[0117v] | |
In de voorkamer en agterloods | |
een tafel, nog een | |
tien stoelen | |
vijff trijpen stoelkussens | |
ses slechte dito | |
een spinwiel | |
een kinderkorf | |
drie schilderien nog twee kleine | |
een bijbel in folio | |
een spiegel, noch een | |
drie kast flessen | |
drie kast koppen en drie pannen | |
een ijzeren stand kandelaar | |
twee paar gardijnen en rabatten groen | |
een dito schoorsteenscleed | |
vier bedden met peulen | |
| |
[0118r] | |
zes oorkussens | |
zes deekens daaronder een japanse | |
een carnarij in de kauw | |
een wasch tobbe | |
een ijseren pot | |
een hangijser | |
een schuimspaan | |
een lanteren | |
een slaadsemmer en een emmerke | |
een wateremmer | |
een naykorff en kussen | |
een ley met een houten backje | |
een mangelbord en stocken | |
een tafeltie en toonbank | |
twee stoven | |
eenig steenwerk met eenige pannen en tafelborden en vlessen | |
twee treesften en een kettingje | |
een scherm | |
| |
Boven op de solder | |
drie boskjes fijn geern ongesoden | |
negen boskjes grover dito | |
| |
[0118v] | |
drie boskjes gesoden geern | |
een tonne vol vlas | |
een musket en forket stock | |
een degen | |
een stock met een mesken knop daarop | |
een gootling met een coperen pot | |
een partij boecken | |
twee bierhanen | |
dartien tinnen lepels | |
een paar mesken scgalien | |
een tinnen soltvat en kop | |
een blicken lamp | |
drie tinnen patelen met een kleintie | |
een tinnen mingelen en beker | |
een tinnen mosterpot en pijpkan | |
twee kanties met tinnen lidden | |
acht vlessen soo klein als groot | |
een romer en bierglas | |
een korfke met vodden | |
een geweer bord | |
| |
[0119r] | |
negen en twintich bemaalde pannen soo klein als groot | |
twee schalen met een witte panne | |
negen witte tafel borden | |
seven kopkes | |
vier stenen kannen | |
eenige vaten en een korff | |
een scherm en een mantelstok | |
eenige rommelerie | |
drie schilder borden | |
een gemakje | |
een rak | |
drie sacken en eenige dweilen | |
een ledder | |
een kiste | |
| |
Een eecken kastje | |
dartig lakens daaronder tien vuil | |
vier wijtlingen | |
vierhanddoeken | |
acht peuldoecken | |
vijf en dartig slopen | |
twee tafellakens | |
| |
[0119v] | |
Manscledinge van wijlen Lambert Jans | |
| |
Negentien hemden | |
vier hemdrocken daaronder twee met silver knopen | |
een wollen en twee linnen onderbroecken | |
drie bovenbroecken | |
drie onderrokjes | |
vier boven rocken | |
een swart lakens mantel | |
een nieuwe en twee olde hoeden | |
twee ruige mutsen | |
twee paar schoen | |
ses paar hoosen | |
ses beffen | |
seven en dartig dassen | |
noch twee witte hemdrocken | |
twaalff hemden van de soon | |
een rok en een pak kleren | |
twee onderbroecken en een hemdrok met silver knopen | |
een paar hoosen | |
en een hemdroks laken | |
| |
[0120r] | |
in een vuiren kast | |
een laken | |
drie peuldoecken | |
36 ellen nieuw doeck aan twee stucken | |
30 ellen doek doch noch niet geweven maar aan geern tot de wevers | |
| |
Silverwerck en geld | |
een hondert agt en veertig dalers | f 222-00-00 |
aan sestehalven tweehondert vier en veertig caroliguldens 4 stuivers | f 244-04-00 |
drie rijxdalers en een goltgulden en een caroligulden facit | f 9-18-00 |
een dubbelde rosenobel en een valueerde rijxdaler | f 24-10-00 |
| |
[opgeteld] | f 500-12-00 |
| |
{een silveren Kop | |
{een brandwijns kroeske | |
{sestien silveren lepelen | |
{twee siveren hechten | |
[marge: de afgelinieerde posten sijn elx voor de helfte toegevoeg en ten overstaan van de commissaris en mij secretaris den 9 juni 1696] | |
[0120v] Silverwerk en golt Pieter Lamberts alleen toecomende | |
{een golden hoepring | |
{twee golden ducaten | |
{een silver haeck met kettingen silver koker | |
{en een meshecht aan malkander | |
{seven valueerde rijxdalers noch een dito | |
{drie enkelde caroli guldens | |
{een seven otrs, ende een tien otrs | |
{twee paar hemdsknopen van silver | |
| |
[marge: Dese nevenstaende posten sijn door de Burgemeester Ruird Ulbes als curator over Pyter Lamberts uyt handen van Trijntie Jacobs ontfangen ter praesentie van Folke Staringh den 9e Juni 1698, in kennisse van mij, secretaris Arnold van Idsinga] | |
Onroerende goederen | |
Een huisje bij Coehool, bij Ritske Feites bewoont | |
Een halve kamer op Bargebuiren binnen dese stadt | |
| |
Brieven en obligatien | |
Burgemeester Ruird Ulbes debet volgens handschrift van den 4 oktober 1680 | f 140-00-00 |
[0121r] Een handschrift van den 1 juni 1687 tot last van Gerben Harings op t Bild ten somma van | f 4-00-00 |
sonder intressen. | |
Hette Victoors debet volgens handschrift van de 5e november 1694 | f 25-00-00 |
dezelve debet van leendgelt | f 7-00-00 |
Gorryt Gorryts debet volgens handschrift van den 29 september 1689 | f 50-00-00 |
met de intressen van den 29 september 1693 vijff per cento | f 5-04-00 |
[opgeteld] | f 124-04-00 |
| |
{Theunis Geerts Westeroven chirurgijn tot Harlingen debet volgens handschrift van den 25e May {1695 de somma van vierhondert caroliguldens | f 400-00-00 |
{met behoorlijke intressen sedert verleden tijdt. | |
{deselve debet wegens het overnemen van 't tichelwerksgereedschap etc. [0121v] de somma van seven hondert vijff en veertig caroliguldens vier stuivers volgens gedane tauxatie. | |
[marge: deze beide posten zijn geliquideert en is bevonden Theunis Geerts nog te rest te blijven elliff hondert caroliguldens waarvan hij obligatie heeft gepasseert die hier na in staat wordt gebracht] | |
[0121v] Harmen Arriens debet wegens de coop van de huisinge bij de Suiderpoort volgens reversaal de dato den 19 december 1694 wegens de naterminen de somma van tweehondert ses en sestigh goltguldens 18 stuivers 10 penningen te betalen op 1e may 1696 ende 1697 telkens de helfte ergo op Allerheiligen 1695 aan reedgelt | f 358-08-10 |
Een reversaal brieff tot last van Jacob Jurriens cum uxore waarop noch resteert hondert caroliguldens te betalen off verscheenen May 1693, 1694 en 1695 telkens een darde deel waarvan alhier de helfte tot profijt moet komen, en de ander helft Jan Hemert toecomt, sijnde t reversaal gedateert den 16 februari 1692, dus hier | f 50-00-00 |
[opgeteld] 408-08-10 | |
| |
[0122r] Cornelis Pieters cum uxore debent volgens reversaal van den 25 januarij 1695 als reste van meer, sestigh caroliguldens waarvan vijff guldens op verleden May is verscheenen en de rest op May 1696 ende 1697, telkens de helfte sal verschijnen, makende op Allerheiligen 1695 in rede gelde | f 58-00-00. |
Volgens aantekeninge van Lambert Jansen, debent Rein Sickes en Frans Ewerts wegens Lambert Jansens aandeel van verscheidene pagten de somma van driehondert seven en sestigh caroliguldens tien stuivers op May verleden off een maant daarna te betalen, de post is bevonden niet hoger te zijn als | f 350-00-00 |
De Armevoogd deser stede debent wegens een last rogge twee en t negentigh goltguldens aan caroliguldens | f 128-16-00 |
[opgeteld] | f 536-16-00 |
| |
[0122v] Deselve wegens twee last rogge, 1 last voor 84 goudguldens, t samen 168 goudguldens en aan caroliguldens | f 235-04-00 |
Sake Backer debet wegens anderhalff last rogge en drie halff varndels t last tot 84 goudguldens facit | f 177-12-00 |
Aeltie Arriens debet wegens gekocht vlas | f 2-06-00 |
Maarten Rommerts debet van boter en een half tonne bier | f 11-09-00 |
Stoffel Rapen debet wegens geleent gelt | f 29-00-00 |
De Burgemeester Gerlsma heeft wegens huishuir van Johanniske Moey ontvangen | f 11-04-00 |
Wegens de helft van de huir der kamer op Bargeburen May 1695 verscheen is te goede | f 4-18-00 [doorgehaald] |
[marge: wort buiten staat gelaten] | |
[opgeteld] | f 466-15-00 |
| |
[0123r] De Burgemeester Gerlsma debet wegens een lotje rogge | f 75-00-00 |
Teunis Geerts chirurgijn tot Harlingen debet wegens obligatie wegens geliquideerde schult eliff hondert caroligulden | f 1100-00-00 |
Trijntie Jacobs heeft ontvangen een vierdeel jaar tractement van wijlen Lambert Jansen Sint Jacobi 1695 verschenen | f 62-10-00 |
De Burgemeester Gerlsma heeft ontvangen voor een halve jol | f 4-10-00 |
[opgeteld] 1242-00-00 | |
Ritske Feites debet van huishuir May 1695 verschenen | f 13-10-00 |
[opgeteld] | f 1255-10-00 |
| |
Schadelijke staat | |
Jan Bastiaans comt wegens een potschip de somma van een hondert vijff en dartigh caroli guldens | f 135-00-00 |
[in de marge:] door de weduwe betaeld | |
[0123v] De Burgemeester Velthuis comt van een halff ton Hollands bier | f 6-02-00 |
Wijbe Jansen Monnikhuis comt van huishuir van t tichelwerck May 1696 verschijnende | f 28-00-00 |
Geertie Atses comt van huishuir als boven verschijnende | f 23-16-00 |
Een jaar goedschattinge op May 1696 te quade tot twaalff caroliguldens | f 12-00-00 |
Een jaar hoofd en schoorsteen gelt als boven te verschijnen tot vijftien caroliguldens | f 15-00-00 |
Door de Burgemeester Ruird Ulbes aan Wouter Sijnes betaalt seven en vijftig caroliguldens, wegens vracht ende ongelden van twee last ende 21 1/2 lopen rogge volgens quitantie | f 57-19-00 |
Ewert Arriens comt wegens schade van 't overdoen van 't tichelwerk | f 10-00-00 |
[opgeteld] | f 152-17-00 |
de weduwe Trijntie Jacobs comt noch van expensen voor 't gemeen | f 11-11-14 |
[opgeteld] | f 164-08-14 |
| |
Aldus gedaen geinventariseert [0124r] en bij continuatie bevestight den 9e juny 1696 | |
in kennisse van ons commissaris en secretaris | |
| |
(get.) C Wijngaerden | |
| |
in kennisse van mij secretaris | |
(get.) Arnold van Idsinga | |