Vindplaats: | Tresoar, Nedergerecht Harlingen (13-16) inventarisnummer 176 folio 226v
|
Pand: | Grote Kerkstraat 36
|
Inleiding: | [0227r] Rekeninge, bewijs ende reliqua van de administratie der goederen gehat ende gedaen bij Foppe Clasen Ens, olde vaendrager ende Capiteijn van het jacht der hoogmogende Heeren Raden ter Admiraliteits Collegie alhier wonachtig binnen deser Stede, als geauthoriseerde Curator over Sara Gabbes naegelatene dochter van wijlen Gabbe Obbes cum uxore in tijden echtelieden alhier hoewel meerderjarig, maer echter door swackheijt des lichaems niet machtig sich selfs te erneren ende te conen guberneren, alles gestelt bij Caroliguldens van xx stuijvers het stuck, in voegen so volgt
[marge] Overgeleght ende gepraesteert bij Foppe Clasen Ens als Curator over Sara Gabbes in nevenstaende praemio deses vermelt, Rendant, sampt ontvangh opgenomen ende gesloten bij Wijbe Wijbes, coopman als praesident off Gecommitteerde uijt de armevooghden alhier in dier voegen rendeerde, alles ten overstaen der Heeren Burgemeesteren Menelaus Hillebrants ende Sibrandus Pauw als Commissarien, geadsocieert met Theodorus Stansius, Secretaris. Actum den 3 Julij 1685, segge den 3 Augustus 1685. [einde marge]
Om te betonen waer uijt desen resulteert, so exhibeert den Rendant alhier de acte van authorisatie in dato den [niet ingevuld] annex met A
ende om pertinente ende corte aenwijsinge te doen van de staet der goederen, waer van dese administratie [0227v] bestaet, soo wort alhier geexhibeert de vorige rekeninge bij wijlen de vroedsman Hendrick Hendrix, weduw Aefke Jans den 18 Martij 1672 ten overstaen van de geordonneerde Heeren Commissarien van desen Gerechte gedaen ende gesloten annex met B
uijt welx voornoemde slot van rekeninge geblijckt dat den rendant aen vastigheijt voor den rendeerde is overgelevert sekere aenpart huisinge, staende in de kerckstraet waer uijt des rendeerdes bestemoeder Geert Willems is versturven te sien in fine onder de letter C
als mede sodanige gevalueerdt ende old gelt voor des rendeerdes aenpart als in voornoemd slot van rekeninge onder letter D is gementioneert
|
Inventaris: |
[0227r] Om te betonen waer uijt desen resulteert, so exhibeert den Rendant alhier de acte van authorisatie in dato den [niet ingevuld] annex met A | |
ende om pertinente ende corte aenwijsinge te doen van de staet der goederen, waer van dese administratie [0227v] bestaet, soo wort alhier geexhibeert de vorige rekeninge bij wijlen de vroedsman Hendrick Hendrix, weduw Aefke Jans den 18 Martij 1672 ten overstaen van de geordonneerde Heeren Commissarien van desen Gerechte gedaen ende gesloten annex met B | |
uijt welx voornoemde slot van rekeninge geblijckt dat den rendant aen vastigheijt voor den rendeerde is overgelevert sekere aenpart huisinge, staende in de kerckstraet waer uijt des rendeerdes bestemoeder Geert Willems is versturven te sien in fine onder de letter C | |
als mede sodanige gevalueerdt ende old gelt voor des rendeerdes aenpart als in voornoemd slot van rekeninge onder letter D is gementioneert | |
| |
[0228r] Ontvangh 1672 | |
Item bij den Rendant genoten voor dese Rendeerde sodanige huisgeraden, linnen, wollen ende silvergoedt als ter inventario in het slot van gedachte rekeninge is gestelt sub Litera E | |
[welgebracht ende aengenomen] | |
Als mede aen contant geldt voor den Rendeerde bij den rendant uijt handen van Aefke Jans ontvangen ter sake haerder meerder ontvang als uijtgaeff in verminderinge harer Aefkes debet, de somma van ses hondert ende vier en veertig caroliguldens veertien stuijvers acht penningen, volgens slot van gemelte rekeninge sub Litera F dus | f 644-14-08 |
| ---------- |
1 Lats | f 644-14-08 |
| |
[0228v] Ontvangh 1672 | |
[welgebracht ende aengenomen] | |
Hier bij gedaen de interessen van Maij 1672 aen het Meij 1673 van een capitael van 400 guldens vermits in cas van uijtgaef sal geblijken ver over de twe hondert caroliguldens in het selve jaer tot des rendeerdes behoef uijtgereikt te sijn, te sien uijt den staet van uijtgaef dus tegens vijff per centum maeckt twintig guldens, segge | f 20-00-00 |
[marge: 1673] | |
Voor ontvangh wort gebracht voor den rendeerde voor haer aenpart der huiren opgecomen van Maij 1672 aent 1673 de somma van sestien caroli guldens twe stuijvers, dus | f 16-02-00 |
[marge: 1674] | |
De interessen voor den Jare 1674 van het capitael van drie hondert guldens waer op den rendant het begroot ter sake het geen nogh onder hen was, na aftochte van de uijtgegevene penningen in het voornoemde jaer gecauseert ende ijetwas bij cassa bleef wort hier voor ontvang gebracht tot vijftien guldens, segge | f 15-00-00 |
| ---------- |
2 Lats | f 51-02-00 |
| |
[0229r] Ontvangh 1674 | |
[welgebracht ende aengenomen] | |
Noch bij den Rendant ontvangen van Aefke Hendrix den 22 Maij 1674 in de voornoemde vorige rekeninge nopens haer resterende debet de somma van een hondert ende een ende tachtigh caroliguldens twalef Stuivers, dus | f 181-12-00 |
De huiren op gecomen voor des rendeerdes aenpart nopens het voornoemde jaer 1674 vermits quade betalinge van de eene camer de somma van negen Caroli guldens | f 9-00-00 |
[marge: 1675 | |
De Intressen van dit jaer worden ter sake meerder ontvang van penningen hier voren gemelt vergroot met vijf caroliguldens, dus alhier ten profijte van de rendeerde gebracht op twintig caroliguldens, dus | f 20-00-00 |
| ---------- |
3 Lats | f 210-12-00 |
| |
[0229v] Ontvang 1675 | |
[welgebracht ende aengenomen] | |
De huijren voor des rendeerdes aenpart op gecomen voor den jare 1675 bedragen in alles dartien caroliguldens, dus alhier voor ontvang | f 13-00-00 |
[marge: 1676] | |
De Interessen voor dit jaer vermits hondert caroliguldens bij cassa bleef tot uijtgaef voor dat jaer, worden begroot tegens vijftien caroliguldens, dus | f 15-00-00 |
De aenpart huijren aen suijver gelt voor het jaer 1676 bedragen ellef caroli guldens tien stuijvers. Dus | f 11-10-00 |
| ---------- |
4 Lats | f 39-10-00 |
| |
[0230r] Ontvangh 1677 | |
[welgebracht ende aengenomen] | |
De Interessen voor dit jaer 1677 ter sake uijtgaef in dat jaer gedaen ende ter sake dat ijetwat bij cassa moeste blijven tot vereijschte debourchements dan ter somma van tien caroliguldens, dus | f 10-00-00 |
De aenpart huijrpenningen voor dit jaer 1677 is seer weinig geweest, ter sake twe te min betaelde posten door de huirders, so dat suijver gelt is opgenomen voor den rendeerdes quota acht caroli guldens, dus | f 8-00-00 |
[marge: 1678] | |
De aenpart huirpenningen voor den rendeerde voor het jaar 1678 voor profijtelijke ontvang bedragen veertien caroliguldens ses stuijvers, dus alhier | f 14-06-00 |
| ---------- |
5 Lats | f 32-06-00 |
| |
[0230v] Ontvangh 1678 | |
[welgebracht ende aengenomen] | |
De Interessen voor dit jaer het geen den rendant na aftochte der verstreckete penningen ende behoudinge van eenige penningen bij cassa onder hen detineert worden begroot op seven guldens 10 stuijvers, dus | f 7-10-00 |
[marge: 1679] | |
De Interessen voor het jaer 1679 sijn bij den rendant ten profijte (bij moderatie) voor de rendeerde nopens het gelt dat sij boven de uijtgaef bij cassa hadde begroot op ses caroliguldens, dus | f 6-00-00 |
De profijtelijke huijrpenningen voor des rendeerdes aenpart voor dit jaer sijn niet hoger geweest dan ter somma van twalef caroli guldens, dus | f 12-00-00 |
| ---------- |
6 Lats | f 25-10-00 |
| |
[0231r] Ontvangh 1680 | |
[welgebracht ende aengenomen] | |
De Interessen voor het jaer 1680 erlangende de penningen onuijtgegeven ende noch onder den rendant berustende, worden gestelt op vijff Caroli guldens, dus | f 5-00-00 |
De profijttelijke aenpart huijr voor den rendeerde voor dit jaer gevordert, bedraeght ter somma van twalef Caroli guldens tien stuijvers, dus | f 12-10-00 |
[marge: 1681] | |
De Interessen ten profijtte van den rendeerde opgestelt sijn begroot op vijff Caroli guldens, dus alhier voor ontvangh tot | f 5-00-00 |
| ---------- |
7 Lats | f 22-10-00 |
| |
[0231v] Ontvangh 1681 | |
[welgebracht ende aengenomen] | |
De huijrpenningen voor des rendeerdes aenpart voor dit jaer 1681 opgecomen, bedragen dartien Caroli guldens effen, dus | f 13-00-00 |
[marge: 1682] | |
De Interessen voor den jare 1682 bedragen ende comen alhier voor den voor profijttelijck tot vijff Caroli guldens, dus | f 5-00-00 |
De huijrpenningen voor des rendeerdes aenpart voor dit jaer 1682 comen te belopen de somma van veertien Caroli guldens, dus | f 14-00-00 |
[marge: 1683] | |
De huijrpenningen voor het jaer 1683 sijn voor des rendeerdes aenpart opgecomen, ter somma van dartien caroliguldens vier stuijvers, dus | f 13-04-00 |
| ---------- |
8 Lats | f 45-04-00 |
| |
[0232r] Ontvangh 1684 | |
[welgebracht ende aengenomen] | |
De profijtelijke huijrpenningen voor het jaer 1684 sijn opgecomen ende ontvangen nopens des rendeerdes aenpart, ter somma van twalef Caroli guldens sestien stuijvers, dus | f 12-16-00 |
[marge] 1685 | |
De uijt Staende profijtelijke aenpart huijr, blijft nu Maij 1685 verschenen te goede voor de rendeerde, dit pro memoria | |
| ---------- |
9 Lats | f 12-16-00 |
8 Lats | f 45-04-00 |
7 Lats | f 22-10-00 |
6 Lats | f 25-10-00 |
5 Lats | f 32-06-00 |
4 Lats | f 39-10-00 |
3 Lats | f 210-12-00 |
2 Lats | f 51-02-00 |
1 Lats | f 644-14-08 |
| ---------- |
Somma | f 1084-04-08 |
| |
Bedragende also des rendants gehele ontvang, te samen geaddeert sijnde, de somma van een duisent vier ende tachtig Caroli guldens vier stuijvers acht penningen | f 1084-04-08 |
| |
[0232v] Uijtgaef tegens vorige Ontvangh 1672 | |
[gebleken bij quitantie] | |
Den 18 Martij aen de olde burgemeester Jacobus Goslings betaelt ses caroliguldens ses stuijvers, ter sake verdiende salarien in causa voor Sara Gabbes gecauseert, volgens quitantie met numero 1, dus | f 6-06-00 |
Den 20 dito aen Bauke Ziercks, mr. schoenmaker ter sake van leverantie van schoenen ten behoeve van den rendeerde geconverteert, betaelt een gulden volgens quitantie met numero 2 | f 1-00-00 |
Ut ante aen Broer Romkes betaelt vier caroliguldens tien stuijvers nopens Sara aenpart ter causa reparatie ende materialen aen de mandelige huisinge in de Kerkstraet staende, geimploijeert volgens Specificatie ende quitantie met numero 3 | f 4-00-00 |
| ---------- |
1 Lats | f 11-16-00 |
| |
[0233r]Uijtgaef | f 1672 |
[gebleken bij quitantie] | |
Den 18 Martij 1672 aen Cornelis van der Veer betaelt twe caroliguldens tien stuijvers acht penningen, ter sake aenpart verteringe den rendeerde te laste comende in cas van geholdene comparities tot bevorderinge der pupillen off dese rendeerde cum socius sake voorgevallenen, volgens quitantie met numero 4 | f 2-10-08 |
Den 7 April aen Bauke Sierx betaelt drie carolijguldens vijf stuijvers, ter sake costpenningen bij den rendeerde tot Antjes ter achteren, volgens quitantie met numero 5 | f 3-05-00 |
Den 26 Martij aen Auke Jacobs, mr. metselaer betaelt vijftien caroliguldens drie stuijvers, ter sake costgelt bij den rendeerde ter achteren zedert den 1 November 1971 tot den 24 februarij 1672 toe volgens quitantie met numero 6, dus | f 15-03-00 |
| ---------- |
2 Lats | f 20-18-08 |
| |
[0233v] Uijtgave 1672 | |
[gebleken bij quitantie] | |
Den 27 Martij aen mr. Poulus ferese? betaelt twe caroliguldens vier stuijvers ter sake geleverde dranken ende medecijnen ten behoeve van der rendeerde geimploijeert, volgens quitantie met numero 7 | f 2-04-00 |
Den 8 April aen Martjen Willems ter sake leverantie van een paer mouwen met sijn toebehoren ten behoeve van den rendeerde gedaen een gulden ende dartien stuijvers 4 penningen, volgens quitantie met numero 8, dus | f 1-13-04 |
Den 9 dito aen Martien Willems betaelt seventien caroliguldens een stuijver ter sake klederen ten behoeve van den rendeerde gelevert, volgens quitantie met numero 9 | f 17-01-00 |
| ---------- |
3 Lats | f 20-18-04 |
| |
[0234r] Uijtgave 1672 | |
[gebleken bij quitantie] | |
Den 17 Maij aen Hendrik Donkert betaelt twe caroliguldens, ter sake leverantie van een paer hosen aen den rendeerde gedaen, volgens quitantie met numero 10, dus | f 2-00-00 |
Den 19 dito aen Joost Jansen, mr. schoenmaker betaelt een gulden, veertien stuijvers ter sake een paer schoenen ten behoeve van den rendeerde gelevert, volgens quitantie met numero 11, dus | f 1-14-00 |
Ut supra aen Janke Jans betaelt ende gerestitueert twe caroliguldens vijf stuijvers aen den Rendeerde door voornoemde Janke geleent, volgens quitantie met numero 12, dus | f 2-05-00 |
| ---------- |
4 Lats | f 5-19-00 |
| |
[0234v] Uijtgaef | f 1672 |
[gebleken bij quitantie] | |
Noch aen Claes Taedes, mr. verwer betaelt, een gulden drie stuijvers ter sake verwe ende loon van het verwen aen den huise van den rendeerde voor haer aenpart gepleegt, volgens quitantie met numero 13, dus | f 1-03-00 |
Den 7 Juni aen Broer Romkes betaelt ien caroliguldens twalef penningen ter sake reparatie voor des rendeerdes aenpart van voornoemde huisinge geimplojeert, sampt leverantie van hout, steen ende glasen dies wegen gelevert, volgens quitantie met numero 14, dus | f 10-00-12 |
Den 15 Julij aen Martjen Willems betaelt vier caroliguldens vier stuijvers vier penningen, ter sake leverantie van doek tot des rendeerdes nooddruft gepraesteert, volgens Specificatie ende quitantie met numero 15 | f 4-04-04 |
| ---------- |
5 Lats | f 15-08-00 |
| |
[0235r] Uijtgaef | f 1672 |
[gebleken bij quitantie] | |
Noch aen Broer Romkes betaelt twalef caroli guldens, ter sake costgelt ende verschotene penningen bij den rendeerde ten achteren, volgens quitantie met numero 16, dus | f 12-00-00 |
Den 9 Augustus aen Hans Hendrix betaelt een gulden seven stuijvers ter sake grontpacht voor den rendeerdes aenpart nopens voornoemde huisinge, volgens quitantie met numero 17, dus | f 1-07-00 |
Den 26 dito mr. Sijbren Sijbrens, tinnegieter, betaelt voor den rendeerdes aenpart, ter sake leverantie van lood aen des voornoemden huises loif geimplojeert, een gulden vier stuijvers volgens quitantie met numero 18, dus | f 1-04-00 |
| ---------- |
6 Lats | f 14-11-00 |
| |
[0235v] Uijtgaef | f 1672 |
[gebleken bij quitantie] | |
Den 4 September aen Martien Willems betaelt drie caroliguldens vijf stuijvers acht penningen ter sake leverantie van Blauw Saij ten behoeve van de rendeerde gepleegt, volgens quitantie met numero 19, dus | f 3-05-08 |
Den 11 dito aen mr. Steven slotmaker betaelt, ter sake gemaekt slot, aen den cas van den rendeerde gelevert, volgens quitantie met numero 20, dus | f 1-08-00 |
Den 1 November aen Broer Romkes betaelt tien Caroliguldens tien stuijvers ter sake verschenen costgelt bij den rendeerde ter achteren, volgens quitantie met numero 21, dus | f 10-10-00 |
| ---------- |
7 Lats | f 15-03-08 |
| |
[0236r] Uijtgaef | f 1672 |
[gebleken bij quitantie] | |
Den selfden dito aen Martien Willems betaelt een gulden sestien stuijvers ses penningen ter sake leverantie van een paer mouwen, bij den rendeerde genoten, volgens quitantie met numero 22, dus | f 1-16-06 |
Den 2 dito aen Joost Jansen, mr. slotmaker betaelt een caroligulden ter sake leverantie van een paer muijlen bij de rendeerde genoten, volgens quitantie met numero 23 | f 1-00-00 |
Ut Supra betaelt aen Gerbrig Foppes, naijster, twe caroliguldens vier stuijvers, ter sake naijloon aen den rendeerde verdient, volgens quitantie met numero 24, dus | f 2-04-00 |
| ---------- |
8 Lats | f 5-00-06 |
| |
[0236v] Uijtgaef | f 1673 |
[gebleken bij quitantie] | |
Den 4 Februarij 1673 aen de Notarius Gabinius Stephani, ter sake sijne verdiensten ter versoeke van den rendeerde gepraesteert, betaelt een caroligulden ende 16 stuijvers volgens quitantie met numero 25, dus | f 1-16-00 |
Den 1 Maij aen Broer Romkes geretitueert sodanige twee caroliguldens twe stuijvers als hij zedert 1 October 1672 aent Maij 1673 aen den rendeerde terwijl sij bij hem ter cost lagh, hadde verstreckt, volgens quitantie met numero 26, dus | f 2-02-00 |
Ut ante aen Martien Willems betaelt ter sake leverantie van een borstrock ten behoeve van den rendeerde geimplojeert, de somma van drie caroliguldens seven stuijvers, volgens quitantie met numero 27 ad | f 3-07-00 |
| ---------- |
9 Lats | f 7-05-00 |
| |
[0237r] Uijtgaef | f 1673 |
[gebleken bij quitantie] | |
Insgelijx aen Broer Romkes betaelt het costgelt van den rendeerde van 1 November 1672 aent Maij 1673 de somma van twintigh caroliguldens, volgens quitantie met numero 28, dus | f 20-00-00 |
Den 31 Maij aen Hendrik Donker betaelt een gulden ende 15 stuijvers ter sake een paer hosen aen de rendeerde gelevert, volgens quitantie met numero 29, dus | f 1-15-00 |
Den 2 Junij aen Gerbrig betaelt twe caroliguldens seven stuijvers, ter sake winkelwaren aen den rendeerde, volgens specificatie ende repectivelijke quitantie met numero 30 gelevert, dus | f 2-07-00 |
| ---------- |
10 Lats | f 24-02-00 |
| |
[0237v] Uijtgave 1673 | |
[gebleken bij quitantie] | |
Den 11 Julij aen mr. Hendrik Grundel, ter sake schoolpenningen, hem van den rendeerde competerende, betaelt, een caroligulden, volgens quitantie met numero 31 | f 1-00-00 |
Den 22 Augustus aen Hans Hendrix betaelt een caroligulden seven stuijvers acht penningen, ter sake Sint Jacobischattinge ende grontpacht pro quota van der rendeerdes aenpart der huisinge voornoemd, volgens quitantie met numero 32, dus | f 1-07-08 |
Den 1 October aen de burgemeester Lanting betaelt voor den rendeerde ter sake extraordinaris schattinge de somma van ses Caroliguldens ses stuijvers of twe silveren ducatons, volgens quitantie met numero 33 | f 6-06-00 |
| ---------- |
11 Lats | f 8-13-00 |
| |
[0238r] Uijtgave 1673 | |
[gebleken bij quitantie] | |
Den 5 November aen Claes Wopkes betaelt een ende twintig caroliguldens seventien stuijvers ter sake een Halfjaer costpenningen ende eenige verstreckt penningen ten dienste van den rendeerde geconverteert, volgens quitantie met numero 34 | f 21-17-00 |
Den 17 Decembris aen Antie Scheltis betaelt een Caroligulden ses stuijvers acht penningen, ter sake eetwaren aen den rendeerde gelevert, volgens quitantie met numero 35, dus | f 1-06-08 |
| ---------- |
12 Lats | f 23-03-08 |
| |
[0238v] Uijtgaef | f 1674 |
[gebleken bij quitantie] | |
Den 15 Januarij 1674 aen Claes wopkes betaelt vier caroliguldens, ter sake achterstallige costpenningen bij den rendeerde te reste, volgens quitantie met numero 36, dus | f 4-00-00 |
Den 4 Martij aen de Burgemeester Jan Sijmens Bijlaen betaelt negen Caroliguldens acht penningen ter sake winkelwaren ten behoeve van den rendeerde gelevert, volgens specificatie ende quitantie met numero 37, dus | f 9-00-08 |
Den 9 Maij aen Sijbren Oensen betaelt, ter sake Sint Jacobischattinge ende grontpacht voor des rendeerdes quota twe Caroliguldens ellef stuijvers, volgens quitantie met numero 38 | f 2-11-00 |
| ---------- |
13 Lats | f 15-11-08 |
| |
|
|
[0239r] Uijtgaef | f 1674 |
[gebleken bij quitantie] | |
Den 19 dito aen mr. Marten Joannes betaelt drie Caroliguldens drie stuijvers, ter sake verdient meesterloon aen des rendeerdes been gepleegt, volgens quitantie met numero 39, dus | f 3-03-00 |
Den 22 dito 1674 aen de weduw van wijlen de vroedsman Hendrik Hendrix, glaesmaker, gewesene Curator over desen rendeerde, gerestitueert sodanige twe caroliguldens ellef stuijvers als sij weduw voor den rendeerde geexpendeert hadde ende verstreckt ende noijt voor desen bij haer in staet van uijtgaef, (in cas van de gedane rekeninge ende haer voormaels gepleegt), gedaen ende over sulx het selve alhier pro memoria aengeroert op de quitantie bij wijlen de Rentemeester Winia, hier annex met numero 41, dus | f 2-11-00 |
| ---------- |
14 Lats | f 5-14-00 |
| |
[0239v] Uijtgae | f 1674 |
[gebleken bij quitantie] | |
Den 22 Maij aen de voornoemde weduwe insgelijx geretitueert sodanige twe caroli guldens vijf stuijvers veertien penningen, als sij aen de vroedsman Saco Romkes Garsma voor desen wegens den rendeerde hadde betaelt, ende nu haer overgeleverde staet van rekeninge niet voor uijtgaef gebracht ende dies volgens ter sake verleg der geblijkene quitantie ongerojeert gebleven ende naderhants te voorschijn gecomen, volgens annotitie op voornoemde quitantie hier annex met numero 42 gestelt, dus | f 2-05-14 |
Den 26 dito aen Joost Jansen, mr. schoenmaker betaelt ter sake leverantie van schoenen en muilen ten behoeve van den rendeerde beheert, de somma van vier caroliguldens seventien stuijvers, volgens quitantie met numero 43, dus | f 4-17-00 |
| ---------- |
15 Lats | f 7-02-14 |
| |
[0240r] Uijtgaef | f 1674 |
[gebleken bij quitantie] | |
Den selfden dito aen Fettie Joukes vermits absentie van Jouke Hoijtes betaelt de somma van ses en dartig Caroliguldens tien stuijvers ter sake costpenningen voor den jare 1674 ende verstreckte penningen ten behoeve van den rendeerde gepraesteert, volgens quitantie met numero 44, dus | f 36-10-00 |
Den 18 Decembris 1674 ter sake Sint Jacobischattinge ende grontpacht voor den rendeerde betaelt een caroligulden vijf stuijvers acht penningen aen Harke Zierx volgens quitantie met numero 45 | f 1-05-08 |
| ---------- |
16 Lats | f 37-15-08 |
| |
[0240v] Uijtgaef | f 1675 |
[gebleken bij quitantie] | |
Den 13 Julij 1675 aen Joost Jansen, mr. schoenmaker betaelt vijf caroliguldens negentien stuijvers ter sake leverantie van schoenen ende muijlen aen den rendeerde gedaen, volgens quitantie met numero 46 | f 5-19-00 |
Den 4 Maij aen Fetje Joukes betaelt ter sake een half jaar costgelt bij den rendeerde ten achteren, de somma van twe en dartig Caroliguldens twe stuijvers, volgens quitantie met numero 47, dus | f 32-02-00 |
Den selfden dito aen Schelte Alberts betaelt drie Caroliguldens dartien stuijvers voor des rendeerdes aenpart ter sake leverantie van hout aen des rendeerdes huis gecauseert, volgens quitantie met numero 48 | f 3-13-00 |
| ---------- |
17 Lats | f 41-14-00 |
| |
[0241r] Uijtgaef | f 1675 |
[gebleken bij quitantien] | |
Ut Supra aen Broer Romkes betaelt sodanige een Caroligulden vijf stuijvers als hij voor de rendeerde ter sake naijloon ende stijfloon hadde geexpendeert, volgens quitantie met numero 49 | f 1-05-00 |
Ut ante aen Suke Arjens betaelt vijff caroliguldens achtien stuijvers ter sake des rendeerdes achterstallige slaepgelt, volgens quitantie met numero 50, dus | f 5-18-00 |
Den 16 Julij aen Claes Fedes betaelt, een gulden vier stuijvers acht penningen, ter sake verwen van schorteldoeken voor de rendeerde gepleegt ende gedaen, volgens quitantie met numero 51, dus | f 1-04-08 |
| ---------- |
18 Lats | f 8-07-08 |
| |
[0241v] Uijtgaef | f 1675 |
[gebleken bij quitantie] | |
Den 19 Julij aen Hendrik Donker betaelt een caroligulden ses stuijvers ter sake een paer hosen voor den rendeerde gelevert, volgens quitantie met numero 52, dus | f 1-06-00 |
Den 18 November aen Harke Zierx betaelt een gulden ses stuijvers acht penningen, ter sake schattinge ende grontpacht den rendeerde te laste comende, volgens quitantie met numero 53 | f 1-06-08 |
[marge: 1676] | |
Den 15 April 1676 aen Sijtske Arjens betaelt de somma van acht caroli guldens vier stuijvers wegens het geen den rendeerde ten achteren was, volgens quitantie met numero 54, dus | f 8-04-00 |
| ---------- |
19 Lats | f 10-16-08 |
| |
[0242r] Uijtgaef | f 1676 |
[gebleken bij quitantie] | |
Den 25 april aen Jacob Pijtters Dreijer betaelt twe caroliguldens seven stuijvers acht penningen, ter sake spinwiel aen den rendeerde gelevert, volgens quitantie met numero 55, dus | f 2-07-08 |
Ut ante aen Jan Gerrijts betaelt vijff Caroliguldens, twe stuijvers acht penningen, ter sake speck ende kaes aen den rendeerde gelevert, volgens quitantie met numero 56, dus | f 5-02-08 |
Noch betaelt ut Supra aen Aefke Fockes een gulden ende seventien stuijvers, ter sake leverantie van linnen tot een schort ten behoeve van de rendeerde, volgens quitantie met numero 57, dus | f 1-17-00 |
| ---------- |
20 Lats | f 9-07-00 |
| |
[0242v] Uijtgaef | f 1676 |
[gebleken bij quitantie] | |
Den 4 Augusti aen Joost Jansen, mr. schoenmaker betaelt twe caroliguldens 7 stuijvers, ter sake leverantie van schoenen ende muijlen bij den rendeerde genoten, volgens quitantie met numero 58, dus | f 2-07-00 |
Den 9 October aen Harke Zierx betaelt ter sake schattinge ende grontpacht voor den rendeerde de somma van een gulden vijff stuijvers acht penningen, volgens quitantie met numero 59, dus | f 1-05-08 |
Noch bij den rendant voor den rendeerde verstreckt aen Jan jarigs den 2 November 1676 een gulden ende vier stuijvers, volgens quitantie met numero 60, dus | f 1-04-00 |
| ---------- |
21 Lats | f 4-16-08 |
| |
[0243r] Uijtgaef | f 1676 |
[gebleken bij quitantie] | |
Den 23 November aen Auke Jacobs metselaer betaelt ses caroliguldens twe stuijvers acht penningen ter sake arbeitsloon ende geleverde materialen voor des rendeerdes huisinge geconverteert, volgens quitantie met numero 61, dus | f 6-02-08 |
[marge: 1677] | |
Den 4 Januarij 1677 aen de vroedsman Sako Romkes Garsma betaelt ellef caroliguldens tien stuijvers acht penningen, ter sake winkelwaren bij den rendeerde ontvangen, volgens quitantie met numero 62, dus | f 11-10-08 |
Noch aen Antie Werps betaelt drie caroliguldens tien stuijvers ter sake slaepgelt bij den rendeerde ten achteren, volgens rekeninge met numero 63, dus | f 3-10-00 |
| ---------- |
22 Lats | f 21-03-00 |
| |
[0243v] Uijtgaef | f 1677 |
[gebleken bij quitantie] | |
Den 9 Maij 1677 aen Sijtske Arjens betaelt, de somma van seven caroliguldens sestien stuijvers, ter sake des rendeerdes achterstallige slaepgelt, volgens quitantie met numero 64, dus | f 7-16-00 |
Den 5 Julij aen Sjoertie Hendrix betaelt ter sake geleverde verwe een gulden tien stuijvers tien penningen, geconverteert aen des rendeerdes huisinge, volgens quitantie met numero 65. dus | f 1-10-10 |
Aen Antie Werps betaelt de somma van twe caroliguldens twe stuijvers vier penningen, ter sake des rendeerdes achterstallige slaepgelt, volgens quitantie met numero 66, dus | f 2-02-04 |
| ---------- |
23 Lats | f 11-08-14 |
| |
[0244r] Uijtgaef | f 1677 |
[gebleken bij quitantie] | |
Den 12 September aen Pijtter Cornelis ter begeerte van Sijtske Arjens betaelt vijff guldens acht stuijvers wegens des rendeerdes debet volgens quitantie met numero 67, dus | f 5-08-00 |
Den 2 Novembris 1677 aen Sijtske Arjens ter sake slaepgelt betaelt acht Caroliguldens min vier stuijvers, bij den rendeerde ten achteren, volgens quitantie met numero 68 | f 7-16-00 |
Den 9 dito aen Harke Zierx betaelt wegens schattinge ende grontpacht een Caroligulden ses stuijvers acht penningen, volgens quitantie met numero 69, dus | f 1-06-08 |
| ---------- |
24 Lats | f 14-10-08 |
| |
[0244v] Uijtgaef | f 1677 |
[gebleken bij quitantie] | |
Den 30 Decembris aen Richtjen Harmens betaelt een gulden veertien stuijvers acht penningen ter sake gelevert eetwaren bij den rendeerde (op haer eigen cost sijnde) genoten, volgens quitantie met numero 70, dus | f 1-14-08 |
[marge: 1678] | |
Den 2 februarij 1678 aen Antie Werps ter sake des rendeerdes slaepgelt betaelt de somma van drie Caroliguldens acht stuijvers volgens quitantie met numero 71, dus | f 3-18-00 |
Den 12 februarij aen wijlen mr. Arjan Krijtenborg ter sake geleverde medecijnen bij den rendeerde genoten, betaelt twe caroliguldens sestien stuijvers, volgens quitantie met numero 72, dus | f 2-16-00 |
| ---------- |
25 Lats | f 8-08-08 |
| |
[0245r] Uijtgaef | f 1678 |
[gebleken bij quitantie] | |
Den 25 april aen Joost Jansen, mr. schoenmaker betaelt, vier caroliguldens seven stuijvers, ter sake geleverde schoenen ende muijlen bij den rendeerde genoten, volgens quitantie met numero 73, dus | f 4-07-00 |
Den 7 Maij aen Auke Jansen, mr. metselaer betaelt voor des rendeerdes aenpart materialen ende arbeits loon nopens haer huisinge gedaen, de somma van drie caroliguldens dartien stuijvers acht penningen, volgens quitantie met numero 74, dus | f 3-13-08 |
Den 1 November 1678 aen Sicke Arjens betaelt de somma van dartien Caroliguldens ter sake huisvesting ende slaepgelt bij den rendeerde ten achteren etcetera, volgens quitantie met numero 75 | f 13-00-00 |
| ---------- |
26 Lats | f 21-00-08 |
| |
[0245v] Uijtgaef | f 1678 |
[gebleken bij quitantie] | |
Den 18 November aen Harke Zierx betaelt ter sake des rendeerdes aenpart Jacobi schattinge ende grontpacht, de somma van een Caroligulden ses stuijvers acht penningen, volgens quitantie met numero 76 | f 1-06-08 |
[marge: 1679] | |
Den 1 Maij 1679 aen Claes Wopkes betaelt ter sake broodt aen de rendeerde gelevert negen caroliguldens seven stuijvers, volgens quitantie met numero 77, dus | f 9-07-00 |
Den 2 dito aen Sijtske Arjens betaelt, ter sake slaepgelt voor den rendeerde, de somma van dartien Caroliguldens, volgens quitantie met numero 78 | f 13-00-00 |
| ---------- |
27 Lats | f 23-13-08 |
| |
[0246r] Uijtgaef | f 1679 |
[gebleken bij quitantie] | |
Utsupra aen Servaes van Bemen gegeven, ter sake schoorsteengelt voor den rendeerde de somma van een gulden een stuijver, volgens quitantie met numero 79 | f 1-01-00 |
Den 1 October aen Schelte Pijtters, mr. timmerman, ter sake arbeits loon ende geleverde spijkers, betaelt een gulden vier stuijvers volgens quitantie met numero 80, dus | f 1-04-00 |
Den 11 dito 1679 aen Albert Tijmens betaelt, ter sake geleverde materialen tot reparatie der aenpart huisinge, de somma van sestien stuijvers, volgens quitantie met numero 81 | f 0-16-00 |
Den 3 Decembris aen Harke Zierx betaelt ter sake Jacobi Schattinge ende grontpacht, voor den Rendeerde, de somma van twe gulden twalef stuijvers volgens quitantie met numero 82, dus | f 2-12-00 |
| ---------- |
28 Lats | f 5-13-00 |
| |
[0246v] Uijtgaef | f 1680 |
[gebleken bij quitantie] | |
Ut ante voor den rendeerde aen reparaties der meergemelde huisinge uijtgeleijt de somma van sestien stuijvers, volgens notule met numero 83 | f 0-16-00 |
Den 24 Februarij aen Aefke Fockes betaelt, ter sake costgelt, de somma van ses en twintig caroliguldens, volgens quitantie met numero 84, dus | f 26-00-00 |
Den 4 Maij 1680 aen Auke Jacobs metselaer betaelt, ter sake reparatie aen de voornoemde huisinge voor den rendeerde gedaen, dartien stuijvers twalef penningen, volgens quitantie met numero 85 | f 0-13-12 |
| ---------- |
29 Lats | f 27-09-12 |
| |
[0247r] Uijtgaef | f 1680 |
[gebleken bij quitantie] | |
Den 8 Maij aen Hendrik Pijters betaelt voor den rendeerde, nopens haer aenpart van geleverde materialen ende spijkers tot haer huisinge geimploijeert, de somma van twe Caroliguldens een stuijver, volgens quitantie ende rekeninge met numero 86, dus | f 2-01-00 |
Den 10 dito aen Joannes Gaerman, mr. glaesmaker betaelt, ter sake reparatie van glasen voor des rendeerdes aenpart seventien stuijvers acht penningen, volgens quitantie met numero 87, dus | f 0-17-08 |
Den 12 dito aen Claes Wopkes betaelt voor den rendeerde de somma van seven Caroliguldens acht stuijvers volgens quitantie met numero 88, ter sake gelevert broodt, dus | f 7-08-00 |
| ---------- |
30 Lats | f 10-06-08 |
| |
[0247v] Uijtgaef | f 1680 |
[gebleken bij quitantie] | |
Den 15 Maij 1680 aen Joost Jansen Kock betaelt ter sake leverantie van schoenen ende muijlen bij den rendeerde genoten, de somma van drie caroligulden negentien stuijvers, volgens specificatie ende quitantie met numero 89, dus | f 3-19-00 |
Dito aen Claes Wopkes vijff guldens tien stuijvers, ter sake broodt, dit is in het jaer 1681 geschiet, volgens quitantie met numero 90, dus | f 5-10-00 |
Den 18 dito aen Aefke Fockes betaelt ter sake linnen Schort, aen den rendeerde gelevert, volgens quitantie met numero 91, de somma van twe Caroliguldens, dus | f 2-00-00 |
| ---------- |
31 Lats | f 11-09-00 |
| |
| |
[0248r] Uijtgaef | f 1680 |
[gebleken bij quitantie] | |
Den 16 Junij aen Servaes van Bemen gegeven, ter sake schoorsteengelt voor de rendeerde, de somma van een gulden een stuijver volgens quitantie met numero 92, dus | f 1-01-00 |
Den 19 Junij 1680 aen Hendrik Pijtters Donker betaelt, ter sake leverantie van een paer hosen, de somma van een gulden 3 stuijvers bij den rendeerde genoten, volgens quitantie met numero 93, dus | f 1-03-00 |
Den 16 Augustus aen IJttje Jans betaelt vier guldens ende veertien stuijvers, ter sake doek aen den rendeerde gelevert, volgens quitantie met numero 94 | f 4-14-00 |
| ---------- |
31 Lats | f 6-18-00 |
| |
[0248v] Uijtgaef | f 1680 |
[gebleken bij quitantie] | |
Den 1 Octobris 1680 aen Jan Melis betaelt vier guldens tien sSuijvers ter sake turf aen den rendeerde gelevert, volgens quitantie met numero 95 | f 4-10-00 |
Den 22 dito aen Harke Zierx betaelt voor den rendeerde, ter sake aenpart grontpacht ende Jacobi schattinge, een gulden zes stuijvers, volgens quitantie met numero 96, dus | f 1-06-00 |
Den 27 April 1681 aen Dirk Dircksen betaelt negentien guldens tien stuijvers ter sake costgelt bij den rendeerde ten achteren, volgens quitantie met numero 97 | f 19-10-00 |
| ---------- |
33 Lats | f 25-06-00 |
| |
[0249r] Uijtgaef | f 1681 |
[gebleken bij quitantie] | |
Den 6 Junij aen de apothequer Nauta betaelt, ter sake medicinen, medicamenten, visites ten behoeve van den rendeerde geimplojeert, betaelt vier caroliguldens negentien stuijvers, volgens quitantie met numero 98 | f 4-19-00 |
Den 12 Julij aen Joost Jansen betaelt ter sake leverantie van schoenen bij den rendeerde genoten twe guldens twalef stuijvers, volgens quitantie met numero 99 | f 2-12-00 |
Noch voor den rendeerde betaelt ter sake naijen, ter somma van drie Caroli guldens twaleff stuijvers aen Grietie Joannes, volgens quitatie met numero 100 | f 3-12-00 |
| ---------- |
34 Lats | f 11-03-00 |
| |
[0249v] Uijtgave 1681 | |
[gebleken bij quitantie] | |
Den 23 October 1681 aen Harmens betaelt seven gulden tien stuijvers acht penningen ter sake leverantie van karsaij etcetera bij den rendeerde genoten, volgens quitantie met numero 101, dus | f 7-10-08 |
Den 21 december aen Claes Wopkes betaelt ter sake gelevert broot, bij den rendeerde genoten vier caroliguldens dartien stuijvers, volgens quitantie met numero 102, dus | f 4-13-00 |
Ter sake Sint Jacobi schattinge ende grontpacht aen Harke Sierx sampt aen Albert Tijmens ter sake uijtschot van schoorsteengelden etcetera voor Sara off des rendeerdes aenpart, den 21 November, de somma van twe gulden negentien stuijvers, volgens quitantie met numero 103, dus | f 2-19-00 |
| ---------- |
35 Lats | f 15-02-08 |
| |
[0250r] Uijtgaef | f 1681 |
[gebleken bij quitantie] | |
Den 13 december betaelt ter sake doek bij den rendeerde genoten, sampt andere winkelwaren, aen Harmen uijtwijsens specificatie ende quitantie met numero 104 de somma van sestien Caroliguldens seven stuijvers vier penningen | f 16-07-04 |
[marge: 1682] | |
Den 31 Januarij 1682 aen Hendrik Graalts, betaelt ter sake een quartael costpenningen. voor den rendeerde de somma van seventien caroliguldens tien stuijvers, volgens quitantie met numero 105, dus | f 17-10-00 |
Den 15 december aen Jan Harmens betaelt de somma van drie caroliguldens vijftien stuijvers acht penningen ter sake geleverde winkelwaren, ten behoeve van den rendeerde geimplojeert, volgens quitantie met numero 106, dus | f 3-15-08 |
| ---------- |
36 Lats | f 37-12-12 |
| |
|
|
[0250v] Uijtgaef | f 1683 |
[gebleken bij quitantie] | |
Den 12 Martij 1683 aen de rente mr. Wassenaar betaelt voor den rendeerde ter sake Jacobi schattinge ende grontpacht, de somma van twe caroliguldens elleff stuijvers, volgens quitantie met numero 107 | f 2-11-00 |
Den 21 dito aen Jan Harmens betaelt ter sake leverantie van een borstrock met sijn toebehoor, voor den rendeerde gelevert, de somma van vier caroliguldens tien stuijvers, volgens quitantie met numero 108, dus | f 4-10-00 |
Den 24 April 1683 aen Jacob Ripperts betaelt drie Caroliguldens vijftien stuijvers acht penningen, ter sake arbeits loon ende reparatie aen des rendeerdes huisinge, ende also voor haer gedaen, volgens quitantie met numero 109, dus | f 3-15-08 |
| ---------- |
37 Lats | f 10-16-08 |
| |
[0251r] Uijtgaef | f 1683 |
[gebleken bij quitantie]n | |
Den 30 Maij aen Auke Jacobs mr. metselaer betaelt ter causa voornoemd voor den rendeerde, drie caroliguldens 19 stuijvers 12 penningen, volgens quitantie met numero 110, dus | f 3-19-12 |
Den 11 Junij aen Antie Eelcoma betaelt, ter sake leverantie van hout ten voornoemde huise geconverteert, voor den rendeerde, de somma van een gulden seventien stuijvers, volgens quitantie met numero 111, dus | f 1-17-00 |
Den selfden dito aen Sijbren Sijbrens tinnegieter betaelt, ter sake leverantie van lood ende arbeits loon aen des rendeerdes huisinge, geimplojeert de somma van een gulden ses stuijvers, volgens quitantie met numero 112, dus | f 1-06-00 |
| ---------- |
38 Lats | f 7-02-12 |
| |
[0251v] Uijtgaef | f 1683 |
[gebleken bij quitantie] | |
Den 11 junij 1683 aen Maijke Jans betaelt ter sake geleverde spijkers voor den rendeerde, de somma van twalef stuijvers, 12 penningen, volgens quitantie met numero 113, dus | f 0-12-12 |
Den 18 Junij aen Joannes Gaerma mr. glaesmaker betaelt, ter sake reparatie ende het maken van glasen de somma van drie caroliguldens ses stuijvers volgens quitantie met numero 114 ten behoeve van des rendeerdes huisinge veroorsaekt, dus | f 3-06-00 |
Ut ante wort tot laste van de rendeerde gebracht sodanige vierndeel jaers costgelt, als den rendant aen haer rendeerde is competerende, de somma van Sestien caroliguldens Sestien stuijvers, volgens quitantie alhier met numero 115, dus | f 16-16-00 |
| ---------- |
39 Lats | f 20-14-12 |
| |
[0252r] Uijtgaef | f 1683 |
[gebleken bij quitantie] | |
Den 16 April aen Joost Jansen Kok betaelt, ter sake twe paer muijlen aen den rendeerde gelevert, de somma van twe caroliguldens acht stuijvers, dus volgens quitantie met numero 116 | f 2-08-00 |
Den 20 November 1683 ter sake maken van een glas in de winkel der voornoemde huisinge ende vordere materialen aen de huisinge gelevert, aen Jan Sakes cum socius betaelt voor Sara aenpart een gulden 6 stuijvers, volgens quitantie met numero 117, dus | f 1-06-00 |
Noch brengt den rendant alhier voor uijtgaeff sodanige acht ent seventig Caroliguldens als hem ter sake een geheel jaer costgelt van den rendeerde van Maij 1683 tot aen Maij 1684 competerende, volgens quitantie met numero 118 | f 78-00-00 |
| ---------- |
40 Lats | f 81-14-00 |
| |
[0252v] Uijtgaef | f 1684 |
[gebleken bij quitantie] | |
Den 15 Maij 1684 aen Auke Jacobs metselaer betaelt, ter sake reparatie aen des rendeerdes huisinge voor haer aenpart gedaen, de somma van een gulden dartien stuijvers, volgens quitantie met numero 119, dus | f 1-13-00 |
Den 28 dito aen Maijke Jans betaelt ter sake leverantie van wracke tuimelaers tot des rendeerdes huisinge geimplojeert, de somma van een gulden sestien stuijvers, nopens des rendeerdes aenpart, volgens quitantie met numero 120 | f 1-16-00 |
Also den rendeerde Zedert de maent Augustus tot den 24 April 1684 toe bij Janke Jans in de cost is geweest, also ontrent drie vierndeels jaers heeft den rendant voor den rendeerde aen gemelte Janke Jans betaelt vier en vijftig Caroliguldens ende tien stuijvers, volgens quitantie met numero 121 | f 54-10-00 |
| ---------- |
41 Lats | f 57-19-00 |
| |
[0252ar] Uijtgaef | f 1684 |
[gebleken bij quitantie] | |
Den 27 Junij aen Servaes van Bemen betaelt, ter sake een ledige Schoorsteen van de huisinge der rendeerde mede eigen, de somma van een gulden, is voor des rendeerdes quota 10 stuijvers, volgens quitantie met numero 122 | f 0-10-00 |
Noch betaelt aen Sipkjen Tjallings ter sake een quartael costgelt voor den rendeerde van Maij 1684 aen Sint Jacobi 1684 ter somma van twintig Caroliguldens sestien stuijvers, waeronder is begrepen twe guldens twalef stuijvers geleent gelt, volgens quitantie met numero 123, dus | f 20-16-00 |
Den 9 Augustus 1684 aen Jan Harmens betaelt voor den rende[erde] ter sake geleverde winkelwaren van doek ende andersints de somma van seventien Caroliguldens twalef stuijvers, volgens Specificatie ende quitantie annex met numero 124 | f 17-12-00 |
| ---------- |
42 Lats | f 38-18-00 |
| |
[0252av] Uijtgave 1684 | |
[gebleken bij quitantie] | |
Den 16 dito ter sake naijloon ende uijtschot van het geen tot behoeff van het selve werde gerequireert voor den rendeerde aen Antie Joannes betaelt de somma van drie guldens twe stuijvers, volgens quitantie met numero 125, dus | f 3-02-00 |
Den 25 September aen Sijmon Jansen dekenkramer betaelt vier guldens tien stuijvers ter sake deken aen den rendeerde vercocht ende gelevert, volgens quitantie met numero 126 | f 4-10-00 |
Den 3 November aen Joannes Geerts betaelt de somma van twintig caroliguldens sestien stuijvers ter sake een vierndeel jaer costgelt van Sint Jacobi aen 10 November, als nailoon voor des rendeerdes rekeninge betaelt, volgens quitantie met numero 127 | f 20-16-00 |
| ---------- |
43 Lats | f 28-08-00 |
| |
[0253r] Uijtgave 1685 | |
[gebleken bij quitantie] | |
Den 2 Februarij 1685 aen Joannes Geerts betaelt voor den rendeerde ter sake costgelt van 1 November 1684 aen het Lichtmis 1685 ende uijtschot van penningen aen carsaij, te samen twintig Caroliguldens een stuijver, volgens quitantie met numero 128, dus | f 20-01-00 |
Den 25 Martij aen Jan Harmens weduwe betaelt, ter sake winkelwaren aen den rendeerde gelevert de somma van vier caroliguldens drie stuijvers, volgens quitantie met numero 129, dus | f 4-03-00 |
Den 22 April 1685 aen Joost Jansen Kock, mr. schoenmaker ter sake geleverde muijlen ende laploon voor den rendeerde betaelt de somma van een gulden veertien stuijvers, volgens quitantie met numero 130, dus | f 1-14-00 |
| ---------- |
44 Lats | f 25-18-00 |
| |
[0253v] Uijtgaef | f 1685 |
[gebleken bij quitantie] | |
Het costgelt van Lichmis 1685 aen 1 Maij 1685 bij den rendant voor den rendeerde verstreckt ter somma van dartien goudguldens is aen caroliguldens sestien caroliguldens veertien stuijvers ende eenig verstreckt gelt te saem tot 20 guldens veertien stuijvers, volgens quitantie met numero 131, dus | f 20-14-00 |
[gebleken volgens genoegsame verklaringe] | |
Also in gevolge de staet van rekeninge in dato den 18 Martij 1672 door de weduw van de vroedsman Hendrik Hendrix hier copiebrief annex met B aen den rendant gepraesteert, geblijkt dat eenig old gelt den rendeerde voor haar aenpart was toegeleit ende het selve bij den rendant in sijn bewaeringe was genomen, heeft de selve ten profijte van den rendeerde bij tauxatie te gelde gemaekt ende so aen geleverde bedgoet als aen buidelgelt aen den rendeerde gesatisfacieert te sien uijt verklaringe annex met numero 132, dit pro memoria | |
| ---------- |
45 Lats | f 20-14-00 |
| |
[0254r] Uijtgaef | f 1685 |
[bij den rendeerde aengenomen] | |
Also de rendeerde van 10 Maij 1685 aen Sint Jacobi 1685 sal aen cost gelt voor den rendeerde betalen dartien goudguldens vier stuijvers wort het selve alhier voor uijtgave gestelt ende tot sijn rendants laste genomen, dus aen caroliguldens | f 16-04-00 |
Bij des rendants vrouw aen den rendeerde verstreckt so nadige pen[n]ingen tot naijloon, wat buidelgelt, ende cleine posten, de somma van twe caroliguldens twe stuijvers sedert 1 Februarij tot 1 Maij 1685, dus | f 2-02-00 |
[gebleken volgens de principale obligatie] | |
Also den rendant uit aenvangen sijner administratie eenige penningen ten profijte van de rendeerde bij cassa hadde heeft den rendant aen Geertie Gabbes, de suster van den rendeerde in den jare 1672 den 8 april op intres gedaen vijf ent seventig caroliguldens ineens ende den 1 Maij 1673 noch vijf ende twintig Caroliguldens in een twede partij, te saem een hondert caroliguldens uijtwijsens originele obligatie met numero 133 So wort alhier voor uitgave gebracht een hondert caroliguldens segge | f 100-00-00 |
| ---------- |
46 Lats | f 118-06-00 |
| |
[0254v] Uijtgaef | f 1685 |
[overgebracht ende bij den rendeerde aengenomen] | |
Also den rendeerde niet wel in cost, drank ende huisvestinge, coste werden bestedet so door swackheit ende andersints, heeft den rendants vrouw, haer rendeerde nu en dan een quartael jaers in huis gehat ende cost ende drank verschaft als in het jaer 1676 een half jaer gelijk uijt den staet van uijtgaef te sien is, vermits aldaer geen costgelden sijn opgestelt ende derhalven gelaten tot den staet van rekeninge ende also den rendant meermalen 20 guldens in quartael heeft moeten betalen stelt ijder vierndeels jaers 18 guldens, dus | f 36-00-00 |
| ---------- |
47 Lats | f 36-00-00 |
| |
[0255r] Uijtgaef | f 1685 |
[welgebracht ende bij de mede bij den rendeerde aengenomen] | |
In het jaer 1677 item in het jaer 1678 alsmede in het begin van het jaer 1679 in ider jaer de twee eerste vierndeels jaers ende in het laeste een half jaer cost ende drank ende huisvesting sampt verstreck van penningen ende nodige clene de bourchementen door des rendants vrouw aen den rendeerde laten toecomen tot haer lijffs onderhout, als onmachtig sijnde door swackheijt aen haer selfs te conen erneren ende also sij rendeerde niet bij ijder een ook niet cost wonen ende derhalven voor een geheel jaer te saem voor costgelt ijder quartael tegens 18 guldens gerekent (gelijk blijkt in de eerste Staet van uijtgaef der gemelte jaren niet in rekeninge gebracht te sijn) comt dus te samen 72 guldens ende buidelgelt vier gulden, te samen | f 76-00-00 |
[transeat] ende mede aengenomen | |
De drie quartalen op Maij, Jacobi ende allerheiligen verschenen van het jaer 1680, nopens het costgelt bij den rendeerde genoten ende huisvesting sampt onderholt van dien van des rendants vrouw te sien uijt voornoemde staet van uijtgaeff in het jaer 1680 gemelt ende ijder quartael op achtien guldens gemodereert, bedraegt dus voor uijtgaef vier en vijftig caroliguldens | f 54-00-00 |
Aen buidelgelt ende naijloon ende andere noodwendigheden ende bij den rendeerde van des rendants vrouw gedurende de alimentatie van het jaer 1680 genoten, te samen | f 2-16-00 |
| ---------- |
48 Lats | f 132-16-00 |
| |
[0255v] Uijtgaef | f 1685 |
[transeat] ende aengenomen | |
Also Henke Graalts de costgelden van allerheiligen 1681 aent Lichtmis 1682 voor den rendeerde volgens staet van uijtgaeff in het jaer 1682 gemelt heeft genoten ende den rendeerde door des rendants vrouw vorders, dat lopende jaer 1682 in cost, drank etcetera ende also voor 3/4 is besorgt ijder tot 17-10-00 gerekent, wort alhier voor uijtgaeff gebracht, de voornoemde drie vierndeels jaers vermits in het jaer 1682 ter uijtgave niet sijn gestelt, de somma van twe ende vijftig Caroliguldens tien stuijvers, dus | f 52-10-00 |
Gedurende de voornoemde drie vierndeels jaers alimentatie aen den rendeerde aen nodige debouchementen, wat buijdel gelt ende naijloon etcetera door des rendants vrouw verstreckt ende gelangt volgens annotisie de somma van drie Caroliguldens ende twalef stuijvers, dus | f 3-12-00 |
| ---------- |
49 Lats | f 56-02-00 |
| |
[0256r] Uijtgaef | f 1685 |
Also den Rendant zedert den jare 1672 tot nu, Maij 1685 het Curateelschap voor den rendeerde heeft geadministreert ende hem volgens des Landts Ordonnantie (gelijk ook sijn rendants ante cesseur heeft genoten) des jaers een pondt Vlaems competeert, so souw sulx tegens dartien jaren gerekent renderen 78 guldens ingevolge welx den rendant uijt liefde en commiseratie neffens den rendeerde haer daer van libereert, als niets voor sijn grote moeijelijke diensten dien te neffens praetenderende. | |
De costgelden van primo Maij 1685 voor Sara Gabbes geexpendeert ende gesatisforeert door den Rendant tot seventien Caroli guldens thien stuijvers comt also voor uijtgaaff | f 17-10-00 |
| |
[0256v] | |
[transeat] | |
Anno 1685, den 3 Augustus aen dr. Walsweer betaeldt ter sake het stellen deser rekeninge, sampt besoignes ende comparitien dien te neffens, volgens annexe specificatie ende quitantie met numero 33, ter summa van twee en twintigh Caroli guldens vijftien stuijvers, dus | f 22-15-00 |
Noch bij den Rendant geexpendeert een gulden achtien stuijvers ter sake verteeringen over desen gevallen, dus hier | f 1-18-00 |
En eijndelijck wegens Gerechts salarien over desen met den aenkleve van dien gevallen seventien guldens een stuijver bij den Rendant betaelt, dus | f 17-01-00 |
| ---------- |
| f 41-14-00 |
| |
Bedragende also dese boven ende vorenstaende uijtgave in alles de summa een duisent twee hondert sestigh Caroliguldens een stuijver veertien penningen | f 1260-01-14 |
| |
[0257r] Welcke uijtgave ad 1260-01-14 ende ontvangh tot 1084-04-08 nu met elxanderen geconfereert ende het minst van het meest gededuceert ende affgetrocken sijnde, soo comt des Rendants uijtgave meerder comt te bedragen als den ontvangh, de summa van een hondert vijff ent seventigh Caroli guldens seventien stuijvers ses penningen | f 175-17-06 |
| |
Tot betalinge van welcke summa den rendant mits desen ontvanght een obligatie in dato den 8 April 1672 tot laste van Broer Romckes cum uxore ende profijtte van Sara Gabbes leggende, monterende een hondert Caroli guldens capitael met twee jaren Interessen ad 10 Librae te samen ad | f 110-00-00 |
| ---------- |
| f 65-17-06 |
| |
Comt noch te kort vijff ent sestigh Caroli guldens seventien stuijvers ses penningen, het welck de Rendant bij desen noch is competerende. | |
Waer mede dan den Rendant ende Curator Foppe Clasen Ens, dese sijne reekeninge [0257v] gefourneert met de quitantien ende vordere documenten daertoe specterende voor goed ende oprecht wort gepasseert ende so wel bij de Rendeerde in sijn qualiteit als welgedachte heeren Commissarien ende Secretaris ratione officii, in alle manijeren geapprobeert ende gelaudeert ende hij goeder reekeninge sampt restitutie van goederen bedanckt van wijdere administratie geexonoreert ende van alles desen belangende, volcomen generalijck ende voor eeuwigh gequiteert, met aenneminge van den Rendeerde om den Rendant om nader rekening noijt te molesteren, onder verbandt sijner in qualiteits goederen met submissie in forma. In kennisse des Rendeerdes handt, beneffens de subscriptie van de heeren Commissarien ende Secretaris. Actum op den Raedhuise binnen Harlingen, den 3 Augustus 1685. | |
| |
(get.) Wijbe Wijbes Panninga | |
(get.) M. Hillebrans 1685 | |
absent secretaris | |
(get.) Theodorus Theodori 48) Posthumus 3/8 1685 notarius publicus | |
|