[0054v] In de groote binnenkamer | |
Bedden ende bedtsklederen | |
een bed met een peul | f 22-00-00 |
vier oorcussens | f 10-00-00 |
een bed met een peul | f 9-00-00 |
vijff oorcussens | f 4-15-00 |
twe dekens | f 4-10-00 |
twe dito | f 7-00-00 |
twe dito | f 8-00-00 |
vier godijnen, twe rabatten ende twe gordijns roeden | f 9-00-00 |
twe groene bedspreeden met een schoorsteenkleed | f 6-00-00 |
seven groene stoelcussens | f 24-00-00 |
| ---------- |
| f 104-05-00 |
| |
[0055r] vijff stoelcussens | f 3-00-00 |
ses stoelen | f 5-05-00 |
negen stoelen | f 2-15-00 |
een groen tafelspreedt | f 2-00-00 |
een geel geverfde tafel | f 3-10-00 |
een eken kaske | f 8-00-00 |
vier bedsplancken ende vier korven etc. | f 2-16-00 |
eenig steenwerk etc | f 4-00-00 |
een koperen becken, kandelaer, twe treeften, tange ende asschop | f 6-00-00 |
eenige kindere kleren | f 12-10-00 |
eenig kinder goet | f 3-00-00 |
| ---------- |
| f 52-16-00 |
| |
[0055v] twe wijtlingen met een laken | f 5-00-00 |
vier lakens | f 11-00-00 |
ses kussen slopen | f 5-10-00 |
twe peuldoeken | f 3-00-00 |
twe lakens, met twe wijtlingen | f 8-00-00 |
vier lakens | f 11-00-00 |
drie dito | f 5-05-00 |
drie peuldoeken met een doek | f 5-05-00 |
vier slopen | f 5-10-00 |
vier dito | f 2-15-00 |
| ---------- |
| f 63-05-00 |
| |
[0056r] ses slopen | f 4-10-00 |
drie dito met vijff doeken | f 3-15-00 |
twe servetten met twe tafellakens | f 4-00-00 |
vijftien doeken | f 4-10-00 |
twaleff kindere hembties | f 2-10-00 |
een mantelstock, eenige kindere mutskes etc. | f 1-18-00 |
een rack met tinnen schuttels ende eenig steenwerk | f 6-00-00 |
een vloerveger kandelaer etc. | f 6-02-00 |
twe gootlingen, hangijser, slaedtemmer ende een voetbanck | f 6-05-00 |
| ---------- |
| f 39-10-00 |
| |
[0056v] een tafel | f 5-00-00 |
een slaepbanck een rack met enig steenwerk ende korfke ende glasgordijn | f 7-10-00 |
een wieg ende wiegbanck, een sleed, tobbe etc . | f 5-10-00 |
op de plaets eenig steenwerk, kiste, emmer etc. | f 7-10-00 |
| ---------- |
| f 25-10-00 |
| f 39-10-00 |
| f 63-05-00 |
| f 52-16-00 |
| f 104-05-00 |
| ---------- |
| f 285-06-00 |
| |
Aldus gedaen ende geinventariseert in dato ut supra, in kennisse van ons commissaris ende secretaris | |
| |
(get.) Tieerdt Bouwens | |
| |
abs. sec. | |
(get.) Theodorus Theodori Posthumus | |
46) 2/29 1684 | |
not. publ. | |
| |
[0057r] Compareerden vervolgens op den raedhuise der stadt Harlingen, ten overstaen van de heeren burgemeesteren Louwrens Jacobs Asperen, ende Tjeerdt Bouwens als commissarien geadsocieert met Theodorus Stansius secretaris, den Edele Menelaus Hillebrands, mede regerende burgemeester der voornoemde stede, als geauthoriseerde curator ad hunc actum divisionis over Trijntie ende Sjoerdt Wytses, beide kinderen van Wytse Sjoerdts burger ende coopman al hier bij sijn wijlen overleden huysvrouw Gatske Gerryts echtelijck geprocreert in dier qualiteit requirant ten eene, sampt welgedachte coopman Wytse Sjoerds, sich wederom ad secunda vota begeven hebbende, met sijn tegenwoordige echte huysvrouw Neeltie Cornelis d'Jonge in dien voegen requirerende, omme met malckanderen te maken, staat ende liquidatie sampt deilinge ende scheidinge van alle sodanige goederen actien en credytten, als den requirerende ende sijn overleden vrouw eerstelijck te samen aen elxanderen ten echte hebben ingebracht, voorts stante matrimonio gepossideert, ende die oock naderhants tot dus lange bij den requirerende met sijne kinderen pro indiviso sijn beseten in welx doende de staat van goederen bevonden is te bedragen wes volght. Actum de 29 february 1684 | |
| |
Nae gedane examinatie van desen staat is bevonden nae dat op alles wel rijpelijck van doodschulden, als wedersijdse inbrengh wel rijpelijck ware geseth, dat de tegenwoordige staat in [0057v] alles als proufijttelijck comt, te bedragen, de summa van vijff duisent en veertigh caroliguldens | f 5040-00-00 |
| |
Omme nu vorders dese goederen naer behoren te delen, soo wort gestelt dat de wedersijdse inbrengh van goederen even veel is geweest, ende wort daerom dese kinderen de helft toegevordeelt bedragende, de summa van twee duysent vijffhondert en twintigh caroliguldens | f 2520-00-00 |
| |
En also den requirant een kindt heeft verloren, daer een dardepart van dese portie moesten hebben, soo geblijckt daeruyt klaerlijck, dat des overledens kindts aenpart, ad 840 f moet comen so voor den requirant ende sijne beide kinderen elx voor een gerechte dardepart, bedragende acht hondert en veertigh caroliguldens | f 840-00-00 |
| |
en also yder dardepart de summa van twee hondert en tachtigh caroliguldens | f 280-00-00 |
| |
Ende de nu vorders uitgetrocken der kinderen pertinente staat van goederen, soo wort alhier bevonden [0058r] dat het kindt Trijntie Wytses wegens moederlycke goederen sal hebben ende genyeten, een summa van acht hondert veertigh caroliguldens | f 840-00-00 |
en voor een dardepart van des overledens kindt, tot twee hondert en tachtigh caroliguldens | f 280-00-00 |
| |
Soo comt dan Trijntie Wytses gehele aenpart van goederen, de summa van een duisent een hondert en twintigh caroliguldens | f 1120-00-00 |
| |
Sjoerd Wytses aenpart is mede als voren acht hondert veertigh caroliguldens | f 840-00-00 |
| |
des selfs aenpart wegens het overleden kindt is, als boven, twee hondert en tachtigh caroliguldens | f 280-00-00 |
| |
makende also Sjoerd Wytses aenpart te samen als boven een duisent een hondert en twintigh caroliguldens | f 1120-00-00 |
| |
Sulx dat eindelijck den requirant ende coopman Wytse Sjoerdts aenpart bedraeght een summa van twee duysent vijff hondert en twintigh caroli- [0058v] guldens, dus also hier | f 2520-00-00 |
en hier nu bij gedaen des overledens kindts dardepart, voren heden vermelt tot twee hondert en tachtentigh caroliguldens | f 280-00-00 |
| |
Soo comt des helfs aenpart in alles oock te bedragen de summa van twee duysent achthondert caroliguldens | f 2800-00-00 |
| |
Dit dan also sijnde den comparanten ende dividenten deilinge ende ontscheidinge van goederen, aen welcken alle hun wedersijds wel ende ten vollen is genoegende, so irst dat de selve mits desen aennemen ende beloven malkanderen het volle effect van desen te presteren, doen hebben ende genyten, ende den requirerende besonderlijck, de goederen in voegen voort, aen sijne twee kinderen, wegens hunne moeders erfportie als hun 't selve bij desen uytwijsende, te restitueren ende te doen hebben, soo ende wanneer de selve tot behoorlijcke buyckveste off eenige anders geapprobeerde staat sal gecomen, sijn in middelen tijde de selve voor de opcomsten desen hunne goederen, te alimenteren ende op te voeden, so des een vader verplicht ende geoorloft is te doen, onder verbondt den comparanten dividenten in qualiteit goederen, met submitte van denHove van Frieslandt, dese ende alle andere gerechten justiciabel in kennisse der selven handen, beneffens de subscriptie van de gedachte heeren commissarien ende secretaris desen ratione officy mede approberende ende laudeerde, wordende oock mits desen den requirant ende burgemeester Menelaus Hillebrants, wegens dese sijne curatele bedankt [0059r] van wijdere administratie geexonereert ende van alles desen aengaende, volcomen, ende generalijck geabsolveert ende gequiteert. Actum op den raedhuise binnen Harlingen, den 29e february 1684. | |
| |
(get.) Wytse Sjoerdts 1684 | |
| |
(get.) M Hillebrans 1684 | |
| |
(get.) Tierdt Bouwens | |
| |
(get.) Lourens Jacobs Asperen | |
| |
abs. sec. | |
(get.) Theodorus Theodori Posthumus | |
46) 2/29 1684 | |
not. publ. | |
| |
[0058r-0058v marge: Op heden den 15 may 1688 compareerde alhier op den raedhuise, voor de heere procederende burgemeester Simon Jorna als commissaris geadsocieert met de heere Alexander Wijdenbrugh secretaris, Sjoerd Wytses, soon van Wytse Sjoerdts burger ende coopman tot Amsterdam, en verklaerde gemelte Sjoerd Wytses dat sijn vader aen hem volcomen hadde voldaen ende betaelt de nevenstaende een duisent een hondert ende twintigh caroliguldens, van twintigh stuyvers yder, bij den vader aen de comparant wegens moederlijcke [0058v] goederen uytgewesen, alwaerom dien comparant Sjoerd Wytses den vader goederen restitutie ende overleveringe bedanckende en hem desen passeert voor een generale ende absolute quitantie om altoos bij een ijegelijck voor alle naemaninge te caveren, onder verbandt sijnen goederen, ende submissie in forma, ende tot meerder bevestinge compareerden de nabenoemde getuigen als Sasker Montes, Symon Grettinga ende Cornelis Clasen alle burgers alhier dese quitantie mede vertekenende nae dat sij de verklaringe van den comparant selfs hadden gehoort, ende desen hun meermalen waren voren gelesen. Actum ut supra. | |
| |
(get.) Sioerdt Wytses | |
| |
(get.) Sasker Montes | |
| |
(get.) S. Grettinga | |
| |
(get.) Cornelis Claasen | |
| |
(get.) Simon Jorna | |
| |
abs. secr. | |
(get.) Theodorus Theodori Posthumus | |
50) 5/15 1688 | |
not. publ.] | |
| |
Op huiden den 14e september 1688 compareerde op den raedhuise der stadt Harlingen, voor de heeren preasiderende burgemeesteren Otto Knijff ende Simon Sloterdijck als commissarien Sjoerd Wytses wijdschipper binnen dese stadt, veniam atatis bij den Hove van Frieslandt becomen hebbende, volgens apostille van den 22 may laestleden, alhier vertoont ende verklaerde de nevens overstaende quitantie van den 15e may voorschreven als noch te approberen ende gestandt te doen, nae dat hem de selve bij desen, nochmaels, te voren geleesen was vervolgens sijn vader Wytse Sjoerdts, wegens, moederlijcke goederen volcomen ende uit eeuwigh quiterende, sonder dien te neffens eenige nadere [0059v] aenmaning off actie te sullen moveren, off gedogen dan sulx geschijet, hier voren sampt voor alle costen, schulden, hinder ende interessen bij faute van sulx te geschieden, verbindende en ten onderpandt stellende, alle sijn comparants geen exempte goederen, met submissie 's Hoffs van Frieslandt, dese ende alle andere gerechten ten eersten instantie justiciabel, in kennisse des comparants handt op den raeddhuise binnen Harlingen, in dato als voren. | |
| |
(get.) Sioerd Wytses | |
| |
In kennisse van mij secretaris | |
abs. sec. | |
(get.) Theodorus Theodori Posthumus | |
51) 9/14 1688 | |
not. publ. | |
| |
[0058v marge: Op heden den 30 May 1689 compareerde ten secretary Trijntie Wytses echte huysvrouwe van Joachum Rinnerts in desen met denselve gesterckt, de welke bekende en verklaerde [0059r] dat haer, vader Wytse Sjoerds een haer hadde voldaen ende betaelt alle de goederen volgens dese acte van uytwijsinge mij competerende dies ick mijn vader hier mede goeder restitutie ende betalinge bedanck, ende passere desen voor quitantie om generalijck ende absolutelyck te mogen strecken naer behoren, met aenneming om desen mijnen vader te caveren, in kennisse mijn ende mijn mans handt actum ut supra | |
| |
(get.) Trijntye Wytses | |
| |
(get.)IJochem Symmen | |
| |
(get.) Otto Knijff | |
| |
abs. sec. | |
(get.) Theodorus Theodori Posthumus | |
51) 5/30 1689 | |
not. publ.] | |