[0054v] een bed met een peul | |
vijff oorcussens | |
vijff dekens | |
drie slaeplakens | |
drie wijtlingen | |
drie peuldoecken, noch twee | |
negen slopen | |
[0055r] vijf manshemden, noch een | |
drie neusdoecken met een kleine, noch een schorteldoeck | |
een handdoeck met twe slopen | |
drie lappen witt linnen | |
vijff stoelcussens | |
twe rode hemdrocken, noch twe | |
twe packen swart lakens kleeren | |
een blauw wronghlijff | |
een pack vuilemorten kleeren | |
twe linnen broecken | |
een wit karsaeyen broeck, noch een | |
een leeren broeck | |
drie onderbroecken met een leeren bijntlijff | |
een swart lakens rock | |
twe paer hosen, noch een paer | |
twe kalfsvellen | |
drie lamsvellen met een conijns vel | |
een reisrock | |
twe carpoesen | |
twe ruige mutsen | |
een hoed | |
| |
een kevie | |
een eken kiste met een schammeltie | |
een vieren kiste | |
vijff stoelen | |
| |
vijff tinnen plateelen | |
een tinnen butterschael ende twe mesken kandelers | |
een mesken becken ende twee wijnkannen | |
ende voorts eenige huisraden ende romlingen van cleine importantie | |
| |
[0055v] Brieven ende instrumenten | |
een obligatie op Ids Pytters cum uxore continerende eenhondert goudguldens sorte ende een jaer renten, dateert den 13 junij 1635 | |
een obligatie tot laste van Jan Jordens cum uxore bovengenoemt, continerende achthondert caroliguldens sorte ende een jaer renten den dato den 3 mey 1650 | |
een snicke-brief bij Pytter Claessen aen Sibout Pytters gepasseert, dateert den 15 januarij 1648 ende cessie bij Sibout voornoemt aen Aesge Pouwels gepasseert, in dato den 22 may 1651, continerende vijfhondertvijftich caroliguldens sorte | |
een obligatie op Jelle Tieerts cum uxore de dato den 30 aprilis 1650, continerende eenhondert goudguldens sorte | |
een veerbrieff bij Rippert Hennis cum uxore gepasseert de dato den 6 december 1652, continerende als reste driehondert twe ende seventich caroliguldens | |
een obligatie tot laste van Jelle Tieerts cum uxore voornoemt de dato den 5 may 1649, continerende eenhondert ende vijftich caroliguldens | |
een obligatie op Jan Jordens cum uxore voornoemt de dato den 3 may 1652, continerende vijffhondert caroliguldens | |
een obligatie op Jan Jordens cum uxore voornoemt de dato den 2 november 1652, continerende vijffhondert caroliguldens sorte met de intressen sedert verscheenen | |
een obligatie op Aeffke Melchersdochter weduwe van wijlen Liuue Dircx, dateert den 3 may 1653, continerende duisent caroliguldens sorte | |
een obligatie op Jeke Ipes cum uxore dateert den 5 mey 1649, continerende vijff ende seventig caroliguldens sorte als rest ende de intressen sedert may 1652 verschenen | |
[0056r] een obligatie op Riemer Heerts cum uxore de dato den 6 may 1653, continerende twehondert goutguldens | |
een obligatie tot laste van Rioerd Doytses cum uxore dateert den 13 may 1647, continerende eenhondert caroliguldens sorte ende met intressen sedert may 1652 verschenen | |
een handschrift op Willem Jansen cuiper dateert den 1 may 153, continerende vijftich caroliguldens | |
een handschrift op Jan Jordens cum uxore voornoemt de dato den 14 januarij 1653, continerende vierhondert caroliguldens | |
| |
Vaste Goederen | |
een huis staende op de Turffmerckt [ws. Heiligeweg 19] alhier ten westen van de Kerckbrugghe, hebbende Peter Hendrix seemleertouwer ten noordoosten, bij Feyck uitdraegster althans bewoont | |
een huis [ws. Ooievaarsteeg 23, achter Nieuwstraat 36] daer wijlen Aesge Pouwels uit versturven is, staende ten oosten van de Langesteigh alhier, hebbende Arjen Heerts ten suiden [ws. Nieuwstraat 38achter] ende Jan Ellerts van Laer ten noorden [ws. Nieuwstraat 34] | |
een huis staende ten noorden van Sybren Tieerts Suirgers weduwes keet bij Claes Pouwels althans bewoont | |
noch een huis staende naest het vorige hebbende Jan Teunis ten noorden, bij Marten Meinerts althans bewoont | |
item seecker stoockhuis, staende ten oosten van het voorschreven huis bij Claes Pouwels bewoont | |
| |
Noch andere goederen | |
een lichterschuite met sijn toebehorende gereedschappen nu onlangs bij Aesge Pouwels gecocht voor vijff ende tachtich caroliguldens | |
| |
[0056v] Aen gerede penningen bevonden in verscheidene species eenhondert seven ende seventich caroliguldens dartien stuivers acht penningen | f 177-13-08 |
| |
Voltreckingh van 't inventaris | |
| |
Noch is ten sterfhuise bevonden negenhondert ende tachtich en een half pont potasch, daaronder begrepen de asch dien ten profijte van 't sterfhuis uitgebracht stonden, de welcke den mede erffgenaem Jan Joris sijn toegestanden het hondert pont voor vijff ende twintich guldens, maekende te samen twehondert vijf ende veertich caroliguldens twe stuivers acht penningen, mits dat hij alle de onwisse schulden mede voor wis sal aennemen | f 245-02-08 |
noch eenige staven ende een partije potasch met andere romlingen Jan Joris voornoemt mede toegestanden voor vijffendetwintich caroligulden, drie stuivers acht penningen | f 25-03-08 |
noch vijftien aschtonnen gemelte Jan Joris toegestanden yder tot twe guldens, maeckende te samen dartich caroliguldens | f 30-00-00 |
| ---------- |
| f 300-06-00 |
| |
in welcke driehondert caroliguldens ses stuivers de gemelte Jan Joris weder tot corten die hij wegens Aesge Pouwels doodschulden ende eenige andere sterfhuislasten betaelt heeft hondert seven en tachtigh caroliguldens vier stuivers 12 penningen die hij wegen Aesge Pouwels doodschulden ende eenige andere sterfhuislasten betaelt heef, ende bij de curatoren met gemelte Jan Joris ter voornoemde somma haer gerekent sijn, blijvende de voorschreven Jan Joris aen de gemene boedel cortinge van de voorschreven 187 guldens 4 stuivers 12 penningen also ten achteren hondertdartich caroliguldens een stuiver vier penningen | f 113-01-04 |
hebbende de voorschreven geinventariseerde mobilij ende inboelen, bij publiecke auctie vercoght sijnde, [0057r] suiver na deductie van de omgelden opgebracht hondervijfendetwintich caroliguldens ses stuivers | f 125-06-00 |
ende heeft de lichterschuite hierboven annoteert ende aen Jelle Hessels vercocht sijnde opgebracht vijff ende seventich caroliguldens | f 75-00-00 |
ende wort mede aengegeven dat wijlen Aesge Pouwels aen de Nieuwe Groenlandsche Zeevisschernije op rekeninge heeft getelt twe en seventich caroliguldens tien stuivers, dat voor onwis wert gerekent | |
noch heeft Jan Joris uit het sterfhuis genoten aen asch, boven de vorige asch, tot eenendeveertich caroliguldens | f 41-00-00 |
| |
Schadelijcke staet | |
een legaet bij Aesge Pouwels aen sijn broeder Claes Pouwels gemaeckt tot 6 caroliguldens | f 6-00-00 |
een legaet aent Weeshuis gemaeckt tot vijftich caroliguldens | f 50-00-00 |
een legaet aen Jan Joris kint Reinsck Jans gemaeckt tot hondert caroliguldens | f 100-00-00 |
ende wert bij provisie aengegeven een legaet tot gelijcke hondert caroliguldens, aen het toecomende dochtertie van Feicke Aesges gemaeckt, indien sij een krijght ende het seker Reinsck noemt | |
[0057v] noch een legaet tot vijftich caroliguldens gemaeckt aen de Armen van de Blauwe Schuirs gesinde gemeente alhier | f 50-00-00 |
alsnoch een legaet aen deselve Armen gemaeckt tot gelijcke vijftich caroliguldens, dat betaelt sal worden wanneer Fecke Aesges vijff en twintich iaeren olt sal sijn geworden | |
ende heeft Fecke Aesges tersaeke de erffenisse van sijn moeder, soo als bij Gerbrich Aesges is genoten vooruit uit de gemeene erffenisse te trecken fijffhondert en een caroliguldens vier stuivers vier penningen volgens scheidinge in dato den 14 may 1647, ende acte van quitantie in dato den 30 april 1650 | f 501-04-04 |
ende moet bij Jan Joris wederomme uit de gemeene erffenisse vooruit getrocken werden vierendedartich caroliguldens tien stuivers, ter saecke 138 pond potasch, soals de debiteuren verclaert hebben betaelt te wesen aen wijlen Aesge Pouwels ende die voorschreven Jan Joris volgens voren geroerde accoort in betalinge van de 980 2/1 pond potasch boven vorige gedane deductie soude hebben te corten, ergo alhier | f 34-10-00 |
ende moet dan noch in de schadelijcke staet gebracht werden tweendeveertich caroliguldens, die wijlen Aesge Pouwels noch schuldich is gebleven op de voorschreven lichterschuyt, hiervoren in de proufijtelijcke staet gebracht ergo alhier | f 42-00-00 |
Ende is te weten dat de brieven van obligaties hier voor geroert bij provisie onder Peter Tannes in bewaringe sullen blijven tot dat de penningen sullen opcomen, ende volgens wijlen Aesge Pouwels begeerte een huis tot elliff ofte twalifte halff hondert goltguldens gecocht sal sijn: ende is versproken dat, sodanich huys gecocht sijnde alsdan ofte eerder ter gelegenen tijt eintlijcke liquidatie ende ontscheidinge van goederen tusschen de erffgenamen voornoemt sal worden gemaeckt. | |
| |
In kennisse ons commissaris ende secretaris handen. Actum den 9 decembris 1653. | |
Onderstonde B. Geersma ende Andr. Heemstra met hun togen | |
| |
Ter ordonnantie van de Gerechte | |
(get.) Andr. Heemstra | |
(get.) B. Geersma 1653 | |