Harlingen, inventarisatieboeken

Sinds september 2016 zijn leden van de Werkgroep Archiefonderzoek, een werkgroep van de Vereniging Oud Harlingen, bezig met het overnemen van de belangrijkste gegevens uit de 33 Inventarisatieboeken van Harlingen. In deze boeken staan verslagen van inventarisaties van sterfhuizen, zoals die plaatsvonden van 1589 tot 1727. Het project RedBot stelde hiervoor welwillend de foto's van deze inventarisatieboeken beschikbaar, het Hannemahuis een werkruimte en het Stadsarchief inhoudelijke ondersteuning. We zijn ze dankbaar.

De inventarissen die aan een bepaald adres zijn toegeschreven zijn ook zichtbaar via 'Huizen -> Zoek je huis'. In onderstaande lijsten is dat adres ook zichtbaar. Een groen adres geeft aan dat het adres vrij zeker juist is. Bij niet groene adressen is dat minder zeker, maar het is hopelijk toch minstens in de buurt. Zoals altijd zijn de kolommen te sorteren door op de kolomkop te klikken, boven de tabel kan snel naar de juiste letters of de juiste pagina worden gesprongen, en door op een adres te klikken verschijnt de pagina met alle bekende gegevens van dat adres.

N.B. Alleen als de lijst is gesorteerd op datum, is de extra kolom 'relatie' te zien, omdat die alleen dan de relatie met de volgende persoon in de lijst kan weergeven.

Gegevens uit bronnen worden zorgvuldig overgenomen, maar lees- en typfouten zijn onvermijdelijk. Gegevens die niet in de bron staan maar door mij zijn aangevuld op basis van andere bronnen of andere gegevens uit dezelfde bron, zijn voorzien van een *. Gegevens die door mij aangepast of geïnterpreteerd zijn, zijn zoveel mogelijk voorzien van een verduidelijkende toelichting tussen [ ]. Bij het overnemen van eigennamen is de originele spelling gehandhaafd. Soms is echter te voorzien dat een kennelijke schrijf- of spelfout in de bron een probleem zal geven bij het zoeken naar een eigennaam of bij het maken van een alfabetische index. In zo'n geval is de juiste of meest voorkomende spelling van een eigennaam aangehouden, met toevoeging van een toelichting tussen [ ]. Bij het overnemen van plaatsnamen, straatnamen en beroepen die in alfabetische indexen terecht komen is voor zover mogelijk de moderne spelling aangehouden, om het zoeken te vereenvoudigen. Mogelijk staat in een bron bijvoorbeeld Doccum, terwijl op deze website Dokkum staat. Zo wordt een glaesemaecker een glasmaker. Die spelling is voor het doel van deze website (het ontsluiten van bronnen, niet het transcriberen van bronnen) niet belangrijk.



Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 2025-04-11 22:01:08



Vindplaats: Tresoar, Nedergerecht Harlingen (13-16) inventarisnummer 200 folio 133v

Pand: Heiligeweg 54

Inleiding: [0133v] Inventarisatie ende beschrijvinge gedaen ende gemaeckt bij ons Joost van de Voorde ende Bruin Gijsberts Geersma, burgemeesteren der stadt Harlingen, ende bij het gerechte van voorschreven stadt tot desen verordineerde commissarien, ende Dr Andreas Heemstra secretaris aldaer, ten sterfhuise van wijlen Walingh Tiaerts in levene coopman binnen voorschreven stede, van alle de goederen roerende ende onroerende sampt uit ende inschulden ten voorschreven sterfhuise bevonden, ten versoecke van Auck Reiners, weduwe van wijlen Pieter Walinghs, als moeder ende voorstanderse, sampt Jelle Tiaerts, mede burger ende coopman aldaer, als oude oom, van Geertie Pietersdochter, Dieucke Pietersdochter ende Ibeltie Pietersdochter, kinderen van wijlen Pieter Walinghs voornoemt, ende erffgenaemen ex testamento van wijlen Walingh Tiaerts hun bestevader voornoemt, ende mede in praesentie van Jinse Hendricx, coopman tot Leeuwarden, der kinderen oude oom moeders wegen, Harmen Pieters brouwer alhier, haer aangehuwde oom moeders wegen, ende Jaques Libart mede burger ende coopman alhier, bij testamente geordonneerde voormomber over de kinderen ende erffgenamen voorschreven, doch het selve als noch niet aengenomen hebbende. Ende op het aengeven van Willemke Jansdochter, dientmaechd van wijlen Walingh [0134r] Tiaerts, ende in desselfs sterffhuis als bewaertster gebleven sijnde den belofte van alles wel ende getrouwelijck te sullen aengeven ende niet te sullen verswijgen, aen handen van de welgedachte commissarien gedaen hebbende. Actum den 4e aprilis 1654

Inventaris: 
[0134r] Voor noen 
 
Bedden ende bedscleeren, voorts linnen 
drie bedden met drie peulen 
dartien oorcussens 
ses dekens, noch een 
twe wijtlingen 
drie paer gardijnen met drie rabatten 
een ende veertich slaeplakens, noch een 
twaliff peuldoecken 
seven ende twintich slopen 
twe ende twintich vrouwen hemden 
negen manshemden, noch een 
sestien tafellakens, noch twe 
noch een slaeplaken 
vijftien neusdoecken 
acht ende twintich servetten 
een kasdoeck 
vier handdoecken 
 
Houtwerck 
een kevie 
een kas 
een cantoor 
een mangelbord met drie stocken 
drie varndels, ende drie kijnties 
[0134v] een hackbord met een emmerke 
drie setbancken 
een kannebord 
een kanbordtie 
twe schabelties 
ses schilderijen 
een tinnebord met de ijsers 
twe spijgels een glaedbord 
een kindere kistie 
een tafeltie een mantelstock 
drie kisten met vier tobben twee wasschamels 
dartien stoelen een wateremmer 
twee corffkes met een keerslade 
een cleercorff met twee emmerkes 
 
Wollen goedt 
veertien stoelcussens 
een groen lakens tafelspreed 
drie schorsteenscleeden 
drie swarte lakens mantels 
twe onderbroecken 
een hemdrock 
een swart lakens wambais [= wambuis], broek ende rockien 
een grofgreinen rockien 
een glad wambais 
een bratten wambais 
een gladde broeck 
een reisrock 
een nieuwe hoed 
noch twe hoeden 
een paer breiden wanten 
twe wollen kragen met een paer mouwen 
drie paer hosen, noch een paer 
noch een paer witte hosen 
twee mutsen 
 
[0135r] Den 4e aprilis 1654 nae noen 
 
Coper messchen, tin ende ijserwerck 
twaliff tinnen plateelties soo groot als clein 
dartien tinnen lepels 
een tinnen olypot 
een tinnen com 
twee tinnen soutvatten 
twee tinnen coppen 
een tinnen pijpcan 
een tinnen waterpot 
twee messchen fuyrbeckens 
twee gootlingen 
twee ketels 
twee coperen potten 
twee tinnen plateelties 
twee messchen cransen 
een messchen wijwaterspottie 
twee messchen candelers 
een messchen vijsel 
een puyster 
twee tangen 
een asschop 
een schuymspaen 
een hangijser 
een potseel 
een olycoecx forckie 
een brander 
een messchen aker 
een treeff 
 
[0135v] Steenwerck 
ses stuckies Oostindisch goed 
drie commen 
ses schaelen 
vier steenen cannen 
eenig schuttelgoed 
 
Boecken 
een bijbel in folio 
een Emanuel van Meteren in folio 
een Hollandsche ende Zeelandsche Cronijck in folio 
een testament in quarto 
een Heinrijchum Bullingerum in quarto 
een Hoogduyts testament in quarto 
Gedenckweerdichste geschiedenissen van Nederlandt ende Vrankrijck etc. door Gulielmum Baudartium van Deynse in quarto 
een testament in octavo 
Sommarie ofte bij een vergaderinge van sommige schriften bekentenissen des geloofs door Menno Sijmons  
handboecken door D: P: in octavo 
[0136r] eenige cleine oude boecken van weinigh importantie 
 
Gereede penningen 
drieendedartich ducatons a drie gulden drie stuivers is f 103-19-00 
4 rijcxedalers a 50 stuivers f 10-02-00 
6 goltguldens a 1 gulden 8 stuivers f 09-08-00 
5 pondt schellingen f 30-00-00 
aen payement f 11-06-08 
3 valueerde rijxedalers f 07-10-00 
1 Spaensche cluyt f 02-08-00 
aen payement f 01-03-00 
---------- 
f 174-14-08 
 
Brieven ende instrumenten 
een reversael op de fendrich Abraham Groenwolt van dat den 6e may 1650 continerende veertienhondert drie ende tachtich goudguldens 9 stuivers 4 penningen maeckende als caroliguldens 2076-13 stuivers welcke somma Waling Tieerdts heeft opgeschooten en Douue Meintes cum socio volgens acte in margine vant voorschreven reversael staende van dato den 2e junij 1652 quoteert met no primo f 2076-13-00 
dese schult is gereeckent neffens d'obligatie met no 42 hier nae gestelt tot 400 guldens capitael ende also t'samen mette renten tot op 1 martij 1654 bevonden te bedragen tweeduysent seshondert caroliguldens dartien stuivers  
[0136v] een reversael op de rector Belida cum uxore van dato den 8e may 1646 ende daarop verscheyden gevolgde cessien continerende vijftienhondert ses ende tachtigh caroliguldens dartien stuivers met no 2 f 1586-13-00 
de renten van dese bevonden te bedragen tot 1 martij 1654 vijf ende negentich caroliguldens vijff stuivers 
een reversael op Sybren Sybrens cum uxore tot Kimswert van dato den 21e martij 1651, ende daarop becomen cessie van Douwe Aebes mede aldaer van dato den 11e augusti 1651 continerende als reste driehondert vier ende sestich caroliguldens, drie stuivers 8 penningen quoteert met no 3 f 364-03-09 
een reversael op Sybren Sybrens cum uxore voorschreven van dato den 27e januarij 1648 daarop becomen cessie van den 3e may 1648 reste sevenhondert vijff ende twintich goudguldens maeckende als caroliguldens duysent ende vijftien caroliguldens no 4 f 1015-00-00 
een reversael op Jan Pytters cum uxore op der Bild aen Lieve Vrouuenparochie van dato den 3e may 1647 ende daarop becomende cessie van Andries Jansen cum uxore in dato den 3e may 1650 continerende als reste vijffhondert ses ende sestich caroliguldens met no 5 quoteert f 566-00-00 
deze schult is niet hoger bevonden te bedragen tot den 1 martij 1659 als tweehondert vier ende sestich caroliguldens ses stuivers 
[0137r] een reversael van een half feer van Franeker op Bolswert, op Claes Jansen backer, ende Bauck Jetses echteluyden tot Franeker van dato den 3 januarij 1651 ende daarop becomene cessie van Impke Jeltes mede tot Franeker van dato den 10e junij 1651 continerende als rest eenhonderttien caroliguldens, quoteert met no 6 f 110-00-00 
deze post is gerekent te bedragen op de 1 martij 1654 ses ende negentich caroliguldens 
een reversael op Gillis Bartouts cum uxore cum socio alhier van dato den 6 may 1634 ende daarop becomene cessie van den 8e may 1634 continerende als reste veertienhondert twee ende twintich caroliguldens met no 7 f 1422-00-00 
dese post is calculeert tot den 1 martij 1654 mette rente t' monteren tot veertienhondert drie ende negentich guldens drie stuivers 
een coopbrieff, ende respectievelijk contract daarbij Ippe Johaenes cum uxore schuldich sijn geworden, ende gebleven twaliffhondert goudguldens onder de affcoop van een sate landts gelegen in de Poelen onder Dronrijp: de dato den 12e februari 1652 met een cessie daarop gepasseert aen Waling Tieerdts van den 6 februarij 1652 maeckende aen caroliguldens sestien hondert tachtich guldens quoteert met no 8 f 1680 
dese schuld is calculeert op den 1 martij 1654 niet meer te bedragen als dartienhondert ses ende twintich caroliguldens 
een coopbrieff ende respectievelijk reversael bij Sytske Watses weduwe van de burgemeester Jories Camp tot Leeuwarden gepasseert aen Henricus Caesarius in dato den [0137v] 16e aprilis 1653 ende daarop gevolgde cessie aen Waling Tieerdts van den 6e junij 1653 continerende als reste van den tweede termijn eenduysent sevenhondert acht ende sestich caroliguldens op den eerste may 1654 toecomende te verschijnen, quoteert met no 9 f 1768-00-00 
deze post is gereeckent te stijgen[?] op de 1e martij 1654 tot seventien hondert drie ende vijftich guldens ses stuivers 
 
Den 6e aprilis voor noen 
 
een obligatie op Harmen Rheen ende Ricxtje Willems echteluiden continerende achthondert twee ende seventien caroliguldens tien stuivers van dato den 1 may 1652 quoteert met no 10 
waerbij voor ostagie overgelevert is een obligatie ofte reversael op Piter Hendrix brouwer ende stadts makelaer overgelevert is continerende 1872 guldens 
noch een obligatie op Harmen Rheen voorschreven continerende tweehondertvijftich caroliguldens sijnde van dato den 10e julij 1632 met no 11 
een coopbrieff ende reversael bij Harmen Rheen op Jelle Isbrants cum uxore gepasseert continerende als reste 100 guldens volgens brieven van den 13 februarij 1655 ende daerop becomene cessie van de voorschreven Rheen van dato den 7 may 1652 met no 12 
deze schult van Jelle Isbrants liquideert op hondertvijff guldens 
een reversael op Jan Sybes Hinderts(?) cum uxore continerende als reste 177 guldens 5 stuivers 6 penningen, sijnde van dato den 2e may 1633 ende daerop becomene cessie van dato den 10e may 1633 no 11 
deze schult liquideert op tweehonder tsestich guldens vier stuivers achten penningen mette rente 
 
Dito na noen 
 
[marge: alle schult van Harmen Rheen ende Ricxtje Willems is gereekent te bedragen op den 1 martij 1654 elliffhondertachtendeseventich guldens twaliff stuivers twee penningen buyten Jelle Isbrants schult tot 105 guldens] 
 
[0138r] een reversael op Gerrit Symens cum uxore de dato den 28e april 1651 ende daerop cessie van den 14 junij 1652 continerende tot laste van Voorschreven Gerrit cum uxore als reste f 297-08-00 caroliguldens quoteert met no 12 geliquideert op driehonderttwaliff caroliguldens acht stuivers mette rente 
een reversael op Tetting Fongers cum uxore alhier met cessie van Jarich Frieses daerop staende op Waling Tiaerts passeert de datis den 27e december 1649 ende 2 februari 1650 continerende de 2 laatste termijnen tot 182 caroliguldens f 182-00-00 quoteert met no 13 liquideert mette rente op hondertnegenendetachtich guldens elliff stuivers 
een obligatie ende handschrift op Jetske Dirxdochter weduwe van de notaris Suffridus Lubberti continerende tweeduysent caroliguldens sorte van dato den 5 julij 1649, quoteert met no 14 f 2000-00-00 
noch een obligatie op deselffde Jetske Dirxdochter ter summe van vijffhondert caoliguldens capitael van dato den 20e Marjes 1650 f 500-00-00 
quoteert met no 14 
een obligatie op Willem Jansen cuyper continerende als reste van principael driehondert guldens de dato den 1 may 1650 met no 15 f 300-00-00 
liquideert mette renten op driehondertvijftich caroliguldens 
een obligatie ofte handschrift op Peter Joris Piphron sprekende tot duysent caroliguldens sorte, ende dateert den 7e martij 1649, met no 16 quoteert, liquideert mette rente op duysent vijff ende dartich guldens, 17 stuivers 
een obligatie op Wilcke Boyes op d'Oldezijl continerende driehondert caroliguldens capitael van dato den 14e december 1651, met no 17 liquideert op driehondert een ende twintich caroliguldens mette renten 
[0138v] een obligatie op Jelle Tieerts Franeker schipper ende daerop staende cessie van Waling Tieerts van den 1 may 1652 ende 27 augusti 1652 continerende tweehondert goltguldens sorte quoteert met no 18 f 280-00-00 
liquideert op tweehondert een ende negentich caroliguldens dartien stuivers vier penningen 
een obligatie op Dr Johannes Reneman openbaar fiscael van 't college der Raden ter Admiraliteit alhier cum uxore houdende de dato den 30e januari 1647 quoteert mrt no 19 continerende achthondert caroliguldens sorte f 800-00-00 
liquideert op achthondert acht ende veertich caroliguldens 
een handschrift op Pals Bouckes van dato den 20 september 1653 continerende tweehondertvijftich caroliguldens sorte quoteert met no 20 
liquideert op tweehondert seven ende vijftich caroliguldens acht stuivers vijff penningen 
een obligatie op Anne Jacobs aen L. Vrouueparochie, met borgtochte van Harmen Jacobs sijn broeder de dato den 9 may 1639 continerende als reste vijffendenegentich caroliguldens. quoteert met no 21 f 95-00-00 
liquideert tot hondertvijff guldens negen stuivers 
een reversael op Sake Sybes bij hem op Jan Huysman passeert in dato dato den 30 decembris 1650 ende cessie daerop staende voor Waling Tiaerts in dato den 16 february 1652 continerende 200 guldens f 280-00-00 
quoteert met no 22 liquideert tot tweehondert ende een ende negentich guldens elliff stuivers 5 penningen 
een handschrift op Cornelis Arjaens cum uxore van dato den 1 junij 1639 continerende achthondert caroliguldens sorte quoteert met no 23 f 800-00-00 
liquideert tot achthondert acht ende negentich caroliguldens 
 
[0139r] een obligatie op Haytse Lases Bolswerter schipper continerende vijftich goltguldens de dato den 1 mey 1649 quoteert met no 24 f 70-00-00 
liquideert tot ses ende seventich guldens 8 stuivers 4 penningen 
een obligatie op Dirckien Jacobs weduwe van Capitein Camp tot driehondert caroliguldens van dato den 29 januarij 1652 met no 25 f 300-00-00 
liquideert tot driehondert negen ende dartich guldens ses stuivers 
een obligatie op Harmen Claesses Groyer cum uxore continerende driehondert caroliguldens sorte van dato den 21 aprilis 1640 quoteert met no 26 f 300-00-00 
liquideert op driehondert vijftich caoliguldens 
een obligatie op Jacob Feyes cum uxore tot hondert caroliguldens van dato den 20 junij 1644, quoteert met no 27 f 100-00-00 
liquideert op hondertvier guldens sestien stuivers 
een handschrift op Marten Jansen op Texel tot vijftich caroliguldens van dato den 27e julij 1633 quoteert met no 28 f 50-00-00 
liquideert op twee ende vijftich guldens 
een obligatie op Siske Wybes cum uxore houdende als reste mette renten sesendeveertich caroliguldens, quoteert met no 28 f 46-00-00 
liquideert op achtendeveertich guldens 
een obligatie op Tiaerd Pabes continerende van sorte ende renten vijftich guldens tot profijte van Waling Tiaerts, ende tot profijte van Pieter Walings hondertses guldens sorte, sijnde van dato den 22 december 1652 quoteert met no 30 f 50-00-00 
liquideert op een ende vijftich guldens  
[0139v] een reversael bij Claes Tiammes cum uxore aen Wibrand Cornelis cum uxore passeert in dato den 17 november 1646 continerende als rest vijftich goltguldens, ende daerop staende cessie aen Fijke Dirx passeert is dato den 15 julij 1649. Item een obligatie bij Claes Tiammes cum uxore op Fijke Dirx gepasseert in dato den 23 may 1748 mitsgaders een transpoort door Fijke voorschreven op Waling Tiaerts gepasseert in dato den 14 may 1652 alle 3 quoteert met no 31 ende continerende t'samen van sorte hondert goudguldens f 140-00-00 
liquideert op hondert vijff ende vijftich guldens acht stuivers 
 
Den 7e dito voor noen 
 
een obligatie holdende op Abraham Groenwolt als provisioneele ontfanger van de Admiraliteit in Friesland van dato den 6 mey 1647 continerende vijffhondert guldens sorte quoteert met no 32 f 500-00-00 
liquideert op vijff hondert negen ende twintich guldens 
een handtschrift op Idsart van Hettinga continerende vijffhondert guldens principael dateert den 21 julij 1652 annoteert met no 33 f 500-00-00 
liquideert op vijff hondert twintich guldens 13 stuivers 5 penningen 
een coopbrieff bij Idtie Sybrants van Oostvrieslandt aen Walingh Tieerdts gepasseert van de coop van negen caroliguldens 5 stuivers jaerlijkse grontpacht gaende uyt verscheydene camers alhier specificeert den coobrieve dateert den 1 mey 1652 quoteert met no 34 
[0140r] een hantschift op Pijtter Douwes cum uxore van dato den 4e mey 1652 contineerende driehondert caoliguldens sorte geteekent met no 35 f 300-00-00 
liquideert op driehondertnegen guldens 
een obligatie houdende op Folckert Fos cum uxore contineerende eenhondert caroliguldens zijne van dato den 1e augustij 1646 quoteert met no 36 f 100-00-00 
liquideert op hondert drie ende dartich guldens 
een obligatie op Tierck Gosses cum uxore tot Minderscha, contineerende hondert caroliguldens principael ende dateert den 8 julij 1642 noteert met no 37 f 100-00-00 
liquideert op hondertseventien guldens 
een obligatie op Gerben Tania alhier van hondert caroliguldens dateert den eersten augustij 1651 ende annoteert met no 38 f 100-00-00 
liquideert op hondertdrie guldens zes stuivers 
een hantschrift op Gerrijt Gerrijts van tweehondert caroliguldens dateert den 4 junij 1652 ende annoteert met no 39 f 200-00-00 
liquideert op tweehondert vier ende twintich guldens twaliff stuivers 
een hantschrift op Harmen Sijmens van dato den 12 julij 1652 ter somma van vijffhondert guldens quoteert met no 40 f 500-00-00 
liquideert op vijffhondert twee ende vijftich guldens  
een obligatie op Elias van Aersen cum uxore van dato den 25 april 1638 contineerende als reste driehondertdartich caroliguldens daerop staende cessie van den 8 may 1639 geteekent met no 41, ick segh f 330-00-00 
liquideert op driehondert seven ende veertich guldens seventien stuivers 
 
[0140v] een obligatie op Araham Groenwolt in sijn eigen naem houdende contineerende vierhondert guldens sorte quoteert met no 42, ick segh f 400-00-00 
een obligatie op Epo Johans cum uxore tot Dronrijp holdende van dato den 8 mey 1652 continerende hondert goudguldens getekent met no 43 aen caroliguldens f 140-00-00 
liquideert op hondert vier ende vijftich guldens drie stuivers 
cessie ende transpoort van Pybbe Wytses aen Walingh Tieerts gepasseert den somma van tweehondertvijftich caroliguldens uyt den obligatie van vijffhondert guldens van dato den 21 november 1635 op den stadt Franeker holdende ende onder Jetske Dirckx weduwe van de notaris Lubertie berustende sijnde de cessie van de 27 december 1648 ende quoteert met no 44 dus hier f 250-00-00 
liquideert tot tweehondert ende sestich guldens ses stuivers 7 penningen 
een obligatie op Houck Pytters ende Claes Tammes tot vijffendetwintich caroliguldens holdende van dato den 22 december 1651 quoteert met no 45 f 25-00-00 
liquideert ende gelaten op vijffendetwintich guldens 
een hantschrift Fecke Wijbes cum uxore holdende ter somma van hondert caroliguldens onder deductie van vijfftich guldens daerinne betaelt blijvende also 50 guldens quoteert met no 46 f 50-00-00 
liquideert op eenendevijftich gulden ses stuivers 
een obligatie holdende op de stadt Harlingen van den 31 augustij 1653 aen Johan de Weert passeert, continerende tweeduysent negenhondert twee guldens ende door deselve weert weederom aen Walingh [0141r] Tieerdts tranporteert op den 3 october 1653 beyde quoteert met no 47, doch is te verstaen dat van de voorschreven penningen wijlen Walingh Tieerts gecompeteert heet negenhonderttwee caroliguldens en Auckien Reyners voornoemt de reste 
liquideert op negenhondert vier ende twintich guldens elliff stuivers 
een obligatie op Wouter Sytses tot Raerd aen Auck Reyners passeert in dato den 20 september 1653 waer van Walingh Tieerts veertich guldens competeert f 40-00-00 
daertoe gelaten op veertich guldens als onwis geseght werdende 
een obligatie holdende op Jacob Jansen tot Bolswart contineerende sevenendevijftich guldens 6 stuivers onder deductie van tien guldens op de [doorgestreept: renten van] ende principael op betaelt den 7e september 1637, quoteert met no 47 ick segh f 50-12-00 
blijft van principael 50 caroliguldens 12 stuivers in intressen alterum tantum doch is gans onwis 
 
Dito nae noen 
 
een decreetbrieff in dato den 30 november 1652 van den hove van Frieslant over de sate lants tot Hallum, voormaels door Waling Tiaerts bij sijn ende sijn soons Pieter Walings leven aen desselves Pieters kinderen vereert 
noch een coopbrieff van de Staten deser landschappen nopens deselve sate landts aen juffrouw Doedtie van Roorda eerst vercocht in dato den 1 november 1640 
beneffens een acte van metinge van deselve sate ende drie respective quitanties ende transpoorten op de coop van dien slaende mitsgaders copien van de coopartikelen, specificatie ende quitantie van de ongelden, een relaes van een hoffsbode, een akte van verclaringe van de 25e januarij 1653, specificatie ende quitantie van de oncosten over d'uutellinge der cooppenningen noch een quitantie van Bilano, noch een obligatie ende quitantie heer Jr. Wilco van Holdingha, vrijheer toe Swartzenburgh, alle rakende de betalingen van de voorschreven sate landts 
een huircerter van deselve sate landts in dato den 22 aprilis 1653 tusschen wijlen Pijter Walings cum uxore als verhuirders ende Sijn Sijbes cum uxore als huirders 
 
[0141v] Den 10 aprilis 1654 nae noen 
 
Boven is een kistes laed bevonden onder eenige brieven, een sacktje met gelt bestaende in naegeroerde specien 
11 rosenobels a 10 1/2 guldens f 115-10-00 
6 dubbeloenen a 10 guldens f 60-00-00 
3 Turkse stucken a 5 guldens f 15-00-00 
1 dubbelde dubbeloen f 20-00-00 
1 cruysaet tot f 15-15-00 
1 golden ring daarbij Waling Tiaerts volgens sijn specificatie doch estimeert door mr. goutsmit f 03-10-00 
11 valueerde rijxedalers a 52 stuivers f 28-12-00 
9 princedalers a 52 stuivers f 23-08-00 
17 Spaense duyten bevonden weerdich te sijn t'samen f 33-03-00 
eenige vreemde silveren munten met een ducaton daeronder t'samen bij Waling Tiaerts op de specie tot omtrent 13 guldens uytgetogen op f 13-10-00 
---------- 
f 328-08-00 
 
noch is een ander tasch als voren bevonden 
een ketting van silveren knopen met een cruycefix om om de hals ofte middel te dragen 
noch eenige silveren haecken ende oysen [= ogen] 
een sijden riem met silveren doppen daerop 
seven silveren pegels 
een brandewijns croeske 
een eyerlepeltie 
een silveren onderriem  
een hecht met een mes 
een oorclorcker  
[marge] dit silverwerk door mr Hendrik Mouts gewogen ende bevonden snaer t'sijn 67 lood ende het lood prijseert op vijffendetwintich stuivers makende te samen viyffendetachtig caroliguldens tien stuivers het hecht met het mes daermede gereekent [einde marge] 
 
den 11e dito voor noen 
 
een obligatie in francijn gescreven ende voor Schepenen ende Raden van Texel gepasseert door Peter Hendrix dy aen wijlen Waling Tiaerts in dato den 29e junij 1644 waerop den 14e februari 1654 betaelt is hondert guldens aengeteekent met no 48, continerende als reste tweehondert caroliguldens daaraf de intressen tegens 6 percento sins den 29 julij 1652 sijn onbetaelt. Liquideert deze schult in alles op tweehondertdartich guldens 
 
[0142r] Den 11 april 1654 nae noen 
 
extract uyt het Weesboek der stede Harlingen van een quitantie bij Catalina Jans gesterkt met haer man Waling Tiaerts, Jelte Tiaerts ende Barber Tiaerts haar broeders ende suster gepasseert raeckende het legaet haer voornoemde moeder voor uyt besproken tot duysent guldens de dato den 8e may 1643 geteekent met A. 
quitantie van vrou Catharina van Liauckema op Waling Tiaerts, ende Jetske Dircx passeert neffens de cooppenningen van haer landen gecomen van dato den 19e december 1650 met B. 
een huircerter van Marten Tiaerts cum uxore van de sate de Hocht genaemt tot Arum van dato den 22e januarij 1661 met C. 
acte van scheiding tusschen d'erffgenaemen van wijlen Aelske Dircks weduwe van wijlen Hilbrant Juskes op de Schelling, van dato 18e februari 1632 met D. 
acte van delinge van eenige landen tusschen de erffgenamen van wijlen Aeltie Dircxdochter weduwe van Hilbrant Juskes van dato den 28e april 1620 teekent met E. 
wandel, ende coopbrieff van de huysinge cum annexis staende op de Turffhaven alhier [=Heiligeweg 54] daer wijlen Waling Tiaerts uyt versturven is geteekent met F van dato den 15e may 1627 
een coopbrieff van 14 pondematen lants in de sate de Hoocht onder de dorpe Arum door Waling Tiaerts geniaert, geteekent met G. van dato den 4e may 1628 
 
[0142v] Den 14e aprilis 1654 voor noen 
 
een obligatiebrieff continerende vijftich caroliguldens, sprekende ten proufite van Otte Lolles ende tot laste van Claas Jans tot Arum in qualiteit in dato den 8e december 1641 geteeckent met H. 
een huircerter tusschen Waling Tiaerts als verhuirder ende Fecke Jacobs als huirder van een sate lants op Nijlandt in dato den 7 december 1648 jaerlijx twehondert goudguldens huirpenningen continerende daeraff de huier den 9 december 1652 laetst betaelt is geteeckent met no 49 
een quitantie van Yede Jansen Runia aen Waling Tiaerts wegens Gepke Pijters gepasseert van vijffendesestich caroliguldens in dato den 5 november 1650 aen geteeckent met letter J. 
een huircerter tusschen Waling Tieerts voor de ene helfte, ende Jan Jacobs de Boys ende Catalina Jans du Boys, als verhuirders, ende Frans Gerckes cum uxore als huirder, van een sate lants in den zuydhoeck van den Bildt gelegen, in dato den 15 decembris 1651, getekent met no 50 
een request met 2 appelatien van wijlen de heeren grietmannen van Wonseradeel jonkheren Tiaerd ende Ulbe van Aylva in datis den 29 december 1645 ende den 30 may 1647 respectievelijk continerende consent tot het maecken van een tille door de heer Wegh(?) tot accommodatie van de plaets tot Arum de Hoocht genaemt, geteeckent met littera K 
[0143r] een decreetbrieff van het Gerechte deser stede in dato den 29 december 1640 met sijn reversael ende eenige quitancies daertoe hoorende, rakende het huys van Jacob Hagens erffgenamen gecocht, en bij Waling Tiaerts leven aen sijn soon Peter Walings daeruyt versturven sijnde, overgedragen, getekent met letter L. 
 
Dito na noen 
 
een quitancie van Horatio a Meynsma gepasseert in dato den 6 januarij 1644 continerende vierentwintich goutguldens ter saeke vier jaeren eewige renten gaende uit de zate lants op Bolswerder Nieuwlandt bij Fecke Jacobs als meyer gebruickt wordende, geteeckent met letter M. 
een obligatie op Jel Sickes weduwe van Bouwen Arjens, ende Gous Bouwes, sprekende tot proufite van Jacob Tiebbes Popta ter summa van eenduysent sevenhondert ende veerthien goltguldens dato den 13 may 1630 getekent met N 
een coopbrieff van de sate lants op Nieuwlants bij Dre. Martino Gravio aen Waling Tiaerts gepasseert in dato den 19 martij 1642 geteekent met O 
een reversael met quitancie van deselve sate lants geteykent met P 
acte van accoort tuisschen Waling Tiaerts ende Hilbrant Pieters in dato den 16 julij 1630 geteykent met Q 
acte van scheidinge van landen tuisschen Claes Folkerts ende Dirk Hilbrants wegens zijn moeder Aelchie Dircks in dato den 26 aprilis 1589 geteekent met R. 
[0143v] seker transpoortbrieff van de overdrachte van een vierde part van de sate in de zuidhoeck van der Bilt in dato den 2 may 1625 bij Jelle Tiaerts ende Dieuke Lamberts gepasseert geteykent met letter S 
een coopbrieff van achtien pondematen lants in de sate de Hoochte genaemt, tot Arum gelegen bij Jan Douwes cum uxore aen Waling Tiaerts gepasseert in dato den 28 martij 1633 geteekent met T 
een acte van quitancie ende guarand bij Jan Frans ende Ijsge Meyes Algra in qualiteit aen Waling Tiaerts gepasseert van dato den 8 junij 1629 geteekent met U. 
een coopbrieff van een camer in de Paterseliestraat alhier in dato den 7 may 1629 bij Foppe Fockes cum uxore aen Waling Tiaert gepasseert geteykent met W, dese camer is door Waling Tiaerts bij sijn leven weder vercocht, ende de cooppenningen ontfangen 
Copia testament van Juke Hilbrants van dato den 3 may 1629 geteekent met X. 
een copie van een testament van Doede Sibrants in leven poorter tot Amsterdam van dato den 15 augusti 1619 geteykent met Y. 
 
den 15 april 1654  
 
een oud schuldboeck in folio bij Waling Tiaerts eygen hand gescreven ende begonnen, nae 't eerste geschrift met brengt(?) anno 1625, den 9 augustijes waerin weynich posten open staen die onwis geholden worden, geteeckent met A 
 
Dito nae noen 
 
noch een groot schultboeck in folio door gesien, ende begonnen op het 20e blad van noch t' tellen, een quitantie van Cornelis Arjaens als curator over Lijsbet Bouckes aen Waling Tieerts passeert ter summa van 615-04-00 het boeck geteekent met B 
 
[0144r] noch een schultboeck in folio door gesien ende daerin ses competenties open gevonden, ende alles dat op de 13e december 1650 Fecke Jacobs op Nieulant van huir schuldich bleeff 100 goudguldens f 100-00-00 
ende noch op 't selve bladt den 9 december 1652 boven voorschreven 100 goudguldens, negenendetwintich caroliguldens elliffs stuivers 
deze beyde costen sijn hiernae onder een post van 449 caroliguldens 11 stuivers begrepen 
het boeck geteekent met C. 
 
een smal lang boeck bij Waling Tiaerts gehouden van d'ontfang ende uytgaven bij hem gehadt voor, ende van wegen de Armen van de Waterlandtse gemeente in Harlingen begonnen op 't eerste bladt anno 1634, den 28e december, geteekent met D. Dit boek is aen de voogden van die Armen weder overgelevert 
 
noch een lang smal boek raeckende wijlen Waling Tiaerts administratie als boven wegens de Armen van de Waterlantse gemeente Armen gehadt, geteekent met E oock als voren overgelevert  
 
Den 2e may 1654 nae noen  
 
heeft Auck Reiners als moeder, ende voorstanderse van haere kinderen reeckeninge gedaen aen Aeff Gerrits, Tet Gerrits, Dieu Gerrits, ende Anne Gerrits Speck moyen ende erfgenamen ab intestato van Dirck Dircxzoon nae Oostindien op 't schip Heemstee overleden van wijlen Waling Tiaerts ontfangen als curator over voorschreven Dirck Dircxzoon alsmede erfgenaem neffens sijn moye voorschreven van wijlen Jelle Gerrits Speck gehadt, is welcx doende gebleeken is dat de geweesene curator voorschreven uyt de sterfhuyse van Jelle voorschreven weduwe het voorschreven Dirckszn aen part erffenisse ontfangen heeft gehadt de 19 december 1651, achtendenegentich caroliguldens, daeraff d'renten gereekent sijn te bedragen twaliff caroliguldens maeckt t'samen eenhondert tien caroliguldens ende nu sekere tijdingen gecomen sijnde van de voorschreven Dirckien Dircks overlijden so hebben de vier moyen voornoemt in qualiteit voorschreven van Auck Reyners in voorschreven qualiteit d'selve hondertien caroliguldens ontfangen, waerafff sij haer oock niet alleen goeder betalingen hebben bedanckt, ende in 't eenich quiteert maer oock belooft haer van alle wijdere aenspraecken te guarranderen ende bevrijden, ende bij ymants aenspraecke voor haer t'intervenieren onder verbant van alle haere goederen, ende [0144v] ende submissie van alle Gerechten. Actum den 2e may 1654 als boven. In kennisse haer merck hier onder gestelt. 
(get.) Tet [merk] Gerrits merck 
(get.) Dieu [merk] Gerrits merck 
(get.) Aeff Gerrits merck [merk] selffs geset 
(get.) Anna [merk] Gerrits selffs merck geset 
 
Op dato den 2e may 1654 heeft Auck Reiners in voorstaende qualiteit rekenschap gedaen aen Ibeltie Broers maiorennis sijnde, gesterckt met Wopke Wijtses van Talm haer stijpvader van de ontfang ende uytgaven bij Waling Tieerts haer gewesene curator gedaen ende gehadt, ende in sulcx doende overlijt 't slot van de laest gedaene reekeninge in dato den 5e september 1653, daeruyt geblijckt bij hem diestijts meer ontfangen als uytgegeven te wesen, sestienhondert ende veertich gulden vijfftien stuivers, sedert welcke tijdt hij ontfangen heeft volgens sijn boeck van heere Martens boven het capitael van 700 caroliguldens in voorschreven slot comprehendeert ter saecke intressen van dien sesendetwintich gulden vijff stuivers, ende noch den 3e januarij verleden van de heere Ockinga, op Sijbe Molenaers schult hondertsesendesestich gulden een stuiver 8 penningen maeckende alsoo de geheele ontfangh eenduysent achthondert seven ende dartich gulden een stuiver 8 penningen f 1837-01-08 
waer tegens uyt Walingh Tiaerdts reeckenboeck gebleecken is bij quitantie aen Ibeltie Broers betaelt te sijn tot haer huysholdinge hondert guldens ende dan noch aen verscheydene cleine perceelties vijff gulden twaliff stuyvers, item sijn de costpenningen van eenige weecken, waer te neffens Walingh Tieerdts, bij voorige slot van reeckeningen salfs recht is gebleven, veraccordeert op vijffendetwintich gulden, bedragende alsoo de geheel uytgave een geaddeert sijnde hondertdartich gulden 12 stuivers f 130-12-00 ende deselve uytgave van voorige ontfang deduceert wort bevonden meer ontfangen als uytgegeven te sijn seventien hondert sestich gulden negen stuivers 8 penningen in betalinge van welcke meerder ontfang de rendants bij desen aen de rendeerde heeft over overgelevert een obligatie op Jillis Baerts cum socio contineerende als reste driehondert caroliguldens ende een obligatie op Ids Jans cum uxore continerende vierhondert twintich caroliguldens, ende daarbij aen gereede gelden toegetelt negenhondertsesendetachtich gulden 9 stuivers 8 penningen maeckende den voorschreven meerder ontfangh, ende heeft daermede den rendeerde den rendante goeder reeckeninge bewijs ende reliqua bedankt ende van alles int ewich gequisteert, sijnde de obligatie op Sijbe Molenaer neffens de huircerter mede aen de rendeerde overhandigt in kennisse des rendeerdes, ende haer stijfvaders, sampt ondergeschreven commissarien ende secretaris handen. Actum ut supra 
(get.) Wopke van Talm 
(get.) Ebeltje Broers 
(get.) B. Geersma 1654 
(get.) Joost V: Voorde 
(get.) Andr: Heemstra 1654 
 
[marge] siet voorts hiernae op pag. 147 [einde marge] 
 
 
[0147r] [marge] siet hiervoor op pag. 144, ende voorgaende bladen [einde marge] 
 
Noch eenige profijtelijke schulden bij Waling Tiaerts naegelaten 
voor winst van een part schips bij Jan Peters op den Schelling gevoert werdende opgenomen twaliff caroliguldens 10 stuyvers f 12-10-00 
van camerhuir opgenomen sestich caroliguldens tien stuyvers f 60-10-00 
ende noch nae van camerhuir opgenomen f 16-01-00 
de turff ten sterfhuyse bevonden is vercocht, ende heeft also opgebrocht acht caroliguldens f 08-00-00 
ende heeft eenich tinwerck apart buyten het boelgoet vercocht opgebracht twaliff caroliguldens 10 stuivers f 12-10-00 
het silverwerck is priseert waerdich t'sijn t'samen f 85-10-00 
Inske Jacobs op Nijlant rest van huierpenningen in alles f 449-11-00 
Marten Sioerts t'Arum rest van huierpenningen in alles f 60-18-08 
ende heeft Waling Tiaerts aen Jeltien Jans opgeschoten f 50-00-00 
 
Parten scheeps 
een 64e part aen een floytschip bij Jan Peters op der Schelling gevoert wordende 
een 64e part op 't floytschip bij Tiaert Jansen Schol van Harlingen gevoert wordende 
een 64e part aen 't floytschip bij Cornelis Cornelis Mosk als schipper van Harlingen gevoert wordende 
 
Vaste goederen 
dese huysinge cum annexis daer Waling Tiaerts uyt versturven is staende op de Turfhaven aen de oostzijde van dien [=Heiligeweg 54] 
vier camers aen melcanderen staende op de Achter Noordies binnen deser stede, dewelcke Waling Tiaerts bij sijn testament legateert ende besproken heeft aen de Armen van de Waterlantse Gemeente alhier 
[0147v] een sate lants gelegen onder de dorpe Nijlant groot omtrent 40 pondematen nu bij Fecke Jacobs als meyer gebruyckt wordende 
twee ende dartich pondematen 7 eynsen mette quotelijcke huysinge cum annexis van Hoochstra - sate lants onder de dorpe Arum gelegen groot in't geheel 57 pondematen 7 eynsen mette gedeelte nae advenant van een aengecocht poltje lants: bij een Marten Sioerts als meyer gebruyckt wordende 
een halve sate old billant staende ende belegen in de zuydhoeck onder L.Vrouuen Parochie bij Frans Gerckes als meyer gebruyckt, ende bewoont wordende 
noch een cleyn plaetske ofte sate old billand omtrent de voornoemde plaets gelegen, ende bij deselve meyer gebruyckt werdende groot 13 morgen, 16 roeden, 2 voet, 9 duym: bij Waling Tiaerts des daechs voor sijn dootsieckte gecocht voor drieduysent caroliguldens van Pieter Dircx Haeck cum socijs. 
 
Lasten ende schulden van 't sterffhuys 
Peter Dircx Haeck cum socijs compt ter saeke de coop van het plaetske Old Billand boven geroert drieduysent caroliguldens f 3000-00-00 
ende is van 56 pondematen ende andere oncosten van de voorschreven coop te quade bevonden tweeendeseventich guldens veertien stuyvers f 72-14-00 
[0148r] de weduwe ende kinderen van Peter Walings compt van 't sterffhuys vierhondert een ende seventich caroliguldens vijftien stuivers ter saeke 1 1/2 jaar huurpenningen bij de bestevader Waling Tiaerts harentwegen ontfangen van Sije Sijbes t'Hallum, met sestien guldens 5 stuivers aen renten maekende t'samen f 488-00-00 
Ibeltje Broers dochter heeft gecompteert volgens voorstaende slot van reeckeninge negenhondert ses ende tachtif caroliguldens negen stuyvers ses penningen f 986-09-06 
Frans Geckes Meyer op 't Bilt compt van verschot op de huysinge van wijlen Waling Tiaerts helfte vijffhondert caroliguldens f 500-00-00 
deselve comt van verschoten gelt tot een molen ende anders van Waling Tiaerts contingent boven 't gene hij aen huer t'quade was drieendevijftich caroliguldens 18 stuyvers twaliff penningen f 53-18-12 
Fecke Jacobs meyer van de sate op Nijlant compt van verschot achthondert goltguldens maeckende aen caroliguldens f 1120-00-00 
Marten Sioerts meyer van Hoochstra sate tot Arum compt van verschot bij Waling Tiaerts volgens de huircerter ontfangen negenhondert vijff ende negentich caroliguldens seven stuyvers tien penningen 
d' rentemeester compt van schattinge ende grontpacht elliff guldens vijff stuyvers f 11-05-00 
de dientsmeyt van loon sevenendetwintich caroliguldens ergo f 27-00-00 
ende is uyt verscheydene quitanties ende specificatien calculeert, ende gereeckent dat de dootschulden van Waling Tiaerts met eenige cleyne schulden bij hem naegelaten ende nae sijn doot betaelt t'samen bedragen hebben hondert seven ende negentich caroliguldens 2 penningen f 197-00-02 
 
[0148v] Legaten bij Waling Tiaerts besproken ende nae sijn doot betaelt 
aen 't stadts Arme weeshuys tweehondert caroliguldens f 200-00-00 
aen deses stadts Armen hondert caroliguldens f 100-00-00 
aen Griet Hotses een jaerlix legaet tot twintich caroliguldens waeraff het eerste jaer betaelt is f 20-00-00 
aen Anne Hotses tot Tiomarum een jaerlix legaet tot eenendedartich caroliguldens sijnde het eerste jaer [doorgehaald] jaers legaet uyt het sterffhuys betaelt f 31-00-00 
 
Uit de boelcedulle ende affreeckeningh  
wijders is liquideert, ende bevonden, dat de huysraden, ende inboelen hiervan specificeert zedert bij boelgoet vercocht sijnde zuyver opgebracht hebben vijffhondertachtendeveertich caroliguldens 1 stuyver f 548-01-00 
des hebben dan noch eenige van de voorschreven huysraden ende inboelen Auck Reyners voornoemt toegewardeert sijnde, also opgebracht eenhondertachtendedartich caroliguldens acht stuyvers f 138-08-00 
ende is calculeert ende gereeckent dat de gerede gelden ter sterffhuyse bevonden, ende hiervan specificeert bedragen t'samen is alles in een summe vijffhondertdrie caroliguldens twee stuyvers acht penningen ergo hier f 503-02-08 
de brieven van obligatien, handschriften, ende reversalen hier voren ten inventaris describeert, sijn calculeert ende gereeckent te contineren mette intressen tot de doot van wijlen Waling Tiaerts ende also 2 maenden voor 1mo may 1654 verschenen, ende de renten van de onverschenene termijnen der reversaelen tot voorschreven tijt oock gerabatteert sijnde t'samen in summe vijffende [0149r] twintichduysent vierhondert drieenenegentich caroliguldens seven stuyvers vier penningen f 25493-07-04 
des is te weten dat onder de voorschreven obligatien ende handschriften verscheydene dubieus, ende als onwis geholden worden, als specialijcken, dewelck holden op de personen van Anne Jacobs, Marten Jansen, Sicke Wijbes, Folkert Folckerts Fos, Tierck Goffes, Jan van Aersen, Feycke Wijbes, Idsart Hittinga, Romke Sijtses, ende Jacob Jansen t'samen continerende met hun interessen duysent vijffhondert negen ende sestich caroliguldens negen stuyvers vijff penningen, 't welck hierbij provisie can dienen voor memorie 
ende sijn gecalculeert de boeckschulden van winst van een part schip, camerhuieren, ende landhuyren, ende andere opcomsten hiervan mede specificeert t'samen te bedragen sevenhondertvijendevijffich caroliguldens, tien stuyvers acht penningen f 755-10-08 
welcke vijff posten voorschreven t'samen geaddeert in en summe bevonden worden te bedragen seven ende twintichduysent vierhondert acht ende dartich caroliguldens negen stuyvers vier penningen f 27438-09-04 
waertegens de lasten ende schulden van den sterffhuys sampt legaten hiervoren mede specifice geannoteert, calculeert sijn te bedragen is de summe sevenduysent achthonder twe caroliguldens, veertien stuyvers, veertien penningen f 7802-14-14 
ende de voorschreven lasten ende legaten van de vorige profijtelijke staet affgetogen, wort bevonden daeraff over te schieten, ende is staet te blijven negentienduysent seshondert vijffendedartich caroliguldens, veertien stuyvers ses penningen 
[0149v] ende waer te boven tot profijte van den sterffhuys comen de parten scheeps, ende vaste goederen hiervoren verhaelt ende describeert. 
des is te weten dat noch open ende onvereffen staet wat de kinderen van Pita Walings als erffgenamen van deselve haer vader wegens desselves moeders, ende ooms, ende olde ooms erfenisse noch boven 't geen zij van de vader Waling Tiaerts bij haer beyde leven ontvangen, ende genoten heeft, mach competeren. 
ende is te weten dat wijlen Waling Tiaerts bevonden is geworden bij sijn voorschreven leven ten achteren geweest 't sijn aen juffrou Doed van Roorda hondertsevenenveertich caroliguldens sestien stuyvers twaliff penningen der den 19e augusti 1654 met vier guldens sestien stuyvers van 3 halve oncosten uyt deses sterffhuys penningen betaelt sijn 
item is te weten dat zedert de doot van wijlen Waling Tiaerts op de ordre bij sijn leven gegeven ende belofte ofte beding aen d'meyer gedaen, tot opbouwinge van de huysinge ende schuyre op 't cleyn plaetske Billand voorschreven als vervallen staende aen materialen ende arbeytskosten is gedaen t'samen volgens de reeckeninge daeraff bij desen vertoont den summe van seshonderttien caroliguldens twee stuyvers acht penningen gelijck mede te verstaen is dat in fuegen als voren op wijlen Waling Tiaerts ordonnantie bij sijn leven gegeven na desselves doot tot opbouwinge van de huysinge en schuyre op de groote bilplaets voorschreven staende voor des sterffhuys gelijck te costen is gedaen volgens d'reeckeninge ofte specificatie bij desen vertoont in alles driehonderteenendetachtich caroliguldens een stuyver acht penningen 
[0150r] eyntlijcken is calculeert ende bevonden dat de salarien ende vacatien van commissaris ende secretaris, advocaat ende boden voor ende nae gevallen over het redden, ende vereffenen van des sterffhuys lasten, ende het maecken van dese inventaris, ende staet 't samen in alles bedragen sesendesestich caroliguldens tien stuyvers  
item dat eenige oncosten van verteringen aen reys ende andersins daerover gevallen, mette andere oncosten van reysen over sterffhuys lasten saecken, eenige cleyne nae openbaerde schulden daeronder begrepen, t'samen bevonden sijn t' bedragen dartich caroliguldens twaliff stuyvers, maeckende t'samen in een summe vierendenegentich caroliguldens twaliff stuyvers. alle welcke voorschreven posten wederom als sterffhuys lasten van vorige profijtelijcke staet deduceert ende affgetogen moeten werden. 
 
Aldus gedaen, inventariseert, liquideert ende bevonden op verscheyden dagen, doch eyntlijcken gesloten desen 21e november 1654. 
In kennisse ons commissarien ende secretaris handen 
(get.) B. Geersma 1654 
(get.) Joost v. Voorde 1654 
(get.) Andr. Heemstra 1654