De geboren en getogen Harlinger komt op enig moment in zijn of haar - meestal vroege - jeugd Harlinger liedjes tegen. Is het niet bij een concert van een koor uit onze stad, dan hoor je ze wel door het carillion in de Raadhuistoren gespeeld worden. Deze liedjes stonden tot nu toe nog niet op het Internet en dat is toch wel een gemis. Bij deze is dat verholpen. Samengesteld uit de volgende bronnen: Een (kopie van een) boekje zonder titel en van onbekende herkomst |
Gegevens uit bronnen worden zorgvuldig overgenomen, maar lees- en typfouten zijn onvermijdelijk. Gegevens die niet in de bron staan maar door mij zijn aangevuld op basis van andere bronnen of andere gegevens uit dezelfde bron, zijn voorzien van een *. Gegevens die door mij aangepast of geïnterpreteerd zijn, zijn zoveel mogelijk voorzien van een verduidelijkende toelichting tussen [ ]. Bij het overnemen van eigennamen is de originele spelling gehandhaafd. Soms is echter te voorzien dat een kennelijke schrijf- of spelfout in de bron een probleem zal geven bij het zoeken naar een eigennaam of bij het maken van een alfabetische index. In zo'n geval is de juiste of meest voorkomende spelling van een eigennaam aangehouden, met toevoeging van een toelichting tussen [ ]. Bij het overnemen van plaatsnamen, straatnamen en beroepen die in alfabetische indexen terecht komen is voor zover mogelijk de moderne spelling aangehouden, om het zoeken te vereenvoudigen. Mogelijk staat in een bron bijvoorbeeld Doccum, terwijl op deze website Dokkum staat. Zo wordt een glaesemaecker een glasmaker. Die spelling is voor het doel van deze website (het ontsluiten van bronnen, niet het transcriberen van bronnen) niet belangrijk. |
Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 2024-04-15 21:46:26
Ode aan het Harlingen van 1914-1918 |
Tekst en muziek: Dico van der Meer Waar de Zuiderzee haar trage golven langzaam voorstuwt naar de Friese kust Waar het land van boter kaas en eieren ligt verstild in blanke zomerrust Waar de Stenen Man, de trouwe wachter dag en nachte uitkijkt langs de dijk Ligt de stad, wier lof ik ga bezingen 'k offer haar dit liedje als huldeblijk Refrein: Harlingen, m'n stadje, al ben je nog zo klein 'k Zou niet willen ruilen met Mokum of Berlijn Waar je ook mag wezen, in Oost, West, Zuid of Noord 't Is of je altijd weer Harlingen's roepstem hoort Stadje met je elegante straten waar geen mens een ander ooit begluurt Met je Voorstraat en de Noorderhaven Tiepelsteeg, Wasbleek en Bargebuurt Met je Engels aangelegde tuinen met je Raadhuis en je Veilingtent Met je Zeevaartschool, je mooie winkels en je Kazerne op 't Franekerend Refrein Stad, je bent modern tot op je knoken zijn je geveltjes ook nog antiek In je 'Shavingroom' met 'English spoken' komt bepaald veel buitenlands publiek En je speciale fabrikaten Karel's IJs, Bok's prima drabbelkoek V.S.-pepermunt, Hibma sigaren staan als wijd en zijd bekend te boek Refrein Hoe bekend zijn je vermaak'lijkheden denk eens aan je Schouwburg-Cinema Vier maal 's jaars een up to date toneelstuk 't zij van Fryske Krite of OKK En je Midlumer wip en schommels korfbal-, tennis-, kaatsclub-sportterrein en je fiere Burgerwacht en Landstorm en je zeedijk al in de maneschijn Refrein Stadje, als ik wandel langs je havens in machinedreun en rook en stof En je vissersvloot daar zie vertrekken spreekt dat alles dan niet van je lof? 'k Blijf je trouw, al ben ik in den vreemde 'k hoor je klokken luiden, zwaar en loom 'k Zal toch altijd aan je blijven denken Jou terugzien is m'n liefste droom! Refrein |