Harlingen, Harlinger liedjes

De geboren en getogen Harlinger komt op enig moment in zijn of haar - meestal vroege - jeugd Harlinger liedjes tegen. Is het niet bij een concert van een koor uit onze stad, dan hoor je ze wel door het carillion in de Raadhuistoren gespeeld worden. Deze liedjes stonden tot nu toe nog niet op het Internet en dat is toch wel een gemis. Bij deze is dat verholpen.

Samengesteld uit de volgende bronnen:
Een (kopie van een) boekje zonder titel en van onbekende herkomst
'Harlinger liedjes' van Dico van der Meer en Wim Kroon', uitgave St. Michaelfonds, Harlingen, 1947

Gegevens uit bronnen worden zorgvuldig overgenomen, maar lees- en typfouten zijn onvermijdelijk. Gegevens die niet in de bron staan maar door mij zijn aangevuld op basis van andere bronnen of andere gegevens uit dezelfde bron, zijn voorzien van een *. Gegevens die door mij aangepast of geïnterpreteerd zijn, zijn zoveel mogelijk voorzien van een verduidelijkende toelichting tussen [ ]. Bij het overnemen van eigennamen is de originele spelling gehandhaafd. Soms is echter te voorzien dat een kennelijke schrijf- of spelfout in de bron een probleem zal geven bij het zoeken naar een eigennaam of bij het maken van een alfabetische index. In zo'n geval is de juiste of meest voorkomende spelling van een eigennaam aangehouden, met toevoeging van een toelichting tussen [ ]. Bij het overnemen van plaatsnamen, straatnamen en beroepen die in alfabetische indexen terecht komen is voor zover mogelijk de moderne spelling aangehouden, om het zoeken te vereenvoudigen. Mogelijk staat in een bron bijvoorbeeld Doccum, terwijl op deze website Dokkum staat. Zo wordt een glaesemaecker een glasmaker. Die spelling is voor het doel van deze website (het ontsluiten van bronnen, niet het transcriberen van bronnen) niet belangrijk.



Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 2024-04-15 21:46:26



Ode aan het Harlingen van 1914-1918


Tekst en muziek: Dico van der Meer

Waar de Zuiderzee haar trage golven
langzaam voorstuwt naar de Friese kust
Waar het land van boter kaas en eieren
ligt verstild in blanke zomerrust
Waar de Stenen Man, de trouwe wachter
dag en nachte uitkijkt langs de dijk
Ligt de stad, wier lof ik ga bezingen
'k offer haar dit liedje als huldeblijk

Refrein:
Harlingen, m'n stadje, al ben je nog zo klein
'k Zou niet willen ruilen met Mokum of Berlijn
Waar je ook mag wezen, in Oost, West, Zuid of Noord
't Is of je altijd weer Harlingen's roepstem hoort

Stadje met je elegante straten
waar geen mens een ander ooit begluurt
Met je Voorstraat en de Noorderhaven
Tiepelsteeg, Wasbleek en Bargebuurt
Met je Engels aangelegde tuinen
met je Raadhuis en je Veilingtent
Met je Zeevaartschool, je mooie winkels
en je Kazerne op 't Franekerend

Refrein

Stad, je bent modern tot op je knoken
zijn je geveltjes ook nog antiek
In je 'Shavingroom' met 'English spoken'
komt bepaald veel buitenlands publiek
En je speciale fabrikaten
Karel's IJs, Bok's prima drabbelkoek
V.S.-pepermunt, Hibma sigaren
staan als wijd en zijd bekend te boek

Refrein

Hoe bekend zijn je vermaak'lijkheden
denk eens aan je Schouwburg-Cinema
Vier maal 's jaars een up to date toneelstuk
't zij van Fryske Krite of OKK
En je Midlumer wip en schommels
korfbal-, tennis-, kaatsclub-sportterrein
en je fiere Burgerwacht en Landstorm
en je zeedijk al in de maneschijn

Refrein

Stadje, als ik wandel langs je havens
in machinedreun en rook en stof
En je vissersvloot daar zie vertrekken
spreekt dat alles dan niet van je lof?
'k Blijf je trouw, al ben ik in den vreemde
'k hoor je klokken luiden, zwaar en loom
'k Zal toch altijd aan je blijven denken
Jou terugzien is m'n liefste droom!

Refrein