Cornelis backer tot Weydum debet wegens een ton wijdas op fol. 34, d'somma van ses en twintig Caroliguldens vier stuivers, den 13 maert 1677 gelevert, wort mede voor onwis gerekent 
 
[0058v] IJsbrandt IJsbrants tot Sneeck debet op fol. 36 wegens geleverde rogge, de somma van ses hondert negen en 't seventig Caroliguldens, dus f 679-00-00 
Tamme Wybes debet op fol. 40 d'somma van vier hondert een en veertig Caroliguldens ter sake bij hem ontvangene rogge op den 21e may 1680, blijkt onwis 
Geert Arjens backer tot Hindelopen debet op fol. 41 acht gulden tien stuivers, blijkt mede als voren onwis 
op fol. 42 geblijckt dat Rinse Jetses gesonden heeft aen Sacharias Jacobs in Sapmeer acht last gedroogde rogge om voor hem te vercopen, waer in ontvangen heeft de somma van vier hondert drie en 't sestig Caroliguldens vijftien stuivers 
[0059r] Pytter Dirxen bleker buyten de Wirdumerpoort tot Leeuwarden, debet op fol. 42 de somma van een hondert vijf en tachtig Caroliguldens tien stuivers wegens geleverde wijdas, doch heeft op voorlijk wijdas toebedongen een vel Spaensleer van 1 1/2 pond, dus f 185-10-00 
Seerp Herckes Schots coopman debet op fol. 44, de somma van ses hondert Caroliguldens volgens slot van rekeninge, dus f 100-00-00 
Heert Riemers bleker debet op fol. 47 de somma van een hondert en acht Caroliguldens wegens bij hem ontvangen wijdas, dus f 108-00-00 
Ruyrdt Sjoerts bleker tot Workum debet wegens 6 tonne wijdas op fol. 50 d'somma van een hondert twe en 't sestig Caroliguldens, dus f 162-00-00 
[0059v] Wytse Jacobs veenster schipper debet op fol. 55 de somma van een hondert en dartien Caroliguldens seven stuivers wegens geleverde rogge, dus f 113-07-00 
Gerlof Wybes tot Hindelopen, debet op fol. 58 een somma van drie hondert en vier Caroliguldens en seven stuivers wegens geleverde rogge, dus f 304-07-00 
 
een schrijfboek van ingecochte goederen aengelegt bij Rinse Jetses anno 1658 met no 8 waer in het navolgende 
't geblijckt op fol. 1291 dat hr. Pytter van Theerling, volgens slot van rekeninge van den 21e november 1681 competeert een somma van negentien caroliguldens een stuiver 
 
[0060r] Een oud schrijfboek aengelegt in 't jaer 1671 sonder omslag waer in eenige dingen pro memoria aengetekent staen alhier gequoteert met no 9 
 
een boek in folio in hoorn gebonden waer in rekeningen wegens d'rederij van 't schip de Son, begonnen in des jare 1661 ende ge[e]indight in de jare 1663 alhier gequoteert met no 10 
 
een dito waer in eenige rekeningen ende van 't galjoot de St. Pieter aengelegt in den jare 1660 ende ge[e]indight 1664 met no 11 alhier gequoteert 
 
Een boek in folio waer den bewunt van den curatele so ontvang als uytgave bij Rinse Jetses gehat ende gedaen, aengeschreven staet van de kinderen van Anske Jacobs alhier gequoteert met no 12 gequoteert 
 
het linnen ende wollen in voorschreven cas tot Wytske Freerx lijf behorende is in desen niet 
geinventariseert 
 
[0060v] dito na noen 
 
In 't spijntie staende in 't bedsteet van den voorcamer het navolgende bevonden 
 
contante penningen 
In een sack drie hondert en twalef ducatons a 3-3-0 yder beloopt als Caroliguldens f 982-16-00 
 
[marge] dese afgelinieerde posten blijkt volgens inventaris bij Rinse Jetses gemaeckt sijn dochter Grietie Rinses toe te behoren [einde marge] 
[afgelinieerd] 
In een ander sackie een doosie bevonden waer in volgens notule bij Rinse Jetses selfs aengetekent 
aen vreemdt gelt twintig Caroliguldens en vijftien stuivers 
int selve sackie een fluwelen buydel bevonden waer in 
dartien voluueerde rijxdaelders van verscheyden munte 
een stuck gout waert ontrent vijftig gulden 
een rechte Jacobus tot dartien Caroliguldens 
drie gouden ringen 
[einde afgelinieerd] 
 
[0061r] Noch in een pottie 
drie ducaten a 5-0-0 yder 
twe rijxdaelders 
een halve dito 
vijf goltguldens a 1-8-0 yder 
noch ses oude duytse stucken yder ontrent waert 12 stuivers 
 
Brieven ende instrumenten 
Een cessie bij Marte Dirx Munnickhuys gepasseert aen Rinse Jetses Roorda van de dato den 13e december 1678 wordende niet geestimeert 
een coop- ende betaelt reversaelbrief van dato den 30e january 1677 van 38 pondemate landen tot Stiens aen d'Olde Bildijk, ten profijtte van Rinse Jetses 
[0061v] Een decreet brief van drie pondemate landt onder de klockslag van Belcum [Berlikum] gelegen, bijt gerechte van Minnaldumadeel [Menaldumadeel] vercoght ende aen Rinse Jetses gepasseert, van dato den 20 april 1671 
Een coop- ende reversaelbrief, van dato den 3e may 1669 waer uyt den overledene versturven is, te weten des selfs huysinge ende packhuis cum omnibus annexis, op den suydtcant van de Suyder haven staende 
Een coop- ende reversael brief van seker dwars kamer achter naestvoorstaende huysinge staende van dato den 16 februari 1680 
Een absolute quitantie bij de crediteuren van wijlen Dirk Jelles cum uxore gepasseert aen de coopman Rinse Jetses Roorda nopens de tauxatie van sekere huysinge hovinge ende vorderlijke meyerlijke gerechtigheden tot Steens [Stiens], van dato den 16 may 1683 staende op omgeschreven 38 pondemate landts 
[0062r] Een coopbrief ende absolute quitantie van 7 1/2 pondemate landts tot Schraedt [Schraard] gelegen bij freule Catharina Victoria van Starnzee echtehuysvrouw van d'edele heere Gerhard van Camminga, ende met des selven gesterckt gelegen in seker plaets landts tot Schraedt gepasseert aen Rinse Jetses Roorda van dato den 13e september 1677 
Een coopbrieff ende reversaelbrief van dato den 5e may 1669 bij cooplieden Claes Freerx Braem cum soc. als gecommitteerde crediteuren van Hoyte Hoytes cum uxore, aen Rinse Jetses Roorda cum uxore gepasseert, van seker kamer cum annexis achter voorschreven Hysinge staende 
Een coop- ende reversaelbrief, van 13 pondemate landt gelegen tot Witmaersum bij Harke Sijl, van dato den 19e february 1681 bij de weduwe van Douwe Hilles Hoytinga in leven mede rechter van Wonseradeel, gepasseert aen Rinse Jetses Roorda 
[0062v] Een coopbrief van sekere sate landts gelegen tot Steens [Stiens] op Swaerder buyren groot na naem en faen 38 pondemate bij Cornelis van Aersen van Somelsdijk etcetera residerende in 's Gravenhage aen Rinse Jetses Roorda ende Wytske Freerx dochter gepasseert, de dato den 19e may 1682 
Een decreet brief van sekere sathe landts gelegen tot Stiens met de gerechtigheyt van een stem, groot na naem ende faem twe en 't seventig pondemate bij decreet voor den hove van Frieslant vercocht, ten versoeke van Bocco van Burmania, als vader ende voorstander over juffrouw Catharina van Burmania ende aen Rinse Jetses Roorda gepasseert de dato den 24 juny 1679 
Een obligatie bij d'kerkvoogden van den dorpe Jorwert aen Seerp Herckes cum uxore gepasseert, van dato den 24e may 1678, ter somma van een hondert en twe Caroliguldens negentien stuivers en acht penningen, 't recht van de selve bij Rinse Jetses door cessie bekomen van dato den 26e juny 1681, dus f 102-19-08 
de intressen tot may 1683 zijn betaelt 
[0063r] Een obligatie ten laste van Tjerck Alberts van dato den 29 july 1674, ter somma van vijf en twintig Caroliguldens, ten profijtte van Rinse Jetses Roorda, dus f 25-00-00 
de intressen tot den verschijndag 1682 betaelt 
 
Een doos met eenig silverwerk ende geslagen stucken gout, breder meldens inventaris in voornoemde doos leggende, waer uyt geblijkt de kinderen van Anske Jacobs 't selve toe te behoren desen pro memoria 
 
In 't spijntie in de schrijfkamer bevonden 
Een bodemerij brief bij Jacob Andries gepasseert ende vertekent van dato den 13 juny 1684, ter somma van twee hondert Caroliguldens, ten profijtte van Rinse Jetses Roorda 
Een dito bodemerijbrief bij Eybert Jacobs Vliet gepasseert ende vertekent [0063v] van dato den 29e may 1684 de somma van een hondert ende vijftig Caroliguldens, ten profijt als voren 
een obligatie op Heert Riemers bleker buyten de Bilpoort van dato den 1e january 1684, ter somma van een hondert en negen Caroliguldens ten profijtte van Rinse Jetses, dus hier f 109-00-00 
Een bodemerij brief bij Gosse Dirx wonachtig tot Franeqer gepasseert ende vertekent, van dato den 30e maert 1682 ter somma van twe hondert Caroliguldens ten profijtte als voren 
Een bodemerij brief van dato den 18e april 1683 bij Gerryt Lipmans wonachtig tot Bremen gepasseert ende vertekent, ten somma van een hondert Caroliguldens, ten profijtte als voren 
drie besondere handtschriften bij Hessel Heyns Huysman tot Schraet [Schraard] gepasseert ende vertekent, de dato den 25e mey 1682 ende den 3e april 1684 sampt den 30e april 1684 respectievelijk, te samen belopende een somma van ses hondert Caroliguldens, ten profijtte van Rinse Jetses f 600-00-00 
[0064r] Een bodemerij brief bij d'vroedsman Thomas Auckes cum soc. gepasseeert van dato den 19 july 1683 met een nader verklaringe van Thomas Auckes voornoemt van den 1e april 1684, ter somma van twe hondert ende vijftig Caroliguldens ten profijtte van Rinse Jetses 
Een dito bodemerij brief bij Lieuwe Willems smackschipper tot Harlingen gepasseert ende vertekent, de dato den 20e augustus 1679, ter somma van een hondert Caroliguldens ten profijtte als voren 
Een dito bodemerij brief bij Jan Jacobs Houtenhuys gepasseert ende vertekent ende dat op 't schip van Pytter Jansen Althuysen ter somma van een hondert Caroliguldens, van dato den 20 july 1683 ten profijtte als voren 
[0064v] Een dito bodemerij brief bij Jan Fransen oostvaerder tot Maccum, van den 13e february 1648 aen Rinse Jetses gepasseert waer op noch resteert de somma van ses ent seventig Caroliguldens 
Een bodemerij brief bij Sipke Tjerx kaegschipper tot Hollum op Amelandt gepasseert ende vertekent van dato den 25 january 1680 waerop volgens rekeninge noch te rest is ses en twintig guldens dartien stuivers, 't welck weinig geestimeert wordt 
een bodemerij brief bij Cornelis Lieuwes gepasseert ende vertekent van dato den 27e september 1680, ter somma van een hondert en vijftig Caroliguldens ten profijtte van Rinse Jetses 
 
[0065r] den 26 juny 1684 voor noen 
 
een bodemerij brief bij Meynert Annes scheepstimmerman gepasseert van de 15e april 1682 ten profijtte van Rinse Jetses Roorda, waer op volgens optekeninge noch te rest is, d'somma van twintig Caroliguldens 't welck bij Wytske weinig geestimeert wort ende om onder de crediteuren niet ingegeven 
een bodemerij brief bij Jan Theunis cum soc. gepasseert ende vertekent, de dato den 30e augusty 1681 waer op volgens optekeninge noch rest is vijf en twintig Caroliguldens ten profijtte als voren 
een bodemerij brief bij Gabbe Pytters gepasseert, de dato den 12e februari 1680 ter somma van ses hondert Caroliguldens ten profijtte als voren sijnde onwis 
een bodemerij brief bij Tjalling Rinties van Amelant aen Rinse Jetses Roorda gepasseert, de dato den 27e october 1677 ter somma van vijftig Caroliguldens 
[0065v] Een handtschrift bij Grietie Clases huysvrouw van Seerp Herkes aen Rinse Jetses gepasseert van dato den 26e september 1682, ter somma van dartig Caroliguldens f 30-00-00 
Een dito bij Baucke Jans aen Rinse Jetses Roorda gepasseert, de dato den 19e september 1682, ter somma van vijftien Caroliguldens tien stuivers, dus f 15-10-00 
een dito handtschrift bij Sybe Tjebbes tot Harlingen aen Rinse Jetses gepasseert, de dato den 20e december 1677, ter somma van vijftig Caroliguldens dus f 50-00-00 
de intressen tot den verschijndag 1683 betaelt 
volgens aentekeninge op seker notule bij Rinse Jetses Roorda gedaen, blijckt eenen Sacharias Jacobs tot Sapmeer schuldig te sijn op seker bodemerijbrief 't welk alhier niet gevonden wort, de 
somma van een hondert en twe en 't seventig Caroliguldens ellef stuivers 
Met seker contract van den 27e maert 1683 daaronder staende desen pro memoria 't welk vermelt dat indien Sacharias voornoemt op may 1684 hondert Caroliguldens comt te betalen d'rest hem quyt gescholden sal worden 
[0066r] Een obligatie bij Claes Clasen wonachtig tot Hindelopen aen Rinse Jetses gepasseert, van dato den 13e marty 1680, ter somma van vijftig Caroliguldens 
Een ordonantie bij d'heeren Raden ter Admiraliteit in Frieslant gepasseert op d'heer onvanger Saco Idsinga, de dato den 3e augusty 1677, ter somma van acht en tachtig Caroliguldens, ten profijtte van desen sterfhuys 
Een handtschrift bij Sicke Reins aen Rinse Jetses Roorda gepasseert, van dato den 26e juny 1682, ter somma van vijf hondert Caroliguldens dus f 500-00-00 
de intressen zijn hier op noyt betaelt 
[0066v] Een obligatie bij d'capitein F Fermin van Rusiers aen Rinse Jetses Roorda gepasseert, van dato den 11e may 1681, ter somma van vijftig hondert Caroliguldens, dus f 1500-00-00 
de intressen betaelt 
een dito bij d'selve capitein Rusiers aen Rinse Jetses Roorda gepasseert, van dato den 10e juny 1682, ter somma van vier hondert Caroliguldens, dus f 400-00-00 
de intressen betaelt 
een obligatie ten laste van Abbe Willems Wassenaer, van dato den 3e december 1683, ten profijtte van Rinse Jetses, ter somma van ses hondert Caroliguldens ende twe en 't seventig, waer nu volgens aentekeninge in margine betaelt is twe hondert en twe en veertig Caroliguldens, ergo noch te rest d'somma van vier hondert en dartig Caroliguldens, dus hier voor profijttelyk f 430-00-00 
[0067r] Een obligatie ten laste van den Landtschappe van Frieslant, van dato den 6e juny 1673, ter somma van een hondert en vijftig Caroliguldens, ten profijtte van Rinse Jetses, dus hier f 150-00-00 
een obligatie ten laste van Sipke Tjeerdts mede rechter der grietenije van Dantumadeel, van dato den 6 juny 1683, ter somma van een duysent Caroliguldens, meldende ten profijtte van Geertie Jacobs, ende bij Rinse Jetses Roorda het recht door cessie becomen, dus hier f 1000-00-00 
waer op noyt intressen sijn betaelt 
een obligatie ten laste van dr. Cornelius Strigelius, advocaat voor den hove van Frieslant, van dato den 27e may 1678, ter somma van drie duysent een hondert Caroliguldens, ten profijtte van Rinse Jetses Roorda, dus f 3100-00-00 
d'intressen tot den [niet ingevuld] 
[0067v] Een obligatie ten laste van doctor Vinandus Cup cum uxore, van dato den 1 july 1678, ter somma van twe hondert Caroliguldens, ten profijtte van Rinse Jetses, in welx obligatie is leggende seker betaelt reversaelbrief, welk in voornoemde obligatie is verbonden, dus tot profijt van 't sterfhuys f 200-00-00 
 
Een handtschrift bij d'heer ritmeester Douwe van Grovestins aen Rinse Jetses gepasseert, van dato den 17e september 1683, ter somma van negen hondert vijf en tachtig Caroliguldens, waer in is leggende seker notule bij Rinse Jetses op d'selve getekent dat doctor Strigelius soude inhouden sodanige somma tot betalinge van 't termijn landt tot Steens [Stiens] gelegen 
Een quitantie bij Klaes Balck gepasseert wegens anderhalv floreen op 3 pondemate landt onder de klockslag van Bolswart van dato den 7 juny 1684, ter somma van ellef Caroliguldens vijftien stuivers wegens een jaer ordinaris en extraordinaris schattinge february 1684 verschenen waer van de helft Frans Jetses te laste coomt, dus hier voor profijttelijk, ende d'ander helft ten laste van Jacob Reimers 
[0068r] Een huyrcontract, tusschen Rinse Jetses als verhuyrder ende Harmen Clases tot Belcum [Berlikum] als huyrder van seker stuck landt gelegen tot Belcum groot 2 1/4 pondemate, de dato den 1e maert 1683 
Een dito tusschen Rinse Jetses als verhuyrder ende Douwe Reiners cum uxore echtelieden tot Stiens als huyrders van seker sate landts aldaer gelegen groot 72 pondemate, sijnde gedateert den 29e december 1670 
Een bodemerijbrief bij Luytien Gerkens aen Rinse Jetses gepasseert, van dato den 3e may 1681, ter somma van twee hondert Caroliguldens, wort voor onwis gerekent 
 
[0068v] Contante penningen uit voornoemde spijntie bevonden 
14 rijxdaelders a 50 stuivers yder f 35-00-00 
vijf halve dito f 6-05-00 
9 a 28 stuivers f 12-12-00 
een halve ducaton a 1-11-08 f 1-11-08 
een acht stuivers ende een quade schelling waert 4 stuivers 't samen f 0-14-00 
35 werp dubbelde stuivers, beloopt f 17-10-00 
71 ducatons a 3-3-0 yder beloopt f 223-10-00 
60 a 3 gulden beloopt f 180-00-00 
91 1/2 a 3-3-0 beloopt f 288-04-08 
drie golt guldens a 28 stuivers yder beloopt f 2-16-00 
een rijxdaelder ende twe oorden 't samen tot f 3-15-00 
aen payement f 0-16-06 
[0069r] twe en vijftig werp a 1-10-0 beloopt f 78-00-00 
aen payement noch f 1-15-00 
met noch een silveren signet 
een kokerke met een messchen silver gewicht 
noch int selve cassie vijftien mans neusdoeken 
twalef dito dassies 
ontrent drie dosijn silver knopen 
 
In 't laedt onder d'schrijftafel na ontzegelinge bevonden 
In een sack bevonden twe packetten brieven ende instrumenten belangende den desolaten boedel van Duco Mijnties 
[0069v] Een handschrift bij Pieter Son gepasseert aen Rinse Jetses Roorda, van dato den 16e september 1680, ter somma van acht hondert Caroliguldens, dus hier f 800-00-00 
Een packet brieven ende instrumenten rakende Adriaen Corruput ende Meynse Meynses onder anderen daarmede in verbonden seker brieve van permutatie [wandelkoop] tusschen Adriaen Corruput ende Meynse Meynses gemaeckt de dato den 24e january 1674 waer in gementioneert wert dat Meynse Meynses tot een toehake aen Corruput sal betalen d'somma van negen hondert Caroliguldens ende geblijckt uyt d'staet van goederen gemaeckt bij Wytske Freerx, dat hem Rinse Jetses voor verhaelde negen hondert Caroliguldens soude competeren, waer van geen cessie ewenwel alsnoch geen cessie ofte overdrachte aen Rinse Jetses te vinden is 
een obligatie ten laste van capitein Marcus van Lycklama, van de 17e mart 1679, ter somma van twe duysent Caroliguldens, ten profijtte van Rinse Jetses, wordende voor onwis gerekent 
[0070r] Een huyrcontract tusschen Rinse Jetses Roorda cum uxore verhuyrders ende Haring ende Dirk Dirx huysluyden tot Stiens als huyrders van seker stuck of 38 pondemate, so grijd- als boulanden, leggende tot Stiens, van dato den 4e december 1682 
Een packet brieven ende instrumenten aengaende de wapenen van de Compagnie van de capitein Rusiers, waer in onder anderen bevonden seker absolute quitantie bij Rosiers gepasseert, wegens de volle betalinge van de Compagnie tot d'maents soldts [soldij?] ingaende den 18e juny 1684 toe gedateert den 7e may 1684 geblijckt mede volgens eigen quitantie van d'capitein Rosiers op de maent ingaende den 18e juny 1684 voorschoten te sijn een somma van een hondert negen en veertig Caroliguldens 
Een contract gemaeckt tusschen Dirk Eysma effective schrijver van den Compagnie van de capitein Rosiers ende Rinse Jetses Roorda, van dato den 27 september 1682 
[0070v] Een huyrcontract opgericht tuschen Claes Pytters Elberda ter eenre ende als verhuyrder ende Tjumme Ates wonende tot Metselwier als huyrder van sekere sate landts leggende bij Metselwier, groot [niet ingevuld], sijnde gedateert den 9e january 1662 ende daarbij d'respectivelijke afrekeninge, van dato 2e marty 1682 
Een obligatie ten laste van Maurits Lodewijk baron van Holstein, mayoor ende ritmeester van een compagnie te paert op de repartitie van Frieslant, van dato de 1e marty 1684, ter somma van dartien hondert Caroliguldens, ten profijtte van Rinse Jetses, dus alhier f 1300-00-00 
Een bodemerijbrief bij Johannes Clasen Backer coopman tot Riga leggende, gepasseert aen Rinse Jetses Roorda, van dato den 10e september 1681, ter somma van drie duysent vier hondert seven en tachtig Caroliguldens ses stuivers in een, ende noch volgens handtschrift van de selve natuyr in voorschreven bodemerij gementioneert ter somma van seventien hondert seven en 't sestig Caroliguldens vijftien stuivers, in det mede als voorschreven bodemerijbrief, monterende te samen een somma van vijf duysent twe hondert vijf en vijftig Caroliguldens een stuivers, dus hier f 5255-01-00 
[0071r] Een obligatie ten laste van de ritmeester Douwe van Grovestins, van den 8e juny 1679, ter somma van een duysent Caroliguldens, ten profijtte van Rinse Jetses Roorda, dus hier f 1000-00-00 
de intressen tot den 8e september 1682 betaelt 
Een dito obligatie van de selve ritmeester Douwe van Grovestins, van dato den 29e april 1676, ter somma van achtien hondert vijf ende dartig Caroliguldens, ten profijtte van Rinse Jetses, dus hier f 1835-00-00 
de intressen tot den 18e april 1682 betaelt 
 
Gerede penningen 
tien Caroliguldens f 10-00-00 
een beredaelder a 30 stuivers f 1-10-00 
een stuck vreemdt gelt ontrent 6 stuivers naer f 0-06-00 
twe en seventig ducatons a 3-3-0 beloopt f 226-16-00 
 
[0071v] In 't andere laadt onder d'schrijftafel na ontzegelinge bevonden 
Aen gerede penningen aen diverse specien in seker doosie bevonden dartig Caroliguldens ende dartien stuivers dus f 30-13-00 
noch in 't voorschreven doosie een hoep gouden ring bevonden 
als mede een silveren tandtstokelaer 
 
Een sak met brieven ende documenten rakende den boedel van Jan Aerts desen pro memoris 
 
Een obligatie ten laste van den provincie van Frieslant tot thoonder deses gemaekt, van dato den 22e october 1681, ter somma van vijf hondert Caroliguldensf 500-00-00 
[0072r] Een obligatie ten laste van d'provincie van Frieslandt tot thoonder deses gemaeckt, van dato den 22e october 1681, ter somma van vijf hondert Caroliguldens, als voren, dusf 500-00-00 
Een dito ten laste als voren, ten somma mede als voren, dus hierf 500-00-00 
Een dito ten laste als voren, ten somma mede als voren, dus hierf 500-00-00 
Een dito ut supra in omnibus, dusf 500-00-00 
Een dito ut supra in omnibus, dusf 500-00-00 
Een dito ut supra in omnibus, dusf 500-00-00 
Een obligatie ten laste als voren, gedateert mede als voren, ter somma van ses hondert seven en tachtig Caroliguldens tien stuivers, mede tot toonder deses gemaeckt, dus hierf 687-10-00 
de intressen van dese acht obligatie zijn tot den 10e juny 1681 alle betaelt 
 
[0072v] Een obligatie ten laste van d'notaris Albartus Voogd tot Leeuwarden, ter somma van drie hondert Caroliguldens leggende ten profijtte van d'weduw van wijlen Jan Meckes, zijnde in verminderinge van deses betaelt twe hondert Caroliguldens en alsnoch te rest een hondert goltguldens, sijnde de gedateert den 9e july 1681, desen voor onderricht 
Een handtschrift bij Jan Hendrix postmeester tot Leeuwarden gepasseert, van dato den 26e may 1682, ter somma van vijf hondert Caroliguldens meldende, ten profijtte van Rinse Jetses Roorda, ende volgens optekeninge van Rinse Jeles gedaen, blijckt dat d'weduw van Jan Meckes voornoemt obligatie toebehoort, deses mede voor onderricht 
Een sack waer in eenige documenten ende andere instrumenten ende documenten rakende den curatele van d'kinderen wijlen Anske Jacobs, bij Rinse Jetses geadministreert 
[0073r] Een constitutie brief bij d'gedeputeerde state van Frieslant gepasseert, van dato den 6e november 1675, wegens een jaarlyxe lijfrente tot een hondert en vijftig Caroliguldens ten lijve van Grietie Rinses, nagelaten dochter van den overledenen, voor een coopsumma van 1250 Caroliguldens 
den lijfrenten tot den verschijndag 1683 toe betaelt 
Een rekeninge ende eenige documenten rakende ende aengaende Johannes Clases Backer, coopman leggende tot Ryga 
Een coopbrief ende ingelost reversaelbrief van seker sate Landts gelegen tot Westerlittens onder 't resort van Wommels groot 86 pondemate, gedateert den 10e may 1684 
[0073v] Een coop- ende respectievelijk reversaelbrief van 10 pondemate landt gelegen tot Stiens bij Grietie Folckerts cum socio aen Rinse Jetses vercocht, sijnde gedateert den 23e februari 1683, waer van twe termijnen volgens aentekeninge sijn betaelt 
Noch een seker paket, so rekeninge als missiven rakende Rinse Jetses Sr. Glabboys ende Johannes Clasen Backer met mekanderen gemeen 
Een seker transpoort bij Sybrant Jansen aen Froutien Beyma gepasseert, van den 23e october 1683, ten comptoire van d'Oostyndische Compagnie tot Amsterdam, ter somma van hondert en vijftig gulden, waer op bij Rinse Jetses Roorda aen Frouckje Beyma voorschoten is seventig Caroliguldens volgens quitantie van den 17e october 1683, ende also tot volle betalinge van 't gedachte transpoort, also dat het ten profijtte van 't het sterfhuys moet comen 
 
[0074r] In d'kiste in d'schrijfcamer staende na ontzegelinge bevonden 
Een groot bondel quitantien rakende den curatele van Broer Jans, bij Rinse Jetses geadministreert, d'welke alle op de no leggen 
Een sackien met een weinig gelt mede den curatele van Broer Jans rakende 
Eenige obligatien ende instrumenten ende documenten in seker doos leggende, alle mede specterende tot het bewunt ende curatele van Broer Jans, sampt eenige ordonnantien ten laste van de Admiraliteit in Frieslant leggende 
Noch buyten de doos een groot packet brieven ende instrumenten belangende mede de curatele van Broer Jans 
Eenige instrumenten ende documenten rakende Hessel Jeppes timmerman 
 
[0074v] In de grote kamer 
twe bedden met twe peulen 
een dito bed met een peul 
vijftien oorcussens so groot als kleyn 
drie Spaense dekens 
drie enckelde ongevoerde dekens 
een Rovaense deken 
een gevoerde deken 
drie en twintig stoelcussens 
vijf stoelen een dito 
[0075r] drie paer gordijnen ende twe rabatten 
een schoorsteenkleedt met een dito glas gordijn 
drie tafelspreden ende twe bedspreden alle groen 
een standt candelaer ende twe kleerbesems 
drie geschilderde borden 
een kaert met een mantelstock 
 
In de spijskamer 
een messchen poth ende een kandelaertie 
een dito becken 
vier tinnen patielen 
[0075v] een tinnen stoofpoth 
een tinnen butterpoth ende een half mengelen steenwerk 
drie en twintig Delfse pannen so klein als groot 
dartien slechte coppen 
een witte suykerpoth ende een dito kandelaer 
twe glasen globesen 
een Danswyker kistie met een schabetie Grietie Rinses toebehorende, waer in eenig linnen tot haer lijf behorende 
 
[0076r] Een eeken kantoor waer in na ontzegelinge bevonden 
Een rekeninge bij Claes Freerx Braem voor den gerechte deser stede gedaen van sijn ontvang ende uytgave, wegens de kinderen van Anske Jacobs bij Rinse Jetses, opgenomen ende gesloten den 15e january 1681, sampt een groot bondel quitantien tot d'selve behorende segge specterende 
In een buydeltie vijf Caroliguldens tien stuivers Grietie Rinses toebehorende 
In een tontie veertien stuivers Grietie Rinses mede toegehorende ende haer broer beneffens vorige post aengecomen 
Een silveren beker 
 
[0076v] Een eeken kevie waer in na ontzegelinge bevonden 
 
Linnen 
dartig lakens noch acht dito 
21 manshembden 
ellef peuldoeken 
een en twintig slopen 
seven dopjes tafellakens 
ses en dartig dito servetten 
twe mans hembden, van wijlen Huibert Claeses ende tien neusdoeken, bij Wytske Freerx niet in staet gebracht ende also haer toebehorende 
 
[0077r] Een coralen buydel waer eenige kleine stucken gelt ende eenige silveren knoopjes ende noch een breyden buydel waer aen een silveren sleuteltie, alles Wytske Freerx toebehorende 
Een klein kistie waer in veertien schellingen ende twe oorden rijx, in sijn 't sterfhuys toebehorende 
Twe brandtstenen hechten Wytske Freerx toebehorende 
Een cristallijne glasen bordel met een silveren rand ende dop sampt silveren ketting daerop, Wytske Freerx toebehorende 
Eenige versierde tacken ende twee dito kussenties, als voren Wytske Freerx toebehorende 
[0077v] Een silveren kroes met vijftien silveren lepels sampt een silveren bekertie alle Wytske Freerx toebehorende 
drie dito eyerlepelties een brandewijns kroeske sampt een silveren rinckelbel mede Wytske Freerx toebehorende 
Twe silveren bekers met twalef dito lepels sampt een silveren rinckelbel met een ketting daeraen volgens optekeninge Grietie Rinses toebehorende 
Silverwerk Rinse Jetses toebehorende als volgt 
Twe silveren lepels met J.F.A. getekent 
Een dito getekent met A.R. 
Een dito getekent met J.R. 
[0078r] een silveren lepel met J.F.P.J. getekent 
een silveren lepel met D.G. getekent 
een dito getekent met L.H. 
een dito met G.P. getekent 
vier grote eyerlepels met R.J. ende A.R. getekent 
een kleyn stuckend mosterlepeltie 
met een dito silver brandewijnskroeske 
 
Wollen 
Mans klederen 
twe mantels swart laken 
[0078v] een pack swart greynen klederen 
een dito greynen pack 
een pack swart lakens dito 
een dito broek 
een dito rock 
een swart greynen rock 
twe roode scharlakens hembdrocken, eene met silveren knopen daeraen 
 
volgen eenige wollen klederen Grietie Rinses van haer wijlen moeder aenbeerft, namentlijk 
een swart lakens rock 
[0079r] een blauw lakens rock 
een karmosijnen dito 
een swart heere sayen schort 
een swart lakens hoyck ende een boratten overlijf 
twe rode ruften 
een kindere rode borstrockie met een swachtel 
twe mantelties voor Grietie Rinses 
een rode schorteldoek met een stof manteltie Grietie Rinses toebehorende 
 
[0079v] acht ellen swart greynn, ter profijtte van 't sterfhuys 
twe lapkes doeck lang drie ellen 
een lap dito lang 8 ellen 
een lap dito lang 16 ellen 
een dito lang vier ellen 
een lapke servets dopjes ende een lap breed dito Wytske Freerx toebehorende 
een pack linnen volgens opgespelde notule Feddrick Anskes toebehorende 
Een pack linnen volgens opgespelde notule Anne Hendrix toebehorende 
[0080r] Een swart lakens mantel ende greynen rock Wytske Freerx van haer wijlen soon Huybert Claesen aenbeerft 
Een doos waer in eenige brieven waer bij eenige boeken van geen importantie Wytske Freerx rakende 
 
In een eeken kistie 
Een silveren kistie waer in volgens notule so aen gouden als silveren specie d'somma van een hondert vijf en veertig Caroliguldens sijnde een trouwpenningh Wytske Freerx van Claes Pytters aen 
gecomen 
 
Een silveren kistie waer in volgens notule so aen gouden als silveren specie d'somma van een hondert negen en veertig Caroliguldens twalef stuivers, Wytske Freerx van Rinse Jetses op trouw becomen 
 
[0080v] Een doosie waer in eenige brieven met nagelen, caneel, muscaten etc. 
 
een mans hoed 
 
In d'kleyne keucken 
Een eeken kas Grietie Rinses toebehorende waer in navolgende goederen voor Grietie Rinses, de post volgens aentekeninge bij Rinse Jetses gedaen, schijnt de dienstmaegt Rinske Symens de voornoemde cas toetebehoren sijnde de dato den 13e february 1682 
 
Linnen 
Acht hembden Grietie Rinses van haer moeder aengecomen bij Rinse Jetses op seker notule aengetekent 
Drie dito nachthalsdoeken van d'moeders, mede als voren opgetekent 
een witte met een dopjes blauwe schorteldoek ut supra in omnibus 
[0081r] Twe paer witte kraeg ende mouwen Grietie Rinses aengecomen ende opgetekent als voren 
twalef grote kindere doeken opgetekent als voren 
negentien kleyne dito 
vijf kindere witte schorteldoeken ende ses neusdoeken 
een bondel met eenig kindergoet 
 
eenige kleren in voornoemde kas tot Grietie Rinses lijf behorende als volgt 
acht hembden 
ses witte schorteldoeken 
drie bedschorteldoeken 
[0081v] ses nacht halsdoeken 
acht daeghs schorteldoeken 
tien buysdoeken 
een roodt scharlakens rock 
een dito bayen 
een blauw serchie dames dito 
een blauw schort 
een wollen schort 
een wollen werpen dito 
een gladde borstrock met een overlijf 
twe mantelties 
een nieuw heere sayen schort 
[0082r] een greynen schorteldoek 
een boratten dito 
een nieuwe ende oude kapsluyer 
een nieuwe dopjes ende een doeken schorteldoek 
een lap dopjes tot negen servetten 
een nieuw naycussen ende een strijkijser 
een silveren mengelen Grietie Rinses toebehorende als mede een grote silveren kop 
sydsilver bestaende in vier kettings, een half silver scheerke ende naeldekoker, een scheed met silveren banden, twe dito haken 
Een brandtstenen hecht 
[0082v] Een fluwelen tas met een silveren ketting 
een silver oorijser met een haernaeldt ende een dito silver poppe tangje 
een testament en psalm boek met silveren haken 
 
een doosje waer in Grietie Rinses spaerpoth bestaende als volgt 
veertig Caroliguldens ellef stuivers aen divers silver gelt 
een silveren medalje 
een gouden rosenobel 
een ducat met noch een stuck gout ontrent waerde van een ducat 
een klein gouden ringje 
 
[0083r] Een eeken groen kistie Grietie Rinses toebehorende waer in eenig porcelijn volgens optekeninge bij Rinse Jetses gedaen van den 13e february 1682 Grietie Rinses toebehorende, als volgt 
drie dubbelde butterschuttels 
drie enkelde dito 
twe frucht schalen 
ses klapmutsken 
vier safierkes 
ses koppen 
 
In voornoemde kiste bevonden het sterfhuys gemeen rakende 
een uyrwerck 
acht schilderde borden 
 
[0083v] twe spiegels 
eenig breydgaern 
eenige oude lappen met een oude broek 
 
omhangend goet in de loads 
twe schalen met eenige gebeelde frucht 
twe slechte coppen een dito 
drie borties met een spiegel 
twe lanteerns 
twe borsels met een leers camkoker met eenige cammen 
vier schuttelties met drie witte kanties 
[0084r] Twee strijkijsers met twe strijck lappen 
Een sijde rol 
Een gemack comfer 
Een ronde gele tafel 
 
In 't spijntie in de loodts bevonden 
tien wijtlingen ende een laken 
veertien witte handtdoeken 
twalef blauwe dito 
drie bonte tafellakens 
een bonte sack met een bont kleedt om d'kevie 
vijf blauwe ende bonte schoorsteenkleden 
[0084v] een glaedtsel met een glaedtsteen 
vier witte kleedties 
een messchen fijsel ende een dito stamper 
twe romers 
 
noch in voornoemde loodts 
een bed met een peul, met een peuldoek om voornoemde peul 
twe oorcussens met een wieg bedtie 
een Spaense ende een groene gevoerde deken 
een kleerkorf 
 
[0085r] In de gang 
een rack waer op 18 tafelborden 
een Zee Kaert 
een kleercorf 
 
op d'kraeck het navolgende bevonden 
een messchen fleesketel met een dito lidt daarop 
een messchen kandelaer 
twe dito handtblakers met drie dito snuyters 
een messchen lamp 
een messchen eyerpanties 
 
[0085v] een kleen messchen gootlingje Grietie Rinses toebehorende 
een tinnen cop ende twe dito schuttelties waer in twe metalen lepels 
een tinnen fles 
een tinnen Luyts 
een grote blicken tromp waer in eenig suyker 
een tinnen inckthoorn 
een kleen eeken parske 
een rijsen reys korf 
ontrent acht pondt flas 
acht pondt rouw gaern 
[0086r] noch vierde half pondt dito gaern 
 
mans klederen 
twe packen witte onderklederen 
een dito broek 
drie witte mutsen 
twe dassies 
een pack daeghs klederen 
twe sarchie de nymen rocken 
een lakens reys rock 
een rood kalemincken hembdrock met silveren knopen 
[0086v] een paer hosen 
twe slaepmutsen 
twe hoeden 
 
een vat waer in een parthij ongeschoonmaeckt vlas 
een flees vath 
een spinwiel 
een bedwarmer 
drie schoppen 
eenige ledige vaten 
een parthij ijserwerk 
een vatie met rode verve 
een honne? huys [hondenhok?] 
een messchen schuymspaen en twe tangen 
[0087r] een eeken laedt waer in eenige brieven van geen importantie 
 
In d'grote keucken 
drie pinties 
twe groene schoorsteenkleden 
twee glas kleden dito 
twe dito tafelspreden 
seven groene kleedties 
ses schuttelties en twe copkes 
een eeken rack waer op negen butterpanties 
twe witte schalen ende een slaedspan 
[0087v] Een bonte gattie pan ende een eyerkorf 
veertien stoelen 
 
In d'spijs kamer 
seven stoven 
drie dubbelde butterpannen 
twe steenen olypotten ende een suykerpoth 
een messchen kandelaer, blaker en snuyter 
een tinnen com met twe schuttelties 
een tinnen mosterpoth met vier tinnen lepels 
twe houtene backen 
een tafeltie ende drie slechte pannen 
 
[0088r] een wafelijser 
een armcorf met een suypkanne 
een kruyddoos 
een tromp 
een turfvath en scherm 
twe heerdt fegers tange en swewellaedt 
een ijseren poth ende treeft 
twe mangelborden ende mangelstocken 
drie kleerbesems 
 
In de turfhoek 
een messchen gootling 
 
[0088v] een dito schuymspaen 
een coperen boffers lidt 
twe coperen koeckpannen 
twe treeften met een rooster 
een blicken handtblaker 
een slaedemmer 
vier meelpotten 
een armemmerke ende een dito korfke 
een korfke met spijkers 
een schuttelbanck, waer op eenig schuttelwerk etc. 
 
[0089r] In de schoorsteen 
drie stucken roockflees 
drie koeye geroockte tongen 
een bargerib met een haes 
een stuck speck 
 
In de plaets 
twe wateremmers 
twe luywagens 
een coperen doofpot met een treeft 
een lep 
 
In 't packhuys 
veertig grote mouwden ? 
 
[0089v][marge]desen nevenstaende sullen naer de plaets 't wommels versonden worden om aldaer tot de huysinge ende schuyr gebruyckt te worden [einde marge] 
[afgelinieerd] 
een parthij oude steenties 
een parthij nieuwe estricken 
eenige romlinge ende oud hout 
[einde afgelinieerd] 
 
Een tonne waer in vijf en sestig Conimuys leren vellen 
een stuck oud platloodt 
 
In d'schrijfkamer navolgende boeken 
in folio 
een bijbel van de nieuwe oversettinge ende annotatien op de cant. 
Emanuel van Meteren 
Flavij Josephi historen en Egisippus van d'elendige 
verstoringe der stadt Jerusalem 
[0090r] Marten La [=Martelaars-] spiegel der weerlose Christenen 
Een wonderboek 
Cronyck van Sebastiaen Franck van Woerden 
Predicatien van Willem Wijnandt 
Spiegel ende gebeeltenisse als gehelen aerdbodems door Sebastiaen Franck van Woerden 
 
In quarto 
Eerhardt van Reyd nassause raed 
40 predicatien van Joost Hendrix 
Een old Bieskens testament 
Frison en testolijn 
Barent van Sutphen 
Johan van Sande 
[0090v] beschrijvinge van d'heerlijckheyt van Frieslant door Schuttanus [Christianus Schotanus, De Beschrijvinge van de Heerlijckheyt van Frieslandt, 1664] 
Episcobius 34 predicatien over Mathens vijf 
 
In octavo 
Nieuwe testament van Sebastiaen Castellius [Sebastian Castellio (1515-1563), Frans humanist, theoloog en pedagoog] 
Nederlandtsche practijcq der notarisen 
Plinius van de dieren 
Bieskens bijbel 
Een nieuw testament 
Nietigheyt van d'kinderdoop 
Ockenburg woonstede van d'heer van Brandwijk [Jacob Westerbaen (1599-1670) Heer van Brandwijck en Gijbeland, Arctoa Tempe. Ockenburgh, 1654. Na de dood van zijn echtgenote in 1648 begon hij aan de aanleg van een nieuw buitengoed bij Den Haag, Ockenburgh, waar hij in 1652 ging wonen.] 
Sondaegs testament door Christophorus Lovij 
Gallienus Abrahams4 aenleydinge tot d'Christelijk godsdienst [Galenus Abrahamsz de Haan (Zierikzee 1622-Amsterdam 1706), med. dr., leraar der Vlaamse doopsgezinden te Amsterdam] 
[0091r] Verantwoording van d'Poolse Ridder door Johannes Cockheus [Johannes Coccejus (Bremen 1603-Leiden 1669), theoloog en filoloog] 
Historie van Hendrik d'Groot 
d'Basuyn van Sodoma ende Gomorra 
Het leven van d'apostel Paulus 
Nederlandtsche woordenschat 
Historie der joden door Abrahamus Casterium 
Johannes Brun troostresoir der verdruckte 
Historie Ecclesiastica der oude kerke 
Meester L van Santen spiegel der gedenck weerdige geschiedenissen onses tijts 
Historie van d'oude Barnevelt 
de Cruys schole 
[0091v] grote Christelijke Zevaert 
 
In duodecimo 
Het gulden Cleinoodt der kinderen godts 
Christelijke overdenckinge des doots 
Camphuysens psalmen 
Stoische leringe van d'philosooph Seneca 
Raedt tegen de doot 
Reys boek 
Camphuysens rijmen 
Ordonnantie van Frieslandt 
Ware weg der Zaligheyt 
[0092r] Noch een ordonnantie van Frieslandt 
Handtboexken van d'staet der geunieerde provincien 
Spaense dromer 
Lusthof des gemoets 
Meditatien door Daniel Middelhoven 
De gepredestineerde dief 
Leytsman ten hemel 
Een nieuw testment met silveren haken 
't gevoelen der Remonstranten 
Disputatie van Montanus en Twisch 
Een hangboek van Pier Everts 
Vereenigde Christendom 
Hollandtsche Mercurius 
[0092v] 't Lof der Sotheyt 
 
noch ses en dartig oude boeckies so gebonden als ongebonden van weinig importantie 
 
ellef boek papier 
veertien boek postpapier 
ses oude sacken een dito 
twe oude gout gewichten 
 
In de kelder 
vier wasch tobben en een waschschammel 
vier koperen kranen 
 
[0093r] In een eeken kistie welke in een groene kiste is bezegelt geweest bevonden 
Een decreetbrief van tien pondematen landts tot Winsum bij den hove vercocht van den 25e april 1676 aen Rinse Jetses gepasseert 
een packet instrumenten ende een seker rekeninge belangende d'kinderen van wijlen Afke Jacobs 
Een pack brieven ende instrumenten van de rekeninge van Antie Jans door haer curator aen Rinse Jetses gedaen 
Eenige instrumenten rakende Rinse Jetses qq ende Claes Tjepkes 
Eenige rekeningen ende stucken van Jan Hendrix tot Leeuwarden 
[0093v] Een rekeninge ende eenige documenten rakende Rinse Jetses ende Sicke Reyns 
een packet brieven ende instrumenten van Jetse Foekes ende Pyttrick Jacobs 
 
Een groene kiste waer in een groot quantiteyt brieven ende instrumenten ende documenten, sampt silverwerk etc., alles volgens aentekeninge op selver packet bij Rinse Jetses gedaen ende vertekent van dato den jare 1682, den curatele ende bewunt van Broer Jans rakende bij Rinse Jetses geadministreert 
 
Een kiste waer in een groote rouwmantel, een swart lakens hoyck, een roodserlakens rock, een sijden toertsen? rock, een silver beker, een silveren cop een grote en twe kleyne silveren lepels, een silveren rinckelbel met een ketting daeraen, welck vermoedet wort alle Broer Jans te behoren 
 
[0094r] In 't packhuys van Claes Douwes 26 tonne wijdas desen sterfhuyse toebehorende 
granen volgens verklaringe van d'verschieters deses sterfhuyse toebehorende 
Acht last olde Pruyse rogge leggende op de tweden solder van 't packhuys naest d'huysinge waer uyt Rinse Jetses overleden is 
Vijff last nieuwe Pruyse rogge, leggende op d'onderste solder van 't huys, waer uyt den overledene versturven is 
vier last gedroogde rogge leggende op den twede solder van 't voornoemde huys 
seventien last weyt op het onderste packhuys solder leggende 
met noch drie quarter last rogge daarbij leggende 
 
[0094v] Volgen eenige parten scheepsdesen sterfhuyse gemeen rakende 
een 15e part aen 't fluytschip bij Jackle Jans gevoert 
een 32e part aen 't schip bij Pier Jochems van Flielant gevoert 
3/32e parten aen 't schip bij Cornelis Douwes d'Boy van der Schelling gevoert 
een 64e part aen 't galjootschip bij Barent Rob van Flielant gevoert 
 
[0095r] Volgen noch eenige vastigheden 
Een gerechte helft van sekere zate lants gelegen tot Schraed [Schraard] groot in 't geheel 76 pondemate 
Een gerechte achte part van 24 pondemate lants tot Borgwert [Burgwerd] in de polder gelegen 
negende half pondemate lant tot Hallum ende Marrum gelegen 
 
[0095v] Schadelijke staet volgens optekeninge in den staet der inbreng van goederen bij Rinse Jetses aen Wytske Freerx de dato den 4e december 1683 ten laste van desen sterfhuyse noch leggende 
Jetske Robijns weduw wijlen Robijn Dyberts compteert per obligatie van dato den 13 november 1677 de somma van duysent Caroliguldens, dus f 1000-00-00 
De sellve competeert per obligatie van den 7e april 1680 d'somma van twe duysent Caroliguldens, dus f 2000-00-00 
Sjouckjes Claeeses weduw van wijlen Feddrick Tjerx competeert per obligatie van de 12e november 1675, ter somma van drie duysent Caroliguldens, dus f 3000-00-00 
[0096r] Age Wybes weduw op Oost Vlielandt competeert per obligatie de somma van een duysent, dus f 1000-00-00 
Tjeerdt Reyners seylmaker competeert per obligatie van dato den 4e july 1674 d'somma van ellef hondert Caroliguldens in een, ende noch volgens obligatie van den 10e november 1677 d'somma van twalef hondert Caroliguldens, met daer en boven noch duysent Caroliguldens, te samen drie duysent drie hondert Caroliguldens, dus f 3300-00-00 
[0096v] Claes Johannes scheepstimmerman competeert vier hondert Caroliguldens, dus f 400-00-00 
de kinderen van Hessel Ieppes compiteren, een duysent negen hondert ende vijftig Caroliguldens, dus f 1950-00-00 
de kinderen van wijlen Anske Jacobs competeren d'somma een duysent vier hondert negen en dartig Caroliguldens, dus f 1439-00-00 
Tjeerdt Reyners zeylmaker compiteert per obligatie seggen wegens penningen bij hem tot d'bewuste wissel van Seerp Herckes opgeschoten, de dato den 21e juny 1684 d'somma van een duysent vier hondert acht ende vijftig Caroliguldens ellef stuivers, dus f 1458-11-00 
[0097r] Geertie Jacobs weduw van wijlen Claes Huiberts competeert, mede wegens penningen bij haer tot d'wissel van Seerp Herckes opgeschoten, d'somma van een duysent Caroliguldens, dus f 1000-00-00