Harlingen, weesboeken

N.B. Deze index bevat alleen boedelinventarissen en is dus geen volledige index van de weesboeken.

Door kindersterfte en ziekten lag de gemiddelde levensverwachting in de 17e eeuw tussen de 30 en 40 jaar. Had je je kindertijd overleefd, dan was er nog kraamvrouwenkoorts, rode loop (dysenterie), tyfus, mazelen en zo nu en dan de pest. Omdat mensen in de stad dichter op elkaar leefden was hun levensverwachting nog lager dan die van plattelandsbewoners. De kans dat je als minderjarige (nog geen 25 jaar) een of beide ouders kwijtraakte was daarom aanzienlijk. Je werd dan aangeduid als (half)wees en je werd onder voogdij van curatoren gesteld. Onroerend en roerend goed werden te boek gesteld in een vooreerst onverdeelde boedelinventaris. Dit gebeurde ook als de vader of moeder wilde hertrouwen, omdat dan moest worden vastgelegd wat het ieders erfdeel op dat moment was. Alles wat de ouders in hun huwelijk hadden ingebracht en tijdens hun huwelijk ('stante matrimonio') hadden aangekocht of vergaard, werd geïnventariseerd t.b.v. de 'voorkinderen'. Mochten uit een nieuw huwelijk meer kinderen komen dan kon op deze inventaris worden teruggegrepen.

Niet bij iedere inventaris is onroerend goed betrokken want veel mensen huurden een woning of kamer. Als blijkt dat er sprake is van bezit van onroerend goed, is niet altijd duidelijk welk perceel het betreft. Er waren geen vastgestelde straatnamen en er was geen huisnummering, dus de enige aanwijzing kan zijn 'het huijs in de kerckstraet'. Vaak is het gelukt om het (waarschijnlijke) perceel te bepalen met gegevens uit de Proclamatieboeken, waarin koop of ruil van onroerend goed is opgetekend. Soms is er sprake van meerdere percelen, waarvoor bijvoorbeeld huur ontvangen wordt, moet worden of had moeten worden. Omdat huurregisters ontbreken is dat niet verder uit te zoeken.

Curatoren waren soms nabije familieleden zoals ooms, soms waarschijnlijk bekenden zoals huisvrienden van de overleden ouder(s), maar ook wel anderen. Sommige curatoren bestieren tegelijkertijd weesrekeningen van meerdere gezinnen. Waren er geen minderjarige kinderen in de boedel betrokken dan werd die inventaris bij het lokale Nedergerecht ingeschreven in het Inventarisboek. Waren er een of meer minderjarige kinderen in de boedel betrokken dan kwam de inventaris in het Weesboek en moesten de aangestgelde curatoren de weesrekening bijhouden. Overleed een curator, of kwam er een einde aan het curatorschap doordat alle wezen meerderjarig waren, dan moest voor die rekening verantwoording afgelegd worden aan door het gezag aangestelde commissarissen en de stadssecretaris. Er werd dan tussen de betrokkenen afgerekend en de curatoren werden voor hun diensten bedankt en vooral voorgoed van hun aansprakelijkheid ontslagen. De curator heeft dan de rol van 'rendant' (rekeningvoerder), de onder curatele gestelden zijn 'rendeerde'. Iemand wiens inventaris wordt opgemaakt is 'inventarisant'. Verzoekers van een inventarisatie zijn 'requirant' (soms 'ter eenre zijde'), verzochten zijn dan 'requireerde' (soms: 'ter andere zijde').

Met meerderjarigheid kwam, althans voor mannen en ongehuwde vrouwen, ook juridische handelingsbevoegdheid, en dus was er geen noodzaak meer voor curatorschap. Vrouwen werden door te huwen weliswaar meerderjarig, maar kwamen daardoor ook onder de macht van hun man. D.w.z. ze waren niet, of niet meer, handelingsbevoegd en hadden indien nodig hun man als voogd. Verder was er voor meisjes vanaf 18 jaar en jongens vanaf 20 jaar de mogelijkheid om Venia Aetatis, letterlijk vergiffenis voor de leeftijd ofwel meerderjarigheidsverklaring, te verkrijgen van het Hof van Friesland. Aangetekend is dan 'veniam aetatis', d.i. de verklaring is verkregen. Deze, toch beperkte, status van volwassenheid werd meestal aangevraagd voor grotere zelfstandigheid i.v.m. werk of het hebben van een bedrijf.

Gegevens uit bronnen worden zorgvuldig overgenomen, maar lees- en typfouten zijn onvermijdelijk. Gegevens die niet in de bron staan maar door mij zijn aangevuld op basis van andere bronnen of andere gegevens uit dezelfde bron, zijn voorzien van een *. Gegevens die door mij aangepast of geïnterpreteerd zijn, zijn zoveel mogelijk voorzien van een verduidelijkende toelichting tussen [ ]. Bij het overnemen van eigennamen is de originele spelling gehandhaafd. Soms is echter te voorzien dat een kennelijke schrijf- of spelfout in de bron een probleem zal geven bij het zoeken naar een eigennaam of bij het maken van een alfabetische index. In zo'n geval is de juiste of meest voorkomende spelling van een eigennaam aangehouden, met toevoeging van een toelichting tussen [ ]. Bij het overnemen van plaatsnamen, straatnamen en beroepen die in alfabetische indexen terecht komen is voor zover mogelijk de moderne spelling aangehouden, om het zoeken te vereenvoudigen. Mogelijk staat in een bron bijvoorbeeld Doccum, terwijl op deze website Dokkum staat. Zo wordt een glaesemaecker een glasmaker. Die spelling is voor het doel van deze website (het ontsluiten van bronnen, niet het transcriberen van bronnen) niet belangrijk.



Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 2025-08-05 13:14:20



Vindplaats: Tresoar, Nedergerecht Harlingen (13-16) inventarisnummer 176 folio 269v

Pand: Sint Jacobstraat 12

Inleiding: [0270r] Reeckeninge, bewijs ende Reliqua van de administratie, soo ontvangh als uijtgave gehadt ende gedaen, bij Tjerck Jansen Sanstra ende Reijner Huijberts, gesworen makelaer, beijde aengehouwde oomen over Aucke ende Bouwe Clasen, naegelaten weeskinderen van wijlen de vaendrigh Claes Auckes Augustinusga ende Tjalcke Buwes, in tijden echteluijden, burgers alhier, respectivelijck old, in het 25 ende 20 jaren ende geauthoriseerde Curatores over de selvige, also overgeleght bij welgedachte Tjerck Sanstra, beneffens Huijbert Reijners, gesworen Stadtsmakelaer, in desen caverende voor sijn moeder Idtske Auckes, weduw van wijlen gedachte makelaer Reijner Huijberts, in dier qualiteit Rendanten, sampt ontvangen, opgenomen ende gesloten bij Aucke Clasen, voor hem selfs, old als boven ende voorts sich qualificerende voor sijn gemelte broeder Buwe Clasen, doch beide voo veel nodigh, in desen gesterckt met de vroedsman Otte Knijff tot desen versocht, alsoo Rendeerde, alles ten overstaen van de Burgemeesteren Joannes Quicklenborgh ende Dirck Sjoerdts Bijerma als Commissarien, geadsocieert met Theodorus Stansius, Secretaris. Actum den 10 September 1685.

Inventaris: 
[0270v] Ontvangh 
[welgebracht ende aengenomen] 
De Rendanten brengen alhier eerstelijck in reekeninge voor ontvangh, de summa van vijftigh Caroli guldens, bij hun op den 21 Maij 1684 ontvangen van Pijtter Dircksen Mock wegens een half jaer huishuijr f 50-00-00 
[marge: anno 1675, den 28 augustus] 
Ontvangen van Pijtter Feddes een hondert en veerthien Caroli guldens, twee stuijvers, wegens de vercochte landen f 114-02-00 
Den 6 October ontvangen van Pijtter Dircksen een hondert Caroli guldens voor noch een jaer huijshuijr f 100-00-00 
Anno 1676, den 19 Maij ontvangen van Pijtter Feddes seven ent seventigh Caroli guldens negentien stuijvers vier penningen en dat mede van het vercochte landt f 77-19-04 
---------- 
1 Lats f 342-01-04 
 
[0271r] [welgebracht ende aengenomen] 
Anno 1676, den 25 Augusti ontvangen voor de Rendeerden Aucke ende Buwe Clasen, seven gulden, thien stuijvers uijt het boelgoed van hun beste moeder, dus volgens scheidinge f 07-10-00 
Den 25 October ontvangen van Pijtter Mock, een hondert guldens voor een jaer huijshuijr f 100-00-00 
Anno 1677, Den 2 Maij ontvangen van deselve Pijtter Dircksen Mock een hondert Caroli guldens voor een jaer huijshuijr f 100-00-00 
Den 12 dito ontvangen van Jan Sijmens twee en twintigh gulden thien stuijvers voor interessen van 450 L. capitael, tegens vijff per cento, dus f 22-10-00 
---------- 
2 Last f 230-00-00 
 
[0271v] [welgebracht ende aengenomen] 
Anno 1677, den 15 Maij ontvangen wegens Tibbe vischwijff, volgens accoordt uijt het affslagh boeck een gulden, negentien stuijvers vier penningen f 1-19-04 
Den 6 September ontvangen van Lijsbet Pijtters een gulden twaleff stuijvers twaleff penningen, bij haer noch ingebeurt van patienten f 1-12-12 
Den 28 November ontvangen van de selve Lijsbeth Pijtters, thien stuijvers, bij haer als boven ontvangen f 00-10-00 
Anno 1678, den 13 Maij ontvangen van Jan Sijmens twee en twintigh guldens thien stuijvers voor interessen van 450 L. capitael, tegens vijff per cento f 22-10-00 
---------- 
3 Lats f 26-12-00 
 
[0272r] [welgebracht ende aengenomen] 
Anno 1678, den 22 Julij ontvangen van Jillis Gerrijts drie en veertigh guldens elff stuijvers, segge de post van Doede Jansen, drie guldens sestien stuijvers, voor der Rendeerden aenpart van het huis de Jol voor huishuijr f 3-16-00 
Den 16 September ontvangen gelijck boven ten dele verhaelt is van Jillis Gerrijts drie en veertigh Caroli guldens elff stuijvers, ter sake het eerste termijn van twe dartighst parten van het huis de Jol f 43-11-00 
Den 21 October ontvangen van Coenraad Jansen sestigh guldens voor een jaer huijr van het bewuste huijs in de Katterugh f 60-00-00 
Anno 1679, den 2 Maij ontvangen van de selve Coenraedt Jansen de summa van acht en vijftigh Caroli guldens negentien stuijvers sijnde alvorens gededuceert een gulden een stuijver voor arreste f 58-19-00 
---------- 
4 Lats f 166-06-00 
 
[0272v] [welgebracht ende aengenoemen] 
Anno 1679, den 8 Maij ontvangen van Jan Sijmens twee en twintigh guldens thien stuijvers voor interesse van 450 guldens capitael, tegens 5 per cento f 22-10-00 
Den 14 dito ontvangen van Jillis Gerrijts drie en veertigh gulden acht stuijvers voor den tweden termijn voor de twee dartighste parten van het huis de Jol nae deductie van van drie stuijvers expensen f 43-08-00 
Den 3 November ontvangen van Jan Sijmens treckschipper de summa van vier hondert ent sestigh Caroli guldens vijff stuijvers, wegens de obligatie de Rendeerden toebehorende wegens der bestemoeders scheidinge alsmede voor een half jaer interesse tegens 5 per cento f 461-05-00 
Anno 1680, den 13 Maij ontvangen van Jurjen de Roos veertigh guldens voor huijr van het huis in de Katterugh, onder kortinge van het halve Schorsteengeldt, dus hier f 40-00-00 
---------- 
5 Lats f 567-03-00 
 
[0273r] [welgebracht ende aengenoemen] 
Anno 1680, den 20 Maij ontvangen van Jillis Gerrijts de summa van drie en veertigh Caroli guldens elff stuijvers voor de derde en laeste termijn van de twee dartighste parten van het huis de Jol f 43-11-00 
Anno 1681, den 3 Maij ontvangen van Conraad Jansen sadelmaker vijff en veertigh guldens wegens de huijr van het huis in de Catterurgh, nae aff cortinge van het halve schorsteengeldt, dus f 45-00-00 
Anno 1682 ontvangen den 5 Maij van Tjeerdt Fockes, mr. schoenmaker veerthien guldens, voor 25 weken huijr van het huis in de Katterugh, volgens accoordt f 14-00-00 
Anno 1683, den 6 Maij ontvangen van Tjeerdt Fockes schoenmaker veertigh guldens negentien stuijvers van het bovengoemde huijs, suijver wegens huishuijr van het bovengenoemd huis, onder deductie van 3-17-00 onkosten, suijver also f 40-19-00 
---------- 
6 Lats f 143-10-00 
 
[0273v] [welgebracht ende aengenoemen] 
Anno 1684, den 3 Junij ontvangen van Bouwe Joostes schoenmaker thien goldguldens voor huijr van het huijs in de Katterugh nae vijff en dartigh stuijvers glase maken, hier also suijver f 12-05-00 
Den 12 Septembris ontvangen van Pijtter Feddes brouwer dartigh guldens seventien stuijvers twaleff penningen, bij hem ontvangen van de Burgemeester Hamersma van Sneeck comende uijt 1/24 part van een plaetse landen tot Jongebuijren voor den tijt van thien jaren, martini 1683 verschenen, hier suijver f 30-17-12 
Anno 1685, den 8 Maij ontvangen van Goucke Clasen Braam ende de hopman Albert Jansen Acker, de eerste termijn van het vercochte huis in de Katterugh 188-15-00, gaet af voor strijckgeldt ende verteeringe over desen te vallen 46-18-00 comt dan also hier suijver voor ontvangh f 141-17-00 
---------- 
7 Lats f 184-19-12 
 
[0274r] [welgebracht ende aengenoomen] 
Anno 1685, den 16 Junij ontvangen van Obbe Jacobs stoeldraijers vrouw veerthien guldens voor een halff jaer huijr van het huis in de Katterugh, also voor die tijtdt f 14-00-00 
f 184-19-12 
f143-10-00 
f 567-03-00 
f 166-06-00 
f 26-12-00 
f 230-00-00 
f 342-01-04 
---------- 
Summa f 1674-12-00 
 
Bedragende also dese boven ende beneffens sampt vorige ontvangh te samen geaddeert sijnde, de summa een een duijsent ses hondert vier ent seventigh Caroli guldens, twaleff stuijvers segge 1674-12-00 
 
[0274v] Uijtgave gestelt tegens vorige ontvangh 
[transeat] als gebleken bij het selve boeckjen 
De Rendanten brengen alhier eerstelijck in reekeninge voor uijtgaaf veerthien stuijvers, in den Jare 1673, den 23 September voor het rekenboecksken betaeldt, dus hier f 0-14-00 
Dito betaeldt voor een huijr contract twaleff stuijvers wegens het huis f 0-12-00 
[gebleken bij quitantien] 
Anno 1674, den 12 Maij betaeldt aen Reijner Pijtters, mr. schoenmaker, drie guldens thien stuijvers, ter sake geleverde schoenen, volgens quitantie met numero 1 f 3-10-00 
Den 21 dito betaelt aen Froutjes Beijma, seven en dartigh guldens twee stuijvers twaleff penningen voor costpenningen ende expensen voor Bouwe Clasen, volgens quitantie met numero 2 f 37-02-12 
---------- 
1 Lats f 41-18-12 
 
[0275r] [gebleken bij quitantie] 
Anno 1674, den 2 Junij betaelt aen mr. Baltus Caspars chirurghijn, een gulden thien stuijvers, voor leergeld als leerlingh bij mr. Jan Sipkes wegens Aucke Clases, volgens quitantie met numero 3 f 1-10-00 
Dito betaeldt aen Evert Douwes hoedemaker, vier guldens vijff stuijvers, wegens geleverde hoeden voor beide Rendeerden, volgens quitantie met numero 4 f 4-05-00 
Den 4 Junij betaeldt aen Freerck Clasen Braam tien guldens darthien stuijvers wegens goederen voor Aucke Clasen in des vaders boelgoed gecocht, breder vermogens quitantie met numero 5 f 10-13-00 
[transeat] 
Den 29 Augusti met Freerck Braam, nae Leeuwarden geweest, vermits hij, curator ad actum divisionis was ende doenmaels over der kinderen saken verteerdt ende geexpendeerdt een gulden acht stuijvers f 1-08-00 
---------- 
2 Lats f 17-16-00 
 
[0275v] [gebleken bij quitantie] 
Anno 1674, den 17 October betaeldt aen Stijntie Sickes, een en dartigh gulden elff stuijvers, ter sake geleverde klederen voor de kinderen van wijlen Claes Auckes, volgens quitantie met numero 6 f 31-11-00 
Den 24 dito betaelt aen Botte Gabbema, drie en twintigh guldens een stuijver, voor 17 weken costpenningen ende eenige expensen, voor Buwe Clasen, volgens quitantie met numero 7 f 23-01-00 
Den 6 November betaeldt aen Jan Sipkes, mr. chirurgijn twee ent negentigh Caroli guldens sestien stuijvers acht penningen wegens een jaer costpenningen en eenige expensen voor Aucke Clasen, volgens quitantie met numero 8 f 92-16-08 
[transeat] 
dito betaeldt twee guldens twalef stuijvers voor twee boecken ten behoeve van Aucke Clasen, sijnde het een een testament en het ander een examen Harkes f 2-12-00 
---------- 
3 Lats f 150-00-08 
 
[0276r] [gebleken bij quitantie] 
Anno 1674, den 12 November betaeldt aen Jan Lubberts, mr. chirurgijn een gulden sestien stuijvers, wegens verdiendt meesterloon, aen Buwe Clasen, volgens quitantie met numero 9 f 1-16-00 
Dito betaeldt aen Thijs Martens blickslager, een gulden acht stuijvers, wegens een blicken goote aen de bewuste huijsinge, volgens quitantie met numero 10 f 1-08-00 
Den 16 dito betaeldt aen Sipke Auckes een gulden veerthien stuijvers vier penningen, ter sake geleeverd breijdgaren aen Aucke Clasen, volgens quitantie met numero 11 f 1-14-04 
Den 28 December betaeldt aen Minne Hillebrants, Rentemeester deser Stede vier gulden dartien stuijvers seven penningen, voor schattinge ende grondpacht, volgens quitantie met numero 12 f 4-13-07 
---------- 
4 Lats f 9-11-11 
 
[0276v] [gebleken bij quitantie] 
Anno 1674, den 29 December betaeldt aen Beernt Stint, mr. cleermaker, vijff gulden, vijff stuijvers ter sake maeckloon van klederen voor Aucke Clasen, volgens quitantie met numero 13 f 5-05-00 
Anno 1675, den 14 Martij betaeldt aen Sijbren Sijbrens, mr. tinnegijeter, drie guldens vier stuijvers voor het maken van een gootte, volgens quitantie met numero 14 f 3-04-00 
Den 18 Maij betaeldt aen dr. Sibrandus Bechius twintigh guldens wegens onkosten processus ende costen executronis voor desen Rendeerden aenpart, breder meldens quitantie met numero 15 f 20-00-00 
Den 22 dito betaeldt aen de Leeuwaerder Colonna, acht guldens twaleff stuijvers wegens soutgeldt ten laste van de Rendeerden, volgens quitantie met numero 16 f 8-12-00 
---------- 
5 Lats f 37-01-00 
 
[0277r] [gebleken bij quitantien] 
Anno 1675, den 4 Junij betaeldt een gulden dartien stuijvers ter sake maeckloon van ses hembden, volgens quitantie met numero 17 f 1-13-00 
Den 9 dito betaeldt aen Lolle Jacobs Cock, mr. schoenmaker ses gulden, ses stuijvers, wegens geleverde schoenen, volgens quitantie met numero 18 f 6-06-00 
Dito betaeldt aen Otte Knijff een gulden seven stuijvers ter sake geleverdt breijdgaren, voor Aucke Clasen tot hosen, volgens quitantie met numero 19 f 1-07-00 
Den 16 dito betaelt aen Wijbe Reijners, mr. metselaer vier guldens Sestien stuijvers ter sake verdiende arbeijdslonen ende geleverde materialen, volgens quitantie met numero 20 f 4-16-00 
---------- 
6 Lats f 14-02-00 
 
[0277v] [transeat] 
Anno 1675, den 28 Augusti uijt gegeeven wegens onkosten van het geldt, dat voor het vercocht landt opgebeurt is, negentien stuijvers f 0-19-00 
Den 23 September geexpendeert een gulden seven stuijvers, wegens verteeringe gehadt met den mede Curator over de reekeninge f 1-07-00 
Den 4 October uijtgeleijdt een gulden twaleff stuijvers wegens verteeringe gevallen over het besteeden van Aucke Clasen bij mr. Sjoucke f 1-12-00 
[gebleken bij quitantie] 
Dito aen Menelaus Hillebrants doenmaels Rentemeester deser Stede acht guldens elff stuijvers betaeldt tot voldade van de tweede goedschattinge voor den jare 1674, volgens quitantie met numero 21 f 8-11-00 
---------- 
7 Lats f 12-09-00 
 
[0278r] [gebleken bij quitantie] 
Anno 1675, den 5 October betaelt betaelt aen Harcke Lijerchs vier guldens dartien stuijvers seven penningen, voor schattinge en grondpacht van den jare 1675, volgens quitantie met numero 22 f 4-13-07 
[transeat] als gebleken bij quitantie 
Den 6 dito goedt gedaen aen Pijtter Mock een gulden dartien stuijvers wegens een nieuwe ledder, volgens quitantie met veritas f 1-13-00 
[gebleken bij quitantie] 
Den 3 November betaeldt aen Ambrosius van der Uijl tachtentigh Caroli guldens, acht stuijvers acht penningen, ter sake een jaer costgeldt ende eenige expensen voor Buwe Clasen, volgens quitantie met numero 23 f 80-08-08 
Dito betaeldt aen Jan Sipkes, mr. chirurgijn, drie ent negentigh guldens ses stuijvers voor een jaer costpenningen wegens Aucke Clasen ende eenige expensen, volgens quitantie met numero 24 f 93-06-00 
---------- 
8 Lats f 180-00-15 
 
[0278v] [transeat] 
Anno 1675, den 4 November verstreckt aen de Rendeerden een gulden thien stuijvers, doen Aucke bij mr. Sjoucke quam te woonen f 1-10-00 
[gebleken bij quitantie] 
Den 1 December betaeldt aen Stijntie Sickes negentien guldens veerthien stuijvers, wegens geleverde winckelwaren tot klederen voor de kinderen, volgens quitantie met numero 25 f 19-14-00 
Den 17 dito betaeldt aen Evert Douwes hoedemaker een gulden acht stuijvers ter sake een geleverde hoedt, volgens quitantie met numero 26 f 1-08-00 
[transeat] 
Anno 1676, den 4 Martij aen Aucke Clasen verstreckt twaleff stuijvers, tot sijn nooddruft f 0-12-00 
---------- 
9 Lats f 23-04-00 
 
[0279r] [gebleken bij quitantie] 
Anno 1676, den 18 Martij betaelt aen Wijbren Pijtters glasemaker, drie guldens acht stuijvers ter sake gemaackte glasen in het huis van wijlen Claes Auckes, volgens quitantie met numero 27 f 3-08-00 
Den 30 dito betaelt aen Berent Stint, mr. kleermaker, vijff gulden, ses stuijvers ter sake maeckloon van klederen voor Aucke ende Bouwe Clasen, volgens quitantie met numero 28 f 5-06-00 
[transeat] 
Den 6 Aprilis uijtgegeven doen de mede Rendant ende Harmen Pijtters nae Leeuwarden waren, om het testament ende het handtschtift te laten visiteren, een gulden negentien stuijvers acht penningen f 1-19-08 
Als mede doenmaels voor advijs geldt betaeldt twee gulden sestien stuijvers f 2-16-00 
---------- 
10 Lats f 13-09-08 
 
[0279v] [gebleken bij quitantie] 
Anno 1676, den 10 April betaeldt aen Ambrosius van der Uijl, seven gulden drie stuijvers, ter sake geleverde medicinen voor ende ten behoeve van den Rendeerden, volgens Specificatie ende quitantie met numero 29 f 7-03-00 
Den 17 Maij betaeldt aen Lolle Jacobs Cock, mr. schoenmaker vijff guldens thien stuijvers wegens geleverde schoenen, volgens quitantie met numero 30 f 5-10-00 
Den 19 dito betaeldt aen mr. Sjouke seven en twintigh guldens thien stuijvers voor leer geldt ende costpenningen wegens Aucke Clasen volgens quitantie met numero 31 f 27-10-00 
Dito aen Pijtter Feddes brouwer betaelt aen een somma dartien gulden negen stuijvers ses penningen wegens aenpart onkosten van het vercochte landt, volgens quitantie met numero 32 f 13-09-06 
---------- 
11 Lats f 53-12-06 
 
[0280r] [transeat] 
Anno 1676, Den 19 Augusti aen Aucke Claassen selfts verstreckt een gulden f 1-00-00 
dito betaelt ter sake het stellen van der selven klederen twalef stuijvers 8 penningen f 0-12-08 
[gebleken bij quitantie] 
Den 25 dito betaelt ter sake Gerechts salarien etcetera de somma van acht caroli guldens ses stuijvers ende veertien penningen, volgens quitantie met numero 33 f 8-06-14 
[transeat] 
Den 26 September nae Leeuwarden geweest met de mede Rendeerde Aucke om de selve aldaer bij de mr. te bestellen, als doen uijtgeschoten, so aen de Rendeerde als schipvrachts etcetera, met mackander drie caroli guldens vijfftien stuijvers f 3-15-00 
[gebleken bij quitantie] 
Den 29 dito aen schattinge ende grontpacht van de huisinge in de Katterugh deser stede staande, de somma van vier guldens dertien Struijvers ende acht penningen ende volgens quitantie met numero 34 f 4-13-08 
---------- 
12 Lats f 18-07-14 
 
 
[0280v] [gebleken bij quitantie] 
[marge: 1676] 
Den 25 October betaelt twee caroli guldens een stuijver, ter sake maeckloon van glasen in het huijs bij mr. Pijtter Mock bewoont, volgens quitantie met numero 35 f 2-01-00 
Den 2 November aen Ambrosius Johannes betaelt ter sake een jaar ende vier weken kostgelt voor Bouwe Claassen en andere expensen ten dienste van de selve verlegt, te samen seven en tachtigh caroliguldens acht stuijvers, volgens quitantie met numero 36 f 87-08-00 
Den 4 dito betaelt aan mr. Soucke de somma van vier en twintigh caroliguldens ter sake jaar leer ende kostgelt, volgens quitantie met numero 37 f 24-08-00 
[transeat] 
Den 6 dito, betaelt wegens een kaij ende het slot van Aucke kiste te vermaken als mede voor een mes, vracht na Leeuwarden ende aen Aucke selfs verstreckt, te samen een caroligulden sestien stuijvers f 1-16-00 
---------- 
13 Lats f 115-13-00 
 
[0281r] [gebleken bij quitantie] 
1676, den 15 november aan Hendrick Jaspers betaelt de somma van achtien caroliguldens achtien stuijvers ende twaleff penningen ter sake geleverde kledijen voor Aucke Claassen, volgens quitantie met numero 38 f 18-18-12 
1677, den 11 Februari betaelt aan Susanna Westerman de somma van drieentwintigh caroliguldens tien stuijvers ter sake 13 weken kostgelt ende andersints voor Aucke Claassen, volgens quitantie met numero 39 f 23-10-00 
Den 24 dito aen Gerrijt Schiere betaelt een caroligulden vier stuijvers ter sake een paar hosen voor Bouwe Claassen, blijckt quitantie met numero 40 f 1-04-00 
Den 25 dito aan Sivert Douwes betaalt ter sake twee hoeden, een voor Aucke en de ander voor Bouwe Claassen, de somma van drie caroligulden drie stuijvers, volgens quitantie met numero 41 f 3-03-00 
---------- 
14 Lats f 46-15-12 
 
[0281v] [marge: 1677] [gebleken bij quitantie] 
1677, den 7 Martij betaelt aan Gerrijt Bouwes Schier de somma van twee guldens acht stuijvers, ter sake een paar hosen voor Aucke Claassen, volgens quitantie numero 42 f 2-08-00 
Den 17 dito betaelt aan Stientie Sickes de somma van vijff en twintig caroliguldens tien stuijvers acht penningen, ter sake kledinge voor Auck ende Bouwe Claassen, volgens quitantie met numero 43 f 25-10-08 
Den 19 dito aan Otto Kruijff betaelt ter sake twee paar hosen voor Aucke Claassen, volgens quitantie numero 44, de somma van twee caroligulden acht stuijvers f 2-08-00 
[transeat] 
Den 14 Maij aan Bouwe verstreckt ter sake vracht nae Sneeck etcetera, dertien stuijvers f 0-13-00 
[gebleken bij quitantie] 
Den 25 dito betaelt ter sake costpenningen voor Aucke Claassen de somma van seven en twintig caroliguldens, twee stuijvers vier penningen, volgens quitantie met numero 45 f 27-02-04 
---------- 
15 Lats f 58-01-12 
 
[0282r] [transeat] 
1677, dito uijtgeschoten op een reijs nae Leeuwarden ende aen de Rendeerde Aucke verstreckt te samen twee gulden vijff stuijvers f 2-05-00 
[gebleken bij quitantie] 
Den 28 dito betaelt aan Jan Harmens speldemaker de somma van vijff caroliguldens sestien stuijvers, ter sake doeck toe hembden voor Bouwe, volgens quitantie met numero 46 f 5-16-00 
Den 7 junij betaelt aan Ambrosius Johannes voor een half jaar kostpenningen en andersints voor Bouwe Claassen, de somma van seven en veertigh caroliguldens vijff stuijvers, volgens quitantie met numero 47 f 47-05-00 
Den 12 dito betaelt aan Beernt Stint de somma van ses caroliguldens vijff stuijvers, ter sake het maken van Aucke kleeren, volgens quitantie met numero 48 f 6-05-00 
---------- 
15 Lats f 61-11-00 
 
[0282v] [gebleken bij quitantie] 
1667, den 26 julij betaelt aen Wijbren Reijners, mr. metselaer, de somma van vier caroliguldens dertien stuijvers, ter sake het repareren van het huijs in de Katrugh, volgens quitantie met numero 49 f 4-13-00 
Den 9 Augusti betaelt aan Susanna Westermans de somma van twee en twintigh caroliguldens ter sake dertien weken kostpenningen ende expensen bij haer verlegt ten dienste van Aucke Claassen, volgens quitantie met numero 50 f 22-00-00 
Den 3 September betaelt de somma van vier caroliguldens dertien stuijvers ende acht penningen, ter sake schatting ende grontpacht, volgens quitantie met numero 51 f 4-13-08 
Den 12 dito betaelt aen Lolle Jacobs de somma van negen caroligulden vijftien stuijvers ter sake geleverde schoenen, voor de Rendeerde, volgens quitantie met numero 52 f 9-15-00 
[transeat] 
den 13 Octobris aen Aucke geexpendeert vijftien stuijvers ter tijdt doe hij met Tierck Sanstra na Amsterdam soude, dus f 0-15-00 
den 29 dito met Tierck ende mr. Baltus verteert over Aucke sake, ses stuijvers, dus f 0-06-00 
---------- 
16 Lats f 42-02-08 
 
[0283r] [transeat] 
den selven dito aan Aucke Claassen verstreckt doe hij met Tierck Sanstra na Amsterdam vertrok om een mr. op te soecken ende hem daar bij te besteden, een gulden sestien stuijvers, dus f 1-16-00 
[gebleken bij quitantie] 
Den 5 november aan Susanna Westermans betaelt, ter sake costpenningen voor Aucke ende andere expensen bij haer ten dienste van de selve verlegt de somma van vier en twintigh caroliguldens vijff stuijvers ende acht penningen, volgens quitantie met numero 53 f 24-05-08 
[transeat] 
dito, uijtgegeven om Aucke goedt van om van Leeuwarden te haelen, een gulden twaleff stuijvers f 1-12-00 
[gebleken bij quitantie] 
Den 21 dito aan Sivert Douwes hoedemaker betaelt, ter sake een geleverde hoedt voor Bouwe Claassen de somma van een gulden tien stuijvers, volgens quitantie numero 54 f 1-10-00 
[transeat] 
Den 29 dito betaelt wegens het herstellen van Bouwe hembdrock vijff stuijvers f 0-05-00 
[gebleken bij quitantie] 
Den 15 december aen Diericks Jans betaelt ter sake een hembdrock voor Aucke Clases de somma van drie gulden vijftien stuijvers, volgens quitantie met numero 55 f 3-15-00 
---------- 
17 Lats f 33-03-08 
 
[0283v] [transeat] 
1677, Den 16 December aan Aucke Claassen gesonden met schipper Doede Jansen twee caroligulden f 2-00-00 
[gebleken bij quitantie] 
1678, Den 26 januarij betaelt aan mr. Joannes rentemeester, voor een kleedt bij hem ten dienste van Aucke Claassen maken lat[en] ad drie en twintig caroliguldens vijff stuijvers, volgens quitantie met numero 56 f 23-05-00 
Den 6 martij betaelt aan Dirck Heeres, ter sake een schootsvel ende steeckbeijtel bij hem aan Bouwe Claassen gelevert, de somma van een gulden seven stuijvers, volgens quitantie met numero 57 f 1-07-00 
[transeat] 
Den 25 dito geexpendeert aan Bouwe Claassen tien stuijvers, tot intreedt op zijn winckel f 0-10-00 
[gebleken bij quitantie] 
Den 15 April betaelt aan Botte Gabbema de somma van ses en seventigh caroliguldens dertien stuijvers ende twaleff penningen, ter sake costpenningen en andersints voor Bouwe, volgens quitantie met numero 58 f 76-13-12 
---------- 
18 Lats f 103-15-12 
 
[0284r] [gebleken bij quitantie] 
1678, Den 19 maij betaelt aan Jan Olkes glaasmaker de somma van drie guldens sestien stuijvers, ter sake het maackloon van glasen in het huijs staande in de Katterug, volgens quitantie numero 59 f 3-18-00 
[transeat] 
Den 5 junij met Frans Jansen aan Aucke gesonden twaleff stuijvers f 0-12-00 
[gebleken bij quitantie] 
Den 8 junij betaelt aan Lambert Jansen de somma van twaleff guldens bij hem ten dienste van Aucke Claassen uijtgeschoten, volgens quitantie met numero 60 f 12-00-00 
Den 13 dito aan Otto Knijff betaelt twee caroliguldens seven stuijvers ter sake een paar hosen voor Aucke Claassen, volgens quitantie met numero 61 f 2-07-00 
dito betaelt aan de selve, ter sake breijdtgeern voor Bouwe Claassen de somma van twee caroliguldens tien stuijvers twalef penningen, volgens quitantie met numero 62 f 2-10-12 
[transeat] 
den 13 julij uijtgegeven op het versoecken der vercoopinge van het huijs de Jol voor Aucke ende Bouwe Clasens quota seventien stuijvers acht penningen f 0-17-08 
---------- 
19 Lats f 22-03-04 
 
[0284v] [transeat] 
1678, den 17 julij betaelt aan Antie wolnaijster dertien stuijvers ter sake verstellen van Aucke Claassens rock ende broeck f 0-13-00 
Den 26 dito aan Aucke tot Amsterdam selfs verstreckt twee guldens tien stuijvers f 2-10-00 
[gebleken bij quitantie] 
Den 8 September uijtgegeven aan mr. Joannes rentemeester tot Amsterdam de somma van twintig caroliguldens twee stuijvers, ter sake penningen bij hem ten dienste van Aucke uijtgeschoten, volgens quitantie met numero segge, segge met numero 63 f 20-02-00 
[transeat] 
den 16 dito geexpendeert over het ontvangh van het eerste termijn van het huijs de Jol ses stuijvers f 0-06-00 
[gebleken bij quitantie] 
Den 5 Octobris ter sake schattinge ende grontpacht betaelt vier caroliguldens veertien stuijvers ende acht penningen, volgens quitantie met numero 64 f 4-14-08 
Den 7 dito betaelt aan Dirck Jansen metselaer, twee guldens vier stuijvers, ter sake arbeitsloon ende geleverde waren, volgens quitantie met numero 65 f 2-04-00 
---------- 
20 Lats f 30-09-08 
 
[0285r] [gebleken bij quitantie] 
[marge: 1678] 
dito betaelt aan Willem Jeppes, mr. timmerman de somma van drie guldens achtien stuijvers ter sake arbeitsloon, volgens quitantie met numero 66 f 3-18-00 
Den 21 dito betaelt aan Coenraad Jansen sadelmaker, de somma van een gulden drie stuijvers, volgens quitantie met numero 67 f 1-03-00 
[transeat] 
den 11 November betaelt aan een schootsvel voor Bouwe vijftien stuijvers f 0-15-00 
[gebleken bij quitantie] 
dito betaelt aan Botte Gabbema de somma van ses en dertigh caroliguldens sestien stuijvers ende twaleff penningen, ter sake costgelt ende andere expensen voor Bouwe Claassen, volgens quitantie met numero 68 f 36-16-12 
Den 22 dito betaelt de costpenningen ende leergelt van Aucke Claassen ad 50 ende twaleff guldens aen hem selfs verstreckt, te samen twee ende sestigh caroliguldens, volgens de respectivelijke quitanties met numero 69 f 62-00-00 
Den 15 december betaelt voor dassies de somma van drie guldens negentien stuijvers ende acht penningen, volgens quitantie met numero 70 f 3-19-08 
---------- 
21 Lats f 109-12-04 
 
[0285v] [gebleken bij quitantie] 
1679, Den 8 januarij betaelt voor doeck toe hembden voor Aucke ende Bouwe Clasen de somma van acht caroliguldens veertien stuijvers ende acht penningen, volgens quitantie met numero 71 f 8-14-08 
Den 2 April aan Aucke Claassen gesonden ses guldens sestien stuijvers, volgens quitantie met numero 72 f 6-16-00 
Den 15 April aan Gerrijt Bouwes Schiere betaelt voor Bouwe Claassen twee caroliguldens, volgens quitantie met numero 73 f 2-00-00 
Den 9 Maij betaelt aan mr. Joannes rentemeester, de somma van vijftigh caroliguldens ter sake een pak klederen ende andere expensen ten dienste van Aucke Claassen, volgens quitantie met numero 74 f 50-00-00 
[transeat] 
de Maij betaelt aan Dirck Jansen, mr. metselaar veertien stuijvers ter sake arbeitsloon bij hem verdient ende materialen gelevert f 0-14-00 
[gebleken bij quitantie] 
Den 29 dito betaelt aan Jan Olckes een gulden dertien stuijvers ter sake maackloon van glasen in der Rendeerdens huisinge, volgens quitantie met numero 75 f 1-13-00 
---------- 
22 Lats f 69-17-08 
 
[0286r] [gebleken bij quitantie] 
[marge: 1679] 
Den 16 junij aan Aucke Claassen selfs verstreckt vijff caroliguldens volgens quitantie met numero 76 f 5-00-00 
Den 22 dito betaelt aan Lolle Jacobs seven caroliguldens negen stuijvers, ter sake geleverde schoenen voor Bouwe Claassen, volgens quitantie met numero 77 f 7-09-00 
Den 2 September aan mr. Johannes Rentemeester gegeven voor Aucke Claassen de somma van twaleff guldens twaleff stuijvers, volgens quitantie met numero 78 f 12-12-00 
[transeat] 
Den 4 September ter sake voor ende het leggen van een watersteen in het huijs in de Katrugh, betaelt twee guldens tien stuijvers, dus f 2-10-00 
[gebleken bij quitantie] 
Den 10 October betaelt aan Nies Jans Hobbekees de somma van drie guldens tien stuijvers, ter sake een rode onderbroeck voor Aucke Classen, volgens quitantie met numero 79 f 3-10-00 
Den 5 November voor schattinge ende grontpacht betaelt wegens der Rendeerdens huisinge, vier caroliguldens veertien stuijvers ende acht penningen, volgens quitantie met numero 80 f 4-14-08 
---------- 
23 Lats f 35-15-08 
 
[0286v] [transeat] 
[marge: 1679] 
Den Rendant brengt alhier voor uijtgaaf ter sake een jaar costgelt voor Bouwe Claassen de somma van tachtigh caroliguldens, 1 november 1679 verschenen, dus f 80-00-00 
dito noch voor schoenlappen ende naijgelt in die tijt geexpendeert vier caroliguldens drie stuijvers twaleff penningen, dus f 4-03-12 
[gebleken bij quitantie] 
den 17 november betaelt het kostgelt van Aucke Classen aan mr. Joannes, rentemeester de somma van vijftig caroliguldens, volgens quitantie met numero 81 f 50-00-00 
den selven dito aan Aucke Claassen door Jelle Sijbes toegesonden, ses guldens veertien stuijvers, volgens quitantie met numero 82 f 6-14-00 
[marge: 1680] 
Den 13 februarij aan Aucke Claassen door Meijnert Claassen toegesonden ses caroliguldens ses stuijvers ende wegens de quitantie te bestellen 2 stuijvers, te samen ses guldens acht stuijvers, volgens quitantie numero 83 f 6-08-00 
den 6 Maij aan Bauckjen Pijtters voor Bouwe Claassen betaelt wegens winckelwaren ses guldens twalef stuijvers veertien penningen ende wegens ses ellen Sarchie bij den Rendant selfs gelevert ses guldens twalef stuijvers ende aan Tijttie Willems wegens naijloon twee guldens twee stuijvers te samen vijftien caroliguldens vijf stuijvers ende veertien penningen, volgens 3 respectivelijke quitanties met numero 84 f 15-05-14 
---------- 
24 Lats f 162-11-10 
 
[0287r] [gebleken bij quitantie] 
[marge: 1680] 
Den 23 Maij betaelt aan Lambert Jansen wegens aucke Claassen voor kledinge de somma van drie en veertig caroli guldens negentien stuijvers, volgens quitantie met numero 85 f 43-19-00 
Den 29 junij aan Aucke Claassen gestiert ses guldens ses stuijvers, volgens quitantie met numero 86 f 6-06-00 
Den 10 Julij aan Jan Olckes, mr glaasmaker betaelt twee caroliguldens dertien stuijvers, ter sake het glaasmaken in het huijs in de Katrugh, volgens quitantie met numero 87 f 2-13-00 
den 30 dito aan Tijs Martens ende Dirck Jansen betaelt de somma van twee caroliguldens drie stuijvers ende acht penningen ter sake het maken van een blicken goote ende de straat te stoppen, volgens quitantie met numero 88 f 2-03-08 
de 1 September betaelt voor schatting ende grontpacht van der Rendeerdens huijs in de Katterugh, volgens quitantie numero 89, de somma van vier guldens dertien stuijvers ende acht penningen f 4-13-08 
den 12 dito betaelt aan Aucke Claassen ende aan hem gegeven doen hij weer naer Amsterdam toe trock, vijftien caroliguldens, volgens quitantie met numero 90 f 15-00-00 
---------- 
25 Lats f 74-15-00 
 
[0287v] [gebleken bij quitantie] 
[marge: 1680] 
Den 18 September betaelt aan Otto Knijff de somma van twee caroliguldens sestien stuijvers, ter sake twee paar hosen voor Bouwe Claassen, volgens quitantie met numero 91 f 2-16-00 
[transeat] 
den 18 dito voor Bouwe Claassen betaelt, ter sake drie nieuwe hembden de somma van vijff caroliguldens vijff stuijvers ende acht penningen f 5-05-08 
den 1 October voor Aucke Claassen betaelt ter sake drie nieuwe hembden ende hem door Laas Auckes Haselaar toegesonden de somma van seven gulden vijftien stuijvers f 7-15-00 
[gebleken bij quitantie] 
Den 24 October door Lammert Jansen betaelt aan mr. Joannes rentemeester de somma van ses en sestigh caroliguldens vier stuijvers, ter sake voor Aucke Claesen kost ende leergelt, volgens quitantie met numero 92 f 66-04-00 
Den 25 dito door Lammert Jansen aan Aucke Claassen verstreckt vier caroliguldens, volgens quitantie met numero 93 f 4-00-00 
[transeat] 
Den 1 november 1680 brengt den rendant weder in rekeninge ter sake een jaar kostgelt voor Bouwe Claassen, de somma van tachtigh caroliguldens f 80-00-00 
---------- 
26 Lats f 166-00-08 
 
 
[0288r] [transeat] 
[marge: 1680] 
dito noch voor schoenlappen ende wegens het verstellen van zijn klederen voor een jaar drie guldens seventien stuijvers acht penningen f 3-17-08 
[gebleken bij quitantie] 
Den 29 november door Lammert Jansen betaalt aan ende voor Aucke Claassen de somma van vier en twintig caroliguldens negen stuijvers, volgens quitantie met numero 94 f 24-09-00 
Den 28 desember betaelt voor Bouwe Claassen aan Beernt Stint, mr. kleermaker, ter sake kledinge voor Bouwe vermaakt, volgens quitantie met numero 95 de somma van twee caroligulden achtien stuijvers acht penningen f 2-18-08 
[marge] 1681 
Den 17 mart betaalt door Lammert Jansen aan Aucke Claassen een en dertig caroliguldens tien stuijvers, volgens quitantie met numero 96 f 31-10-00 
Den 29 April betaelt aan Seerp Lammerts Swerms de somma van drie caroliguldens sestien stuijvers acht penningen ter sake hout in het huis in de Katrugge gelevert, volgens quitantie met numero 97 f 3-16-08 
[transeat] 
Den 2 Maij betaelt voor Bouwe een schootsvel vijftien stuijvers, dus f 0-15-00 
---------- 
27 Lats f 67-06-08 
 
[0288v] [gebleken bij quitantie] 
[marge: 1681] 
Den 21 julij betaelt aan Bauckjen Pijtters voor Bouwe Claassen wegens winckelwaren, de somma van negen guldens drie stuijvers ende tien stuijvers [penningen], volgens quitantie met numero 98 f 9-03-10 
den 6 September betaelt vier caroliguldens dertien stuijvers ende acht penningen, ter sake schatting ende grontpagt van der Rendeerdens huisinge volgens quitantie met numero 99 f 4-13-08 
Den 29 September betaelt aan Sijmen Cornelis de somma van ses caroliguldens veertien stuijvers, ter sake geleverde schoenen voor Bouwe Claassen, volgens quitantie met numero 100 f 6-14-00 
[transeat] 
dito aan Servaas Slotmaker betaelt dertien stuijvers ter sake een slot in het huijs in de Katrugge gelevert f 0-13-00 
den 14 October met Pijtter Feddes nae Sneeck geweest voor de Rendeerden wegens hun landt als doen voor wagenvracht twee guldens tien stuijvers ende wegens verteringe geexpendeert een gulden ellef stuijvers, te samen vier guldenas een stuijver f 4-01-00 
[gebleken bij quitantie] 
Den 2 november betaelt aan Bauckjen Pijtters segge Baucke timmerman ende Dirck Jansen de somma van ses guldens sestien stuijvers, ter sake arbeijtslonen ende geleverde materialen in het huis in de Katrugh, volgens quitantie met numero 101 f 6-06-00 
---------- 
28 Lats f 32-01-02 
 
[0289r] [transeat] 
1681, Den 2 November brengt den Rendant weder voor uijtgaaf de somma van tachtig caroliguldens, ter sake een jaar kostpenningen voor Bouwe Claassen, dus f 80-00-00 
dito noch voor de selve, ter sake expensen wegens schoenlappen etcetera, drie guldens drie stuijvers voor een jaar f 3-03-00 
[gebleken bij quitantie] 
Den 7 December door Douwe Andries wijdtschipper aan Aucke Claassen verstreckt twaleff guldens twaleff stuijvers, volgens quitantie met numero 102 f 12-12-00 
[transeat] 
1682, den 8 Maij voor 12 ellen doeck voor Bouwe Claassen alsmede wegens het bleken ende vernaijen van het selve, te samen seven guldens twee stuijvers, dus f 7-02-00 
[gebleken bij quitantie] 
Den 17 dito aan Otto Knijff ter sake twee paar geleverde hoosen voor Bouwe Claassen betaelt de somma van drie caroliguldens sestien stuijvers, volgens quitantie met numero 103 f 3-16-00 
Den 25 dito aan Sivert Douwes betaelt ter sake een geleverde hoedt ten dienste van Bouwe Claassen, de somma van twee caroliguldens sestien stuijvers, volgens quitantie met numero 104 f 2-16-00 
---------- 
29 Lats f 109-09-00 
 
[0289v] [gebleken bij quitantie] 
1682, Den 19 October betaelt aan Servaas van Bemen de somma van vier caroliguldens dertien stuijvers ende seven penningen, ter sake een jaar schattinge ende grontpacht van der Rendeerdens huisinge, volgens quitantie met numero 105 f 4-13-07 
Den 24 dito betaelt aan Bauckjen Pijtters de somma van seven caroliguldens dertien stuijvers ter sake winckelwaren voor Bouwe Claassen gelevert volgens quitantie met numero 106 f 7-13-00 
[transeat] 
dito betaelt voor het maken van een pack onderklederen, achtien stuijvers f 0-18-00 
Den 1 november brengt den Rendant weder voor uijtgaaf de somma van tachtigh caroliguldens ter sake een jaaer costgelt van Bouwe Claassen, dus f 80-00-00 
dito wegens schoenlappen ende andere expensen voor een jaar drie guldens sestien stuijvers vier penningen f 3-16-04 
[gebleken bij quitantie] 
den 11 December betaalt aan Jan Olckes, mr. glasmaker de somma van vier guldens dertien stuijvers ende acht penningen, ter sake het maken van glasen in het huijs in de Katrugh, volgens quitantie met numero 107 f 4-13-08 
---------- 
30 Lats f 101-14-03 
 
[0290r] [marge: 1683] 
[transeat] 
Den 1 Maij segge Martij aan Aucke Claassen gestiert met schipper Ruijrdt Tieerdts de somma van ses guldens ses stuijvers, dus f 6-06-00 
Den 1 maij brengt den rendant weder voor uijtgave de somma van veertigh caroliguldens, ter sake een half jaar kostgelt voor Bouwe Claassen, als wanneer hij nae Amsterdam vertock, dus f 40-00-00 
dito wegens schoenlappen ende andere expensen voor een half jaar twee guldens twee stuijvers f 2-02-00 
[gebleken bij quitantie] 
Den 10 September betaelt aan Beernt Stint, mr. kleermaker, de somma van twee caroliguldens tien stuijvers, ter sake het maken van een rock voor Bouwe Claassen, volgens quitantie met numero 108 f 2-10-00 
[transeat] 
Den 19 dito betaelt van leijcken wegens het huijs in de Katrigh acht stuijvers f 00-08-00 
Den 7 November aan Bouwe Claassen gegeven drie caroliguldens aan gelt met noch twee soetemelx kasen, te samen ad vijf guldens twee stuijvers f 5-10-00 
---------- 
31 Lats f 56-16-00 
 
[0290v] [marge: 1684] 
[transeat] als gebleken bij quitantie 
Den 28 Martij met Pijtter IJsbrandts, wijdtschipper aan Bouwe Claassen gesonden twaleff caroliguldens twaleff stuijvers, dus quitantie numero 109 f 12-12-00 
[gebleken bij quitantie] 
Den 29 Maij betaelt schatting ende grontpacht van het huijs in de Katrugh de somma van vier caroliguldens dertien stuijvers seven penningen, volgens quitantie numero 110 f 4-13-07 
[transeat] 
Den 25 junij betaelt aan Servaas van Bemen voor schoorsteengelt van het huijs in de Katrugh twee caroliguldens een stuijver f 2-01-00 
[gebleken bij quitantie] 
Den 15 julij aan Bouwe Claassen gegeven tot Amsterdam twalef caroliguldens, volgens quitantie met numero 111 f 12-00-00 
Den 25 October voor schatting ende grontpacht van het huijs in de Katrugh betaelt vier caroliguldens dertien stuijvers ende seven penningen, volgens quitantie met numero 112 f 4-13-07 
dito betaelt aan Dieucke Claeses de somma van twalef caroliguldens vijff stuijvers, ter sake vijff hembden voor Aucke Claassen, volgens quitantie met numero 113 f 12-05-00 
---------- 
32 Lats f 48-04-14 
 
[0291r] [marge: 1684] 
[gebleken bij quitantie] 
Den 29 October aan Aucke Claassen gegeven de somma van ses en twintig caroliguldens tien stuijvers, volgens quitantie met numero 114 f 26-10-00 
Den 30 dito aan Dirck Jansen, metselaer betaelt de somma van twee caroliguldens twee stuijvers ter sake arbeitslonen ende geleverde materialen, volgens quitantie met numero 115 f 2-02-00 
[transeat] 
Den 9 november betaelt aan mr. blickslager de somma van een gulden tien stuijvers wegens de blicken goote in het huis van den Rendeerden f 1-10-00 
[gebleken bij quitantie] 
noch volgens quitantie betaelt ter sake geleverde schoenen voor Bouwe Claassen de somma van drie caroliguldens achtien stuijvers, alhier met numero 116 f 3-18-00 
[transeat] 
noch voor port van 87 brieven in dese voornoemde tijdt, te samen gerekent ijder ad twee stuijvers, comt f 8-14-00 
---------- 
33 Lats f 42-14-00 
 
Bedragende also dese vorenstaande uijtgave in drie en dertigh laters te samen geaddeert zijnde de somma van twee duijsent een hondert ende sestigh Caroli guldens seventien stuijvers ende ellef penningen f 2160-17-11 
 
[0291v] Welcke vorenstaende uijtgaeve ad 2160-17-11 vergeleken zijnde met de vorige ontvangh ter somma van 1674-12-00 ende het minste van het meest gededuceert ende afgetrocken zijnde, soo geblijckt ende wort bevonden meerder uijtgegeven dan ontvangen te zijn de somma van vier hondert ses en tachtigh caroliguldens vijff stuijvers ende ellef penningen f 486-05-11 
 
doch wort bij desen overgelevert een somma van drie hondert seven ende seventig caroliguldens tien stuijvers en twalef penningen te goede zijnde op seker reversaal wegens de huisinge in de Katrugh van dato den 14 februari 1685 ende bij continuatie bevestigt, den 8 maij daaraan volgende, ten laste van Albert Acker ende Goucke Braam, dus in verminderinge van voorstaande meerder uijtgave f 377-10-12 
 
Blijvende de Rendeerden aan den Rendant also noch ten achteren de somma van een hondert ende acht caroli guldens vijftien stuijvers f 108-15-00 
En heeft ook de makelaer Huijbert Reijners voor Gerechts salarien uijtgeschoten f 15-11-00 
---------- 
f 124-06-00 
 
Ende leveren de Rendeerden segh rendanten aen de Rendeerden mits desen mede over naevolgende goede vijff silveren leepels, een voor Aucke en vier voor Buwe 
Een silveren hecht voor Aucke 
drie silveren instrumenten voor Aucke 
 
[marge] Compareerde ter Secretarije alhier Huijbert Reujners, gesworen makelaer binnen dese stede de welcke bekende ende verklaerde in verminderinge van nevenstaende 124-06-00 ontvangen te hebben de somma van negen en negentigh Caroli goede guldens, sulx dat noch resteerde 25-06-00. Actum den 28 november 1685 [einde marge] 
 
[0292r] een beslagh van een kooker voor Aucke 
Een silveren schuijmspaentie met een booghje voor Buwe 
Een paer silveren knopen voor Buwe 
Een silveren penningh voor Aucke 
drie gouden ringen, twee slechte voor Buwe ende met stenen voor Aucke 
Een valueerde rijxdaelder voor Buwe 
Een oordt dito voor Bouwe 
Noch een stuckje silver voor Aucke 
En blijven dese vorenstaende goederen Buwe Clasen rakende voor als noch onder Idske Auckes, weduw van wijlen de originele ende administrerende Curator Reijner Huijberts. 
 
Waer mede dan de Rendanten ende Curatoren dese hunne reekeninge gefourneert met de quitantien ende vordere documenten daer toe specterende voor goed ende oprecht wort gepasseert ende soo wel bij de Rendeerden als welgedachte Heeren Commissarien ende Secretaris ratione officii, in alle manijeren geapprobeert [0292v] ende gelaudeert ende sij goeden reekeninge ende restitutie van goederen bedanckt van wijdere administratie geexonereert ende van alles desen belangende geabsolveert ende gequiteert met aen neeminge om den Rendanten voor eenigh nader reekeninge altoos te bevrijden, onder verbandt ende submissie so nae rechte, in kennisse der Rendeerden handen, beneffens de subscriptie van gemelte heeren Commissarien ende Secretaris. Actum op den Raedhuise binnen Harlingen, den 18 September 1685. 
 
(get.) Otte Knijff 
(get.) Aucke Claesen Stiniga] 
(get.) J. Quicklenborgh, 1685 
(get.) Dirck Sioerdts Bierma 
absent Secretaris 
(get.) Theodorus Theodori 48) Posthumus 9/18 1685 notarius publicus