Harlingen, inventarisatieboeken

Sinds september 2016 zijn leden van de Werkgroep Archiefonderzoek, een werkgroep van de Vereniging Oud Harlingen, bezig met het overnemen van de belangrijkste gegevens uit de 33 Inventarisatieboeken van Harlingen. In deze boeken staan verslagen van inventarisaties van sterfhuizen, zoals die plaatsvonden van 1589 tot 1727. Het project RedBot stelde hiervoor welwillend de foto's van deze inventarisatieboeken beschikbaar, het Hannemahuis een werkruimte en het Stadsarchief inhoudelijke ondersteuning. We zijn ze dankbaar.

De inventarissen die aan een bepaald adres zijn toegeschreven zijn ook zichtbaar via 'Huizen -> Zoek je huis'. In onderstaande lijsten is dat adres ook zichtbaar. Een groen adres geeft aan dat het adres vrij zeker juist is. Bij niet groene adressen is dat minder zeker, maar het is hopelijk toch minstens in de buurt. Zoals altijd zijn de kolommen te sorteren door op de kolomkop te klikken, boven de tabel kan snel naar de juiste letters of de juiste pagina worden gesprongen, en door op een adres te klikken verschijnt de pagina met alle bekende gegevens van dat adres.

N.B. Alleen als de lijst is gesorteerd op datum, is de extra kolom 'relatie' te zien, omdat die alleen dan de relatie met de volgende persoon in de lijst kan weergeven.

Gegevens uit bronnen worden zorgvuldig overgenomen, maar lees- en typfouten zijn onvermijdelijk. Gegevens die niet in de bron staan maar door mij zijn aangevuld op basis van andere bronnen of andere gegevens uit dezelfde bron, zijn voorzien van een *. Gegevens die door mij aangepast of geïnterpreteerd zijn, zijn zoveel mogelijk voorzien van een verduidelijkende toelichting tussen [ ]. Bij het overnemen van eigennamen is de originele spelling gehandhaafd. Soms is echter te voorzien dat een kennelijke schrijf- of spelfout in de bron een probleem zal geven bij het zoeken naar een eigennaam of bij het maken van een alfabetische index. In zo'n geval is de juiste of meest voorkomende spelling van een eigennaam aangehouden, met toevoeging van een toelichting tussen [ ]. Bij het overnemen van plaatsnamen, straatnamen en beroepen die in alfabetische indexen terecht komen is voor zover mogelijk de moderne spelling aangehouden, om het zoeken te vereenvoudigen. Mogelijk staat in een bron bijvoorbeeld Doccum, terwijl op deze website Dokkum staat. Zo wordt een glaesemaecker een glasmaker. Die spelling is voor het doel van deze website (het ontsluiten van bronnen, niet het transcriberen van bronnen) niet belangrijk.



Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 2025-04-11 22:01:08



Vindplaats: Tresoar, Nedergerecht Harlingen (13-16) inventarisnummer 202 folio 1r

Pand: Lanen 12

Inleiding: [0001r] Inventarisatie ende beschrijvinge gedaen ten sterffhuyse van wijlen Symen Jouckes ende Stijntie Joris Pijphron in tijden echteluyden, ten overstaen van de burgemeester Rembartus Popta in desen commissaris, geadsocieert met Doctore Dominico Wringer secretaris, ten versoecke van Pyter Joris Pijphron, ende Fedde Tierds geauthoriseerde curatoren over Joris Symen Pijphron naegelatene weeskindt van de voornoemde echteluyden, op het aengeven van Agnietie Beerns, nae gedaene beloofte met hantastinge in handen van de commissaris Rembertus Popta om alles nae naer beste geweten getrouwelijck te sullen aengeven. Actum den 13en januarij 1657.

Inventaris: 
[0001r] Holtwerck wesende in de achter binnen camer, sampt mesch werck steen werck porcelein ende bedgoed 
een eken kevij 
een cantoor 
[0001v] een eken setbanck 
een eken mantelstock 
 
Schilderijen 
seven schilderijen 
ses alabasterde borties 
 
Stoelen 
een Spaensche stoel met groen laecken 
twe gladde stoelen 
een groene mans stoel 
twe groene vrouuen stoelen 
een cleyn spiegeltie 
 
Mesch, tin en cooperwerck 
een messchen vuyer becken 
een clein bel blaeckerke 
 
Steenwerck 
vijff wijtte bonte schalen 
twe slechte pannen 
[0002r] vijff groote porceleinen schuttelts 
drie gelijcke schuttels een weinch cleinder 
vier porceleinen butter panties 
twe groote porceleinen coppen 
ses cleine porceleinen coppen 
drie porceleinen fleschen 
een clapmutsche 
een clein fleske 
een clapmuts 
een clapmutske 
een porceleinen vrucht schael 
twe bonte ackers 
twe geschilderde Oostensche [= Oostersche] glasen 
twe vergulden romers 
 
[0002v] Bed goed 
een bed 
een puel 
vier oorcussens 
twe bed spreden 
een wijtling 
een bed sack 
twe paer gardijnen 
twe rabatten 
een schorsteen cleed 
een wijtling 
 
Huyraed [= huysraed] van de voorcamer 
 
Holtwerck 
een fuyeren slaepbanck 
twe ecken boeck caskes 
een ecken keerslaed 
 
Schilderien 
vijff schilderien 
drie alabasterde borties 
een swarte spygel 
[0003r] een kleer borstel 
twe haer borstelties 
 
Stoelen 
drie groene mans stoelen 
vier groene vrouuen stoelen 
een clein cindere stoeltie 
 
Steenwerck ende porceleinen 
twe schalen 
vijff slechte pannen 
twe slechte coppen 
twe dubbelde proceleinen butter schuttiels 
twe porceleinen butter schuttels 
een porceleinen proef schael 
twe porceleinen clapmutskes 
drie porceleinen copkes 
twe wijn glasen 
 
[0003v] Bed goed 
een bed 
een puel 
een wijtling 
drie cleine oorcussens 
een voerde deecken 
een Spaensche deecken 
een paer gardijnen 
een rabat 
twe schorstens kleden 
 
Boecken 
een bijbel in folio 
de Wtlegginge Erasmi over het nieuue testament in folio 
het Reysboeck van de Heilige Schriftelijke in 4o [= kwarto] 
Camphuysens Stijchtelijcke rijmen in 4o [= kwarto] 
Dictionarium Latinum tetraglottum in 8o [octavo] 
Bieskes testament in 8o [octavo] [Opm.: Dat Nieuwe Testament ons liefs Heeren J.C., ghedruckt na de oudtste ende correctste copye van Nicolaes Biestkens tot Hoorn 1623 (De Biestkensbijbel en het Biestkens Testament waren zeer geliefd bij de doopsgezinden en een gruwel voor de gereformeerden, juist vanwege de annotaties)] 
Dialogus in 8o [octavo] 
[0004r] een lied boeckie Het Lusthof genaem in 12o [= duodecimo] 
een clein Gebede boecke in 12o [duodecimo] 
Drievuldighe resolutie in 12o [duodecimo] 
Achterclap in 12o [duodecimo] 
Not[a]: dese boecken sullen bij het weeskint als eenigste erffgenaem behouden worden met een clein eycken boeck caske 
 
Huysraed in het voorhuys 
vijf soo geschilderde als gedructe boordties 
een groote werelts caert 
een ewig duerende almanack 
 
Stoelen 
vier vrouwen stoelen 
 
Steenwerck 
twe schaelen 
twe cleine slechte schaelties 
een steenen spaerpot 
drie porceleinen potten 
twe posteleinen sasierties 
een slecht copke 
 
[0004v] Holtwerck 
een horologie 
een blicken trom 
een schrijff kistie 
 
Huysraed op de groote achter opcamer 
 
Holtwerck 
een holten laed 
een ecken keuye 
een ecken tafel 
een ecken paerske 
een eecken kindere kistie 
een coffer 
 
Stoelen 
twe gladde stoelen 
een Spaensche stoel met groen laecken 
vijff holten mans stoelen 
[0005r] een vrouuen stoel 
 
Schilderijen 
vier schildereyen 
twe alabasterde borties 
 
Mesch 
een groene lanteern 
een mech stelp 
een becken 
twe messchen candelaers 
een messchen lamp 
 
Steenwerck 
vier slechte butter panties 
twe lacken panties 
twe cleine porceleinen clapmutsen 
een slechte cop 
twe cleine schaelties 
 
Bed goed 
een puel 
twe oorcussens 
een groene deecken 
een rabat 
 
[0005v] Huysraed op het clein achter opcamerke 
 
Holtwerck 
een vleisch vatte 
een groene kiste 
twe roode mans stoelen 
een groene vrouuen stoel 
 
Schilderien 
vijer schilderijen 
twe cleine schilderijkes 
 
Steenwerck 
een schaeltie 
een slechte pan 
 
Mesch, tinwerck 
een meschen stelpke 
een bel blaecker 
een messchen candelaer 
twe tinnen plattelen 
een tinnen com 
een tinnen soltvat 
 
[0006r] Bed goed 
twe bedden 
een puel 
een slaepbancks bedtie 
een pueltie 
een stal bed bedtie 
ses oorcussens 
vier groene deeckens 
een groene Spaensche deecken 
een witte Spansche deecken 
een naey cussie 
een spelde wercks bord 
een naey corf 
een olde cleer korf 
 
Mesch ende tinwerck 
een messchen becken 
een tinnen mingelen 
een half tinnen mingelen 
[0006v] een tinnen pispot 
een tinnen plateel 
een messchen candelaer 
een messchen pantie 
een clein tinnen croeske 
 
Huysraden in de gangh ende loodse 
 
Holtwerck 
een rond ecke taffeltie 
twe clederborties 
een visch emmer 
twe holten mouties 
een harts hooft 
een clein taffeltie 
een canbord 
vier groene stoelen 
een holten etel caske 
 
[0007r] Schilderijen 
drie schilderijen 
twe visch emmers 
een clein holten kindere stoeltie 
een spigel 
 
Steenwerck 
drie schaelen 
drie cleine schaelties 
seven steenen cannen met tinnen lidden 
een groote grauwe can 
een witte steenen com 
tien stenen pannen 
een wit stenen soltvat 
een witte mosterpot 
 
Mesch ende tin 
een meschen bed panne 
een tinnen butter cop 
een cleine tinnen pispot 
een clein tinnen pottie 
een messchen onderstecker 
 
[0007v] Iserwerck 
twe huegel haecken 
een hangh ijser 
een pot zedel 
een schuym spaen 
een asch schop 
een hack mes 
een ellen 
een olicoecks forckien 
twe tangen 
een suyter [= snuiter] 
twe ijseren potten 
twe drie voeten 
een rafel ijser 
een bofferts pan 
een ketel 
een pot 
een messchen gootlingh 
 
[0008r] Schuttelgoed 
acht potten clein ende groot 
drie potten 
negen grauwe pannen 
ses butter pannen 
twe sasieren 
twe gattie pannen 
een holten back 
twintich holten taffelborden 
drie holten sleuen 
een holten schuymspaen 
twe water emmers 
twe stenen pispotten 
drie stenen conforen 
eenige boenders, twitters, wrijuers ende stoffers 
 
[0008v] Bed goed 
twe cleyne oorcussens 
een clein groen sprettie 
twe rabatties 
een kindere deckentie 
een olde voerde deecken 
twe groene kindere deeckenties 
 
Mans klederen 
een pack bratten klederen 
een pack groffgreinen klederen 
een rode middel bandt 
een swart laeckens rockie met een broeck 
een fulemorten wambais 
een blauue bolckevanger 
een blauue steeck rockie 
een paer oude man hoosen 
een rood schaerlaeckens hembdrock 
[0009r] twe witte onderbroecken 
een paer witte hoosen 
een paer swarte hoosen 
een swart filten hood 
een swart laeckens mantel 
een swart daechs broeck 
een doncker blau wambais 
een nieuue groffgreinen mantel 
[doorgehaald: een swart daechs broeck] 
ses paer witte hoosen 
twe carpoesen 
een paer slickvangers 
een oud pack mans dachs clederen 
 
Vrouuen clederen 
een bratten rock 
een swart rassen schort 
een carmosijnen rock 
[0009v] noch een carmosijnen rock 
een swart laeckens rock 
noch een bratten rock 
een grofgreinen rock 
een rod carmosijnen rock 
een gladde rock 
een rassen rock 
een blauue daechs rock 
noch een blauue daech rock 
een effen bratten manteltie 
een rostich bratten manteltie 
een groffgreynen manteltie 
een bont manteltie 
een bratten ployd manteltie 
noch een ploy manteltie 
noch een bratten bont manteltie 
een rode rock 
een swart laeckens borstrock 
een bratten borstlijff 
een sijden groffgreynen borstlijff 
[0010r] twe swart laeckens borstlijuen 
een stoffen manteltie 
noch een slecht borstlijff 
noch een borstlijff sonder mouuen 
noch een oude borstlijf 
een grau carmosijnen ouerlijff 
een paer fluelen mouwen 
een paer rode mouuen 
een sijden schorteldoeck 
een bratten schorteldoeck 
een swart heersayen schorteldoeck 
een paersen heeresayen schorteldoeck 
een sijden capsluyer 
een bratten cap 
twe kled brat 
twe paer swarte hosen 
een grofgreinen cap 
een swart fluelen mof 
[0010v] een rood scharlaeckens borstrock 
twe swart laeckens hoytken 
vijff ellen swart voeder 
vijff ellen min een half 1/4 doncker coleurd laeckens 
twe ellen min een half 1/4 rood carmosijnen laecken 
vijff ellen swart laecken 
een rode ruft 
een rode swachtel 
noch een swart fluelen mof 
twe bonte vellen 
een paer half mouckes 
 
Alderleye sorte van linnen 
drie ende veertich laeckens 
vijftien peuldoecken 
twe ent seventich slopen 
[0011r] vier ongemaeckte catoenen slopen 
vier ende twintich dopjes tafellaeckens 
ses slechte taffellaeckens van tierentei 
vijff ende vijftich servetten 
twintich handoecken 
ses ende dartich mans hembden, waer van het weeskindt twe dosijn sal behouden ende den oom twie 
acht ende dartich vrouwen hembden 
vier ende vijftich soo mans ende vrouwen neusdoecken waer van het weeskint een dosijn sal behouden 
een vrouuen ondermuts 
vijff mans mutsen 
vier ende twintich witte schorteldoecken so dopies als andere 
seven blauue schorteldoecken 
veertien nacht hals doecken 
[0011v] drie ende twintich mans cragen 
dartien halsdoecken 
tien hullen 
dartien vrouuen plasmutskes 
twalif huyven 
twe Duytsche mutsen 
drie Vrijske [= Friese] mutsen 
drie bed hembden 
een cortlinge sack 
noch acht Fruyske [= Friese] mutsen 
vier linnen hembdrocken 
drie linnen onderbroecken 
twe linnen bostrocken 
tien schorteldoeckies 
acht grote kindere doecken 
ses cleine kindere doecken 
vijff hooft doecken 
eenige blauue doecken 
een doos met eenige linnen lappen 
noch vijff hooftdoecken 
[0012r] noch twalif huyuen 
noch acht halff doecken 
eenig spelwerck ende ackers 
vijff ondersten 
noch vier kleine kindere doecken met een groote 
noch twe ongemaeckte mans hemden die voor de jonge beholden werden 
noch twe ongemaeckte neusdoecken 
een bont linnen sack 
sevende half ellen bleeckt nieu doeck 
noch vijff ellen min een 1/4 nieu linnen 
noch vijff ellen min een 1/4 nieu linnen 
noch sevende half ellen nieu doeck 
[0012v] noch vier ellen nieu doeck 
noch vijff vierendeel nieu doeck 
seven lapkes nieu doeck 
een lapkes dopies 
wat nieu naeigeern 
een lapke catoen voor het weeskindt tot dasies 
een Frijsche [= Friese] muts met een linnen muts daer ouer 
veertien ende een half pont soden geern 
vijff ende een half pont ongesoden geern 
 
Stoelcussens 
ellef banck vertse cussens 
ses groenlaeckens cussens 
twe groen trijpen cussens 
tien daechs cussens 
 
[0013r] Silverwerck 
drie groete silveren croesen 
drie middelmatige silveren croesen 
een silveren proefschaeltie 
twe brandewijns croeskes 
vijff ende twintich silveren lepels 
een stucken silver lepel 
een silveren hoorntie 
een kaike 
een stucken moster lepeltie 
een silveren spuyt 
een silveren spadel 
een silveren fluitie met een kettings 
een stucken silver onderijem 
een clein tasch kettintie 
[0013v] noch een onderiem 
een sijd kettingh 
een silveren kaysel met een haeck 
een silveren haeck ketting met een buydel 
twe losse silveren kettinckies 
een silveren dop 
een silveren vingerhoed 
een knopke met een kettinke 
een carbonckel met een silveren voet 
een silveren spansel 
 
Gerede pennigen 
drie ende veer valueerde rijxe daelders 
twe cruys daelders 
[0014r] noch seven valueerde daelders ende een oord 
vijff ende veertich schellingen 
een groote gooten silveren penningh 
een silveren ducaton 
een leuwe daelder 
een dubbelde carolus guldens 
een jode daelder 
een gout gulden 
een halue silveren cluyt 
een Danswijcker tien stuyvers 
pajement twalif guldens 
twalif stuyvers 
 
Gouden specien 
een dubbelde Jacobus 
vijff heele rijders 
vijff hele rosenobels 
een gouden ducaton 
een halve Elisabeth 
[0014v] een gouden conincks daelder 
een dubbelde ducaet 
een enckelde ducaet 
een Franse croon 
twe halue pistoletten 
 
Noch in een sack bevonden 
dartien valuerde daelders 
een silveren ducaton 
een staete daelder 
vier ende twintich blompotten a twalef stuyvers 
ses ende twintich Engelsche schellingen ende een half a tien stuyvers 
achtien schellingen 
acht rijxe oorden 
een stuck a tien stuyvers 
payement aen guldens vijff stuyvers 
 
Golden specien 
een rosenobel 
[0015r] een dubbelde ducaet 
een halue Schotsche rijder 
twe gouden Philips guldens 
twe Fransche cronen 
een halue angelot 
een tale quale [= Latijn: zoals] gouden golt guldens 
dese boue staende penningen worden gerekent soo aen de trouw penning, als aen het weeskints spaer pot 
In een rood fluelen sack bevonden seventien valuerde rijxedaelders toe behoorende Pytter Jansen Schiere tot Franeker, doch is bij Symen Jouckes daer op verschoten vijftich Caroliguldens f 50-00-00 
een silveren onderriem toe behorende Jetke Lous daer op door Symen Jouckes verschoten achtien Caroliguldens f 18-00-00 
aen ducatons bevonden twe hondert twe ende vijftich Caroliguldens waer onder een cleine f 252-00-00 
[0015v] vier ende sestich ende een halue rijxedaelder, waer onder twe cleine sijn, met een quart belopende hondert een en sestich Caroliguldens vijff stuyvers f 161-05-00 
seven en t seventigh goltguldens bedragen aen Caroliguldens hondert seven en sestien stuyvers f 107-16-00 
twe hondert werp a dartien stuyvers in een bedragende drie hondert Caroliguldens f 300-00-00 
noch in een twede partie twee hondert werp a dartich stuyvers bedradende drie hondert Caroliguldens f 300-00-00 
noch in een darde partie drie hondert werp a dartig stuyvers bedragende de somma van vier hondert en vijftich Caroliguldens f 450-00-00 
noch in een vierde partie acht en t sestich werp a dartich stuyvers en drie stucks, bedragende hondert twe Caroliguldens en achtien stuyvers f 102-18-00 
twe hondert seventich werp a tien stuyvers bedragende hondert vijff ende dartich Caroliguldens f 135-00-00 
[0016r] Gouden specien, doch alles ongewegen 
twintich ende een halff gouden ducatons a vijftien guldens bedragende drie hondert seven Caroliguldens tien stuyvers f 307-10-00 
twe ende vijftich pistoletten a negen guldens, bedragende vier hondert acht en sestich Caroliguldens f 468-00-00 
vier en een quart gouden Carolise a twaleff guldens bedraegt een ende vijftich Caroliguldens f 51-00-00 
vier a vijff guldens bedraegt twintich Caroliguldens f 20-00-00 
een ende een quart a ses guldens tien stuyvers bedraegt negen Caroliguldens vijftien stuyvers f 9-15-00 
pajement sestien Caroliguldens f 16-00-00 
De post onder dese penningen is mede gerekent de uitdelinge van Tierd Schol tot vijff ende twintich Caroliguldens 
 
[0016v] een obligatie op Pytter Joris Piphron van dartien hondert Caroliguldens de dato den 7 augusti 1644 f 1300-00-00 
noch een obligatie op de selve van seven hondert vijftich Caroliguldens de dato den 5en november 1644 f 750-00-00 
noch een obligatie op de selve van drie honder en vijftich Caroliguldens de dato den 18 september 1643 f 350-00-00 
noch een obligatie op de selfde van acht hondert Caroliguldens de dato den 8 januario 1649 f 800-00-00 
noch een obligatie op de selfde van achtien hondert Caroliguldens de dato den 3 junii 1646 f 1800-00-00 
noch een obligatie op de selfde van vier hondert Caroliguldens de dato den 13 martij 1649 f 400-00-00 
[0017r] noch een obligatie op de selfde van ellef hondert Caroliguldens de dato den 21 may 1651 f 1100-00-00 
noch een obligatie op de selfde van vijftien hondert Caroliguldens waer in betaelt vijff hondert vijff en seventich Caroliguldens blijft suyver negen hondert vijff ende twintig Caroliguldens de dato den 11 julij 1642 f 925-00-00 
Op den [datum niet ingevuld] 1657 sijn dese bouenstaende olbigatien holdende tot laste van Pytter Joris Piphron ten ouerstaen van de burgemeester Rembertus Popta in desen commissaris aen Fedde Tierds mede curator beneffens Pytter Joris over Symen Joris Piphron ten volsten betaelt ende voldaen, ende sijnde selve bij Fedde Tierds ontfangen, de intressen sijn nochtans als niet verreeckent 
In waren hebbe ick Fedde Tierds voornoemd beneffens, en tot mijn versoecke, desen met mijn eygen, en des commissaris ende secretaris handt verteeckent. 
Actum ut supra, onder stonde Fedde Tierds Rembartus Popta Wringer met elck sij[n] togen 
 
 
[0017v] Op huyden den 12 en martij 1657 compareerden ten sterffhuyse van Symen Jouckes cum uxore omme te maecken perfecte staet ende liquidatie van achte stallinge intressen op bouen specificeerde obligatien van Pytter Joris Piphron, en is bevonden dat de vernoemde Pytter Piphron aen sterffhuys noch ten achteren is so van huyr als intressen de somma van twe hondert ses ende t seventich Caroliguldens achtien stuyvers twalif penningen waer in Pytter Joris heeft goet gedaen een obligatie op Folckert Rockes tot twe hondert negen Caroliguldens welcke volgen Symen Jouckes annotatie onder de voornoemde intressen mede was gereckent doch is in profijtelijcke staet mede de onder de obligatien getrocke geblijckt den inventaris blijft ergo suyver te reste ses ende seventich Caroliguldens achtien stuyvers twalif penningen. 
 
In kennisse des mede curators hand en de hand van Pytter [doorgehaald: Joris] Piphron tot erkentenisse van sijn reste ende tot haer versoeck de hand van de secretaris. 
Actum ut supra onder stonde Fedde Tierds, Pytter Joris Piphron, Wringer met eenige strecken 
 
[0018r] Het wijtschip aen Hidde Wygers vercocht op drie termijnen ter somma van waer van de eene termijn betaelt is ter somma van [niet ingevuld] onder deductie van strickgelt 
 
Obligatien, bryven en instrumenten 
De originele testamente van Joris Georg Piphron de dato den 16 august 1639 bij Pytter Joris Piphron nu berustende 
Een obligatie op Gerrijt Pytters Tichelaer tot Franequer ter somma van vier hondert Caroliguldens in dato den 7 may 1648 waer van de intressen tot den jaere 1656 betaelt f 400-00-00 
Een obligatie tot laste van Gerrijt Pytters voornoemd ter somma van twe hondert vijff en t seventich Caroliguldens doch sijn de intressen tot den jare 1656 betaelt, de obligatie is in dato van den 3 september 1649 f 275-00-00 
[0018v] een obligatie op Ipe Meynerts van vier hondert Caroliguldens in dato den 4 junii 1656 f 400-00-00 
noch een obligatie op de selfde ter somma van een hondert en vijftich Caroliguldens in dato den 12en april 1656 f 150-00-00 
een obligatie op Focco Jacobs Haspelman ter somma van vier hondert Caroliguldens in dato den laesten april 1656 f 400-00-00 
noch een obligatie op de selfde ter somma van hondert seven ende t negentich Caroliguldens tien stuyvers in dato den 7en maj 1656 f 197-10-00 
[0019r] een obligatie op Harmen Jansen cum uxore ter somma van acht en vijftich Caroliguldens en dat in qualiteit als curator over Aeltie Pytters naegelatene weeskindt van Baefien Hendricks in dato den 10en junii 1654 waer van de intressen betaelt sijn tot 1655 
een obligatie op Rixtie Joannis weduwe van Dirck Hendricks moutmaecker ter somma van seven hondert Caroliguldens in dato den 5en martij 1651 doch is in verminderinge deses betaelt vier hondert vier ende dartich Caroliguldens met de intressen tot den jare 1655 rest suyver twe hondert ses en t sestich Caroliguldens f 266-00-00 
[0019v] een obligatie op Jacob Martens kaegman ter somma van hondert Caroliguldens in dato den 20 februari 1656 f 100-00-00 
een obligatie op Jan Jansen cum uxore tot Peins, Symens Jouckes ende Pytter Joris Piphron toebehoorende ter somma van vijff en twintich Caroliguldens f 25-00-00 
een handtschrijft op Harmen Symens met respectiue cessie daer op gevolcht ter somma van ses hondert ende vijftich Caroliguldens in dato den 1en julij 1656 f 650-00-00 
een obligatie op Sicke Sioerdts ter somma van vijff ende twintich Caroliguldens in dato den 29en majo 1656 f 25-00-00 
[0020r] een obligatie op Dirck Clasen cum uxore ter somma van vijftich Caroliguldens in dato den 21en septembris 1651 waer van de intressen betaelt sijn tot den jare 1655 
een obligatie op Hilcke Pytters ter somma van vijftich Caroliguldens in dato den 29en majo 1647 waer van de intressen tot den jare 1655 betaelt sijn f 50-00-00 
een obligatie op Otte Lolles ter somma van ses ende veertich Caroliguldens seven stuyvers in dato den 22en januarij 1648 doch sijn zedert geen intressen betaelt 
f 46-07-00 
een obligatie op Botte Claesen cum uxore ter somma van hondert vijftich Caroliguldens in dato den 17en majo 1653 doch sijn de intressen tot den jare 1655 betaelt f 150-00-00 
[0020v] een obligatie op Jurien Juriens Falck cum uxore ter somma van een hondert goltguldens tot acht en twintich stuyvers t stuck in dato den 8en majo 1655 doch de intressen sijn betaelt tot den jare 1656 desen maeckt hondert veertich Caroliguldens 
f 140-00-00 
een obligatie op Aet Cornelis Bens weduwe tot Achlum ter somma van hondert goltguldens van acht en twintich stuyvers t stuck Caroliguldens sijn hondert veertich in dato den 1en majo 1654 de intressen van 1656 sijn betaelt f 140-00-00 
Not[a]: dese obligatie comt het weeskint Aeltie Pytters toe 
een obligatie van een twintich goltguldens maeckende acht en twintich Caroliguldens Sijmon Symons cum uxore in dato den 10en augusti 1646 doch de intressen sijn betaelt tot den jare 1650 f 28-00-00 
[0021r] een obligatie op Pytter Jansen cum uxore ter somma van hondert goltguldens maeckende hondert veertich Caroliguldens in dato den 1 martij 1650 doch de intressen sijn betaelt tot den jare 1654 f 140-00-00 
doch desen is bij monde gelegateert, dit voor memorie 
een obligatie op Pytter Jansen Schiere cum uxore ter somma van drie hondert Caroliguldens in dato den 1 junio 1646 doch de intressen sijn betaelt tot den jare 1654, desen is gelegateert ut supra f 300-00-00 
een obligatie op de selfde ter somma van vier hondert Caroliguldens in dato den 4 april 1649 doch sijn de intressen tot den jaere 1654 bett legat [= deze is gelegateerd] ut supra f 400-00-00 
[0021v] een obligatie op Tieck Tiercks caegman cum uxore op Amelant ter somma van drie hondert vijff ende seventich Caroliguldens doch is in verminderinge deses betaalt 275 Caroliguldens in dato den 18en februario 1652 rest hondert Caroliguldens f 100-00-00 
een obligatie op Steuen Cornelis cum uxore op der Bilt ter somma van ses hondert Caroliguldens in dato den 2en majo 1635 doch sijn de intressen voor den jare 1656 betaalt f 600-00-00 
een obligatie op Cornelis Pyters tot Sneeck ter somma van seven hondert Caroliguldens waer onder een assignatie tot twe hondert Caroliguldens in dato den 15en december 1654 de intressen tot den jare 1655 betaelt f 700-00-00 
[0022r] [in de marge: Not[a]: in boeck in foli quoteert met littera A, is bevonden dese twe hondert Caroliguldens door Lijsbeth Gerrijts betaelt te sijn rest noch achtien Caroliguldens van intressen] 
een obligatie op Gerrijt Minnes Modderman ter somma van vier hondert Caroliguldens waer in betaelt is twe hondert Caroliguldens rest twe hondert Caroliguldens f 200-00-00 in dato den 24en februario 1650 doch sijn de intressen tot den jare 1654 betaelt 
een obligatie Pytters Cornelis tot Franequer ter somma van vier hondert Caroliguldens waer betaelt is hondert Caroliguldens rest drie hondert Caroliguldens in dato den 4en decembris 1644 doch sijn de intressen tot den jare 1655 betaelt f 300-00-00 
een obligatie op de selfde ter somma van vier hondert en vijftich Caroliguldens in dato den 18en septembris 1630 doch sijn de intressen tot den jare 1655 betaelt f 450-00-00 
[0022v] [marge: onwis] een obligatie op Pytter Thomas ter somma van vijff ende dartich Caroliguldens waer in betaelt 21 Caroliguldens ses stuyvers rest f 13-14-00 
een obligatie op Pytter Douues ter somma van drie hondert Caroliguldens in dato den 10en september 1652 waer van de intressen 1656 betaelt sijn f 300-00-00 
een obligatie op Jelle Haenties ter somma van hondert Caroliguldens als reste van meerder somma in dato den 4en majo 1634 f 100-00-00 
[0023r] een obligatie op Foppe Foppes veerschipper ter somma van vier hondert Caroliguldens in dato den 31 augusti 1656 f 400-00-00 
een obligatie op Fenne Herckema ter somma van honder Caroliguldens waer van de intressen betaelt sijn tot anno 1653 de dato den 30 april 1636 doch behoort desen Aeltie Pytters toe, waer over Symen Jouckes en Pytter Pijphron als curatoren sijn geweest f 100-00-00 
een obligatie de dato den 2en majo 1634 op Pytrick Cornelis dochter ter somma van hondert Caroliguldens waer van de intressen betaelt sijn tot den jare 1655 f 100-00-00 
[0023v] een reversael de dato den 6en februari 1637 op Symon Symons snijder door rechte van cessie becomen ter somma van twintich goltguldens aen Caroliguldens 28-00-00 de dato den 1en majo 1637 f 28-00-00 
een reversael bryff de dato den 6 januario 1646 op Albert Jetses ende Aeltie Dircks echteluyden door rechte van cessie becomen van de Diaconen der Gereformeerde Kercke de dato den 15en majo 1647 en dat ter somma van hondert twe Caroliguldens en dartien stuyvers waer van de intressen tot den jaere 1651 sijn betaelt f 102-13-00 
een reversael de dato den 8 novembris 1650 Claes Cats, en Tiets Vigles dochter, door cessie 
[0024r] becomen van Isack Abrahams blecker ter somma van drie en dartich goltguldens de dato den 26 novembris 1653 maeckende also aen Caroliguldens 
ses ende veertich guldens vier stuyvers doch sijn de intressen tot den jare 1653 betaelt f 46-04-00 
een obligatie de dato den 26en augusti 1648 ter somma van sestich Caroliguldens tot laste van Cornelis Jetses stadts metselaer, doch op betaelt sestien guldens blijft vier ende veertich Caroliguldens de intressen betaelt tot majo 1650 f 44-00-00 
een reversael tot laste van Jurien Juriens Falck burger binnen Harlingen en Gerrijt Pytters Jesma tot Vinaem [Winaem: Wijnaldum] de dato den 1en majo 1649 een respectiue cessie daer op gevolcht de dato den 10 majo 1652 ter somma van een hondert ses en veertich Caroliguldens veertien stuyvers acht penningen f 146-14-08 
[0024v] een obligatie de dato den 1en majo 1633 ter somma van vijff en dartich Caroliguldens tot laste van Ide Riencks met sijn huysvrouwe f 35-00-00 
een reversael de dato den 21en martij 1622 en respective cessien de dato den 4 aprilis 1623 en den 20en majo 1627 ter somma van vijff en twintich goltguldens en also tot vijff en [doorgehaald: twintich] dartich Caroliguldens tot laste van Ide Rincks vernoemt f 35-00-00 
noch twe terminen van t wijdschip de Swarte Ruyter bij Symen [doorgehaald: Jouckes] Jonas van Symen Jouckes, en Hendrick Onnes t samen gecocht ter somma van ses hondert ses ende sestich Caroliguldens dartien stuyvers, volgens schipbrijff daer af sijnde onder Hendrick Onnes berustende f 666-13-00 
[0025r] een acte de dato den 1 majo 1654 ter somma van ses ende twintich Caroliguldens tien stuyvers tot laste van Jacob Hylckes cum uxore f 26-10-00 
een obligatie bij Pytter Joris Pyphron ingelost voor de helfte van vier hondert Caroliguldens also hem de selfde voor de ander helfte toebehoorde den dato den 24en martio 1654 holdende tot laste van Folckert Rockes beneffens de intressen tot negen Caroliguldens f 209-00-00 
 
Vasticheden 
een grondtpacht brijff de dato den 1en september 1625 tot ander half goltguldens tot laste van de huysinge van Jan van Scharen, doch Pytter Joris Pyphron voor de helfte mede toe behoorende en is de grondtpacht tot den jare 1652 betaelt 
[0025v] een overdrachte de dato den 14en augusto 1654 van seecker aen part huysinge staende bij de ketting brugge daer de Drie Hoefijsers uthange, affcomende van Cornelis Pytters tot Sneeck 
noch een overdrachte van een aen part der selver huisinge de dato den 29 januario 1652 afcomende van Harmen Jansen ende Wijpk Glains echteluyden 
noch een overdrachte van een aen part der selver huisinge de dato den 28en aprilis 1654 affcomende Jancke Jacobs tot Franequer 
 
[0026r] Bodemerie brijven 
een boedemerie brijff de dato den 23en januario 1656 tot laste van Buue Jacobs ter somma van vijftich Caroliguldens, doch bij Pytter Joris Pyphron ontfangen met de praemie f 30-00-00 
een boedemerie brijeff de dato den 28en augusto 1656 ter somma van vijff en t seventich Caroliguldens buyten de praemie tot laste van Tiaere Gerrijts moeder man [doorgehaald: Jan Jacobs burger binnen Harlingen] f 75-00-00 
een boedemerie brijff de dato den 31en augusti 1656 ter somma van een hondert Caroliguldens buyten de praemie tot laste van Jan Jacobs burger binnen Harlingen f 100-00-00 
[0026v] een boedemerie brijff de dato den 6en martio 1656 ter somma van hondert vijftich Caroliguldens buyten de praemie tot laste van Outger Reynaers timmerman f 150-00-00 
een bodemerie brijff de dato den 24en januarij 1656 ter somma van hondert Caroliguldens buyten de praemie tot laste van Rieckles schuytevoerder cum uxore f 100-00-00 
een bodemerie brijff de dato den 8 februarij 1656 ter somma van vijftich Caroliguldens tot laste van Tierck Juriens Falck f 50-00-00 
[0027r] een bodemerie brijff de dato den 6en april 1650 van tachtentich Caroliguldens als reste van meerder somma buyten de praemie tot laste van Hylcke Pytters kaegschipper 
een groote silveren croes waer op verschoten is hondert Caroliguldens volgens handschrijft op Jacob en Jancke Bottes de dato den [niet ingevuld] 
een bodemerie brijff de dato den 28en februari 1654 ter somma van een hondert Caroliguldens buyten de praemie tot laste van Gale Sybrens f 100-00-00 
[0027v] een bodemerie brijff de dato den 25en julio 1655 ter somma van vijftich Caroliguldens tot laste van Sibren Martens f 50-00-00 
een bodemerie brijff Symen Jouckes ende Pytter Joris Pijphron t samen toe behoorende de dato den 25en martio 1656 ter somma van hondert Caroliguldens buyten de praemie tot laste van Claes Pytters Botter f 100-00-00 
een onderiem van silver daerop verschoten achtien Caroliguldens volgen in gelechte sedulle de dato den 24en aprijl 1650 f 18-00-00 
 
[0028r] Vasticheden 
seeckere hovinge staende bij de Kerckepoort volgens coopbrijff daer aff sijnde den 20en september 1626 Pytter Joris Pyphron ende Symen Jouckes t samen toe behoorende van Douue Keimpes cum uxore afgecomen 
seeckere sate landts tot Pinjum gelegen tot 7 pondematen volgen coopbrijff daeraf sijnde de dato den 1en septembris 1639 afgecomen van Douwe Keympes en Barber Dircks in tijden echteluyden, Symen Jouckes en Pytter Joris Pyphron t samen toebehoorende 
seeckere drie vierde parten van seeckere huysinge staende aen de suydcandt van de Lanen [=Lanen 12] waer van voor de eene vierde part is een coopbrijff de dato den 14en februari 1656 mits noch seeckere brijff van de andere [0028v] twe vierde parten de dato den 10en majo 1629 
een reversael brijff de dato den 12en februari 1656 door cessie becomen van Jan Watses de dato 16en februari 1656 ter somma van twe hondert vier en dartich Caroliguldens als reste van meerder somma tot laste van Jacob Jansen cum uxore 
seeckere heerlijcke huysinge staende aen de zuydcandt van de Suyder nieuue haven volgens reversael daer af sijnde den 24en februari 1653 
seeckere twe camers volgens coopbrijff daer af sijnde den 1en majo 1652 
[0029r] seeckere huysinge staende aen de noordcandt van de Lanen in de brede steigh achter Hilbrandt Dircks hoovinge [=Voorstraat 42], volgens coopbrijff daer af sijnde de dato den 3en augusti 1627 doch desen compt Pytter Joris Pyphron voor de helfte toe als eygenaer 
seckere camers staende achter Pals Bauckes huisinge volgens coopbrijff daer af sijnde de dato den 28en september 1610 
seeckere heerlijcke huisinge sampt achter huysinge staende aen de suydcandt van de Olde Vischmaerck volgens coopbrijff daeraf sijnde den 6 september 1622 
seeckere huisinge staende aen de noordcandt van de Lanen volgens coopbrijff daeraf sijnde de dato den 17 februari 1625 
[0029v] noch twe seeckere camers staende achter Hilbrandt Dircks hovinge op de Lanen 
noch seeckere heerlijcke huysinge staende aen de noordcandt van de Voorstraet tegenwoordich bij Leiuwe Dircks slachter bewoont 
noch seeckere drie vierde part huysinge staende aen de noordcandt van de Voorstraat op de hoeck van de wijde Raedhuyster steyg daer de Gulden Leu [= Leeuw] uythanght tegenwoordich bij Pytter Joris Pyphron bewoont 
 
Rogge 
drie last rogge leggende op de solder van t sterffhuys 
noch negen last rogge leggende op de solder van Isbrant Aernts 
 
[0030r] noch acht last rogge leggende op de solder van de Gemeensman Gosse Joannis 
noch vier last rogge leggende op de brouuerie van Jacob Jansen 
 
Boeck schulden 
in een reecken boeckie met een blau over val bevonden quoteert met littera A 
Buue Annes stoeldraeyer voor reste noch twalef Caroliguldens ellef stuyvers wegens huyshuyr van den jare 1654 f 12-11-00 
Hendrick Hendricks slacker debet drie ende dartich goltguldens wegens een jaer huyr van den jare 1652 maeckt ses ende veertich Caroliguldens vier stuyvers f 46-04-00 
debet Viger Dijes ? [= Wieger Dirks?] voor reste negen Caroliguldens twalif stuyvers en dat wegens een jaer huyr van den jare 1655 f 9-12-00 
debet grote Dieucke voor reste dartich Caroliguldens wegens huyringe van den jare 1655 f 30-12-00 
[0030v] debet Tiebbe Hotses voor reste vier Caroliguldens acht stuyvers en dat wegens huyshuyr van den jaere 1656 f 4-08-00 
Dirck Dircks maeckelaer ende Doetie Pytters debet noch drie ende dartich goltguldens wegens een jaer huyr van den jare 1656 tot 46 Caroliguldens vier stuyvers f 46-04-00 
Jurien Falck debet voor huyr van twe camers in de Carremansstraet veertien goltguldens van den jare 1656 maeckt aen Caroliguldens negentien guldens twalif stuyvers f 19-12-00 
Tiebbe Hotses debet vijftien Caroliguldens acht stuyvers wegens reste van een jaer huyr van den jare 1656 verschenen f 6-00-00 
[0031r] Jan Lamberts debet achtien goltguldens wegens huyr van den jare 1656 verschenen maeckt vijff ende twintich Caroliguldens vier stuyvers 
Willem Gerrijts Boontie debet vijftien goltguldens wegen een jaer huyr van den jare 1656 verschenen maeckt een ende twintich Caroliguldens f 21-00-00 
debet Jacob Amelander voor reste ses ende twintich goltguldens wegens een jaer huyr van den jare 1656 verschenen is aen Caroliguldens f 36-08-00 
debet Willem Sappe voor reste ellef Caroliguldens vier stuyvers wegen een jaer huyr van den jare 1656 verschenen f 11-04-00 
 
[0031v] Schape parkementen 
 
Het boeck quoteert met littera B 
In dit boeck is met bevonden als eenige aenteckeninge van winst, en eenige aenteeckeninge wat de huysen te huyr doen sullen de op majo 1657 verschienen 
In een schrijfboeckk in folio bevonden quoteert met littera C 
Harmen Symens debet veertich Caroliguldens tien stuyvers wegens de coop van twalef knies gecocht in den jare 1652 f 40-10-00 
Jan Sybrens debet drie guldens seven stuyvers acht penningen wegens coop van hout in den jaere 1652 f 3-07-00 
Claes Frercks [= Claes Freerks Braem] debet vier Caroliguldens drie stuyvers wegens de coop van stuck cromholt in den jaere 1652 f 4-03-00 
[0032r] Wabbe Reins backer tot Worckum voor reste van rogge negen en t negentich Caroliguldens vijftien stuyvers acht penningen van een jaer 1652 hier in op verscheiden den tijden ontfangen negen ende vijftich Caroliguldens vijftien stuyvers acht penningen blijft veertich Caroliguldens f 40-00-00 
debet Lenert Lenerts Zuast voor reste vier Caroliguldens wegens de coop van een gladde rock f 4-00-00 
Dirck Dircksen mackelaer debet ellef ende een half last garst welcke den 25en april 1654 acht manden hadde gestannen en als noch onbetaelt sullen de ter maent genen voor t last vier stuyvers bedraegt in acht maenden sestien Caroliguldens sestien stuyvers f 16-16-00 
Dirck Dircksen debet noch voor rest [doorgehaald: honder] van acht hondert Caroliguldens twe [doorgehaald: stuyvers] hondert negen ende dartich Caroliguldens f 239-00-00 
[0032v] Trin Mock debet voor reste van een tonne neuten van den 8en februari 1653 seven Caroliguldens f 7-00-00 
aen Joostie en den man gelent woonende bouen Willem Sappes 4 Caroliguldens den 4en februari 1656 f 4-00-00 
voor soo veel Symen Jouckes met Claes Ariens gescheedt tot drie hondert negen en twintich Caroliguldens acht stuyvers acht penningen den 11en april 1656 f 329-08-08 
Grietie en Lysbeth Gerrijts Modderman voornoemt vijff ende seventich Caroliguldens den 1en majo 1656 ontfangen waer van staet een obligatie gepasseert te sijn doch is niet gevonden f 75-00-00 
den 26 en februari 1647 Rienck Abbes op een onderiem gedaen seven Caroliguldens f 7-00-00 
[0033r] Rincke koeckebacker tot Sne[e]ck debet ter causa een last rogge een hondert tien gulden twalif stuyvers f 110-12-00 
Claes Gerryts debet volgens bijlbryff in Jan Lassen sterffhuys berustende een hondert ses Caroliguldens daeraf Jan Lassens erffgen de helfte toecompt ergo alhier f 53-00-00 
aen Cornelis Ackerslot [= Ackersloot] gesonden om te vercoopen twe ende veertich ton lijnsaet daeraf Symen Jouckes weder twalif ton te rugge ontboden heeft 
Jan Folckerts heeft onder hem om mede te schotsen twe hondert Caroliguldens f 200-00-00 
[0033v] Focke Martens huystimmerman debet als reste van plancken veertich Caroliguldens seven stuyvers f 40-07-00 
Lijsbeth Boonties debet van geleend gelt acht Caroliguldens f 8-00-00 
Claes ende Hendrick Ariens holtmolenaers te Amsterdam debet van balcken twe hondert acht ende dartich Caroliguldens vijftien stuyvers f 238-15-00 
een Bremer balck leggende achter Lammert Warners clen plaest waer op de vijnder actie praetendeert also hij lange tijt wech geweest is 
Sybren ende Harmen Sneecker schippers debet voor 2 1/4 last rogge t last tot acht en sestich goltguldens beloopt twe hondert en veertien Caroliguldens vier stuyvers f 214-04-00 
 
[0034r] In een blau boeckie in quarto quoteert met littera D 
Dirck Mock debet van uutleyde praemien vijftien Caroliguldens ende van lijn zaed tien Caroliguldens item als reste van schult van t jaer 1649 tien Caroliguldens samen vijff ende dartich Caroliguldens f 35-00-00 
 
In een blau boeckie met littera E 
niets bevonden te goede te wesen voor t sterffhuys 
 
In een reeckenboeck in folio met een schaeps parcament met littera F 
niets bevonden den sterffhuyse profijtelijck 
 
[0034v] Parten scheeps bevonden in een reeckenboeck in folio quoteert met littera G 
vijff vier ende sestichste parten aen schipper Ruierd Riencks 
twe vier ende sestichste parten aen Sioerd Claessen Schiere 
een vier ende sestichste part aen Tiaerd Jansen Schol 
een vier ende sestichste part aen Jenren Tiaerdts 
een vier ende sestichste part aen Isbrandt Karstes 
een vier ende sestichste part aen Claes Amelander 
een vier ende sestichste part aen schipper Andris Douues 
[0035r] een twe en dartichte part aen schip de Jonge Prins, bij Coppen Crelisen gevoert 
 
Lasten van sterffhuyse 
Ruierdt blockmaecker compt voor reste van hout twintich Caroliguldens f 20-00-00 
Albert Jansen van der Veen moet hebben als reste van twalef last rogge, volgens Symen Jouckes eygen annotatie in sijn reeckenboeck met C ses hondert een Caroliguldens sestien stuyvers f 601-16-00 
voor een balck bij Albert Groen mede gebracht in boeck met C een ende twintich Caroliguldens vijf stuyvers f 21-05-00 
[0035v] Agnietie Boues compt ter causa penningen bij Symen Jouckes ontfangen ter causa assurantie penningen ter somma van negen hondert vijftich Caroliguldens f 950-00-00 
Agnietie Beerns moet hebben hondert Caroliguldens met acht maenden intressen blijckt ut het reeckenboeck quoteert met G f 100-00-00 
Pytter Pyphron compt vijftich Caroliguldens van geleent gelt aen Styntie Pyphron en bij haer weder aen Pytter Schiere cum uxore geschoncken f 50-00-00 
compt de selve noch acht ende dartich Caroliguldens bij Symen Jouckes van de gemeinte ontfangen f 38-00-00 
[0036r] compt de selve noch een en twintich Caroliguldens sijnde de selve van de huyr der huysinge op de Lanen ontfangen ut supra daer Martien Philips ut versturven is f 21-00-00 
 
Legaten tot laste van t sterffhuys 
Symen Jouckes gelegateert aen de Armen van de [Doopsgezinde] Waterlandsche gemeente vijff hondert Caroliguldens f 500-00-00 
aen Hendrick Mocks soon twe hondert vijftich Caroliguldens f 250-00-00 
aen t weeshuys bij monde vier hondert Caroliguldens f400-00-00 
Stijntie Joris Pyphron legateert bij dispositie aen de Armen van de [Doopsgezinde] Waterlandsche gemeente ses hondert Caroliguldens f 600-00-00 
[0036v] aen Dirck Dircken huysvrouwe Magdeleentie genaemt cijftich Caroliguldens f 50-00-00 
aen weeshuys vier hondert Caroliguldens f 400-00-00 
aen Dirck Dircksen Mocks huysvrouwe hondert Caroliguldens f 100-00-00 
Wybk Glaisus vijftich Caroliguldens 
 
Accordeert nae gedaene collatie met den principale onder Pyter Piphron berustende 
In kennisse van mij secretaris 
 
(get.) D. Wringer