Harlingen, weesboeken

N.B. Deze index bevat alleen boedelinventarissen en is dus geen volledige index van de weesboeken.

Door kindersterfte en ziekten lag de gemiddelde levensverwachting in de 17e eeuw tussen de 30 en 40 jaar. Had je je kindertijd overleefd, dan was er nog kraamvrouwenkoorts, rode loop (dysenterie), tyfus, mazelen en zo nu en dan de pest. Omdat mensen in de stad dichter op elkaar leefden was hun levensverwachting nog lager dan die van plattelandsbewoners. De kans dat je als minderjarige (nog geen 25 jaar) een of beide ouders kwijtraakte was daarom aanzienlijk. Je werd dan aangeduid als (half)wees en je werd onder voogdij van curatoren gesteld. Onroerend en roerend goed werden te boek gesteld in een vooreerst onverdeelde boedelinventaris. Dit gebeurde ook als de vader of moeder wilde hertrouwen, omdat dan moest worden vastgelegd wat het ieders erfdeel op dat moment was. Alles wat de ouders in hun huwelijk hadden ingebracht en tijdens hun huwelijk ('stante matrimonio') hadden aangekocht of vergaard, werd geïnventariseerd t.b.v. de 'voorkinderen'. Mochten uit een nieuw huwelijk meer kinderen komen dan kon op deze inventaris worden teruggegrepen.

Niet bij iedere inventaris is onroerend goed betrokken want veel mensen huurden een woning of kamer. Als blijkt dat er sprake is van bezit van onroerend goed, is niet altijd duidelijk welk perceel het betreft. Er waren geen vastgestelde straatnamen en er was geen huisnummering, dus de enige aanwijzing kan zijn 'het huijs in de kerckstraet'. Vaak is het gelukt om het (waarschijnlijke) perceel te bepalen met gegevens uit de Proclamatieboeken, waarin koop of ruil van onroerend goed is opgetekend. Soms is er sprake van meerdere percelen, waarvoor bijvoorbeeld huur ontvangen wordt, moet worden of had moeten worden. Omdat huurregisters ontbreken is dat niet verder uit te zoeken.

Curatoren waren soms nabije familieleden zoals ooms, soms waarschijnlijk bekenden zoals huisvrienden van de overleden ouder(s), maar ook wel anderen. Sommige curatoren bestieren tegelijkertijd weesrekeningen van meerdere gezinnen. Waren er geen minderjarige kinderen in de boedel betrokken dan werd die inventaris bij het lokale Nedergerecht ingeschreven in het Inventarisboek. Waren er een of meer minderjarige kinderen in de boedel betrokken dan kwam de inventaris in het Weesboek en moesten de aangestgelde curatoren de weesrekening bijhouden. Overleed een curator, of kwam er een einde aan het curatorschap doordat alle wezen meerderjarig waren, dan moest voor die rekening verantwoording afgelegd worden aan door het gezag aangestelde commissarissen en de stadssecretaris. Er werd dan tussen de betrokkenen afgerekend en de curatoren werden voor hun diensten bedankt en vooral voorgoed van hun aansprakelijkheid ontslagen. De curator heeft dan de rol van 'rendant' (rekeningvoerder), de onder curatele gestelden zijn 'rendeerde'. Iemand wiens inventaris wordt opgemaakt is 'inventarisant'. Verzoekers van een inventarisatie zijn 'requirant' (soms 'ter eenre zijde'), verzochten zijn dan 'requireerde' (soms: 'ter andere zijde').

Met meerderjarigheid kwam, althans voor mannen en ongehuwde vrouwen, ook juridische handelingsbevoegdheid, en dus was er geen noodzaak meer voor curatorschap. Vrouwen werden door te huwen weliswaar meerderjarig, maar kwamen daardoor ook onder de macht van hun man. D.w.z. ze waren niet, of niet meer, handelingsbevoegd en hadden indien nodig hun man als voogd. Verder was er voor meisjes vanaf 18 jaar en jongens vanaf 20 jaar de mogelijkheid om Venia Aetatis, letterlijk vergiffenis voor de leeftijd ofwel meerderjarigheidsverklaring, te verkrijgen van het Hof van Friesland. Aangetekend is dan 'veniam aetatis', d.i. de verklaring is verkregen. Deze, toch beperkte, status van volwassenheid werd meestal aangevraagd voor grotere zelfstandigheid i.v.m. werk of het hebben van een bedrijf.

Gegevens uit bronnen worden zorgvuldig overgenomen, maar lees- en typfouten zijn onvermijdelijk. Gegevens die niet in de bron staan maar door mij zijn aangevuld op basis van andere bronnen of andere gegevens uit dezelfde bron, zijn voorzien van een *. Gegevens die door mij aangepast of geïnterpreteerd zijn, zijn zoveel mogelijk voorzien van een verduidelijkende toelichting tussen [ ]. Bij het overnemen van eigennamen is de originele spelling gehandhaafd. Soms is echter te voorzien dat een kennelijke schrijf- of spelfout in de bron een probleem zal geven bij het zoeken naar een eigennaam of bij het maken van een alfabetische index. In zo'n geval is de juiste of meest voorkomende spelling van een eigennaam aangehouden, met toevoeging van een toelichting tussen [ ]. Bij het overnemen van plaatsnamen, straatnamen en beroepen die in alfabetische indexen terecht komen is voor zover mogelijk de moderne spelling aangehouden, om het zoeken te vereenvoudigen. Mogelijk staat in een bron bijvoorbeeld Doccum, terwijl op deze website Dokkum staat. Zo wordt een glaesemaecker een glasmaker. Die spelling is voor het doel van deze website (het ontsluiten van bronnen, niet het transcriberen van bronnen) niet belangrijk.



Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 2025-08-05 13:14:20



Vindplaats: Tresoar, Nedergerecht Harlingen (13-16) inventarisnummer 176 folio 1r

Pand: Rommelhaven 9

Inleiding: [0001r] Reeckeninge bewijs ende reliqua van de administratie, soo ontvangh als uijtgave, gehadt ende gedaen bij Minne Jansen Marnstra, burgerhopman binnen Harlingen, als geauthoriseerde curator over Jelte Ynses Allega ende des selffs goederen ende dat sedert sijn jonghst gedane rekeninge, ten Weesboecke deser Stede staende, de dato den 24 Marty 1682, alles gestelt bij caroli guldens van 20 stuijvers yder, soo volght [marge] Overgeleght ende gepraesteert bij de hopman Minne Jansen Marnstra als geauthoriseerde curator over Jelte Ynses Allega rede vaeniam aetatis bij de hove van Frieslandt becomen hebbende van dato den 26 Marty 1683 also rendant. Sampt ontvangen, opgenomen ende gesloten bij den selven Jelte Ynses Allega onder vorige qualiteit rendeerde, alles ten overstaen van de heere praesiderende Burgemeester Louwrens Jacobs Asperen als commissaris geadsocieert met Theodorus Stansius secretaris, den 7 Aprilis 1683 [einde marge]

Inventaris: 
[0001r] Ontvangh 1682 
Den 10 Junij eerstelijck wort voor ontvangh gebracht de summa van ses ende tachtigh Caroli guldens vier stuijvers twee penningen sijnde de gerechte helfte van sodanige f 172-08-04 als Jelte ende Jacob Ijnses voor twee dardeparten [0001v] der massale verschene huijren ende interessen, tot Meij 1682 toe gereeckent mochte gebeuren ende bij den Rendant sijn ontvangen, dus voor Jelte Ijnses part f 86-04-02 
Den 22 Julij ontvangen van de ontvanger Doctor Beilanus, de summa van twee Caroli guldens vijff stuijvers ter sake twee maanden en seven dagen interesse van drie hondert Caroli guldens capitael tegens vier ten hondert, wegens de obligatie, de dato den 7 Julij 1673, ten laste van het Landschap van Vrieslandt, sijnde desen van den 1 Maij 1682 aff, tot den 7 Julij 1682 toe gerekent f 2-05-00 
Dito noch ontvangen van de Ontvanger, Doctor Beilanus de summa van drie Caroli guldens tien stuijvers ter saecke drie maenden ende 17 dagen intressen tegens vier per cent, van drie hondert Caroli guldens capitael, wegens de 
---------- 
f 88-09-02 
 
[0002r] obligatie tot laste van het Landtschap de dato den 17 Augustus 1672 sijnde desen van den eersten Meij 1682 aff tot den 1 Augustus daeraen volgende toe gereeckent, dus f 3-10-00 
Den 12 Augusti ontvangen van Focke Jansen, de somma van acht Caroli guldens sestien stuijvers thien penningen, ter saeke een darde part van de huijr van de blauwe bijll, 1 Maij 1682 verschenen nae affcortinge van het halve schorsteen geldt, dus f 8-09-10 
Den 31 October ontvangen van de Coopman Gerrijt Gouckes de summa van ses en dartigh Caroli guldens acht stuijvers ter saecke wwn Jaer intressen van 911 Caroli guldens capitaal op dato verschenen, dus f 36-08-00 
---------- 
f 48-07-10 
f 88-09-02 
---------- 
f 136-16-12 
 
[0002v] Bedragende also dese vorenstaende ontvangh in alles de Summa van een hondert ses en dartigh Caroli guldens sestien stuijvers twaleff penningen f 136-16-12 
 
[0003r] Uijtgaaff gestelt tegens voorstaende ontvangh 
Anno 1682, Den 9 April heeft den Rendant aen Jeltie Ynses tot sijn noodtdruft verstreckt, de summa van ses Caroli guldens, volgens quitantie met Numero 1 f 6-00-00 
Den 30 dito betaeldt aen Machtel Wopkes, twee Caroli guldens ses stuijvers ter sake een vat om tot een secreet gebruijckt te werden in het huis waer uijt wijlen Ynse Jeltes versturven is, volgens quitantie met numero 2 f 2-06-00 
Den 12 Maij aen Jelte Ijnses selffs verstreckt de Somma van drie Caroli guldens tot sijn behoefte, volgens quitantie met numero 3 f 3-00-00 
---------- 
f 11-06-00 
 
[0003v] Anno 1682, Den 14 Meij is den Rendant nae Cornwert geweest en heeft aldaar Jeltes landt verhuijrt, hebbende als doen aen wagenvracht ende verteeringe uitgeschoten, de summa van twee Caroli guldens twee stuijvers f 2-02-00 
Dito aen de Notaris Marnstra voor het schrijven van het huijrcontract met het zegild papyer, voor de helfte betaelt f 0-08-00 
Den 17 meij betaeldt aen Gerrit Jacobs, Ontvanger tot Cornwert, de summa van twaelff Caroli guldens negentien stuijvers acht penningen, ter saecke twee darde parten schattinge van het Landt aldaer, sedert Sint Petri 1681 tot Sint Petri 1682 toe, waer van Jelte de eene ende Jacob Ijnses de andere helfte te laste comt, dus alhier, volgens quitantie met Numero 4 f 6-09-12 
---------- 
f 8-19-12 
 
[0004r] Anno 1682, Den 31 Meij betaeldt aen Eesge Jans Alias, de summa van vier Caroli guldens vier stuijvers ter sake 21 pond klaversaed, volgens quitantie met Numero 5 f 4-04-00 
Den 3 Junij aen de Rendeerde tot sijn nooddruft verstreckt de summa van drie Caroli guldens, volgens quitantie met Numero 6 f 3-00-00 
Den 8 dito weder aen den selven verstreckt tot sijn behoefte de somma van twee Caroli guldens tien stuijvers, dus volgens quitantie met Numero 7 f 2-10-00 
---------- 
f 9-14-00 
 
[0004v] Anno 1682, Den 10 Junij betaeldt aen de heere Theodorus Stansius als Secretaris deser Stede, de summa van een hondert ende dartigh Caroli guldens ende achtien stuijvers ter saecke Gerechts Salarien gevallen over het sterffhuis van wijlen Ynse Jeltes, sijnde voor Jelte ende Jacob Ynses aenpart also gerekent waer van Jelte de helfte te laste comt, dus alhier, volgens quitantie op de rekeninge van den Rendant staende met Numero 8 f 65-09-00 
Dito betaeldt aen de Notarius Dominicus Marnstra, de summa van vier en twintigh Caroli guldens sestien stuijvers ter saecke des selfs salarien ende vacatien aengaende sijne besoignes gehadt in het sterffhuis ende vordere comparitien van wijlen Ynse Jeltes, aengaende Jeltes ende Jacobs aenpart dus hier voor de helfte, volgens quitantie met Numero 9 f 12-08-00 
---------- 
f 77-17-00 
 
[0005r] Anno 1682, Den 10 Junij betaeldt aern Epke Carstes, herbergierse in Benthem, de summa van vijff Caroli guldens vijftien stuijvers thien penningen, ter saecke verteekeninge gevallen over de besoignes belangende Ynse Jeltes sterfhuis voor des rendeerdes dardepart, volgens quitantie met Numero 10 f 5-15-10 
Den 1 Julij aen Jelte Ynses gelanght tot sijn behoefte twee Caroli guldens f 2-00-00 
Den 12 dito betaeldt aen Wybrandus Feicama, executeur der Cancelerije gerechtigheden, de Summa van tachtigh Caroli guldens tien stuijvers ter saecke Cancelerijes gerechtigheden, in de sake van Jelte Ynses tegens Duus Nauta, dus volgens quitantie met Numero 11 f 80-10-00 
---------- 
f 88-05-10 
 
[0005v] Anno 1682, Den 18 July betaeldt aen Duus Folckerus Nauta als triumphant tegens Jelte Ynses, de summa van vijff en veertigh Caroli guldens vier stuijvers in verminderinge der tauxatie costen op den 5 Julij laestleden, voor den Hove getauxeert in bovengenoemde sake, dus volgens quitantie met Numero 12 f 45-04-00 
Den 22 dito betaeldt aen D Schou? de somma van achtien Caroli guldens ellef stuivers tot volle betalinge der getauxeerde oncosten hier boven gemelt sijnde de selve costen getauxeert op een hondert vier ende veertigh Caroli guldens vijff stuijvers, waer uit quitantien numero 11, 12 sampt dese quitantie met Numero 13 betaelt sijn, dus f 18-11-00 
Dito is den rendant over bovengenoemde saecken nae Leeuwarden geweest en om de intressen te ontvangen, te samen aen vracht etcetera heen ende weder betaeldt een gulden acht stuijvers f 1-08-00 
---------- 
f 65-03-00 
 
[0006r] 1682 
Den 29 July betaeldt aen Reijner Huijberts, stadts makelaer, de summa van negen Caroli guldens, dartien stuijvers negen penningen ter saecke een darde part der oncosten gevallen over het vercopen der rogge van wijlen Ynse Jeltes, dus volgens specificatie ende quitantie met Numero 14 f 9-13-09 
Dito betaeldt aen de coopman Aijse Arjens Mahiu, de summa van een Caroli gulden, achtien stuijvers acht penningen, ter sake 22 voet geleverde goot, tot dienst van het huis de Blauwe Bijll, den 22 Junij 1681 gelevert, waervan Jelte een darde part te laste comt, volgens quitantie met Numero 15, tot f 0-12-14 
Den 1 Augusti aen Jelte Ynses verschoten tot sijn behoefte de somma van dartien Caroli Guldens; volgens quitantie met Numero 16 f 13-00-00 
---------- 
f 23-06-07 
 
[0006v] Anno 1682, Den 14 Augusti aen de hopman Seerp Lammerts Swerms betaeldt, de summa van een hondert vijff ent sestigh Caroli guldens vijftien stuijvers, ter saecke een jaer cost en sondaghs geldt en andere expensen, den 16 Martij 1682 verschenen geweest, volgens quitantie met Numero 17 f 165-15-00 
Den 16 dito aen Sybren Oenses betaelt vijff Caroli guldens, ter saecke een Jaer Sint Jacobischattinge, blijckt met quitantie numero 18 f 5-00-00 
Den 18 dito aen Bente Roelefs betaeldt acht Caroli guldens negenthien stuijvers veertien penningen, ter saecke geleverde verwen, gebruijckt tot het huis waer uit wijlen Ynse Jeltes verstorven is, dus f 8-19-14 
---------- 
f 179-14-14 
 
[0007r] 1682, Den 18 Augusti betaeldt aen Trijntie Robberts de summa van vier Caroli guldens ses stuijvers ter sake arbeids loon van het verwen der voorgenoemde huijsinge, volgens quitantie met Numero 20 f 04-06-00 
Den 30 dito aen Jelte Ynses verschoten tot sijn behoefte de somma van drie Caroli guldens, volgens quitantie met Numero 21 f 3-00-00 
Den 25 September noch aen Jelte Ynses tot sijn nooddruft gestelt, de somma van ses guldens ses stuijvers, volgens quitantie met Numero 22 f 6-06-00 
---------- 
f 13-12-00 
 
[0007v] 1682, Den 27 Septembris aen Magnus Degenhart, meester cleermaker betaeldt de somma van drie Caroli guldens tien stuijvers, voor het maken van een rock ende broeck, volgens quitantie met Numero 23 f 3-10-00 
Den 28 betaelt aen Meester Goslingh Stienstra, chirurgijn, de summa van twee Caroli guldens elff stuijvers, ter sake meesterloon ende geleverde medicinen aen Jelte Ynses, volgens quitantie met Numero 24 f 2-11-00 
Den 4 November betaeldt aen de Fiscaal Aninus Fenema de somma van dartien Caroli guldens acht stuijvers, wegens seeckere breucken voor Jelte Ynses, volgens quitantie met Numero 25 f 13-08-00 
---------- 
f 19-09-00 
 
[0008r] Anno 1682 
Den 22 Novembris aen de Burgemeester Jan Symen Bylaen betaeldt de somma van twee ende dartigh Caroli guldens seventien stuijvers ter sake geleverde winckelwaren tot kledinge voor Jelte, volgens specificatie ende quitantie met Numero 26 f 32-17-00 
Aen Focke Jansen voor het maken ende repareren van de glasen in Jelte Ynses huis betaeldt drie guldens drie stuijvers, volgens quitantie met Numero 27 f 3-03-00 
Den 7 December aen Willem Coenes betaelt twee Caroli guldens twaleff stuijvers voor geleverde kalck ende cement, volgens specificatie en quitantie met numero 28 f 2-12-00 
---------- 
f 38-12-00 
 
[0008v] 1682, Aen Focke Jansen betaeldt de summa van seven Caroli guldens ende sestien stuijvers ter saecke een darde part van het verschieten van 22 1 / 2 last rogge tot den 3 Meij 1682 toe, volgens quitantie met Numero 29 f 7-16-00 
Den 14 December betaeldt aen Jan Sybes, meester metselaer, de somma van ses Caroli guldens twaelff stuijvers, ter saecke arbeids loon in Jelte Ynses huisen verdiendt f 6-12-00 
Den 16 dito aen Hendrick Pytters Doncker betaelt de somma van elleff Caroli guldens drie stuijvers twaleff penningen ter saecke geleverd ijserwerck, volgens specificatie ende quitantie met Numero 31 f 11-03-12 
---------- 
f 25-11-12 
 
[0009r] 1682, Den 24 November ende den 24 December aen Jelte Ynses tot sijn nooddruft verschoten de somma van ses Caroli guldens, volgens quitantie met Numero 32 f 6-00-00 
1683, Den 9 Januarij aen Thijs Ypes betaeldt de somma van vijff Caroli guldens veertien stuijvers acht penningen, ter saecke arbeids loon aen Jeltes huis verdiendt, dus volgens quitantie met Numero 33 f 5-14-08 
Den 6 Februarij aen Claes Pijekes betaeldt de summa van twee guldens vijff stuijvers voor een schrijffboeck ende schoolpenningen, volgens quitantie met Numero 34 f 2-05-00 
Den 21 dito ende op verscheidene tijden daer te voren aen Jelte Ynses verschoten acht Caroli guldens, volgens quitantie met Numero 35 f 8-00-00 
---------- 
f 21-19-08 
 
[0009v] 1683, Den 9 Maart aen Geert Hendrix voor een Hollandsche kas betaeldt de summa van negen Caroli guldens, volgens quitantie met Numero 36 f 9-00-00 
Dito aen Jelte Ynses verstreckt de Somma van een en dartigh Caroli guldens om te gebruijcken tot hoedinge der oncosten over het versoecken van veniam aetatis bij hem gedaen voor Commissaris van den Hove, volgens quitantie met Numero 37 f 31-00-00 
Den 26 dito is den rendant nae Leuwarden geweest om dien aengaende als curator voor heer commissaris van den Hove getuijghenisse der waren hert te geven ende als doen voor vracht ende verteeringe geexpendeert twee Caroli guldens f 2-00-00 
Den 29 dito ende op verscheidene tijden te voren aen Jelte Ynses verschoten tot des selfs nooddruft, de summa van 
---------- 
f 42-00-00 
 
[0010r] van twee en twintigh Caroli guldens elff stuijvers volgens quitantie met Numero 38 f 22-11-00 
Den 29 Martij aen Thijs Ypes, timmerman betaeldt de summa van veerthien Caroli guldens elff stuijvers acht penningen, ter sake arbeids loon, bij hem soo aen het houtsteck als anders verdiendt, volgens specificatie ende quitantie met Numero 39 f 14-11-08 
Den 2 April aen de Burgemeester Tjeerdt Bouwens betaeldt vijftien Caroli guldens seventhien stuijvers, wegens geleverde winckelwaren, volgens quitantie met Numero 40 f 15-17-00 
Dito aen Otte Knijff betaeldt drie Caroli guldens veertien stuijvers, voor hosen, volgens quitantie met Numero 41 f 3-14-00 
---------- 
f 56-13-08  
 
[0010v] 1683, Den 3 April aen Sybren Jankes betaeldt de somma van drie Caroli guldens negentien stuijvers acht penningen voor geleverde spijckers, volgens specificatie et quitantie met numero 42 f 3-19-08 
Dito aen Geert Hendricks voor geleverde schoenen betaeldt de summa van veerthien Caroli guldens ses stuijvers, volgens specificatie et quitantie met numero 43 f 14-06-00 
Dito betaeldt aen Jan Sybes, meester metselaer, de summa van acht Caroli guldens twaleff stuijvers, ter saecke arbeids loon bij hem verdiendt f 8-12-00 
Dito aen Jelte Ynses verschoten de somma van seven guldens, blijckt bij quitantie met numero 45 f 7-00-00 
---------- 
f 33-17-08 
 
[0011r] 1683, Den 3 April aen de hopman Seerp Lamberis Swerms betaeldt de somma van twee hondert ende vier Caroli guldens veertien stuijvers ter sake een jaer cost geldt, verschoten penningen van Jelte als mede voor geleverde houtwaren, dus te samen volgens specificatie ende quitantie met numero 46 f 204-14-00 
f 33-12-08 
f 56-13-08 
f 42-00-00 
f 21-19-08 
f 25-11-12 
f 38-12-00 
f 19-09-00 
f 13-12-00 
f 179-14-14 
f 23-06-07 
f 65-03-00 
f 88-05-10 
f 77-17-00 
f 9-14-00 
f 8-19-12 
f 11-06-00 
---------- 
f 920-15-15 
 
Bedragende also dese boven en vorenstaende uijtgave de somma van negen hondert en twintigh Caroli guldens vijftien stuijvers vijftien penningen 
f 920-15-15 
[0011v] Van welcke ommestaende uijtgave ad f 920-15-15 nu voorts gededuceert ende affgetrocken sijnde, de voren gemelte omvangh tot f 136-16-12; Soo geblijckt ende wort bevonden bij den rendant meerder uijtgegeven dan ontvangen te sijn, de summa van seven hondert drie ende tachtentich Caroli guldens achtien stuijvers negen penningen f 783-18-09 
Welcke bovengedachte summa nu wederom vermindert met negen Caroli guldens bij den rendant ontvangen voor vijff maenden interesse van 400 guldens capitaal en niet in vorige ontvangh gebracht, so blijft sijn meerder uijtgaaf als ontvangh also suijver seven hondert vier ent seventigh Caroli guldens achtien stuijvers negen penningen f 774-18-09 
Ende de wijle bij scheidinge van den 7 Junij 1682 is bevonden des rendeerdes goederen te bestaen in een summa van van vier duisent ses hondert en een Caroli gulden negen stuijvers acht penningen, soo ist [0012r] dat deselve tot voldade dies door den rendant mits desen worden overgelevert naevolgende posten, als 
Voor eerst de voornoemde meerder uijtgave dan ontvangh ter summa van seven hondert vier ent seventigh Caroli guldens achtien stuijvers negen penningen f 774-18-09 
Het huijs waer uijt de vader Ynse Jeltes is versturven, met het houtsteck daer bijstaende en de wallinge daer beneffens, volgens tauxatie ter summa van f 874-00-00 
Het huijs de Blauwe Bijl genaemt tot f 549-06-00 
De seven pondematen landts tot Cornwert, ter summa van f 877-02-00 
De vierde part van sekere holtmolen geschattet ende aengenomen op f 200-00-00 
---------- 
f 3248-06-09 
 
[0012v] De twee obligatien op dese Provintie van Frieslandt yder tot 300 guldens sijnde te samen 600 guldens f 600-00-00 
Ende eindelijck tot suppletie f 753-02-15 
---------- 
f 1353-02-15 
f 3248-06-09 
---------- 
welverstaende dat onder dese suppletie is begrepen den rogge ter scheidinge gemelt ende gestelt op drie hondert en vijftien Caroli guldens drie stuijvers ses penningen, suijver also aen geld f 437-19-09 
uijtmakende also effen sijn rendeerdes capitale competentie ter summa van vier duijsent ses hondert en een gulden negen stuijvers acht penningen f 4601-09-08 
 
Leverende den rendant bij desen aen den rendeerde mede over hetgene hij uijt desselfs vaders sterfhuis op den eersten Martij ende den 8 dito 1681 heeft ontvangen: 
een witte kanne met een silveren lid 
een silveren soutvat 
[0013r] een silveren mosterpot 
twee silveren kroesen 
ses silveren lepels 
een silveren signet 
een silveren hop en vijff silveren lepels 
noch een silveren beker met een eijerlepeltie 
een decksel van een wijnkan 
 
Een fluwelen buijdel ende daerin aen geldt: 
een stuck silvergeld, waerop de belegeringe van Groningen is affgebeeldet 
noch een gemaeckt stuck silver waer op de Trouw staet 
een gouden rosenobel ende twee gouden ducaten 
[0013v] acht valueerde rijxdaelders 
drie vreemde stuckjes geldt, noch een stuckjen dito 
 
een swart lakens mantel 
een lakens reis rock 
ses van wijlen Ynse Jeltes hembden 
twee servetten ende een half tafel laken 
vijff en twintigh en een half ellen doeck waer aff al langh voor desen de rendeerde hembden sijn gemaeckt ende vervolgens bij den rendant daar toe geimplojeert 
 
Een Bijbel in folio met messchen beslagh ende ten inventario aengetekent 
de boecken ten voornoemde inventario boecke aengetekent onder A, D, E en F 
noch twee oude boecken 
een bonte linnen sack met veel brieven ende pampijeren, doch van geen belangh 
 
[0014r] De sententie ende vordere stucken aengaende de proceduren tusschen Ynse Jeltes ende desen rendeerde contra Duus Folckerus Nauta, voor den Hove gedecideert 
 
Eindelijck de coop ende reversaal brieven van des rendeerdes voorgenoemde vastigheden 
 
Boven dat wort noch door den rendant aen den rendeerde overgelevert hetgene Jelte Ynses was aenbeervet wegens hun bestemoeder Riemcke Ynses voor sijn aenpart als 
 
Een rosenobel 
vier hele valueerde rijxdaelders 
vijff oorden van rijxdaelders 
een klein stuckjen Engels geld 
een gouden steen ringhje 
 
[0014v] Waer mede dan den rendant ende curator, de hopman Minne Jansen Marnstra, dese sijne rekeninge gefourneert met de quitantien ende vordere acquiten ende documenten daer toe specterende voor goed ende oprecht wort gepasseert ende so wel bij den rendeerde Jelte Ynses Allega, rede veniam atatis bij den Hove van Frieslandt becomen hebbende, als bij welgedachte heere commisaris ende secretaris ratione off in alle manieren geapprobeert ende gelaudeert ende hij, rendant goeder rekeninge, sampt restitutie van goederen bedanckt, van wijdere administratie geexonereert ende van alles desen belangende voor eeuwigh, generalijck geabsolveert ende gequiteert, met expresse aenneminge van den rendeerde om den rendant voor eenige nader aenmaninge, nader rekeninge off aensprake altoos te sullen caveren ende bevrijden, renuntierende ten dien einde exeptie van wanrekeninge ende alle andere uijtvluchten mij in desen enighsints comende dienstigh sijn, alles onder verbandt alles mijner, geen gesonderde goederen, met submissie van den Hove van Frieslandt, dese Stadt ende alle andere Gerechten ter eerster instantie justiciabel, in kennisse des rendeerdes handt, beneffens de subscriptie van de selve heeren Commissarien ende Secretaris, Actum den 7 Aprilis 1683 doch door continuatie bevestight den 20 dito daer aen volgend 
 
(get.) Louwrens Jacobs Asperen 
(get.) Jelte Ynses Allega 
absent secretaris 
(get.) Theodoris Theodori Posthumus  
45) 4 / 20 1683 Notarius Publicus 
 
[0013r] een silveren mosterpot 
twee silveren kroesen 
ses silveren lepels 
een silveren signet 
een silveren hop en vijff silveren lepels 
noch een silveren beker met een eijerlepeltie 
een decksel van een wijnkan 
 
Een fluwelen buijdel ende daerin aen geldt: 
een stuck silvergeld, waerop de belegeringe van Groningen is affgebeeldet 
noch een gemaeckt stuck silver waer op de Trouw staet 
een gouden rosenobel ende twee gouden ducaten 
[0013v] acht valueerde rijxdaelders 
drie vreemde stuckjes geldt, noch een stuckjen dito 
 
een swart lakens mantel 
een lakens reis rock 
ses van wijlen Ynse Jeltes hembden 
twee servetten ende een half tafel laken 
vijff en twintigh en een half ellen doeck waer aff al langh voor desen de rendeerde hembden sijn gemaeckt ende vervolgens bij den rendant daar toe geimplojeert 
 
Een Bijbel in folio met messchen beslagh ende ten inventario aengetekent 
de boecken ten voornoemde inventario boecke aengetekent onder A, D, E en F 
noch twee oude boecken 
een bonte linnen sack met veel brieven ende pampijeren, doch van geen belangh 
 
[0014r] De sententie ende vordere stucken aengaende de proceduren tusschen Ynse Jeltes ende desen rendeerde contra Duus Folckerus Nauta, voor den Hove gedecideert 
 
Eindelijck de coop ende reversaal brieven van des rendeerdes voorgenoemde vastigheden 
 
Boven dat wort noch door den rendant aen den rendeerde overgelevert hetgene Jelte Ynses was aenbeervet wegens hun bestemoeder Riemcke Ynses voor sijn aenpart als 
 
Een rosenobel 
vier hele valueerde rijxdaelders 
vijff oorden van rijxdaelders 
een klein stuckjen Engels geld 
een gouden steen ringhje 
 
[0014v] Waer mede dan den rendant ende curator, de hopman Minne Jansen Marnstra, dese sijne rekeninge gefourneert met de quitantien ende vordere acquiten ende documenten daer toe specterende voor goed ende oprecht wort gepasseert ende so wel bij den rendeerde Jelte Ynses Allega, rede veniam atatis bij den Hove van Frieslandt becomen hebbende, als bij welgedachte heere commisaris ende secretaris ratione off in alle manieren geapprobeert ende gelaudeert ende hij, rendant goeder rekeninge, sampt restitutie van goederen bedanckt, van wijdere administratie geexonereert ende van alles desen belangende voor eeuwigh, generalijck geabsolveert ende gequiteert, met expresse aenneminge van den rendeerde om den rendant voor eenige nader aenmaninge, nader rekeninge off aensprake altoos te sullen caveren ende bevrijden, renuntierende ten dien einde exeptie van wanrekeninge ende alle andere uijtvluchten mij in desen enighsints comende dienstigh sijn, alles onder verbandt alles mijner, geen gesonderde goederen, met submissie van den Hove van Frieslandt, dese Stadt ende alle andere Gerechten ter eerster instantie justiciabel, in kennisse des rendeerdes handt, beneffens de subscriptie van de selve heeren Commissarien ende Secretaris, Actum den 7 Aprilis 1683 doch door continuatie bevestight den 20 dito daer aen volgend 
 
(get.) Louwrens Jacobs Asperen 
(get.) Jelte Ynses Allega 
absent secretaris 
(get.) Theodoris Theodori Posthumus  
45) 4 / 20 1683 Notarius Publicus