Harlingen, weesboeken

N.B. Deze index bevat alleen boedelinventarissen en is dus geen volledige index van de weesboeken.

Door kindersterfte en ziekten lag de gemiddelde levensverwachting in de 17e eeuw tussen de 30 en 40 jaar. Had je je kindertijd overleefd, dan was er nog kraamvrouwenkoorts, rode loop (dysenterie), tyfus, mazelen en zo nu en dan de pest. Omdat mensen in de stad dichter op elkaar leefden was hun levensverwachting nog lager dan die van plattelandsbewoners. De kans dat je als minderjarige (nog geen 25 jaar) een of beide ouders kwijtraakte was daarom aanzienlijk. Je werd dan aangeduid als (half)wees en je werd onder voogdij van curatoren gesteld. Onroerend en roerend goed werden te boek gesteld in een vooreerst onverdeelde boedelinventaris. Dit gebeurde ook als de vader of moeder wilde hertrouwen, omdat dan moest worden vastgelegd wat het ieders erfdeel op dat moment was. Alles wat de ouders in hun huwelijk hadden ingebracht en tijdens hun huwelijk ('stante matrimonio') hadden aangekocht of vergaard, werd geïnventariseerd t.b.v. de 'voorkinderen'. Mochten uit een nieuw huwelijk meer kinderen komen dan kon op deze inventaris worden teruggegrepen.

Niet bij iedere inventaris is onroerend goed betrokken want veel mensen huurden een woning of kamer. Als blijkt dat er sprake is van bezit van onroerend goed, is niet altijd duidelijk welk perceel het betreft. Er waren geen vastgestelde straatnamen en er was geen huisnummering, dus de enige aanwijzing kan zijn 'het huijs in de kerckstraet'. Vaak is het gelukt om het (waarschijnlijke) perceel te bepalen met gegevens uit de Proclamatieboeken, waarin koop of ruil van onroerend goed is opgetekend. Soms is er sprake van meerdere percelen, waarvoor bijvoorbeeld huur ontvangen wordt, moet worden of had moeten worden. Omdat huurregisters ontbreken is dat niet verder uit te zoeken.

Curatoren waren soms nabije familieleden zoals ooms, soms waarschijnlijk bekenden zoals huisvrienden van de overleden ouder(s), maar ook wel anderen. Sommige curatoren bestieren tegelijkertijd weesrekeningen van meerdere gezinnen. Waren er geen minderjarige kinderen in de boedel betrokken dan werd die inventaris bij het lokale Nedergerecht ingeschreven in het Inventarisboek. Waren er een of meer minderjarige kinderen in de boedel betrokken dan kwam de inventaris in het Weesboek en moesten de aangestgelde curatoren de weesrekening bijhouden. Overleed een curator, of kwam er een einde aan het curatorschap doordat alle wezen meerderjarig waren, dan moest voor die rekening verantwoording afgelegd worden aan door het gezag aangestelde commissarissen en de stadssecretaris. Er werd dan tussen de betrokkenen afgerekend en de curatoren werden voor hun diensten bedankt en vooral voorgoed van hun aansprakelijkheid ontslagen. De curator heeft dan de rol van 'rendant' (rekeningvoerder), de onder curatele gestelden zijn 'rendeerde'. Iemand wiens inventaris wordt opgemaakt is 'inventarisant'. Verzoekers van een inventarisatie zijn 'requirant' (soms 'ter eenre zijde'), verzochten zijn dan 'requireerde' (soms: 'ter andere zijde').

Met meerderjarigheid kwam, althans voor mannen en ongehuwde vrouwen, ook juridische handelingsbevoegdheid, en dus was er geen noodzaak meer voor curatorschap. Vrouwen werden door te huwen weliswaar meerderjarig, maar kwamen daardoor ook onder de macht van hun man. D.w.z. ze waren niet, of niet meer, handelingsbevoegd en hadden indien nodig hun man als voogd. Verder was er voor meisjes vanaf 18 jaar en jongens vanaf 20 jaar de mogelijkheid om Venia Aetatis, letterlijk vergiffenis voor de leeftijd ofwel meerderjarigheidsverklaring, te verkrijgen van het Hof van Friesland. Aangetekend is dan 'veniam aetatis', d.i. de verklaring is verkregen. Deze, toch beperkte, status van volwassenheid werd meestal aangevraagd voor grotere zelfstandigheid i.v.m. werk of het hebben van een bedrijf.

Gegevens uit bronnen worden zorgvuldig overgenomen, maar lees- en typfouten zijn onvermijdelijk. Gegevens die niet in de bron staan maar door mij zijn aangevuld op basis van andere bronnen of andere gegevens uit dezelfde bron, zijn voorzien van een *. Gegevens die door mij aangepast of geïnterpreteerd zijn, zijn zoveel mogelijk voorzien van een verduidelijkende toelichting tussen [ ]. Bij het overnemen van eigennamen is de originele spelling gehandhaafd. Soms is echter te voorzien dat een kennelijke schrijf- of spelfout in de bron een probleem zal geven bij het zoeken naar een eigennaam of bij het maken van een alfabetische index. In zo'n geval is de juiste of meest voorkomende spelling van een eigennaam aangehouden, met toevoeging van een toelichting tussen [ ]. Bij het overnemen van plaatsnamen, straatnamen en beroepen die in alfabetische indexen terecht komen is voor zover mogelijk de moderne spelling aangehouden, om het zoeken te vereenvoudigen. Mogelijk staat in een bron bijvoorbeeld Doccum, terwijl op deze website Dokkum staat. Zo wordt een glaesemaecker een glasmaker. Die spelling is voor het doel van deze website (het ontsluiten van bronnen, niet het transcriberen van bronnen) niet belangrijk.



Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 2025-08-05 13:14:20



Vindplaats: Tresoar, Nedergerecht Harlingen (13-16) inventarisnummer 176 folio 179r

Pand: 

Inleiding: [0179r] Rekeninge, bewijs ende reliqua van de administratie, so ontvang als uijtgave, die de olde Burgemeester Lourens Jacobs Asperen als geauthoriseerde Curator over Trijntie ende Pieter Jobs voorkinderen van wijlen Job Dirxen in leven Stadts Makelaer alhier, bij Grietie Piters in echte getogen, heeft gehadt, over deselve kinderen en hare goederen, sedert den ontscheidinge van den sterffhuise, voor desen Gerechte met sijn nagelatene weduwe Hebeltie Cornelis voor haer ende haer kinderen bij gedachte Job Dirx mede echtelijcken verweckt, gemaeckt omme namaels wanneer die voor Commissaris comt opgenomen te worden tot elicidatie te mogen strecken na behoren, gestelt bij Caroli guldens, in manieren, soo volght. [marge] Overgelecht ende gepraesteert bij nevens gedachte old burgemeester Louwrens Jacobs Asperen, als Curator over Krijntie ende Pijetter Jobs, in dier qualiteit Rendant, sampt ontvangen, opgenomen ende gesloten bij de selven Crijntie Jobs, old in het 21 jaer, echte huijsvrouw van Evert Jacobs, mr. Tinnegijeter ende burger binnen Bolswart, rede veniam atatis bij den hove van Frieslandt becomen hebbende, de dato den 4 Februari 1685 in desen met denselven gesterckt ende in dier voegen rendeerde, alles ten overstaen van de Heeren praesiderende Burgemeester Sibrandus Pauw ende Menelaus Hillebrants als Commissarien, geadsocieert met Theodorus Stansius, Secretaris. Actum den 6 Martij 1685 sijnde Pijtter Jobs al voor dese overleden ende Krijntie Jobs des selfs erfgenaem geworden. [einde marge]

Inventaris: 
[0179r] Generale ontvangh voor de twee kinderen. 1677 
[welgebracht ende aengenomen] 
Den 7 Junij bij voornoemde ontscheidingh van wegen de twee kinderen ontvangen een reversael tot laste van Simen Douwes van sijn gecochte huijsinge, continuerende de twee laeste termijnen anno 1678 en 1679 verschenen, te samen tot elff hondert en twintigh [0179v] Caroli guldens achtien stuijvers thien penningen, die op interessen lopen. 
[welgebracht ende aengenomen] 
Desen kan niet in ontvangh worden gebracht, alsoo in de staat voor ontvangh gebracht, gelijck de ontvangh aenwijsen sal, dus dit hier pro memoria 
In gereeden gelde doenmaels mede ontvangen de somma van drie hondert negen en sestigh Caroli guldens seventien stuijvers f 369-17-00 
Item een obligatie tot laste van Poppe Cornelis, treckschipper op Leeuwarden ter summa van vijff hondert vijfftigh Caroli guldens capitael holdende op het halve treckveer, waer van naderhants Hillebrant Rieurdts schipper geworden en opwijen deselve obligatie nu staende is, tegens vijff per cento f 550-00-00 
----------- 
1 Lats f 919-17-00 
 
[0180r] [welgebracht en aengenomen] 
Den 9 September ontvangen uijt de massale boeckschulden van den boedel gelijck mede van een wagen en eenige sacken nae de scheidinge t'huis gecomen volgens den aenteeckeninge daer van sijnde de somma van drie en tachtigh Caroli guldens den kinderen allene toebehorende, ter oorsaecke bij den scheidinge te kort quamen en vooraff hadden te trecken drie en twintigh Caroli guldens en sestien Caroli guldens voor rabat van Sijmen Douwes Reversael door de Heeren Commissarien den kinderen toegeleijt, aldus f 83-00-00 
Ontvangen van Hebeltje Cornelis twee spaarpotten, de eene Trijntie en de andere Pijtter Jobs, volgens inventaris toebehorende en gemerckt Trijntie Jobs spaarpot vrij grooter is als Pijtters en sij Trijntie oock genieten sal een silveren beecker, volgens de uijtwijsinge bij Job Dircks in sijn leven aen dese kinderen gedaen, bevonden sijnde, Trijntie spaarpot beeter te wesen dan Pijtter sijne vier en twintigh Caroli guldens, soo is bij den selven uijtwijsinge mede bewesen, dat Pijtter Jobs tot sijnder tijt mede gelijcke somma sal moeten worden goedt gedaen, dit voor memorie 
---------- 
2 Lats f 83-00-00 
 
[0180v] [welgebracht en aengenomen] 
Den 28 November 1677 ontvangen uit de massale boeckschulden als vooren voor der kinderen aenpart van seven ent sestigh gulden 5 stuijvers 4 penningen ter somma van sestien Caroli guldens sestien stuijvers en ses penningen f 16-16-06 
Den 1 Maij 1678 stelt den rendant voor ontvangh twaleff Caroli guldens voor het gebruijck van twee hondert veertigh Caroli guldens, sijnde het surplus der gerede penningen hier vooren geroerdt, door nootlike uijtgade hier nae in de uijtgave ordentelijck te brengen tot desen somma gedeclineert, alsoo hier f 12-00-00 
Den 12 Julij ontvangen van Foppe Cornelis de somma van seven en twintigh Caroli guldens en tien stuijvers ter causa een jaar intressen van 550 guldens capitaal, den 14 Augusti 1677 verscheenen, aldus f 27-10-00 
---------- 
3 Lats f 56-06-06 
 
[0181r] [ut ante welgebracht en aengenomen] 
Den 9 October 1678 ontvangen uijt de massale boeckschulden vernoemd, voor der kinderen aenpart, een vierde part van 68-02-00 ter somma van seventien Caroli guldens en acht penningen f 17-00-08 
Den 21 December ontvangen van Foppe Cornelis, treckschipper de somma van seven en twintigh Caroli guldens en tien stuijvers ter saecke een jaar intressen van 550 guldens sorte den 14 Augusti 1678 verscheenen, dus f 27-10-00 
Den 24 December ontvangen van Foppe Cornelis de somma van negen Caroli guldens tien stuijvers twee penningen voor vier maenden renten van voornoemde 550 guldens, den 17 deses verschenen, dus f 9-10-02 
---------- 
4 Lats f 54-00-10 
 
[0181v] [als voren welgebracht en aengenomen] 
Den 3 februarij 1679 ontvangen van Sijmen Douwes voor een jaar interessen van het tweede termijn sijner gekochte huijsinge volgens reversaal voornoemd, den 2 deses verscheenen, de somma van acht en twintigh Caroli guldens, alsoo f 28-00-00 
Den 20 dito ontvangen van Tijmen van Schalsum, de somma van twee Caroli guldens sestien stuijvers 4 penningen den kinderen toebehorende, dus f 2-16-04 
Den 2 April ontvangen van Bote Claessen van Amelandt tien Caroli guldens en dat tot voldade van sijn obligatie bij hem aen Job Dircksen gepasseert, daer van voor der kinderen vierdepart twee Caroli guldens en tien stuijvers, dus f 2-10-00 
---------- 
5 Lats f 33-06-04 
 
[0182r] [welgebracht ende aengenomen] 
Den 1 Maij brenght den Rendant weder in Ontvangh ses Caroli guldens en vijff stuijvers voor intressen van hondert vijff en twintigh Caroli guldens door uijtgaeff soo vele vermindert als vooren op dato verscheenen bij den Rendant selfs gebruijckt, aldus f 6-05-00 
Den 16 Julij 1679 ontvangen van Cornelis Gerrits vijfftien guldens en vijff stuijvers van Jan Willems, acht guldens van Jan Martens wegens Dirck Jacobs, so van renten als verminderinge der obligatie twintigh Caroli guldens en alsoo te saemen een en veertigh Caroli guldens vijff stuijvers waer van nae deductie van seven guldens een stuijver ter saecke onkosten bij den Rendant ende de weduwe tot invorderinge dies op Tessel gevallen en van de reis derwaarts, blijft in massa vier en dartigh Caroli guldens en vier stuijvers en alsoo voor der kinderen aenpart acht Caroli guldens en elleff stuijvers, segge f 8-11-00 
Den 19 December ontvangen van Hilbrandt Ruijrdts de somma van seven en twintigh Caroli guldens en tien stuijvers ter causa een jaar intressen van 550 Caroli guldens Capitaal, den 17 deses verscheenen, dus f 27-10-00 
---------- 
6 Lats 42-06-00 
 
[0182v] [welgebracht en aengenomen] 
Den 10 martio 1680 ontvangen van Tijmen Douwes de somma van ses en vijfftigh Caroli guldens voor een jaer interessen van de twee laaste termijnen sijner geochte huijsinge, volgens opgenoemde reversaal, den 2 februarij 1680 verscheenen, aldus f 56-00-00 
Ontvangen van Maartie Jacobs uijt Enckhuisen vier Caroli guldens van massale boeckschuldt daer van voor de kinderen portie een Caroli gulden f 1-00-00 
Den 3 Maart 1681 van Hilbrandt Ruijrdts de somma van vijff hondert en vijfftigh Caroli guldens tot inlossinge van de obligatie tot desselffs laste houdende, als mede ses gelijcke guldens seventien stuijvers, 8 penningen, wegens drie maenten interessen daer op verscheenen en nadien het capitaal in de ontscheidinge in collatie off ontvangh is gebracht, soo koompt alhier de ses Caroli guldens 17 stuijvers 8 penningen interessen alleenlijck voor ontvangh gestelt te worden, dus f 6-17-08 
---------- 
7 Lats f 63-17-08 
 
[0183r] [welgebracht en aengenomen] 
Den 17 Martij 1681 ontvangen van Jan Franssen de somma van vijff en tachtigh Caroli guldens ter saecke interessen voor een jaar, nopens desselffs twee achterstallige termijnen van sijn gekochte huijsinge, als mede in verminderinge van het Capitaal f 85-00-00 
Den 7 Januarij 1681 ontvangen van Hilbrandt Ruijrdts de somma van seven en twintigh Caroli guldens en tien stuijvers ter saecke een jaar interessen van 550 guldens Capitaal, den 27 December 1680 verscheenen, dus f 27-10-00 
Den 5 Februarij ontvangen van de Heer Ontvanger Duco Nauta de somma van negen en vijfftich Caroli guldens en achtien stuijvers ter saecke aenpart Erffenisse van wijlen Mijntie Dircks, in leven huijsvrouw van Claas Dircks, volgens acte en scheidinge daer aff sijnde, dus f 59-18-00 
---------- 
8 Lats f 172-08-00 
 
[0183v] 
[marge] ut ante welgebracht ende aengenomen 
Den 29 Maij 1681 ontvangen van Jan Franssen de somma van drie hondert drie en dartigh Caroli guldens en elleff stuijvers wegens sijn gekochte huijsinge van wijlen Tijmen Douwes in verminderinge en afkortinge van het Reversaalbrieff tot laste van voornoemde Tijmen Douwes houdende, dus f 333-11-00 
Den 20 Julij 1681 ontvangen van Cornelis Gerrits op Tessel ten profijte van den Rendeerden voor hun quota negen stuijvers acht penningen f 0-09-08 
Dito uijt de boedel van Jan op der Schellinge acht stuijvers f 0-08-00 
Den 10 Maij 1682 brengt den rendant in ontvangh de somma van vier en twintigh Caroli guldens en sestien stuijvers, wegens een jaer interessen voor het gebruijck van ses hondert en achtien guldens, tegens vier per cento, dus f 24-16-00 
---------- 
9 Lats f 359-04-08 
 
[0184r] [welgebracht en aengenomen] 
Den Junij ontvangen van Jan Franssen de somma van vier hondert vijff en dartigh Caroli guldens en acht stuijvers ter saecke in betalinge van het Reversaal tot laste van Tijmen Douwes, waer aff moet worden gededuceert een Caroli gulden en dartien stuijvers wegens het schrijver der quitantie en verteringe over het ontvangen dies veroorsaeckt dus hier f 433-15-00 
Den 2 Maij 1683 ontvangen van Hebeltie Cornelis de somma van acht ent sestigh Caroli guldens vijff stuijvers ter saecke der kinderen portie Erffenisse van haer Bestevaeder, dus f 68-05-00 
Den 3 Maij brenght den Rendant in ontvangh de somma van ses en dartigh Caroli guldens wegens een jaer interessen nopens het gebruijck van negen hondert guldens capitaal, Maij 1683 verscheenen, dus f 36-00-00 
---------- 
10 Lats f 538-00-00 
 
[0184v] 
[welgebracht en aengenomen] 
Den 4 Junij 1683 van Jan Franssen ontvangen de somma van drie hondert negen ent negentigh Caroli guldens een stuijver tot inlossinge en volle affbetalinge van den Reversaelbrieff tot laste van wijlen Tijmen Douwes houdende met de interessen van dien tot dato dies daer op verscheenen, waer aff moet worden gededuceert wegens het schrijver der quitantie met acte van ?randt sampt verteeringe, te saemen een Caroli gulden en sestien stuijvers, dus alhier suijver f 397-05-00 
Den 16 Julij 1683 ontvangen van Hebeltie Cornelis de somma van seventien Caroli guldens en tien stuijvers in verminderinge van de obligatie tot laste van Dirck Jacobs Zwart door Hebeltie is eigentlijck ontvangen 75 guldens 5 stuijvers waer aff 5 guldens 5 stuijvers wegens onkosten over de invorderinge veroorsaeckt, bleeff suijver 70 guldens, de vierde part daer van voor der kinderen portie is gelijck boven is gemelt f 17-10-00 
---------- 
11 Lats f 414-15-00 
 
[0185r] [als voren welgebracht en aengenomen] 
Den 3 Junij 1684 ontvangen van de Heer Gerrits op der Bilt ter saecke boelpenningen en een weinig overschot van gereedtschappen in Dirck Dircksens boelgoedt verkocht, ende daer tegen eenige schulden betaalt, voorts bij den Rendant aen gelt uijtgeschoten een gulden, vervolgens also suijver ontvangen vijff en dartigh Caroli guldens en ses stuijvers f 35-06-00 
Nogh brenght den Rendant in Ontvangh de somma van vier en veertigh Caroli guldens wegens een jaer interessen van elleff hondert Caroli guldens Capitaal, tegens vier per cento dus f 44-00-00 
Den 10 November 1684 van Jan Toornheer, Notarius op Tessel, ontvangen de somma van een ent seventigh Caroli guldens 5 stuijvers in verminderinge van den obligatie tot laste van Dirck Jacobs Swollts wegens vracht gegeven tien stuijvers invoegen voor den Rendeerdens quota overschiedt seventien Caroli guldens en acht stuijvers, dus f 17-08-00 
---------- 
12 Lats f 96-14-00 
 
[0185v] Nota eenige intres van 900 guldens Capitaal waer van de interessen voor 3 / 4 jaar bedragen f 27-00-00 
 
[0186r] Particulier Ontvangh van Trijntie Jobs 
[welgebracht en aengenomen] 
Den 28 Julij 1679 ontvangen van Hebeltie Cornelis van een jaar verdiendt naijgelt vijfftigh stuijvers, onder deductie nochtans van een gulden en sestien stuijvers vier penningen, voor schoenlappen en anders bij haer midlertijt uijtgegeven, soo dat suijver ontvangen is dartien stuijvers en twaeleff penningen f 0-13-12 
Den 5 Maij 1680 ontvangen van Haebeltie voornoemd, van naijloon nae kortinge van eenige penningen bij haer tot dienste van Trijntie verschooten, suijver de somma van drie Caroli guldens en seven stuijvers bij haer verdient f 3-07-00 
Den 8 November ontvangen door handen van Hebeltie Cornelis van naijgelt nae afftreck van eenige expensen bij haer gedaen, vijff Caroli guldens en drie stuijvers f 5-03-00 
---------- 
f 9-03-12 
 
[0186v] Latrisen van voorstaende soo generale als particuliere ontvangh primo latris 
919-17-00 
secundo f 83-00-00 
56-06-06 
54-00-10 
33-06-04 
42-06-00 
63-17-08 
172-08-00 
359-04-08 
538-00-00 
414-15-00 
96-14-00 
27-00-00 
9-03-12 
---------- 
Somma Totalis van de geheele Ontvangh 2869-19-00 
 
Bedragende also de vorenstaende ontvangh te samen de summa van twee duijsent acht hondert negen ent sestigh Caroli guldens negentien stuijvers f 2869-19-00 
[0187r] Uijtgave tegens voorige Ontvangh mede bij Caroli guldens gestelt ende voor eerst 
 
Uijtgave voor de twee kinderen in het gemeen; 
 
[marge] bij quitantien gebleecken 
Den 11 Junij 1677 betaalt aen de Secretaris Wringer de somma van twee ent sestigh Caroli guldens, ter saecke van salarien van Commissaris, secretaris en andere Gerechtsdiensten over de Sterfhuijs van wijlen Job Dircx gevallen den kinderen voor haer aenpart te laste komende, volgens quitantie met numero 1 f 62-08-00 
Den 20 dito betaalt aen Hebeltie Cornelis de somma van vijfftigh Caroli guldens ter saecke kostpenningen van de voornoemde twee kinderen sedert den 2 Februarij tot den 22 deses incluis en alsoo tachtigh weecken weecks tot vijfftigh stuijvers, luijt quitantie met numero 2, dus f 50-00-00 
---------- 
1 Lats f 112-08-00 
 
Dito aen Cornelis Gerrits betaalt de somma van een Caroli gulden en twee [0187v] stuijvers ter saecke een paer schoenen voor Pijtter Jobs voor de ontscheidinge gelevert, volgens quitantie met Numero 3 f 1-02-00 
[transeat] 
Dito aen hooftgelt, schoorsteengelt en paerdepacht betaalt negen guldens seventien stuijvers acht penningen, den 1 Maij 1677 verscheenen, daer voor tot laste ses guldens elleff stuijvers 12 penningen, dus f 6-11-12 
[bij quitantie gebleecken] 
Nogh betaalt aen Jan Dircksen Kuijck ter causa familiegelt wegens Job Dircks Sterffhuijs, vijff guldens en vier stuijvers, volgens quitantie met numero 4 daer van tot der kinderen laste drie Caroli guldens negen stuijvers 12 penningen, dus f 3-09-12 
---------- 
Lats 11-03-08 
 
[0188r] [bij quitantie gebleecken] 
Den 21 Junij 1677 betaalt aen Haebeltie Cornelis de somma van drie Caroli guldens en tien stuijvers ter saecke expensen voor de kinders, sedert de 2 februarij 1677 tot dato gedaen volgens quitantie met numero 5, dus f 3-10-00 
Den 22 Junij betaalt aen Saecke Rompckes in twee posten, de somma van twaeleff Caroli guldens vijff stuijvers en 12 penningen ter saecke geleverde winckelwaeren voor Trijntje Jobs, het welcke om reden in de gemene uijtgave gebracht moet worden, overmits het restant op de scheidinge is gevolght luijt quitantie met Numero 6, dus f 12-05-12 
Dito aen Wijbe Ulbes betaalt voor een paer schoenen voor Pijtter Jobs vijfftien stuijvers, luijt quitantie met Numero 7 f 0-15-00 
Den 15 dito betaalt aen Anthoni Oesters de somma van een Caroli gulden en sestien stuijvers voor het maecken van een pack klederen voor Pijtter Jobs, luijt quitantie met Numero 8 f 1-16-00 
---------- 
Lats 18-06-12 
 
[0188v] [transeat] 
Dito aen Boits Poppes voor drie dosijn knoopen tot Pijtters kleederen betaalt ses stuijvers f 0-06-00 
Den 14 Julij 1677 betaalt aen de Secretaris Wringer negen stuijvers voor een kopie uijt Job Dircks uijtwijsinge, dus f 0-09-00 
[bij quitantie gebleecken] 
Den 27 November 1677 betaalt aen Haebeltie Cornelis de somma van vijff en vijfftigh Caroli guldens ent ter saecke twee en twintigh weecken kostgelt voor de twee kinderen, vermogens de quitantie met Numero 9 daer van f 55-00-00 
[transeat] 
Den 3 Maij 1678 betaalt aen Haebeltie Cornelis voor drie en twintgh weecken kostgelt van de kinderen, des weecks vijfftigh stuijvers, de somma van seven en vijfftigh Caroli guldens en tien stuijvers, luijt quitantie met Numero 10, 1 Maij verscheenen f 57-10-00 
---------- 
Lats f 113-05-00 
 
 
[0189r] [gebleecken bij quitantie] 
Den 7 Maij 1678 betaalt aen Jan Dircksen Kuick de somma van dartien Caroli guldens ter saecke een jaar familiegelt voor de twee kinderen, Maij 1678 vervallen, luijt quitantie met Numero 11 quoteerd f 13-00-00 
Den 10 Augustie betaalt aen Haebeltie Cornelis, de somma van dartigh Caroli gulden en twaeleff stuijvers voor dartien weecken kostgelt als boven dse weecks tegen 47 stuijvers luijt quitantie met Numero 12 f 30-12-00 
[transeat] 
Den 9 October bij liquidatie met de weduwe Hebeltie over de onkosten bij den Rendant in het opmanen van schulden op Tessel gedaen, bevonden ses Caroli guldens te bedragen, daervan de kinderen een daelder te last koompt, dus f 1-10-00 
---------- 
Lats 45-02-00 
 
[0189r] [transeat] 
Den 30 November aen Hebeltie voor achtien weecken kostgelt als boven betaalt de somma van twee en veertigh Caroli guldens en ses stuijvers luijt quitantie met Numero [13] f 42-06-00 
[marge] bij quitantien gebleecken 
Den laasten Januarij 1679 betaalt aen Hebeltie Cornelis de somma van een en twintigh Caroli guldens en drie stuijvers ter saecke negen weecken kostgelt des weecks 47 stuijvers van de twee kinderen als boven volgens quitantie met Numero 14, dus f 21-03-00 
Den laasten April betaalt aen Hebeltie voornoemde dartigh Caroli guldens elleff stuijvers voor een vierendeel jaer kostpenningen met nogh twee Caroli guldens elleff stuijvers van verschooten gelt voor de kinderen, vermogens quitantie met Numero 15, dus te saemen f 33-02-00 
[transeat] 
Den 24 Julij betaalt een vierendeel jaar kostpenningen van de twee kinderen Sint Jacobi 1679 verscheenen aen Haebeltie Cornelis dartigh Caroli guldens elleff stuijvers te sien bij quitantie met Numero [16] f 30-11-00 
---------- 
Lats 127-02-00 
 
[0190r] [bij quitantie gebleecken] 
Den 2 februarij 1680 betaalt aen Haebeltie Cornelis de somma van een ent sestigh Caroliguldens en twee stuijvers ter causa een halff jaar kostpenningen der twee kinderen van Sint Jacobi 1679 tot dato deses, vermogens quitantie met Numero 17, dus f 61-02-00 
Den 30 Julio betaalt aen Hebeltie Cornelis de somma van een ent sestigh Caroli guldens en acht stuijvers ter saecke der kinderen kostgelt voor twee vierendeels jaars den 24 Julij het laaste verscheene, luijt quitantie met Numero 18 f 61-08-00 
[transeat] 
Den 11 martio 1680 wegens de kinderen aen Seerp Lammerts betaalt voor haer aenpart voor genoten hout negen stuijvers en twee penningen, luijt quitantie met Numero 19, dus f 0-09-02 
---------- 
Lats f 122-19-02 
 
Den 29 April betaalt aen Bavius Ziricus drie Carolij guldens ende [0190v] vijff stuijvers ter saecke salarien en expensen luijt quitantie met Numero 20 daer van tot last der kinderen sestien stuijvers en 4 penningen f 0-16-04 
[transeat] 
Den 15 October 1680 betaalt aen Bavius Ziricus voornoemt, de somma van vier caroliguldens en vier stuijvers voor het stellen deser reeckeninge met den aenkleve van dien tot dato deses gestelt f 4-04-00 
[transeat] 
Den 25 October geexpendeert een Caroli gulden en acht stuijvers wegens kosten etcetera, veroorsaeckt over een reise naer de rijp, omme aldaer te sien off Tijmen Douwes oock waere geregistreert, doch heeft den Rendant niets tot desselffs Tijmens laste bevonden, dus f 1-08-00 
[transeat] 
---------- 
Lats f 6-08-04 
 
Den 18 Januarij 1681 betaalt aen de heer Secretaris Wringer de somma van een Caroli gulden wegens het [0191r] registreren van den Reversaelbrieff tot laste van wijlen Tijmen Douwes houdende, dus f 1-00-00 
[transeat] 
Nogh brengt den Rendant in Uijtgaeve de somma van drie Caroli guldens ter saecke interessen van 60 gulden meerder bij hem de jaer? 1680 uijtgegeven als ontvangen, dus f 3-00-00 
Betaalt aen Servaas van Beemen een jaar hooftgelt voor twee hoofden vier Caroli guldens, dito als nogh voor een ? twee Caroli guldens, is te samen volgens quitantie met Numero 20 en 21 f 6-00-00 
Den 16 Julij 1682 betaalt aen Servaas van Beemen, de somma van vier caroli guldens ter causa een jaar hooftgelt volgens quitantie met Numero 22, dus f 4-00-00 
---------- 
Lats f 14-00-00 
 
[0191v] Den 28 Maij 1683 betaalt aen Servaas van Beemen de somma van vier Caroli guldens ter saecke een jaar hooftgelt volgens quitantie met Numero 23, dus f 4-00-00 
 
Den 26 Februarij 1684 aen Servaas van Beemen betaalt de somma van vier Caroli guldens ter saecke als boven, volgens quitantie met Numero 24, dus f 4-00-00 
---------- 
Lats f 8-00-00 
14-00-00 
6-08-04 
122-19-02 
127-02-00 
45-02-00 
113-05-00 
18-06-12 
11-03-08 
112-08-00 
---------- 
578-14-10 
 
Bedragende also dese boven en vorenstaende gemeene uijtgave de summa van vijff hondert acht ent seventigh Caroli guldens veerthien stuijvers thien penningen f 578-14-10 
 
[0192r] Particuliere uijtgaeff van Trijntie Jobs 
[gebleecken] 
Den 14 Julij 1677 betaalt aen Doede Douwes een Caroligulden en tien stuijvers ter saecke naeijloon volgens quitantie met Numero 1 f 1-10-00 
[transeat] 
Den 28 dito aen Trijntje Jobs gegeven sestien stuijvers tot mercktgelt nae Sint Jacobs kerck, dus f 0-16-00 
[transeat] 
Den 28 November betaalt aen Haebeltie Cornelis de somma van drie Caroli guldens negen stuijvers luijt quitantie met Numero [2] f 3-09-00 
[gebleecken] 
Dito betaalt aen Gerrit Schiere de somma van een Caroli gulden en acht stuijvers voor een paer hoosen voor Trijntie Jobs luijt quitantie met Numero 3 f 1-08-00 
[gebleecken] 
Den 8 December betaalt aen Aucke Gerrits voor een paar muijlen achtien stuijvers luijt quitantie met Numero 4 f 0-18-00 
---------- 
f 8-01-00 
 
[0192v] Uijtgave voor Trijntie 
[transeat] 
Den 8 December 1677 betaalt aen Haebeltie Cornelis voor expensen, soo Sondaeghs gelt als anders aen Trijntie te saemen drie Caroli guldens en elleff stuijvers f 3-11-00 
[gebleecken] 
Den 16 Maert 1678 betaalt aen Gerrit Schiere voor een paer halve hoosen, een Caroligulden en twee stuijvers, volgens quitantie met Numero 5 f 1-02-00 
[gebleecken] 
Betaalt voor naeijloon van drie hembden met boorde te saemen een Caroli gulden ses stuijvers en acht penningen, volgens quitantie met Numero 6 f 1-06-08 
Den 16 Maij betaalt wegens Trijntie Jobs aen Saecke Rompckes voor eenige winckelwaeren, de somma van vijfftien Caroliguldens en veertien stuijvers, luijt quitantie met Numero 7, dus f 15-14-00 
---------- 
Lats f 21-13-08 
 
[0193r] Uijtgave voor Trijntie 
[gebleecken] 
Den 24 Junij betaalt aen Trijntie Martens van verdient naijloon en andersints aen trijntie kleederen verdient een Caroli gulden en twaeleff stuijvers, volgens quitantie met Numero 8, dus f 1-12-00 
[transeat] 
Den 9 November 1678 op diverse tijden voor en aen Trijntie Jobs betaalt vijff Caroliguldens en acht stuijvers van Schoenlappen, sondaeghs gelt en andersints, volgens aenteeckeninge daer van gehouden, dus f 5-08-00 
[gebleecken] 
Den 29 Martij 1679 betaalt aen Otto Knijff de somma van een gulden en tien stuijvers ter saecke een paer karmosijnen hoosen voor Trijntie, volgens quitantie met Numero 9 quoteert ergo f 1-10-00 
Dito betaalt wegens Trijntie Jobs aen Taecke Gerrits, schoenmaecker de somma van een gulden en veertien stuijvers voor een paer schoenen, meldens quitantie met Numero 10 f 1-14-00 
---------- 
Lats f 10-04-00 
 
[0193v] Uijtgave voor Trijntie 
[gebleecken] 
Den 9 Maij 1679 betaalt aen Saecke Rompckes de somma van drie guldens en sestien stuijvers van geleverde winckelwaeren, volgens quitantie met Numero 11 f 3-16-00 
[transeat] 
Dito gereeckent op verscheiden tijden aen Trijntie Jobs uijtgekeert te hebben van Sondaaghs gelt, schoenlappen en andere kleine geringigheden te saemen vier Caroliguldens en dartien stuijvers acht penningen f 4-13-08 
[gebleecken] 
Den 4 Junij betaalt aen Doedie Douwes de somma van acht Caroli guldens ter causa leergelt van naeijen van Trijntie Jobs, luijt quitantie met Numero 12, dus f 8-00-00 
[transeat] 
Den 6 Junij aen Trijntie Jobs verstreckt vier Caroli guldens tot reisgelt naer Sardam f 4-00-00 
---------- 
f 20-09-08 
 
[0194r] Uijtgave voor Trijntie 
[transeat] 
Den 31 Julij tot mercktgelt om nae het Bilt te trecken Trijntie gegeven twaeleff stuijvers, dus f 0-12-00 
Dito den selven voor een vierendeel jaar Sondaeghs gelt gegeven een Caroligulden vier stuijvers f 1-04-00 
[gebleecken] 
Betaalt wegens Trijntie Jobs aen Saecke Rompckes de somma van acht Caroliguldens negen stuijvers en acht penningen ter saecke geleverde winckelwaeren, luijt quitantie met Numero 13, dus f 8-09-08 
Den 20 September 1679 betaalt aen Aucke Gerrits een Caroli gulden van een paer muijlen voor Trijntie Jobs vermogens quitantie met Numero 14 f 1-00-00 
Den 2 October betaalt aen Pijtter Jacobs Klinckhaemer de somma van elleff gulden negen stuijvers van geleverde silver goedt, luijt quitantie met Numero 15 f 11-09-00 
---------- 
f 22-14-08 
 
[0194v] Uijtgave voor Trijntie 
[transeat] 
Den 12 December 1679 in verscheiden tijden voor Trijntie aen Sondaeghs gelt, schoenlappen, schorteldoeck verven en andere kleine behoeften, te saemen vijff Caroli guldens en drie stuijvers f 5-03-00 
[gebleecken] 
Den 26 December betaalt wegens Trijntie aen Saecke Rompckes twee Caroliguldens en dartien stuijvers ter saecke geleverde winckelwaeren meldens quitantie met Numero 16, dus f 2-13-00 
[gebleecken] 
Den 24 April 1680 betaalt aen Saecke Rompckes, de somma van twee en twintigh Caroliguldens en acht stuijvers ter causa geleverde winckelwaeren voor Trijntie Jobs luijt quitantie met Numero 17, dus f 22-08-00 
Den 5 Maij betaalt aen Trijntie Martens vier Caroli guldens sestien stuijvers van naeijloon en geleverde waeren luijt quitantie met Numero 18, dus f 4-16-00 
---------- 
f 35-00-00 
 
[0195r] Uijtgave voor Trijntie 
[transeat] 
Den 5 Maij 1680 betaalt aen Hebeltie Cornelis voor Sondaaghs gelt en andersints Trijntje verschooten een Caroli gulden en sestien stuijvers f 1-16-00 
[gebleecken] 
Den 25 Julij betaalt aen Saecke Rompckes van geleverde winckelwaeren voor Trijntie Jobs de somma van ses Caroli guldens en drie stuijvers, volgens quitantie mret Numero 19 f 6-03-00 
Den 30 dito aen Hebeltie Cornelis de somma van drie caroli guldens negentien stuijvers en acht penningen ter saecke expensen aen Trijntie gedaen, volgens quitantie met Numero 20 f 3-19-08 
[gebleecken] 
Den 1 November 1680 aen Hebeltie Cornelis betaalt de somma van seventien Caroli guldens en twaeleff stuijvers ter saecke dartien weecken kostgelt wegens Trijntie en enige expensen aen en ten behoeve van haer gedaen, volgens specificatie ende quitantie met Numero 21 f 17-12-00 
---------- 
f 29-10-08 
 
[0195v] Uijtgaeff voor Trijntie 
[gebleecken] 
Den 12 December 1680 betaalt aen Hendrick Lieuwes de somma van een Caroligulden en vier stuijvers wegens een paer muijlen ten behoeve van Trijntie gelevert volgens quitantie met Numero 22, dus f 1-04-00 
Den 22 dito betaalt aen Jan Harmens de somma van twee Caroligulden seven stuijvers en acht penningen wegens twee blauwe schorteldoecken ten behoeve van Trijntie volgens quitantie met Numero 23 f 2-07-08 
Den 30 November betaalt aen Maeijcke Jans de somma van achtien stuijvers wegens een paer halve hoosen voor Trijntie, luijt quitantie met Numero 24 f 0-18-00 
Den 29 Maart 1681 aen Geertie Mevis betaalt de somma van twee Caroliguldens en acht stuijvers ter saecke het maacken van een manteltie en iets anders, volgens quitantie met Numero 25 f 2-08-00 
---------- 
f 6-17-08 
 
[0196r] Uijtgaeff voor Trijntie 
[gebleecken] 
Den 18 februarij 1681 betaalt aen Hebeltie Cornelis de somma van seventien Caroliguldens en achtien stuijvers ter saecke een varndeels jaar kostpenningen den 2 dito verscheenen, als mede enige expensen bij haer gedaen, volgens quitantie met Numero 26, dus f 17-18-00 
[marge[ transeat 
Den 7 Maij 1681 betaalt aen Haebeltie Cornelis voor de somma van seventien Caroliguldens een stuijver ter saecke een farndel jaars kostgelt en enige expensen, volgens quitantie met Numero 27 f 17-01-00 
Den 5 februarij betaalt aen de Heere Duco Nauta de somma van sestien Caroliguldens en sestien stuijvers ter saecke wegens goedt bij Trijntie Jobs in Claas Dircks Boelgoedt gekocht f 16-16-00 
[marge[ gebleecken 
Den 18 Maij betaalt aen Maeijcke Jans de somma van een Caroligulden twee stuijvers en acht penningen, wegens een paer halve hoosen, volgens quitantie met Numero 28 f 1-02-08 
---------- 
f 52-17-08 
 
[0196v] Uijtgaeve voor Trijntie 
[gebleecken] 
Den 26 Maart 1681 aen Saecke Rompckes betaalt de somma van een Caroligulden en twaeleff stuijvers ter saecke geleverde winckelwaren, volgens quitantie met Numero 29, dus f 1-12-00 
Den 5 Junij betaalt aen Aucke Gerrits de somma van twee Caroliguldens wegens een paer schoenen, luijt quitantie met Numero 30 f 2-00-00 
Den 25 Julij aen Hebeltie Cornelis betaalt de somma van vijfftien Caroliguldens drie stuijvers en acht penningen, ter saecke een vierendeels jaar kostgelt en enige expensen, volgens quitantie met Numero 31 f 15-03-08 
Den 1 September betaalt aen Saecke Rompckes de somma van een en twintigh Caroliguldens ter saecke geleverde winckelwaeren tot kledinge voor Trijntie Jobs, volgens quitantie met Numero 32 f 21-00-00 
---------- 
f 39-15-08  
 
[0197r] Uijtgave voor Trijntie 
[gebleecken] 
Den 29 October 1681 betaalt aen Aucke Gerrits de somma van een Caroligulden en vijff stuijvers wegens een paar muijlen, volgens quitantie met Numero 33 f 1-05-00 
Den 1 November betaalt aen Hebeltie Cornelis de somma van seventien Caroliguldens en negentien stuijvers ter saecke een vierendeels jaar kostgelt en eenige expensen, volgens quitantie met Numero 34, dus f 17-19-00 
Den 14 November aen Taecke Romckes betaalt de somma van twee Caroliguldens en ses stuijvers ter saecke geleverde winckelwaeren, volgens quitantie met Numero 35 f 2-06-00 
Den 2 februarij 1682 betaalt aen Hebeltie Cornelis de somma van twee Caroliguldens en ses stuijvers, segge seventien Caroliguldens en vijfftien stuijvers wegens een varndel jaars kostgelt etcetera, volgens quitantie met Numero 36 f 17-15-00 
---------- 
f 39-05-00 
 
[0197v] Uijtgave voor Trijntie 
[gebleecken] 
Den 1 Maij 1682 betaalt aen Haebeltie Cornelis voornoemd een vierendeels jaar kostgelt als vooren, ter somma van sestien Caroliguldens en vijff stuijvers, luijt quitantie met Numero 37 f 16-05-00 
Den 4 Maij betaalt aen Saecke Rompckes de somma van acht Caroliguldens een stuijver acht penningen ter saecke geleverde winckelwaeren, volgens quitantie met Numero 38, dus f 8-01-08 
Den 19 Maij betaalt aen Siouckien Jelles de somma van vijff Caroliguldens en dartien stuijvers wegens een nieuwe kap luijt quitantie met Numero 39, dus f 5-13-00 
[transeat] 
Den 30 Julij aen Trijntie Jobs verstreckt de somma van vier Caroliguldens om bij haer gebruijckt en geconverteert te worden op de reijse naer Amsterdam, dus f 4-00-00 
---------- 
f 33-19-08 
 
[0198r] Uijtgave voor Trijntie 
[gebleecken] 
Den 25 Julij 1682 betaalt aen Hebeltie Cornelis de somma van dartien Caroliguldens en vijff stuijvers ter saecke een vierendeels jaars kostgelt, volgens quitantie met Numero 40, dus f 13-05-00 
Den 12 Augusti betaalt aen de Burgemeester Tjeerdt Bouwens de somma van twee Caroliguldens en twee stuijvers wegens een paar hoosen, volgens quitantie met Numero 41 f 2-02-00 
Den 15 Augusti betaalt aen Maeijcke Cornelis de somma van twee Caroliguldens en achtien stuijvers ter saecke wit dopies, volgens quitantie met Numero 42 f 2-18-00 
Den 2 September betaalt aen Lourens Reinders de somma van twee Caroliguldens en tien stuijvers ter saecke geleverd linnen ten behoeve van Trijntie, luijt quitantie met Numero 43, dus f 2-10-00 
---------- 
f 20-15-00 
 
[0198v] Uijtgave voor Trijntie 
[gebleecken] 
Den 10 November 1682 betaalt aen Hebeltie Cornelis de somma van veertien Caroliguldens en drie stuijvers ter saecke een vierendeels jaar kostpenningen en eenige uijtgeschoten expensen, volgens quitantie met Numero 44, dus f 14-03-00 
Den 19 Januarij 1683 aen Sijbren Oensens de somma van twee Caroliguldens en ses penningen ter causa geleverde winckelwaeren luijt quitantie met Numero 45 f 2-00-06 
Den 27 dito betaalt aen de Burgemeester Tjeerdt Bouwens de somma van een Caroligulden en vijfftien stuijvers ter saecke geleverde hoosen, volgens quitantie met Numero 46, dus f 1-15-00 
Den 29 februarij betaalt aen Saecke Rompckes de somma van dartigh Caroliguldens ter causa geleverde winckelwaeren tot kledinge ten behoeve van Trijntie, luijt quitantie met Numero 48 f 30-00-00 
---------- 
f 47-18-06 
 
 
[0199r] Uijtgave voor Trijntie 
[gebleecken] 
Den 9 februarij 1683 betaalt aen Hebeltie Cornelis de somma van seventien Caroliguldens en drie stuijvers ter saecke een vierendeels jaar kostgelt en eenige expensen luijt quitantie met Numero 47, dus f 17-03-00 
Den 13 Martij betaalt aen Saecke Rompckes de somma van een Caroligulden en vijfftien stuijvers ter saecke geleverde winckelwaeren, volgens quitantie met Numero 49 f 1-15-00 
Den 20 April aen Hendrick Aerns betaalt de somma van acht Caroliguldens en twee stuijvers ter saecke geleverd linnen, luijt quitantie met Numero 50, dus f 8-02-00 
Den 1 Maij betaalt aen Hebeltie Cornelis de somma van sestien Caroliguldens en vier stuijvers, wegens een vierendeel jaars kostgelt en enige gedaene expensen, volgens quitantie met Numero 51 f 16-04-00 
---------- 
f 43-04-00 
 
[0199v] Uijtgave voor Trijntie 
[transeat] 
Nogh brenght den Rendant alhier in uijtgaeff de somma van vier Caroliguldens en tien stuijvers wegens de helft van waegenvracht nopens drie reisen naer het Sterffhuijs van Trijntie Jobs Bestevaeder, wijlen Dirck Hendricks gedaen, dus f 4-10-00 
[gebleecken] 
Den 2 Augusti 1683 betaalt aen Hebeltie Cornelis de somma van acht ien Caroliguldens en vier stuijvers wegens een vierendeel jaars kostgelt en enige gedane expensen, volgens quitantie met Numero 52, dus f 18-04-00 
Den 1 Junij aen Rinske Goosis de somma van een Caroligulden en twee stuijvers, segge een stuijver en twee penningen, ter saecke geleverde winckelwaeren, luijt quitantie met Numero 53, dus f 1-01-02 
Den 20 September betaalt aen Saecke Rompckes de somma van negen Caroliguldens en twaleff stuijvers ter saecke geleverde winckelwaeren, luijt quitantie met Numero 53, dus f 1-01-02 
Den 20 September betaalt aen Saecke Rompckes de somma van negen Caroliguldens en twaeleff stuijvers ter saecke geleverde winckelwaeren, volgens quitantie met Numero 54, dus f 9-12-00 
---------- 
f 33-07-02 
 
[0200r] Uijtgave voor Trijntie 
[gebleecken] 
Den 13 November 1683 betaalt aen Hebeltie Cornelis de somma van achtien Caroliguldens en vier stuijvers ter saecke een vierendeel jaars kostgelt, volgens quitantie met Numero 55 f 18-04-00 
Den 2 Februarij 1684 betaalt aen Hebeltie Cornelis de somma van achtien Caroliguldens en vier stuijvers ter saecke een vierendeel jaars kostgelt, luijt quitantie met Numero 56 f 18-04-00 
Den 11 April aen Hendrick Bulij de somma van acht Caroliguldens en tien stuijvers ter saecke een geleverde kab, volgens quitantie met Numero 57, dus f 8-10-00 
Den 30 dito betaalt aen Gerben Wopckes de somma van negen Caroliguldens en negentien stuijvers ter saecke Boelgoedts gelt, volgens Specificatie en quitantie met Numero 58, dus f 9-19-00 
---------- 
f 54-17-00 
 
[0200v] Uijtgave voor Trijntie 
[gebleecken] 
Den 6 Maij 1684 betaalt aen Sijmen Jansen de somma van elleff Caroliguldens en vijff stuijvers, wegens twee geleverde deeckens, volgens quitantie met Numero 59 f 11-05-00 
Den 6 dito betaalt aen Saecke Rompckes de somma van elleff Caroliguldens en twaleff stuijvers ter saecke geleverde winckelwaeren voor Trijntie, volgens quitantie met Numero 60 f 11-12-00 
Den 2 Maij betaalt aen Hebeltie Cornelis de somma van negentien Caroliguldens en twaeleff stuijvers ter saecke veertien weecken kostgeldt, volgens quitantie met Numero 61, dus f 19-12-00  
Den 7 dito aen Gerben Wopckes betaalt de somma van veertien Caroliguldens en dartien stuijvers ter saecke Boelgoedtgelt, volgens Specificatie en quitantie met Numero 62, dus f 14-13-00 
---------- 
f 57-02-00 
 
[0201r] Uijtgave voor Trijntie 
[gebleecken] 
Den 5 Junij 1684 betaalt aen Griettie Jans de somma van negen Caroliguldens en tien stuijvers ter saecke winckelwaeren, volgens quitantie met Numero 63 f 9-10-00 
Den 10 Junij betaalt aen Gerben Wopckes de somma van twintigh Caroliguldens en elleff stuijvers ter saecke Boelgoedts gelt, luijt quitantie met Numero 64, dus f 20-11-00 
[transeat] 
Nogh betaalt en geexpendeert achtien stuijvers wegens katoen tot drie mutsen voor Trijntie, dus f 0-18-00 
---------- 
30-19-00 
57-02-00 
54-17-00 
33-07-02 
43-04-00 
47-18-06 
20-15-00 
33-19-08 
39-05-00 
39-15-08 
52-17-08 
06-17-08 
29-10-08 
35-00-00 
22-14-08 
20-09-08 
10-04-00 
21-13-08 
08-01-00 
---------- 
608-10-08 
Bedragende also dese boven en vorenstaende uijtgave, te samen geaddeert de summa van ses hondert en acht Caroliguldens thien stuijvers acht penningen f 608-10-08 
 
[0201v] Particuliere Uijtgave voor Pijtter Jobs 
[bij quitantie gebleecken] 
Den 29 Junij 1677 betaalt aen Tieerdt Bouwens de somma van een Caroligulden en tien stuijvers wegens een geleverde nieuwe hoed voor Pijtter Jobs, luijt quitantie met Numero 1, dus f 1-10-00 
[transeat] Den 18 Julij aen Pijtter in Sint Jacobs merckt gedaen sestien stuijvers, dus f 0-16-00 
[gebleecken] 
Den 25 dito betaalt aen Wijbe Ulbes een Caroligulden voor een vierendeel jaar schoolpenningen van Pijtter Jobs, volgens quitantie met Numero 2, dus f 1-00-00 
[transeat] 
Den 28 November betaalt aen Haebeltie Cornelis de somma van een Caroligulden en seventien stuijvers ter saecke expensen van Sondaagsgelt, schoenlappen en naeijen tot dato deses voor Pijtter Jobs tot sijn dienste uijtgeschooten, vermogens quitantie met Numero [3] f 1-17-00 
---------- 
f 5-03-00 
 
[0202r] Uijtgave voor Pijtter 
[transeat] 
Den 28 November 1677 voor een vierendeel jaars schoolpenningen, alderheiligen verschenen, achtien stuijvers f 0-18-00 
[gebleecken] 
Den 8 December wegens Pijtter Jobs betaalt aen Aucke Gerrits een Caroligulden twee stuijvers, voor een paar schoenen, luijt quitantie met Numero 4 f 1-02-00 
Den 7 Februarij 1678 aen Taecke Pijtters achtien stuijvers voor een vierendeel jaars schoolpenningen, volgens quitantie met Numero 5, dus f 0-18-00 
[transeat] 
Den 3 Maij betaalt aen Haebeltie Cornelis van expensen aen schoenlappen, sondaags gelt en andersints voor Pijtter Jobs gedaen, de somma van twee caroliguldens acht stuijvers en acht penningen, dus f 2-08-08 
---------- 
f 5-06-08 
 
[0202v] Uijtgaeve van Pijtter 
[transeat] 
Den 3 Maij 1678 betaalt aen Teecke Pijtters voor een vierendeels jaar schoolpenningen Maij 1678 verscheenen, tot achtien stuijvers f 0-18-00 
[gebleecken] 
Den 6 Maij betaalt wegens Pijtter Jobs aen Saecke Rompckes dartien stuijvers luijt quitantie met Numero 6 f 0-13-00 
Den 6 Junio betaalt aen Gerrit Schiere de somma van achtien stuijvers van geleverd breidgeern volgens quitantie met Numero 7 f 0-18-00 
Den 24 Junij aen Lourenske Cornelis een en twintigh stuijvers van naijloon volgens quitantie met Numero 8 f 1-01-00 
Den 2 Augusti betaalt aen Gerrit Schiere de somma van een gulden vier stuijvers ter saecke een paer hoosen voor Pijtter Jobs, volgens quitantie met Numero 9 f 1-04-00 
---------- 
f 4-14-00 
 
[0203r] Uijtgave voor Pijtter 
[gebleecken] 
Den 2 Augusti 1678 aen Hendrick Bouwes de somma van een Caroligulden en ses stuijvers voor een paer schoenen, luijt quitantie met Numero 10 f 1-06-00 
Den 8 Augusti betaalt aen Teecke Pijtters een gulden en ses stuijvers voor een quart jaar schoolpenningen, volgens quitantie met Numero 11, dus f 1-06-00 
Den 16 dito betaalt aen Saecke Rompckes de somma van vijff Caroliguldens dartien stuijvers ter saecke geleverde winckelwaeren voor Pijtter Jobs luijt quitantie met Numero 12 f 5-13-00 
[transeat] 
Den 8 November op verscheiden tijden aen Pijtter Jobs verschooten tot sondaags gelt schoenlappen en andersints van stuijver tot stuijver opgetekent, te saemen de somma van vier Caroliguldens f 4-00-00 
---------- 
f 12-05-00 
 
[0203v] Uijtgave voor Pijtter 
[gebleecken] 
Den 5 Maij 1679 betaalt aen Teecke Pijtters voor drie vierendeels jaar schoolpenningen, ijder vierendeel jaar tot achtien stuijvers, de somma van twee Caroligulden en veertien stuijvers, luijt quitantie met Numero 13 f 2-14-00 
Den 9 Maij betaalt aen Saecke Rompckes vijfftien Carolijguldens en vijff stuijvers ter causa geleverde winckelwaeren voor Pijtter Jobs, volgens quitantie met Numero 14, dus f 15-05-00 
[transeat] 
Dito betaalt van schoenlappen, sondaaghs gelt en andere geringe onkosten van tijt tot tijt aengetekent drie guldens ses stuijvers 8 penningen f 3-06-08 
[gebleecken] 
Den 8 Junij betaalt aen Tieerdt Bouwens twee Caroliguldens en twee stuijvers voor een hoedt ten behoeve van Pijtter Jobs, volgens quitantie met Numero 15, dus f 2-02-00 
---------- 
f 23-07-08 
 
[0204r] Uijtgave voor Pijtter 
[gebleecken] 
Den 11 Junij 1679 betaalt aen Reintien de Vos de somma van twee Caroli guldens en tien stuijvers wegens het maacken van een pack kleeren voor Pijtter Jobs, volgens quitantie met Numero 16, dus f 2-10-00 
Den 2 Julij betaalt aen Hendrick Lieuwes de somma van een Caroli gulden en drie stuijvers wegens een paer schoenen voor Pijtter Jobs gelevert, luijt quitantie met Numero 17, dus f 1-03-00 
[transeat] 
Dito in verscheiden tijden aen ende voor Pijtter Jobs verschooten aen schoenlappen, sondaaghs gelt en anders, te saemen de somma van twee guldens en acht stuijvers f 2-08-00 
[gebleecken] 
Dito betaalt aen de Burgemeester Jan Sijmens een gulden en vier stuijvers twaeleff penningen ter causa geleverde winckelwaren ten dienste als vooren, luijt specificatie en quitantie met Numero 18, dus f 1-04-12 
---------- 
f 7-05-12 
 
[0204v] Uijtgave voor Pijtter 
[gebleecken] 
Den 14 October betaalt aen Saecke Rompckes een gulden sestien stuijvers van geleverde winckelwaeren als boven meldens quitantie met Numero 19 f 1-16-00 
[transeat] 
Den 1 November betaalt aen mr. Hendrick voor een vierendeel jaars schoolpenningen, een Caroligulden f 1-00-00 
[gebleecken] 
Den 13 Novembri betaalt aen Hendrick Lieuwes de somma van een gulden en vier stuijvers, ter causa een paer schoenen voor Pijtter Jobs, vermogens quitantie met Numero 20 f 1-04-00 
[transeat] 
Den 12 December 1679 op verscheiden tijden aen en voor Pijtter verschoten van sondaaghs gelt, schoenlappen en anders van tijt tot tijt aengeteeckent, de somma van vijff Caroliguldens drie stuijvers 8 penningen, dus f 5-03-08 
---------- 
f 9-03-08 
 
[0205r] Uijtgave voor Pijtter 
[gebleecken] 
Den 26 December 1679 betaalt aen Saecke Rompckes de somma van vier Caroliguldens en achtien stuijvers wegens geleverde winckelwaeren aen Pijtter Jobs, luijt quitantie met Numero 21, dus f 4-18-00 
[transeat] 
Doenmaals aen vierendeels jaar schoolpenningen voor Pijtter Jobs betaalt tot een Caroligulden, dus f 1-00-00 
[marge] 1680 
[gebleecken] 
Den 10 April betaalt aen Tieerdt Bouwens de somma van twee caroliguldens en vier stuijvers ter saecke een nieuwe hoedt voor Pijtter Jobs, meldens quitantie met Numero 22, dus f 2-04-00 
Dito aen Aucke Gerrits betaalt een gulden en vier stuijvers wegens een paer schoenen luijt quitantie met Numero 23, dus f 1-04-00 
---------- 
f 9-06-00 
 
[0205v] Uijtgave voor Pijtter 
[gebleecken] 
Den 20 April 1680 betaalt aen Claas Dircks de somma van vier Caroliguldens dartien stuijvers acht pernningen voor een lapke doeck volgens quitantie met Numero 24 f 4-13-08 
Dito betaalt aen mr. Aart Jacobs de somma van twee guldens en veertien stuijvers ter saecke meesterloon van Pijtter Jobs been, luijt quitantie met Numero 25 f 2-14-00 
Den 4 Maij betaalt aen mr. Pijtter Cornelis voor een vierendeel jaars schoolpenningen wegens Pijtter Jobs een Caroligulden luijt quitantie met Numero 26 f 1-00-00 
[transeat] 
Betaalt aen Hebeltie Cornelis voor uijtgeleide penningen in verscheiden tijden tot dienste van Pijtter Jobs gedaen de somma van twee guldens sestien stuijvers en acht penningen f 2-16-08 
---------- 
f 11-04-00 
 
[0206r] Uijtgave voor Pijtter 
[gebleecken] 
Den 16 Maij 1680 betaalt aen Reintien de Vos een Caroligulden en tien stuijvers wegens het maacken van een rock voor Pijtter Jobs, luijt quitantie met Numero 27, dus f 1-10-00 
Den 30 Julio betaalt aen Hebeltie Cornelis de somma van drie guldens en vijftien stuijvers van expensen en een Caroligulden van schoolpenningen voor Pijtter Jobs betaalt, vermogens quitantie met Numero 28, dus te samen f 4-15-00 
Den 8 Augusti betaalt aen Hendrick Lieuwes een Caroligulden en vijff stuijvers van een paer schoenen voor Pijtter Jobs meldens quitantie met Numero 29 f 1-05-00 
Den 1 November betaalt aen Hebeltie Cornelis de somma van negentien Caroliguldens en ses stuijvers ter saecke een farndeels jaar kostgelt en enige expensen, volgens quitantie met Numero 30, dus f 19-06-00 
---------- 
f 26-16-00 
 
[0206v] Uijtgave voor Pijtter 
[gebleecken] 
Den 8 februarij 1681 betaalt aen Pijtter Cornelis de somma van een Caroligulden ter saecke een vierendeel jaars schoolpenningen, volgens quitantie met Numero 31, dus f 1-00-00 
Den 18 dito betaalt aen Hebeltie Cornelis de somma van achtien Caroliguldens en achtien stuijvers ter saecke een vierendeels jaar kostgelt en enige gedaene expensen, volgens quitantie met Numero 32 f 18-18-00 
Den 21 Maart betaalt aen de Burgemeester Jan Sijmens de somma van achtien Caroliguldens een stuijver 4 penningen, wegens geleverde winckelwaeren, luijt specificatie en quitantie met Numero 33, dus f 18-01-04 
Den 6 April betaalt aen de Burgemeester Tieerdt Bouwens de somma van twee Caroliguldens wegens een hoedt voor Pijtter Jobs, volgens quitantie met Numero 34 f 2-00-00 
---------- 
f 39-19-04 
 
[0207r] Uijtgave voor Pijtter 
[gebleecken] 
Den 6 April 1681 betaalt aen Sioerdt Offkes de somma van twee Caroliguldens en tien stuijvers ter saecke het maeckloon van een pack kleeren en uijtgeschoten gelt, volgens quitantie met Numero 35 f 2-10-00 
Den 14 Maert aen de Burgemeester Tieerdt Bouwens betaalt een Caroligulden en twaeleff stuijvers wegens geleverde hoosen, luijt quitantie met Numero 36 f 1-12-00 
Den 4 Maij betaalt aen Pijtter Cornelis de somma van een Caroligulden wegens een vierendeel jaars schoolpenningen, luijt quitantie met Numero 37 f 1-00-00 
Den 7 Maij aen Hebeltie Cornelis betaalt de somma van negentien Caroliguldens en een stuijver, wegens een vierendeel jaars kostgelt en enige expensen bij haer gedaen, volgens quitantie met Numero 38 f 19-01-00 
---------- 
f 24-03-00 
 
[0207v] Uijtgave voor Pijtter 
[gebleecken] 
Den 25 Julij 1681 betaalt aen Hebeltie Cornelis de somma van seventien Caroliguldens seventien stuijvers 8 penningen, ter saecke een vierde part van een jaar kostpenningen en verschotene expensen, volgens quitantie met Numero 39, dus f 17-17-08 
Den 8 Augusti betaalt aen Aart Jacobs voor meesterloon achtien stuijvers, luijt quitantie met Numero 40 f 0-18-00 
Den 16 October 1681 aen Saecke Rompckes betaalt de somma van een gulden drie stuijvers 8 penningen, wegens geleverde winckelwaeren, volgens quitantie met Numero 41 f 1-03-08 
Den 19 November betaalt aen Hebeltie Cornelis de somma van achtien Caroliguldens en sestien stuijvers wegens een vierendeel jaars kostgelt en eenige gedane expensen, luijt quitantie met Numero 42 f 18-16-00 
---------- 
f 38-14-08 
 
[0208r] Uijtgave voor Pijtter 
[gebleecken] 
Den 6 November 1681 aen Maeijcke Jans betaalt de somma van twee caroliguldens en twee stuijvers wegens een paer hoosen, volgens quitantie met Numero 43 f 2-02-00 
Den 2 Februarij 1682 betaalt aen Hebeltie Cornelis de somma van achtien Caroliguldens en vier stuijvers wegens een vierendeel jaars kostgelt en enige gedane expensen, luijt quitantie met Numero 44, dus f 18-04-00 
Den 12 Maart betaalt aen Saecke Rompckes de somma van vijff Caroli guldens en acht stuijvers, ter saecke geleverde winckelwaeren ten behoeve van Pijtter, volgens quitantie met Numero 45, dus f 5-08-00 
Den 9 Maij betaalt aen Hebeltie Cornelis de somma van achtien guldens negen stuijvers en acht penningen wegens een vierendeel jaars kostgelt, volgens quitantie met Numero 46 f 18-09-08 
---------- 
f 44-03-08 
 
[0208v] Uijtgaeff voor Pijtter 
[gebleecken] 
Den 26 Maart 1681 aen Saecke Rompckes betaalt de somma van tien Caroliguldens en negentien stuijvers ter causa geleverde winckelwaeren, luijt quitantie met Numero 47 f 10-19-00 
Den 17 Maij 1682 betaalt aen mr. Aart Jacobs de somma van twee Caroli guldens en acht stuijvers ter saecke meijsterloon, volgens quitantie met Numero 48 f 2-08-00 
[transeat] 
Den 17 Julij aen Pijtter tot tot Leeuwaerder mercke gelt verstreckt, een Caroli gulden en tien stuijvers f 1-10-00 
Den 22 dito aen den selven tot Biltmercke gelt gegeven tien stuijvers f 0-10-00 
[gebleecken] 
Den 28 Julij betaalt aen Hebeltie Cornelis de somma van achtien Caroliguldens en vijff stuijvers ter saecke een vierendeels jaar kostgelt en enige gedane expensen, luijt quitantie met Numero 49 f 18-05-00 
---------- 
f 33-12-00