De familienaam Almenum |
Bron: www.nationaalbrandweermuseum.nl, de website van het Nationaal Brandweermuseum Hellevoetsluis |
Bij mijn regelmatige zoektochten op Internet kwam ik de familienaam "Almenum" tegen op de website van het Nationaal Brandweermuseum: In Amsterdam wordt ergens na 1672 een brandspuitenfabriek opgericht door degenen die op dat moment met het toezicht op brandspuiten en blusmateriaal zijn belast: de broers Jan en Nicolaas van der Heiden. De brandspuiten werden alom geroemd en zijn nog te vinden in diverse verzamelingen. Al voor 1685 overlijdt Nicolaas en Jan zet met zijn zoon Jan het bedrijf voort. In 1712 overlijdt Jan senior en de jonge Jan zet het bedrijf voort. Deze overlijdt in 1726 en zijn een jaar jongere broer Samuel neemt het bedrijf over, totdat ook die in 1729 overlijdt. Al die tijd waren de fabrikanten tegelijk ook brandmeesters -belangenverstrengeling werd blijkbaar niet als een probleem gezien- en Amsterdam zat dus nu opeens zonder beide. De Amsterdamse zakenman Pieter Pietersz. biedt aan om beide functies over te nemen. Amsterdam is er blij mee en Pieter gaat zich van de weeromstuit bedienen van een achternaam. Waarschijnlijk volgt hij de mode, en ongetwijfeld geeft het ook meer status in zo\'n grote stad. Als achternaam gebruikt hij "Almenum". Rond 1746 overlijdt hij en neemt zijn zoon Wijbrand Almenum het over. Deze overlijdt rond 1769 en zijn zoon Arent, dan 28 jaar, neemt het over. Op 25 maart 1784 overlijdt hij, kinderloos. De functies van brandweer-commandant en fabrikant worden dan gescheiden, en de fabriek wordt voortgezet door de erven van Arent, onder de naam Erven Arent Almenum. Ook hun opvolgers Anthony Cornelis Vermunt (van 1800 tot 1825) en Jan Hessel van der Willige (1827 tot minimaal 1845) blijven deze bedrijfsnaam gebruiken, wat aangeeft dat het ondertussen een gevestigde en vooral gerenommeerde naam was. De brandspuiten waren in elk geval ook bij de voorlopers van dit bedrijf al van prima kwaliteit; Amsterdam stelde zijn laatste "Van der Heiden-brandspuit" in 1924 buiten gebruik, na 242 jaar dienst te hebben gedaan! In de registers van betalingsordonnanties van Harlingen komt voor: Pijter Almenum te Amsterdam ontvangt van het gemeentebestuur, samen met S. van der Heijde, terzake gedane diensten en reparaties aan de Stads brandspuiten, maart 1734: 9 gulden 15 stuivers. Idem, wegens leverantie van enig koperwerk aan de Stadsbrandspuit, 9 januari 1737: 9 gulden 3 stuivers. |