Harlingen, weesboeken

N.B. Deze index bevat alleen boedelinventarissen en is dus geen volledige index van de weesboeken.

Door kindersterfte en ziekten lag de gemiddelde levensverwachting in de 17e eeuw tussen de 30 en 40 jaar. Had je je kindertijd overleefd, dan was er nog kraamvrouwenkoorts, rode loop (dysenterie), tyfus, mazelen en zo nu en dan de pest. Omdat mensen in de stad dichter op elkaar leefden was hun levensverwachting nog lager dan die van plattelandsbewoners. De kans dat je als minderjarige (nog geen 25 jaar) een of beide ouders kwijtraakte was daarom aanzienlijk. Je werd dan aangeduid als (half)wees en je werd onder voogdij van curatoren gesteld. Onroerend en roerend goed werden te boek gesteld in een vooreerst onverdeelde boedelinventaris. Dit gebeurde ook als de vader of moeder wilde hertrouwen, omdat dan moest worden vastgelegd wat het ieders erfdeel op dat moment was. Alles wat de ouders in hun huwelijk hadden ingebracht en tijdens hun huwelijk ('stante matrimonio') hadden aangekocht of vergaard, werd geïnventariseerd t.b.v. de 'voorkinderen'. Mochten uit een nieuw huwelijk meer kinderen komen dan kon op deze inventaris worden teruggegrepen.

Niet bij iedere inventaris is onroerend goed betrokken want veel mensen huurden een woning of kamer. Als blijkt dat er sprake is van bezit van onroerend goed, is niet altijd duidelijk welk perceel het betreft. Er waren geen vastgestelde straatnamen en er was geen huisnummering, dus de enige aanwijzing kan zijn 'het huijs in de kerckstraet'. Vaak is het gelukt om het (waarschijnlijke) perceel te bepalen met gegevens uit de Proclamatieboeken, waarin koop of ruil van onroerend goed is opgetekend. Soms is er sprake van meerdere percelen, waarvoor bijvoorbeeld huur ontvangen wordt, moet worden of had moeten worden. Omdat huurregisters ontbreken is dat niet verder uit te zoeken.

Curatoren waren soms nabije familieleden zoals ooms, soms waarschijnlijk bekenden zoals huisvrienden van de overleden ouder(s), maar ook wel anderen. Sommige curatoren bestieren tegelijkertijd weesrekeningen van meerdere gezinnen. Waren er geen minderjarige kinderen in de boedel betrokken dan werd die inventaris bij het lokale Nedergerecht ingeschreven in het Inventarisboek. Waren er een of meer minderjarige kinderen in de boedel betrokken dan kwam de inventaris in het Weesboek en moesten de aangestgelde curatoren de weesrekening bijhouden. Overleed een curator, of kwam er een einde aan het curatorschap doordat alle wezen meerderjarig waren, dan moest voor die rekening verantwoording afgelegd worden aan door het gezag aangestelde commissarissen en de stadssecretaris. Er werd dan tussen de betrokkenen afgerekend en de curatoren werden voor hun diensten bedankt en vooral voorgoed van hun aansprakelijkheid ontslagen. De curator heeft dan de rol van 'rendant' (rekeningvoerder), de onder curatele gestelden zijn 'rendeerde'. Iemand wiens inventaris wordt opgemaakt is 'inventarisant'. Verzoekers van een inventarisatie zijn 'requirant' (soms 'ter eenre zijde'), verzochten zijn dan 'requireerde' (soms: 'ter andere zijde').

Met meerderjarigheid kwam, althans voor mannen en ongehuwde vrouwen, ook juridische handelingsbevoegdheid, en dus was er geen noodzaak meer voor curatorschap. Vrouwen werden door te huwen weliswaar meerderjarig, maar kwamen daardoor ook onder de macht van hun man. D.w.z. ze waren niet, of niet meer, handelingsbevoegd en hadden indien nodig hun man als voogd. Verder was er voor meisjes vanaf 18 jaar en jongens vanaf 20 jaar de mogelijkheid om Venia Aetatis, letterlijk vergiffenis voor de leeftijd ofwel meerderjarigheidsverklaring, te verkrijgen van het Hof van Friesland. Aangetekend is dan 'veniam aetatis', d.i. de verklaring is verkregen. Deze, toch beperkte, status van volwassenheid werd meestal aangevraagd voor grotere zelfstandigheid i.v.m. werk of het hebben van een bedrijf.

Gegevens uit bronnen worden zorgvuldig overgenomen, maar lees- en typfouten zijn onvermijdelijk. Gegevens die niet in de bron staan maar door mij zijn aangevuld op basis van andere bronnen of andere gegevens uit dezelfde bron, zijn voorzien van een *. Gegevens die door mij aangepast of geïnterpreteerd zijn, zijn zoveel mogelijk voorzien van een verduidelijkende toelichting tussen [ ]. Bij het overnemen van eigennamen is de originele spelling gehandhaafd. Soms is echter te voorzien dat een kennelijke schrijf- of spelfout in de bron een probleem zal geven bij het zoeken naar een eigennaam of bij het maken van een alfabetische index. In zo'n geval is de juiste of meest voorkomende spelling van een eigennaam aangehouden, met toevoeging van een toelichting tussen [ ]. Bij het overnemen van plaatsnamen, straatnamen en beroepen die in alfabetische indexen terecht komen is voor zover mogelijk de moderne spelling aangehouden, om het zoeken te vereenvoudigen. Mogelijk staat in een bron bijvoorbeeld Doccum, terwijl op deze website Dokkum staat. Zo wordt een glaesemaecker een glasmaker. Die spelling is voor het doel van deze website (het ontsluiten van bronnen, niet het transcriberen van bronnen) niet belangrijk.



Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 2025-08-05 13:14:20



Vindplaats: Tresoar, Nedergerecht Harlingen (13-16) inventarisnummer 176 folio 115v

Pand: Zoutsloot 45

Inleiding: [0115v] Reeckeninge, bewijs ende reliqua van de administratie, soo ontvangh als uijtgave gehadt ende gedaen bij Minne Jansen Marnstra, burgerhopman binnen Harlingen, als geauthoriseerde Curator over Tjallingh Pijtters, mede burger ende mr. koeckebacker alhier, en dat sedert sijne jonghst gedane rekeninge van dato den 1 Februarij 1681, nae dat alvorens wegens de curatele van Leendtje Pijeters was geabsolveert ende gequiteert vermits sij getrouwt is, desen allen gestelt bij Caroli guldens van XX stuijvers ijder, so volght. Overgeleght ende gepraesteert bij de hopman Minne Jansen Marnstra als geauthoriseerde Curator over Tjallingh Pijeters ende also in dier qualiteit Rendant, sampt ontvangen, opgenomen ende gesloten bij Tjallingh Pijeters burger ende mr. koeckebacker binnen deser stede, veniam aetatis bij den Hove van Frieslandt becomen hebbende ende bij desen verthoondt in dier voegen Rendeerde, alles ten overstaen van de heeren Burgemeesteren Sibrandus Pauw ende Menelaus Hillebrants als Commissarien, geadsocieert met Theodorus Stansius, Secretaris. Actum den 17 Julij 1684.

Inventaris: 
[0116r] Ontvangh 
[welgebracht ende aengenomen] 
De Rendant brenght eerstelijck alhier in rekeninge voor ontvangh de Summa van acht Caroli guldens een stuijver en dat ter sake de halve huijr van de voorkamer, Maij 1681 verschenen, bij hem den 1 Augustus 1681 ontvangen van Lijsbet, de weduwe van Olivijer Ages, waer af mr. Jan Jansen de andere helft heeft ontvangen, dus hier f 8-01-00 
Den 6 December ontvangen van Haije Ruijrds, gortmaker vijff en dartigh guldens, ter sake de helft van de bewuste landthuijr, martini 1681 verschenen, dus hier f 35-00-00 
Anno 1682, den 12 Meij ontvangen van Wiltetus Jelgersma acht en veertigh guldens ter sake de helft van den eersten termijn der vercochte huijsinge nae deductie van het strijck geldt f 48-00-00 
---------- 
1 Lats f 91-01-00 
 
[0116v] [welgebracht ende aengenomen] 
Anno 1682, den 25 September ontvangen van Sweer Jacobs vier en twintigh guldens thien stuijvers ter sake des Rendeerdes aenpart huishuijr, Maij 1682 verschenen f 24-10-00 
Den 3 December ontvangen van Haije Gortmaker vijff en dartigh guldens ter sake des Rendeerdes helft Landhuijr Martini 1682 verschenen, dus f 35-00-00 
Anno 1683, den 15 Februarij ontvangen van Trijntie Galama vijftien guldens vijftien stuijvers ter sake deses Rendeerdes gedeelte van het wagenhuis f 15-15-00 
Dito noch ontvangen van Douwe Minnes sestien guldens acht stuijvers acht penningen ter sake des Rendeerdes aenpart van de stuijvergelden over de vercopinge van het Landt f 16-08-08 
---------- 
2 Lats f 91-13-08 
 
[0117r] [welgebracht ende aengenomen] 
Anno 1683, den 8 Martij ontvangen uijt den desolaten boedel van Jan Dircksen koemelcker twee guldens sestien stuijvers vier penningen, den rendeerde voor de helft aengaende, dus hier f 2-16-04 
Den 7 Maij ontvangen van mr. Jan Jansen Schonebeeck, twee guldens twaleff stuijvers ter sake een Jaer interesse van 52 guldens 17 stuijvers voor de helft van het twede termijn van de huijsinge bij Wiltetus Jelgersma gecocht, dus f 2-12-00 
Den 18 dito ontvangen van de coopluijden Heijns, twee hondert vier ent sestigh Caroli guldens negenthien stuijvers vier penningen, ter sake de gerechte helft van den eersten termijn van den ses pondematen landts, nae deductie van de strijckgelden f 264-19-04 
---------- 
3 Lats f 270-07-08 
 
[0117v] [welgebracht ende aengenomen] 
Anno 1684, den 14 Meij ontvangen van de coopluijden Heijns, de Summa van drie hondert vijff ent seventigh Caroli guldens darthien stuijvers vier penningen ter sake den tweeden termijn van het voorgedachte landts, dus hier f 375-13-04 
Den 17 dito ontvangen van Wiltetus Jelgersma, Een hondert en vijff Caroli guldens negen stuijvers vier penningen ter sake den 2 ende 3 termijn van het huis op de Soutsloot, dus hier f 105-09-04 
---------- 
4 Lats f 481-02-08 
3 Lats f 270-07-08 
2 Lats f 91-13-08 
1 Lats f 91-01-00 
---------- 
Summa f 934-04-08 
 
Bedragende also dese boven en vorenstaende ontvangh, te samen geaddeert sijnde de Summa van negen hondert vier en dartigh Caroli guldens vier stuijvers acht penningen f 934-04-08 
 
[0118r] Uijtgave gestelt tegens vorige ontvangh 
[marge] gebleken bij het Slot van rekeninge ten weesboeck staende 
De Rendant brenght alhier eerstelijck in rekeninge voor uijtgave de Summa van drije hondert seven en veertigh Caroli guldens acht stuijvers thien penningen ter sake des Rendants meerder uijtgave dan ontvangh bij het slot van den vorige rekeninge van dato den 1 Februarij 1681 gebleken, dus f 347-08-10 
[transeat] 
Aen de Executeur van Franequeradeel betaeldt ses stuijvers voor het exploit gedaen aen Ate Tjallinghs, der kinderen oom, om de rekeninge voornoemd bij te wonen met Zegild papijer ende relaas f 0-06-00 
[gebleken bij quitantie] 
Anno 1681, den 25 Februarij betaeldt aen de Secretaris Doctor Dominicus Wringer acht guldens negenthien stuijvers ter sake Gerechts salarien gevallen over de voornoemde rekeninge, voor des rendeerdes quota, volgens quitantie met Numero 1 f 8-19-00 
---------- 
1 Lats f 356-13-10 
 
[0118v] [gebleken bij quitantie] 
Anno 1681, den 25 Februarij betaeldt aen de Notarius Dominicus Marnstra, drie guldens vijff stuijvers, ter sake het stellen van de reeckeninge met het waernemen van de comparitien ende vordere besoignes, op den 1 deses geschijet voor des rendeerdes helfte, volgens quitantie met Numero 2 f 3-05-00 
Dito betaeldt aen Epke Carstes, herberghijerse in Bentum twee guldens ter sake verteringe voor des Rendeerdes helfte, soo op het Raadhuis, als tot haren huise gevallen over de voorgedachte rekeninge, volgens quitantie met Numero 3 f 2-00-00 
Den 1 Maij betaeldt aen de burgemeester Tjeerd Bouwens vier guldens ter sake een nieuwe hoed voor ende ten behoeve van dese Rendeerde gelevert, volgens quitantie met Numero 4 f 4-00-00 
---------- 
2 Lats f 9-05-00 
 
[0119r] [gebleken bij quitantie] 
Anno 1681 den 3 Maij gedaen aen den Rendeerde ses guldens twee stuijvers tot sijn behoefte, doen hij nae Dockum soude vertrecken, volgens quitantie met Numero 5 f 6-02-00 
[transeat] 
Dito betaeldt aen Antie Sjoerdts acht stuijvers ter sake het verstellen van des Rendeerdes klederen ende oude hembden f 0-08-00 
Dito betaelt aen Trijntie Minnes een gulden vijfthien stuijvers ter sake het maken van 5 nieuwe hembden met noch eenigh ander goed f 1-15-00 
Dito betaeldt aen Trijntie Pijeters achtien stuijvers ter sake geleverd linnen tot vier neusdoecken voor den Rendeerde f 0-18-00 
---------- 
3 Lats f 9-03-00 
 
[0119v] [gebleken bij quitantie segh transeat als de vorige posten] 
Anno 1681, den 3 Maij betaeldt aen Aeffke Jacobs ses stuijvers voor geleverde kant op vijff hembden van den rendeerde f 0-06-00 
[gebleken bij quitantie] 
Den 18 dito betaeldt aen de burgemeester Pijtter Arjens tot Franequer een gulden ses stuijvers ter sake een paer muijlen ten behoeve van den rendeerde geleevert, volgens quitantie met numero 6 f 1-06-00 
[transeat] 
Den 21 Junij betaelt voor een huijrcontract te schrijven aen Douwe Minnes acht stuijvers en dat voor des rendeerdes helfte, dus hier f 0-08-00 
Den 25 dito gesonden door Sjoerdt Feijckes aen Tjallingh Pijeters drie guldens drie stuijvers en dat tot sijn besonden behoeff f 3-03-00 
---------- 
4 Lats f 5-03-00 
 
[0120r] [transeat] 
Anno 1681, den 25 Junij geexpendeert twee stuijvers ter sake brijeffport f 0-02-00 
[gebleken bij quitantie] 
Den 6 Augustus aen de Rentemeester Menelaus Hillebrants een gulden seven stuijvers acht penningen ter sake Jacobi Schattinge ten laste van den rendeerde, volgens quitantie met numero 7 f 1-07-08 
[transeat] 
Den 4 October gesonden aen den Rendeerde vijff guldens en dat op sijn versoeck en tot behoefte f 5-00-00 
Dito betaeldt aen Saeckjen Rinses dartien stuijvers voor het verstellen van Tjallinghs klederen f 0-13-00 
Van brieffport betaeldt vier stuijvers f 0-04-00 
---------- 
5 Lats f 7-06-08 
 
[0120v] [gebleken bij quitantie] 
Anno 1682, den 5 Januarij verstreckt aen den Rendeerde vier guldens, tot sijn behoefte, volgens quitantie met numero 8 f 4-00-00 
[transeat] 
Den Rendant brenght alhier in rekeninge voor uijtgave seventhien guldens seven stuijvers ter sake een Jaer interesse van 347-08-10 den 1 Februarij 1682 verschenen, ad f 17-07-00 
[gebleken bij quitantie] 
Den 21 dito betaeldt aen Sara Heeres negentien guldens darthien stuijvers, ter sake 22 ellen doeck, tot hembden ende andere waren voor den Rendeerde, volgens Specificatie et quitantie met numero 9 f 19-13-00 
Den 15 februarij betaeldt aen Sijmon Cornelis twee guldens ses stuijvers voor een paer schoenen, ten behoeve van de Rendeerde, volgens quitantie met numero 10 
f 2-06-00 
---------- 
6 Lats f 43-06-00 
 
[0121r] [transeat] 
Anno 1682, den 26 Februarij gesonden aen den Rendeerde tot Dockum op sijn versoeck een silveren ducaton ende twee stuijvers geexpendeert voor een brijeff port, comt hier also te samen f 3-05-00 
Den 7 Martij betaeldt voor port van een brieff drie stuijvers f 0-03-00 
Den 9 dito als voren wederom voor brief port betaeldt twee stuijvers f 0-02-00 
[gebleken bij quitantie] 
Den 10 dito betaeldt aen Joannes Jacobs glasenmaker, een gulden ses stuijvers, wegens het repareren van glasen in des Rendeerdes huisinge, volgens quitantie met numero 11 f 1-06-00 
---------- 
7 Lats f 4-16-00 
 
[0121v] [gebleken bij quitantie] 
Anno 1682, den 14 Martij verschoten aen den Rendeerde, vijff guldens, soo als hij nae Amsterdam soude vertrecken, om een ander meester te soecken, volgens quitantie met Numero 12 f 5-00-00 
Dito betaeldt aen Sijerck Gerbens, seventhien guldens elff stuijvers twaleff penningen ter sake verdiende arbeids lonen ende gedane leverantie voor des Rendeerdes helfte, ad officii volgens twee specificatien ende quitantien, beide met Numero 13 f 17-11-12 
Den 13 April verschoten tot Amsterdam aen den Rendeerde drie guldens, quitantie met 14 f 3-00-00 
Den 6 Meij gesonden nae Amsterdam aen den Rendeerde twaleff guldens twaleff stuijvers, tot een nieuwe rock, volgens quitantie met Numero 15 f 12-12-00 
---------- 
8 Lats f 38-03-12 
 
[0122r] [transeat] 
Anno 1682, den 6 Maij geexpendeert wegens verteringe over het ontvangen van den eersten termijn van de vercochte huijsinge twaleff stuijvers segge acht stuijvers f 0-08-00 
Voor het port van twee brijeven van Amsterdam betaeldt vier stuijvers f 0-04-00 
Den 29 Junij betaeldt aen Aijse Ariens ses stuijvers twaleff penningen ter sake gelevert hout voor des Rendeerdes quota f 0-06-12 
[marge] gebleken bij quitantie 
Dito noch aen den selven betaeldt dartien stuijvers acht penningen ter sake als voren, volgens quitantie met numero 16 f 0-13-08 
---------- 
9 Lats f 1-12-04 
 
[0122v] [gebleken bij quitantie] 
Anno 1682, den 12 Julij verstreckt aen Leentje Pijtters acht silveren ducatons aen de selve aen den Rendeerde tot Amsterdam te behandigen en daer voor klederen te copen, volgens quitantie met Numero 17 f 25-04-00 
Den 23 Augustus betaeldt aen Grijetie Harmens thien guldens voor 17 ellen doeck tot vier hembden volgens quitantie met Numero 18 f 10-00-00 
[transeat] 
Dito betaelt aen Foockel Tjallinghs een gulden vier stuijvers ter sake het maken van de vier hembden f 1-04-00 
Den 31 dito gesonden aen den Rendeerde tot Amsterdam een ducaton tot sijn behoefte, is f 3-03-00 
Dito voor port van een brijeff betaeldt twee stuijvers f 0-02-00 
---------- 
10 Lats f 39-13-00 
 
[0123r] [transeat] 
Anno 1682, den 31 Augustus betaeldt aen Bente Roeleffs dartien stuijvers ter sake geleeverde verwe voor des Rendeerdes quota, dus hier f 0-13-00 
Noch voor brijeff port ende het graff te wijeden betaeldt vijff stuijvers f 0-05-00 
[gebleken bij quitantie] 
Den 15 November aen Jan Jansen Schonebeeck betaelt twee gulden ses stuijvers, volgens quitantie met Numero 19 f 2-06-00 
Noch aen Bente Roeleffs betaeldt dartien stuijvers ter sake geleverde verwe voor des Rendeerdes helfte, volgens quitantie met Numero 20 f 0-13-00 
---------- 
11 Lats f 3-17-00 
 
[0123v] [gebleken bij quitantie] 
Anno 1682, den 15 November gesonden nae Amsterdam aen den Rendeerde, ses guldens ses stuijvers, volgens quitantie met numero 21 f 6-06-00 
[transeat] 
Wegens brieffport betaeldt vier stuijvers f 0-04-00 
[gebleken bij quitantie] 
Den 7 December betaeldt aen Douwe Minnes ende de Executeur Gerrijt Middachten, te samen betaeldt elff guldens ter sake salarien ende expensen gevallen over de saeck van Jan Dircksen koemelker, volgens quitantie met Numero 22 f 11-00-00 
[transeat] 
Dito geexpendeert acht stuijvers ter sake verteeringe over dit subject gevallen f 0-08-00 
---------- 
12 Lats f 17-18-00 
 
[0124r] [gebleken bij quitantie] 
Anno 1682, den 14 December betaelt aen Cornelis Jansen drie guldens, voor arbeids loon om een rock met een broeck te keeren, volgens quitantie met Numero 23 f 3-00-00 
Den 15 dito betaeldt aen de Burgemeester Jan Sijmens Bijlaen een gulden negenthien stuijvers ter sake geleverde winckelwaren, volgens quitantie met numero 24 f 1-19-00 
Anno 1683, den 9 Februarij en in verscheiden tijden verschoten aen den Rendeerde negentien guldens vijff stuijvers, volgens quitantie met Numero 25 f 19-05-00 
Den 16 dito betaeldt aen de Burgemeester Jan Sijmens Bijlaen ses guldens seventien stuijvers acht penningen, wegens geleverde winckelwaren, volgens quitantie numero 26 f 6-17-08 
---------- 
13 Lats f 31-01-08 
 
[0124v] [gebleken bij quitantie] 
Anno 1683, den 17 Februarij betaeldt aen Geert Hendricks schoenmaker vier guldens twaleff stuijvers, ter sake twee paer schoenen ten behoeve van de Rendeerde gelevert, volgens quitantie met Numero 27 f 4-12-00 
[transeat] 
Dito betaelt aen Trijntie Galema vijftien stuijvers ter sake verteeringe over de reekeninge van het wagenhuis en stuijvergelden, dus hier f 0-15-00 
[gebleken bij quitantie] 
Dito betaeldt aen Beernt Sijbrants een gulden sestien stuijvers ter sake maackloon van een pack onderklederen, volgens quitantie met Numero 28 f 1-16-00 
Dito aen Trijntje Douwes betaeldt negen guldens darthien stuijvers acht penningen ter sake geleverde winckelwaren, volgens quitantie met Numero 29 f 9-13-08 
---------- 
14 Lats f 16-16-08 
 
[0125r] [marge] gebleken bij quitantie 
Anno 1683, den 18 Februarij betaeldt aen Jan Jansen Schonebeeck twee en twintigh guldens vijff stuijvers ter sake thien weken costgeld voor den Rendeerde en verschoten penningen, volgens quitantie met numero 30 f 22-05-00 
Den 21 dito gesonden aen den Rendeerde tot Amsterdam met sijn goedt drie guldens aen geldt, volgens quitantie met numero 31 f 3-00-00 
[transeat] 
Den 6 Martij voor port van twee briefs betaeldt vier stuijvers f 0-04-00 
[gebleken bij quitantie] 
Den 26 dito noch verschoten aen de Rendeerde drie guldens seven stuijvers tot sijnen behoeve, volgens quitantie met numero 31 f 3-07-00 
---------- 
15 Lats f 28-16-00 
 
[0125v] [transeat als gebleken bij de rekeninge ende vermits approbatie van den Rendeerde] 
Anno 1683, den Rendant brenght alhier in rekeninge voor uijtgave seventien Caroli guldens seven stuijvers, ter sake een Jaer interesse van 347-08-10 capitaal bij hem meerder uijtgegeven dan ontvangen, den 1 Februarij 1683 f 17-07-00 
[gebleken bij quitantie] 
Den 2 Maij verschoten aen Tjallingh Pijtters in desen Rendeerde vijftien guldens twalef stuijvers tot sijn behoefte, volgens quitantie met numero 32 f 15-12-00 
Den 13 dito verschoten aen de Rendeerde als voren vijff guldens, volgens quitantie met Numero 33 f 5-00-00 
Den 28 September betaeldt aen Geert Hendricks twee guldens ses stuijvers voor een paer schoenen, volgens quitantie met numero 34 f 2-06-00 
---------- 
16 Lats f 40-05-00 
 
[0126r] [gebleken bij quitantie] 
Anno 1684, den 8 Januarij betaelt aen Jan Jansen Schonebeeck twaleff guldens ter sake ses weecken costgeldt voor den Rendeerde, volgens quitantie met Numero 35 f 12-00-00 
Den 9 dito verschoten aen de Rendeerde tot sijn onderhoudt twee en twintigh guldens een stuijver, volgens quitantie met numero 36 f 22-01-00 
Den 14 Februarij noch aen de Rendeerde verschoten ter sake als voren twintigh guldens, volgens quitantie met numero 37 f 20-00-00 
Den 18 Martij schoten als voren aen de Rendeerde tot Sijn huishoudinge een en twintigh guldens, volgens quitantie met numero 38 f 21-00-00 
---------- 
17 Lats f 75-01-00 
 
[0126v] [gebleken bij quitantie] 
Anno 1684, den 18 Martij betaelt aen Otte Knijff drie guldens vier penningen ter sake geleverde waren, volgens Specificatie ende quitantie met numero 39 f 3-00-04 
[transeat] 
Den 25 maij is den rendant nae Leeuwarden gereijst om voor de heer Idsinga als Commissaris verklaringhe te doen ten versoeck van den Rendeerde om veniam atatis te becomen ende doenmaels geexpendeert voor vracht ende verteeringe twee guldens f 2-00-00 
[gebleken bij quitantie] 
Den 9 Junij verschoten aen de Rendeerde tot sijn behoefte vijftigh Caroli guldens, volgens quitantie met numero 40 f 50-00-00 
[transeat als geapprobeert] 
Den Rendant brenght alhier mede voor uijtgave, de Summa van seventigh Caroli guldens ter sake het bedienen van dese Curatele in den tijt van 14 Jaren tegens 5 guldens Jaerlijcks, comt also f 70-00-00 
---------- 
18 Lats f 125-00-04 
 
 
[0127r] 
[transeat] 
Eindelijck is den Rendant door de heeren Commissarien bij moderatie noch geaccordeert vijff guldens ter sake interesse van eenigh verschot van meerder uijtgave dan ontvangh, dus hier f 5-00-00 
f 125-00-04 
f 75-01-00 
f 40-05-00 
f 28-16-00 
f 16-16-08 
f 31-01-08 
f 17-18-00 
f 3-17-00 
f 39-13-00 
f 1-12-04 
f 38-03-12 
f 4-16-00 
f 43-06-00 
f 7-06-08 
f 5-03-00 
f 9-03-00 
f 9-05-00 
f 356-13-10 
---------- 
Summa f 858-17-06 
 
Bedragende also dese boven ende voren staende uijtgave in alles de Summa van acht hondert acht en vijftigh Caroli guldens seventhien stuijvers ses penningen f 858-17-06 
 
[0127v] Ende nu vorders dese vorenstaende uijtgave ad 858-17-06 gededuceert ende affgetrocken van de vorige ontvangh tot 934-04-08. Soo geblijckt ende wort bevonden bij Rendant meerder ontvangen dan uijtgegeven te sijn de Summa van vijff en seventigh Caroli guldens seven stuijvers twee penningen f 75-07-02 
Welcke summa den Rendant mits desen aen den Rendeerde is overleverende. 
 
Gelijck mede den Rendant bij desen noch is overleverende dese naevolgende goederen, als namentlijck 
Een reversael van ontrent ses pondematen Landts, gecocht bij de Coopluijden Cornelis ende IJsbrand Joosten Heijns van dato den 26 April 1683 waer op het derde ende laeste termijn te goede is, bedragende seven hondert een en vijftigh Caroli guldens ses stuijvers acht penningen rakende den Rendeerde voor de ene helft ende sijn swager Jan Schonebeeck nomine uxoris, voor de andere helft. 
[0128r] Een decreet brijeff van den Hove van Frieslandt, rakende het selve landt, doen des Rendeerdes vader het selve in coop bequam comende werden overgelevert aen de gedachte coopluijden Heijns, soo wanneer het voornoemde derde ende laeste termijn comt voldaen te worden. 
Een rode buijden, daer in twee en twintigh silveren knopen 
Een silveren hechten mes 
Een tinnen kolff 
Een eecken kistie met een eecken schabel, hem Rendeerde en sijne suster te samen behorende 
Een sack met brieven rakende het sterfhuis van Eede Tjallinghs waeronder mede is het Testament van den selven, hun als voren te samen aengaende, hoewel van geen importantie 
Noch een sack met oude brieven rakende der kinderen, bestevader ende vader ende also mede te samen 
 
[0128v] Waer mede dan den Rendant ende Curator, de hopman Minne Jansen Marnstra, dese sijne laeste reekeninge, gefourneert met de quitantien ende vordere acquijten ende documenten daer toe specterende, voor goed ende oprecht wort gepasseert ende soo wel bij den Rendeerde als wel gedachte heeren Commissarien ende Secretraris ratione officii in alle manijeren geapprobeert ende gelaudeert, ende hij goeder rekeninge, sampt restitutie ende overleveringe van goederen bedackt, van wijdere administratie geexonereert ende van alles desen aengaende volcomen, generalijck ende voor eeuwigh geabsolveert ende gequiteert met aenneminge van den Rendeerde omme den Rendant voor eenige nader reekeninge ofte aensprake in desen altoos te bevrijden, onder verbandt sijner alle geen exempte goederen, met submissie van den Hove van Frieslandt, dese Stadt, ende alle andere Gerechten ter eerster instantie justiciabel, in kennisse des Rendeerdes handt, beneffens de subscriptie van meergedachte heeren Commissarien ende Secretaris. Actum op den Raedhuise binnen Harlingen, den 17 Julij 1684. 
 
(get.) Tjallingh Pieters 
(get.) M. Hillebrans 
(get.) Sibrandus Pauw 
absent Secretaris 
(get.) Theodorus Theodori 47) Posthumus 7 / 17 1684 notarius publicus