Harlingen, inventarisatieboeken

Sinds september 2016 zijn leden van de Werkgroep Archiefonderzoek, een werkgroep van de Vereniging Oud Harlingen, bezig met het overnemen van de belangrijkste gegevens uit de 33 Inventarisatieboeken van Harlingen. In deze boeken staan verslagen van inventarisaties van sterfhuizen, zoals die plaatsvonden van 1589 tot 1727. Het project RedBot stelde hiervoor welwillend de foto's van deze inventarisatieboeken beschikbaar, het Hannemahuis een werkruimte en het Stadsarchief inhoudelijke ondersteuning. We zijn ze dankbaar.

De inventarissen die aan een bepaald adres zijn toegeschreven zijn ook zichtbaar via 'Huizen -> Zoek je huis'. In onderstaande lijsten is dat adres ook zichtbaar. Een groen adres geeft aan dat het adres vrij zeker juist is. Bij niet groene adressen is dat minder zeker, maar het is hopelijk toch minstens in de buurt. Zoals altijd zijn de kolommen te sorteren door op de kolomkop te klikken, boven de tabel kan snel naar de juiste letters of de juiste pagina worden gesprongen, en door op een adres te klikken verschijnt de pagina met alle bekende gegevens van dat adres.

N.B. Alleen als de lijst is gesorteerd op datum, is de extra kolom 'relatie' te zien, omdat die alleen dan de relatie met de volgende persoon in de lijst kan weergeven.

Gegevens uit bronnen worden zorgvuldig overgenomen, maar lees- en typfouten zijn onvermijdelijk. Gegevens die niet in de bron staan maar door mij zijn aangevuld op basis van andere bronnen of andere gegevens uit dezelfde bron, zijn voorzien van een *. Gegevens die door mij aangepast of geïnterpreteerd zijn, zijn zoveel mogelijk voorzien van een verduidelijkende toelichting tussen [ ]. Bij het overnemen van eigennamen is de originele spelling gehandhaafd. Soms is echter te voorzien dat een kennelijke schrijf- of spelfout in de bron een probleem zal geven bij het zoeken naar een eigennaam of bij het maken van een alfabetische index. In zo'n geval is de juiste of meest voorkomende spelling van een eigennaam aangehouden, met toevoeging van een toelichting tussen [ ]. Bij het overnemen van plaatsnamen, straatnamen en beroepen die in alfabetische indexen terecht komen is voor zover mogelijk de moderne spelling aangehouden, om het zoeken te vereenvoudigen. Mogelijk staat in een bron bijvoorbeeld Doccum, terwijl op deze website Dokkum staat. Zo wordt een glaesemaecker een glasmaker. Die spelling is voor het doel van deze website (het ontsluiten van bronnen, niet het transcriberen van bronnen) niet belangrijk.



Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 2025-04-11 22:01:08



Vindplaats: Tresoar, Nedergerecht Harlingen (13-16) inventarisnummer 202 folio 78v

Pand: Voorstraat 68

Inleiding: [0078v] Compareerden ten sterffhuyse van Tiberius Templar olde gemeensman ende Magdaleena Oliviers in tijden echteluyden deser steede Harlingen, Dominicus Siouma als man ende voogd van Aegie Templar sijn tegenwoordige huysvrouwe in dese geadsisteert met Gellio Vetzensio sijn procureur, sampt Regnerus Templar voor sich selven, ende capiteyn Ruirdt Jans Sanstra ex testamento erffgenaem van sijn overledene huysvroue Jakemina [Jacomina] Templar in dier qualiteit alle drie erffgenaemen van vernoemde echteluyden Tiberius Templar ende Magdelena Oliviers, ende nae dat gemelte Dominicus Siouma ende geseyde capiteyn Zanstra met hunne respective procureurs, ende volmachten geadsisteert, instantelijck versochten om eenmael te hebben perfecte inventaris, bescrijvinge, voorts per consequens staet ende scheydinge van meer gemelte echteluyden goederen te maecken, waer tegens sich opponeerende Regnerus Templar pro parte mede erffgenamen als vooren, seggende daer inne niet te willen consenteeren noch te gedogen dat dien te neffens eenige aenvang wierde gemaeckt ter tijt toe ende soo lange Aegien Templar selfs in persoon huysvrouwe van gemelte Siouma [0079r] alhier niet en verscheen, ende onaengesien geseyde Regnerus Templar meermale was bekent gemaeckt dat hij sich ten sterffhuyse hadde gevoegt cum uxore met den woninge ende huysholdinge, voorts pro lubito [subito ?] daer in voort varende, en tot dese tijt daer in continuerende, begerende diensvolgens, dat eenmael, het sterffhuys (dat so lang besegelt, ende sonder inventaris te maecken was staende geweest) en begin ende aenvang mochte werden gemaeckt ten eynde 't selve een wtcomste [uitkomst], en tot volcomen effect mochte geraecken, sulcx niet tegenstaende heeft echter geseyde Templar niet willen gedogen dat de beschrijvinge sijn aenvang, en vervolgens dien sijn voortgang mochte nemen, alwaer omme de geintresseerde Zanstra en Siouma in hun qualiteit tegens de opposant Regnerus Templar hebben geprotesteert, en protesteren bij desen van costen, schaden en intressen alrede door 't weygeren ende 't opholden van de beschrijvinge gehadt ende geleden, noch te hebben ende te lijden, waer tegens de capiteyn Zanstra seyt, dat hij wel mach lijden, dat de beschrijvinge noch acht dagen werde gecontinueert opdat de huysvrouwe [0079v] van Regnerus Templar vernoemd mach comen tot meerder sterckte naedemael de selve tegenwoordig nieulijcks in het kindere bed is gevallen, Frans Reyners Templar als curator over Aegie Templar vernoemdt seydt dat hij wel mach lijden dat de beschrijvinge sijn voortgang neme, so wanneer Aegie Templar voornoemd selfs in persoon in den sterffhuyse verschijne, als sijnde de originele erffgenaem om aen te sien de beschrijvinge van haer eygen olders naegelatene goederen. Siouma in voorschreven qualiteit insisteert sijn gedaen protest, met protestatie van onschadelijckheyt en nulliteyt van Frans Templars aengematigde qualiteit, door dien hij hier noch qualiteit noch personam heeft te verschijnen, overmits Siouma selver man ende voogd sijnde van sijn vrouwe capabel genoech is sijn vrouwes recht te bewaren. Actum den 27 februari 1657 Coram commissario Pytter Wybrants, in kennisse van mij secretaris. Onder stonde D. Wringer met eenige streecken [0080r] Inventarisatie ende bescrijvinge gedaen ten sterffhuyse van Tiberius Templar ende Magdalena Oliviers ten overstaen van de burgemeester Pytter Wybrants in desen ende commissaris geadsocieeert met Dominico Wringer secretaris alhier, ten versoecke van Dominico Siouma als man ende voogd van Aegie Templar voor hem selfs, Reyner Templar voor hem selfs, ende Ruierd Jansen Zanstra in comformite van voorgaende besoignes, op het aengeven van Regnerus Templar vernoemd, en sijn huysvrouwe, doch is de eed bij Reyner Templar alleen gedaen sampt Aegie Templar, doch voor soo veel haer bekent is ende sij in het sterffhuys heeft gefrequenteert nae gedaene belofte onder eede in handen van de commissaris vernoemt om haer in het aengeven van des sterffhuys goederen behoorlijck te quyten, Actum den 3en marti 1657

Inventaris: 
[0080v] In de voorcamer bevonden 
een bezegelde eecken cas met tralyen 
een eecken cantoor 
een eecken slaepbanck 
seven stoelen 
een Spaense stoel 
 
Posteleyn 
dartich soo groote als kleine schotels 
vier soo kelckies als copkes 
So schilderien, als albasterde boorties, seven in't getal 
een spygel 
 
Bed ende bedts clederen 
drie bedden 
drie puelen 
acht oorcussens 
[0081r] een witte sijden deecken 
een gele Spaense deecken 
een bed met een puel 
een groene deecken 
een bed inde slaepbanck 
een puel in de selue 
twee deeckens 
negen stoelcussens 
een holten decksel over het cantoor 
 
Silverwerck bevonden in de bovenste laed van de voornoemde eecken cas 
een silveren schorthaeck met twee silveren kettingkies 
een silveren oor van een can 
vier soo groote als cleine silveren croesen 
vier soo groote als kleine schalen 
een silveren vaetie 
twee silveren lepels met een silveren hooffden mes 
[0081v] vijff lepels nog een silveren lepel 
een cantie met een silveren lid 
een pensier met een silveren signateur 
 
Blick 
een blicken trompke 
 
Bryven, Instrumenten 
Een obligatie bevonden in de middelste laed nae het bedsteed toe 
Het principale reciproque testament van wijlen Tyberius Templar en Magdalena Oliviers de dato den 17en marty 1653, quoteert met no 1 
Copie van boven genoemde testament de dato den 22 juny 1654, quoteert met no 2 
[0081r] [tweede keer folio 0081r] Principale testamente van Cornelius, Aechtien ende Marie Templar de dato den laesten marty 1654, quoteert met no 3 
Een obligatie de dato den 25en february 1653 op Ige Gerbens en Bene Foppes ter somma van duysent goltguldens capitael ende intressen verreeckent tot een den jaere 1654 den 5en february, quoteert met no 4 f 1000-00-00 
Een assignatie bij Adriaen Oliviers zaliger gepasseert ter somma van hondert vijftien caroliguldens drie stuivers acht penningen de dato den 24en novembris 1654 quoteert met no 5, bij Magdaleentie Oliviers wegens Adriaen Oliviers aen Pytter Ebes betaelt f 115-03-08 
[0081v] Een obligatie op Sijke ende Antie Jans Westerdijck de dato den 7 july 1651 ter somma van vijff hondert caroliguldens waer van de intressen tot den 7en july 1656 sijn betaelt, quoteert met no 6 f 500-00-00 
Een onderlinge scheydinge tusschen Frans Reyners ende Lysbeth Reyners en Tiberius Templar de dato den [datum niet ingevuld] 1631, quoteert met no 7 
Een obligatie de dato den 19en augusti 1653 op Pytter Teyes ende Iske Steffens ter somma van twee hondert caroliguldens de intressen tot den 19en augusti 1655 betaelt, quoteert met no 8 f 200-00-00 
[0081r] [derde keer folio 0081r] Seeckere advys van de Gulielmo Cup proffessor de dato den 5en juny 1656, quoteert met no 9 
Een obligatie op Haentie Jans en Grietie Jacobs echteluyden de dato den 2 decembris 1651 ter somma van hondert caroliguldens de intressen onbetaelt sijnde daer tegens in betalinge gegeven eenig gold en silverwerck de voorschreven somma excellerende, quoteert met no 10 
Een obligatie de dato de 5en juny 1654 op Steffen Abbes cum uxore ter somma van de intressen tot junio 1655 betaelt, quoteert met no 11 f 200-00-00 
[0081v] Een obligatie de dato den 5en junio 1644 op Sibout Bauckes ter somma van twee hondert caroliguldens de intressen betaelt tot junio 161, quoteert met no 12 f 200-00-00 
Een obligatie de dato den 16en maio 1651 op Harmen Pytters cum uxore ter somma van hondert caroliguldens de intressen tot maio 1656 betaelt, quoteert met no 13 f 100-00-00 
Vier acten van recipise bij Dr Dionisius gepareert, quoteert met no 14 waer van het eene holdende op Jan Dionisius continerende vier hondert caroliguldens f 400-00-00 
[0082r] De tweede continerende twee hondert caroliguldens op Focco Heemstra f 200-00-00 
Noch een recipis dat 't sterffhuys competeert vijftich caroliguldens ut Commer Joostes obligatie f 50-00-00 
Een obligatie op Christiaen Stoffels de dato den 8en maio 1649 ter somma van vijftich caroliguldens de intressen betaelt tot 1656, quoteert met no 15 f 70-00-00 
Een handtschrift op Dirck Dircx op dato den 9 april 1648 ter somma van hondertveertich caroliguldens de intressen, betaelt tot den 9en april 1655, quoteert met no 16 f 140-00-00 
[0082v] Een obligatie de dato den 7 july 1651 op Gerben Tania ter somma van drie hondert caroliguldens de intressen tot den 1e maio 1656 betaelt, quoteert met no 17 f 300-00-00 
Een obligatie de dato 1en maio 1643 op Focco Heemstra cux uxore ter somma van duysent caroliguldens de intressen tot den jare 1653 betaelt, quoteert met 
no 18 f 1000-00-00 
Een obligatie de dato den 7 february 1648 tot laste van Minne Ruierdts cum uxore ter somma van van duysent caroliguldens de intressen betaelt tot den 5en junio 1655 betaelt, quoteert met no 19 f 1000-00-00 
[0083r] Een obligatie de dato den 6en october 1644 tot laste van Sytse Aliffs waer op rest twee hondert twaliff caroliguldens tien stuivers volgens onderstaende acte, quoteert met no 20 f 212-10-00 
Een quitantie van de deurwaerder Sipke Abbema aengaende Nanne Jans huys coopinge daer op voor memorie getekent staet het sterffhuys van de selve noch te competeren ontrent drie hondert caroliguldens, quoteert met no 21 
Een obligatie op Iepke Clasen cum uxore tot Leuwarden de dato den 19en september 1651 ter somma van twee hondert caroliguldens waer op eenige intressen te quade sijn, quoteert met no 22 f 200-00-00 
[0083v] Een obligatie de dato den 2en maio 1652 tot laste van Sipke Ebes en Grytie Douwes ter somma van vijtich caroliguldens de intressen noit betaelt, quoteert met no 23 f 50-00-00 
Een obligatie de dato den 1en maio 1643 op Foppio Gerardi in leven rentemeester deser steede ter somma van duysent caroliguldens de intressen tot maio 1655 betaelt, quoteert met no 24 f 1000-00-00 
Een obligatie met een handschrift de dato den 16 marty 1639 ende 25 decembris 1640 respectieve [0084r] op Pytter Jelles Wieldraier cum uxore ter somma van twee hondert goltguldens respective de intressen van de twee hondert goltguldens tot marty 1656 betaelt ende van de vijftich caroliguldens tot december 1655, quoteert met no 25 f 330-00-00 
Een reversael de dato den 8 february 1650 en respective cessie daer op gevolgt de dato den 6en september eiusdem anni [van hetzelfde jaar], holdende tot laste van Fransina Kijl ter somma van negen hondert een en veertich caroliguldens een stuyver vier penningen de intressen tot maio 1654 betaelt, quoteert met no 26 f 941-01-00 
[0084v] Een wandelbryff de dato den 29 may 1630 en respective cessie de dato den 1 may 1645 waer op te quade is vijff en twintich caroliguldens tot laste van Dirck Dircx kistmaecker, quoteert met no 27 f f 25-00-00 
[marge: de post nihil als betaelt sijnde] 
Een coopbrieff de dato den 12en augusti 1646 waer bij geblijckt 't sterffhuys de helfte van acht hondert seven en veertien caroliguldens seventien stuyvers vier penningen te harederen in de Groenlansche Compagnie ter camer binnen Harlingen, quoteert met no 28 f 423-10-00 
[marge: de erffgenamen van Adriaen Olivier hebben de bryff van dese nevenstaende post gelicht desen 15en february 1657] 
Een handtschrift van Commerke Joosten de dato den 1en decembris 1640 ter somma van vijftich caroliguldens de intressen daer aff betaelt voor acht jaeren, quoteert met no 29 f 50-00-00 
[0085r] Een obligatie op Jan Dionisius cum uxore voor de dato den 30 april 1630 ter somma van vijff hondert golt guldens waer op eenige jaeren intressen te quade sijn, quoteert met no 30 f 500-00-00 
Een reversael de dato den 2 maio 1652 en respective cessie van gelijcke dato op Wyger Hebles cum uxore ter somma van een hondert drie en tachtich golt guldens daer op sestich caroliguldens en tachtich goltguldens betaelt sijn, quoteert met no 31 f 84-00-00 
Een handschrift de dato den 11en juny 1656 Aeltie Minnes in somma van twee hondert caroliguldens, quoteert met no 32 f 200-00-00 
[0085v] Een handtschrift de datis den 27 augusti en den 29 september 1649 op de capitein Sanstra cum uxore ter somma van vier hondert vijftich caroliguldens daer op geen intressen betaelt staen met een quitantie daer aff gespelt de dato den 5e february 1656 tot 32 caroliguldens, quoteert met no 33 f 450-00-00 
Een obligatie de dato den 6en maio 1644 op Gerryt Outgers ter somma van hondert caroliguldens de intressen betaelt tot maio 1648, quoteert met no 34 f 140-00-00 
[marge : dese nevenstaende obligatie bij Reyner Templar gelicht den 26en marty 1657] 
Een obligatie de dato den 19en maio 1642 op Jacob Juriens cum uxore ter somma van vijff hondert caroliguldens de intressen betaelt tot 1653, quoteert met no 35 de post is in verminderinge des capitaels betaelt : vijff en twintich caroliguldens tien stuyvers f 475-00-00 
[0086r] Een obligatie de dato den 6en november 1646 op Sioerdt Thomas op Amelant ter somma van vijff hondert caroliguldens met daer op gevolgde cessie de dato den 15en april 1647 daer in verscheydene betalinge gedaen, quoteert met no 36 
Twee respective obligatien de datis den 5en july 1645 continuerende seven hondert caroliguldens ende den 18en octobris 1648 tot drie hondert caroliguldens tot laste van Lieuwe Lieuwes waar op weynige intressen sijn te quade, quoteert met no 37 ende 38 f 1000-00-00 
Een obligatie de dato den 27 marty 1645 op Tevis Gabbes waer op een hondert caroliguldens te quade is, quoteert met no 39 f 100-00-00 
[0086v] Een obligatie op Jacob Allerts tot Tiom de dato den 22 november 1644 continuerende hondert goltguldens waer aff de intressen tot november 1652 betaelt sijn, quoteert met no 40 f 140-00-00 
[marge: dese nevenstaende prinncipale obliegatie is bij Reyner Templar gelight den 26 marty 1657] 
Een obligatie de dato den 26en maio 1631 op Jan Pytters tegenwoordich havenmeester ter somma van ses hondert seventien caroliguldens de intressen den 5en juny 1633 betaelt, quoteert met no 41 f 617-00-00 
Een handtschrift op Dirck Dircx de dato den 11 junio 1650 ter somma van hondert vijfftich caroliguldens, de intressen tot julio 1655 betaelt, quoteert met no 42 f 150-00-00 
[0087r] Een handtschrift op Pytter Minnes de dato den 8en april 1651 ter somma van twee hondert caroliguldens de intressen geheel te quade, quoteert met no 43 f 200-00-00 
Een obligatie de dato den 20en augusti 1649 op Anne Intes ter somma van twee hondert caroliguldens, de intressen tot den 2en september 1651 betaelt, quoteert met no 44 f 200-00-00 
Een obligatie de dato den 21en april 1638 op Willem Douwes cum uxore, ter somma van hondert golt guldens de intressen alle te samen te quade, quoteert met no 45 f 140-00-00 
[0087v] Een obligatie de dato den 28 july 1644 van vijff ende twintich caroliguldens op Saecke Clasen de intressen alle te quade, quoteert met no 46 f 25-00-00 
Een obligatie op Pytter Folckerts cum uxore sine dato ter somma van van hondert drie en vijftich caroliguldens veertien stuyvers daer op verscheydene betalingen sijn gedaen, quoteert met no 47 f 153-14-00 
Een obligatie op Pytter Jacobs backer cum uxore de dato den 29en martio 1625 ter somma van drie hondert caroliguldens, waer op zedert anno 1651 geen intressen betaelt sijn, quoteert met no 48 f 300-00-00 
[0088r] Een obligatie de dato den 25en january 1644 op Haentie Jans Lamckema ter somma van acht hondert carolguldens, daer op vijff hondert vijftich caroliguldens betaelt is, in verminderinge soo van capitael als interessen, quoteert met 49 f 250-00-00 
Een handschrift op Thomas Gerryts de dato der 16en julio 1647 ter somma van vijftich goltguldens, waer op drie jaeren intressen betaelt sijn, quoteert met no 50 f 70-00-00 
Een obligatie de dato den 27en april 1622 op Albert Tiepkes ter somma van acht en dartich caroliguldens waer in seventien caroliguldens betaelt is, quoteert met no 51 f 21-00-00 
[0088v] Een acte de dato den 11en january 1627 op Albert Meyntes ter somma van dartich caroliguldens, quoteert met no 52 f 30-00-00 
Een quitantie de dato den 9en juny 1649 slaende op seeckere obligatie van duysent caroliguldens, quoteert met no 53 f [bedrag niet ingevuld] 
 
Gerede penningen 
Vijff en dartich werp Engelysch geld, de werp a f 1-05-00 maeckendee drie en veertich guldens vijftien stuyvers f 43-15-00 
Vijff valueerde rijxdaelders tot twaliff gulden tien stuyvers f 12-00-00 
[0089r] Noch vier gevalueerde rijxedalers tot tien caroliguldens f 10-00-00 
Drie Leuwe daelers tot ses caroliguldens f 6-00-00 
Een croon met twee halve croonen tot vier caroliguldens f 4-00-00 
Veertien ende een halff quade schellingen 
Payement seven guldens drie stuyvers acht penningen f 7-03-08 
Vier rijxe oorden tot twee guldens tien stuyvers f 2-10-00 
[0089v] Een en twintich rijxedaelders en een halff valueerde rijxedaelders tot drie en vijftich caroliguldens vijftien stuyvers f 53-15-00 
Vier en vijftich en een quart stucken van achten 
Acht en drie quart valueerde rijxedaelders tot een en twintich caroliguldens seventien stuyvers acht penningen f 21-17-09 
Payement sestien caroliguldens f 16-00-00 
negen gulden vijff Engelysch geld f 9-05-00 
[0090r] Veertien a tien stuyvers tot twintich caroliguldens f 20-00-00 
Vier ryxdaelders a tien caroliguldens f 10-00-00 
Seven pond en twee schellingen Fransch geld, tot twee en veertich caroliguldens twaliff stuyvers f 42-12-00 
Twaliff caroliguldens in diverse specien f 12-00-00 
Vijff guldens andere specie f 5-00-00 
Een sackien met gelt toebehorende Ariaen Oliviers erffgenaemen, en Lijsbetie Jans Popta wegens huyshuyr en landhuyr 
 
[0090v] Bryven en obligatien in een lange doos bevonden in de verniewde eecken cas aen de zijde nae de glasen 
Een obligatie de dato den 2en maio 1650 op Annius Rheenstra ter somma van vier hondert caroliguldens daer op twee jaeren intressen betaelt, quoteert met no 54 f 400-00-00 
Een obligatie de dato den 13en octobris 1631 op Eling Symons ter somma van duysent caroliguldens de intressen tot maio 1653 betaelt, quoteert met no 55 f 1000-00-00 
Een obligatie de dato den 16en september 1640 op Abel Pytters ter somma van twee hondert caroliguldens de intressen sijn tot den jare 1653 betaelt, quoteert met no 56 f 200-00-00 
[0091r] Een handschrift de dato den 10 november 1655 op Pytter Teyes ter somma van twee hondert caroliguldens, geen intressen op betaelt, quoteert met no 57 f 200-00-00 
Noch een obligatie op de selfde Pytter Teyes, de dato den 30 maio 1656 ter somma van vier hondert caroliguldens, quoteert met no 58 f 400-00-00 
 
Gerede penningen 
In een eecken laed aen verscheydene specien bevonden sestien caroliguldens f 16-00-00 
 
[0091v] Kindere goed ende andere rommelen 
Twee doosies met kindere goed van kleyne importantie 
 
Een langverpich wit doosie met verscheyden quitantien 
 
Gerede Penningen in een roode cop bevonden 
vier en dartich caroliguldens tien stuyvers f 34-00-00 
In een vervielen tasch bevonden ses valueerde rijxedaelders a vijftien caroliguldens f 15-00-00 
Twee cronen ende een halff a vijff guldens f 5-00-00 
[0092r] Een silveren kindere penning met een gemaeckt stuck 
Eenvierde part van een cluit tot twaliff stuyvers f 0-12-00 
Een dubbelde ducat tot tien caroliguldens f 10-00-00 
Noch aen silver geld vijftienguldens seven stuyvers f 15-07-00 
 
In een silveren vergulden trouwe kistie bevonden 
een diamant 
een gouden signet 
ellif gouden steenringen 
twee hoepringen 
[0092v] een padde steentie 
een silveren vergulden knopke 
een silveren vergulden vingerhoed 
een goudspeld 
een silveren hoeprinckie 
een gouden penninckie met een rinckie 
twee dubbelde ducaten tot twintich caroliguldens f 20-00-00 
twee enckelde ducaten tot tien caroliguldens f 10-00-00 
een carolus tot seven caroliguldens f 7-00-00 
een dubbelde Portugesche ducat tot tien caroliguldens f 10-00-00 
een dubbelde Spaense ducat tot tien caroliguldens f 10-00-00 
[0093r] vijff onbekende stucken goudt 
vijff achte parten van een Jacobus tot vijfftien caroliguldens f 15-00-00 
noch twee andere onbekende stuckies goud 
 
Een doosie met enig old silver als een onderriem, lepeltie, cnoopen, beslach van een scheed, etc 
 
Linnen en wolle bevonden in het onderste deel van de cas aen de zijde nae het bedsteed 
In een eecken laed bevonden 
een lap linnen van drie ellen 
noch een lap linnen tot vijff ellen ende een halff 
 
[0093v] noch een stuck van vier ellen 
een stuck ganse oog van vier ellen 
een lapke doeck van een ellen 
een stuckie catoen tot een dasie 
vijff vierendeel fijn dopies 
 
In de voornoemde doos noch bevonden verscheyden rommelingen, soo gemaeckt linnen als catoen etc 
dartien ellen wijtling linnen 
dartien ende een halff groff linnen bequaem tot een wytlinge 
vijftien ellen nieu doeck 
een lap doeck tot een laecken 
vijff ellen ende drie vierendeel catoen doeck 
[0094r] negen ellen en drie vierendeel streepies dopies 
twee ellen dopies 
ses ellen dopies 
darde halff ellen rood ligature 
een sack met blauwe strepen en eenig old romling 
vijff ellen en drie vierendeel doeck 
noch vijff ellen en drie vierendeel doeck 
twintich ende een halff ellen doeck 
drie ongemaeckte hemden toebehoorende C. T. 
drie ellen kraeg tot een streepjes tafelspreed 
drie ellen groen damast 
noch een ellen groen damast 
drie ellen min een vierendeel ruyties damast 
[0094v] vijff ellen min een vierendeel linnen tot een wijtling 
spouden bedteeck tot twee oorcussens 
een cussen blad met fijn leer 
een rond wit doosie met eenige romling 
wit catoen tot een neusdoeck 
drie servetten 
drie handoecken 
een cussensloop 
een ongemaeckt hemd 
een bosch wit catoenen gaeren 
noch een bosch rouwe gaeren 
 
twee boeck met silveren beslach waer van het eene het kint van Lysbeth Popta toecomt tot Leuwarden 
 
[0095r] In het onderste van de eecken cas nae de glasen bevonden 
een langwerpige witte doos 
nog een doos 
een kindere kistie met laden 
een apothequers bos met vermillioen 
een deel old wollen romling 
 
In het eecken cantoor bevonden 
hondert negen pondt aen oorties, yder pond tot seventien stuyvers acht penningen maeckt vijff ende t negentich caroliguldens seven stuyvers acht penningen f 95-07-08 
 
In de schrijffcamer bevonden voor in het voorhuys 
Een huyrcontract van t huys bij Sioerd Sonnema bewoont 
[0095v] Een huyrcontract van t huys op Rapenburg bij Haie Piers parreert 
Een huyrcontract van de plaets tot Oosterbierum bij Tijs Thomas parreert 
Een huihrcontract van tien pondematen landts om oost van Harlingen bij Jelle Claesen parreert 
[marge: dese bij de erfgenaemen van Adriaen Olivier geldich desen 15 juni 1657] 
Een acte van aenneminge de dato den 27 decembris 1657 of 3?, slaende op de huyr certer ? bij Jacob Harmens parreert tot drie hondert acht en vijftich caroliguldens acht stuyvers 
Een huyrcontract van een stuckie greydland buyten de Bilpoort bij Riemer Heerts parreert 
Een huyrcontract van sestien pondematen landts tot Pytersbierum bij Hartog Johannis gebruyckt 
[0096r] Een huyrcontract van een wooning op de Schritsen bij Jan Ruierdts kleermaecker bewoont 
Een huyrrcontract bij Sicke Jansen parreert van twintich pondematen landts tot Pyterbierum 
Een acte bij Saecke Sybrens parreert waer noch te reste is seventich goltguldens veertien stuyvers 
Een huyrcontract van twintich pondematen landts tot Pytterbierum bij Meyle Foppes parreert en bij Taecke Sybrens overgenomen 
[0096v] Een huyrcontract bij Jan Jansen tot Midlum parreert daer uit geblijckt noch eenige huyr tot proffijte van t sterffhuys te goede te sijn 
 
Vasticheden 
De soutkeeth staende in de Noordijs naest de burgemeyster Steensma huysinge volgens coopbryff daeraff sijnde de dato den 26 januario 1621, in respective ingeloste reversael de dato ut supra, quoteert met no 1 
De huysinge ende erve cum annexis staende aende noordkant van de Voorstraet tegenwoordig bij rector Belida bewoont volgens bryff de dato den 5en novembris 1579, quoteert met no 2 
[marge: De coopbryff deses bij de erffgenaem Adriaen Olivier gelicht desen 15 ? 1657 volgens scheidinge ? gemaeckt desen 12 juni eiusdem anni voor de commissaris J. Bouricius] 
[0097r] De huysinge ende schuyringe cum annexis staende op de hoeck van de Hofstraet volgens de bescheyden daeraff sijnde, quoteert met no 3 
De huysinge cum annexis staende op de Soutsloot naest de voorgemelte keeth waer de Brandewijnsketel uythangen heeft volgens coopbryff daer aff sijnde den 5en decembris 1635, quoteert met no 4 
Seeckere huysinge met een pondemate landts tot Pyttersbierum in massa het sterffhuys met de erffgenaemen van Adrian Olivier toebehoorende volgens coopbryff de dato den 16en october 1649, quoteert met no 5 
[0097v] Seeckere ses pondematen landts gelegen tot Oosterbierum tegenwoordich onder de sate gebruyckt werdende volgens coopbryff daer af sijnde de dato den 7en maio 1644, quoteert met no 6 
Seeckere ontrent acht pondematen soo bou- als grijdlandt gelegen tot Oosterbierum ofte Dycx hoeck volgens coopbryff en respective ingeloste reversael de dato den 3en maio 1652, quoteert met no 7 
Sekere sestich pondematen landts onder de clockslag Midlum gelegen van de heeren Scheltinga in cope becomen volgens de respective besoignes daeraff sijnde, quoteert met no 8 
[0098r] Vierde halff goltguldens jaerlijcxe grondpacht uyt de huysinge van wijlen de olde burgemeester Laes Lases op de hoeck van de Vischmarckt [=Noorderhaven 38] [doorgehaald: daaraff] volgens de grondpacht bryff daeraff sijnde de dato den 12 junio 1600, quoteert met no 9 
Sekere vier caroliguldens jaerlijcxe grondtpacht gaende ut de nieuwe huysinge op de hoeck van de Hoffstraet [=Kerkpoortstraat 22] het sterffhuys selfs toebehoorende, quoteert met no 10 
Seeckere heerlijcke glasuierde pande huysinge, schuire en hovinge cum annexis groot ontrent twee pondematen, item daer bij achtien pondematen ende een halff gelegen aen seven percelen onder den dorpe Oosterbierum volgens decreetbryff daer aff sijnde de dato den 2 maio 1649 en respectievelijck ingeloste reversael eiusdem anni, quoteert met no 11 
[0098v] De gerechte helfte huysinge cum annexis op de Brede Plaets alhier staende [=Kleine Bredeplaats 4] met de heere Witters gemeen volgens reversael de dato 11 januari 1650, quoteert met no 12 
Seeckere huysinge cum annexis op de Noorderhaven alhier staende daer het Amelander Wapen uythangt [=Noorderhaven 42] volgens coopbryff ende respectieve reversaele de dato den 4 februari 1645, quoteert met no 13 
Seeckere vijff hondert vijff en twintich caroliguldens in de Groenlandsche Compagnie ter camer binnen Harlingen gecocht ende betaelt volgens reversael de dato den 30en april 1644, quoteert met no 14 
[0099r] Seeckere tien pondematen landts drie eynsen ses roeden onder Midlum gelegen volgens de coopbesoignes daer aff sijnde, met no 15 
[marge: de coopbesoignes deses bij de erffgenaemen van Adriaen Olivier gelicht desen 15 juny 1657 volgens scheydinge gemaeckt voor commissaris J. Bouricius den 12 juny 1657] 
Seeckere heerlijcke pannewerck cum annnexis staende aen het Bolwerck bij de Kerckpoort, volgens coopbryff daer aff sijnde de dato den 21en augusti 1617, quoteert met no 16 
Seeckere huysinge cum annexis staende in Bauck Coninxsteeg op de Lanen volgens coopbryff en respective affgelostte reversael de dato den 21 martio 1639, quoteert met no 17a 
[0099v] Seeckere huysinge cum annexis staende op Rapenburch daer de Drie Rapen uyt hangen [=Rapenburg 22] volgens coopbryff de dato den 15en january 1647, quoteert met no 18 
De gerechte helfte van achtien pondematen negen eynsen een penning een roede negen voete landts tot Pyttersbierum gelegen volgens coopbryff de dato den 1e maio 1626, quoteert met no 19 
Een daelder grondtpacht ut de huysinge daer de Fortuyn uythanght staende omtrent de Franequerpijp [=Franekereind 13] volgens handtschryft de dato den 7 maio 1655, quoteert met no 20 
[0100r] Seeckere camer cum annexis in de Hoffstraet deser steede, staende naest de burgemeyster Popta stallinge volgens coopbryff de dato den 9 november 1631, quoteert met no 21 
Seeckere huysinge cum annexis staende op de Suypmerkt [=Voorstraat 68] daer de voornoemde echteluyden ut versturven sijn, volgens coopbryff en respective in geloste reversael bryff de dato den 14en april 1625, quoteert met no 22 
Seeckere huysinge met Aeltie Minnes gemeen staende aen de noordtcant van de Voorstraet [=Voorstraat 49] volgens coopbryff daer aff sijnde de dato den 27 januari 1645, quoteert met no 23 
[0100v] Een legersteed in de Kercke alhier volgeens coopbryff daer aff sijnde de dato den 17en junio 1629, quoteert met no 24 
Seeckere huysinge cum annexis staende bij de Kerckpoort daer Damon in Persie uythangt, volgens coopbryff daeraff sijnde, quoteert met no 25 
Seeckere huysinge cum annexis staende op het Noordijs naest de ontfanger Keth, bij wijlen Reyner Fransen Templar bewoont, quoteert met no 26 
[0101r] Seeckere huysinge cum annexis staende aende suydcant van de Voorstraet tegenwoordigh bij Sioerd Hendricx Sonnema bewoont volgens coopbryff daeraff sijnde de dato den [datum niet ingevuld], quoteert met no 27 
Seeckere huysinge cum annexis staende aen de suydcant van de Schritsen op de hoeck van de Raemstraat tegenwoordig bij Jan Ruyrdts kleermaker bewoont 
 
In een laed bevonden 
een gedeelte Frysche doyten 
noch een suspecte ducaton 
een cleyne rijxedaelder 
een cleyne zeusche [Zeeuwse] daelder 
[0101v] Seeckere missyff van Pytter Dionisius aen Tiberius Templar geschreven mentionerende van seeckere duysent caroliguldens de dato den 6en october 1649 
 
Op de achteropcamer bevonden 
Een eecken besegelde cas aende westzijde staende daer in bevonden 
drie kindere mutsen 
twee rootsgerlaeckens [roodscharlaken] boorstlappen 
twee roodtsgerlaeckens rufften 
een roodtgerlaecken met een witte swagtel 
elliff dopies servetten 
een groot dopies tafellaecken 
noch een tafel laecken 
negen mans hemden 
vijff vrouwen hemden 
noch dartien tafel laeckens, soo groot als cleyn 
acht cleine sloopkes 
[0102r] een Frysche muts met een boorst hemdtie 
een neusdoeck met eenig old linnen 
een swart laeckens vlieger met opstaende borgoenen [bragoenen] 
een roodtscherlaeckens rock 
een old fluwelen borstlijff 
een effen bratten flyger [vlieger] 
noch een effen fluwelen borstlijff 
een zijden regen spreed 
een swart laecken borstlieff 
een fluwelen capsluyer 
noch een blomfluwelen borstlijff 
een ruyg bratten manteltie 
een coleurd laeckens mantel met fluweel 
een paer fluwelen vrouwen schoenen 
een swart laeckens flyger [vlieger] 
een swart rockien sonder mouwen 
een groen laeckens tafelspreedt 
een bont tarsenilien manteltie 
[0102v] een grauue reisrock 
rood voeder uit een rock 
noch een graulaeckens reysrock 
een old lijffke sonder mouwen 
een old swart rockie 
een stoffen jongens mantel 
 
Noch in een eecken cas staende aen de oost zijde met twe zegels bevonden 
dartien pasteleinen butterschuttels 
acht groote Oostinsche schuttels 
vijff pasteleinen clapmutsen 
tien pasteleinen coppen in gre [verschillende grootte] 
noch drie kleine schelties [schaaltjes] 
seven holten vergulden cnopen 
twe vrouwe brandsteenen hechten 
twe allabasterde borties 
ettelijcke gemaeckte blommen 
een lacken confertie met romling 
verscheiden nagel corfies 
een satijnen ongemaeckte buydel 
een lapien coleur satijn 
een genaeide blompt 
[0103r] een blad genaeid tot een cussentie 
een ronde doos met eenig romling 
een stuck blauwe laecken van anderhalff ellen 
een blauwe fluwelen borstlijff 
een lap groen beelddamast 
vier ellen strepich vol tot gardijnen 
negen ellen groen beeldzaey 
tien ellen ende een halff coleurd camelot 
acht en veertich ende een halff ellen wit gebleeckt doeck 
vijftich ellen wit gebleeckt doeck 
een fijn wit bedlaecken 
noch vier en dartich ellen gebleeckt doeck 
noch dartien ellen gebleeckt doeck 
noch twee en veertich ellen gebleeckt doeck 
twintich ellen wit dopies 
een en vijftich ellen ende den halff ellen gebleeckt doeck 
[0103v] acht en veertich ellen gebleeckt doeck 
twee en vijftich ellen gebleeckt doeck 
negen en veertich ellen ongebleeckt doeck 
negen en dartich ellen ongebleeckt doeck 
negen en veertich ellen ongebleeckt doeck 
seven en twintich ellen ongebleeckt doeck 
een doppies tafellaecken 
twee ellen streepkes 
anderhalff ellen bed teeck 
 
In een eecken besegelde kist gevonden 
een bratten flyger [vlieger] 
een swart laecken hoyck [huik] 
een satijnnen borstlijff 
een gestickte rijfflijff 
een groen laeckens rabat 
een rode buffels rock 
[0104r] een swart bratten rock 
een roode laeckens borstrock 
een klier van een Brabansche hoyck [Brabantse huik] 
een witte borstrock met swarte coorden 
In een old servet gebonden bevonden een weynich hooftgoed van cleyne importantie 
een bondeltie met eenig lint 
twee bed laeckens 
een puel lacken 
elliff vrouwen hemden 
twee nachthalsdoecken 
twee halsdoecken 
vijff neusdoecken 
negen witte schorteldoecken 
ses servetten 
een old tafellaecken 
twee gansooge hosen 
[0104v] vijftich ellen gebleeckt doeck 
twee blauwe schorteldoecken 
 
In een Danswijcker besegelde kiste bevonden 
ses posteleinen vruchtschalen 
twaliff pasteleinen sasierckes 
drie clapmutskes van pastelein 
dartien pasteleinen copkes 
een ongemaeckte carmesijnen schorteldoeck 
een gebroocken silveren lepel 
een ijseren scheer 
omtrent veertien Hollansche ponden flas 
omtrent veertien gaern 
achtien ellen gebleeckt doeck 
eenige olde klederen 
twee messchen belblaeckers 
twee vrouwen hemden 
 
[0105r] een olde coffer 
een old pulpetrum 
een old wygebanck 
de Belegeringe van Hartogenbosch [prent van het Beleg van 's Hertogenbosch, 1629] 
een eecken tafel met een decksel 
een rijsen corfke 
een leuwericx corff 
een groen tafelspreed 
een old kistie met eenige romling 
een bed 
drie puelen 
een tapeten deecken 
drie orcussens 
drie innersten van stoelcussens 
een groen spreed 
een olde pascaert 
ses stoelen 
een stoelcussen 
een halfff loopen 
een vierendeel 
vijff fuyren cosijnen 
[0105v] vier olde schilderde borden 
vier kerck matten 
tien eecken vensters 
een geweerbord 
een eecken krebbe met eenige romling 
noch een kleyne eecken tafel 
een eecken kistie met olde lappen 
 
In een boeckendoos bevonden in de spijscamer 
drie hemden 
tien witte schorteldoecken 
twee gestreepte borstrocken 
een gansogen borstrock 
drie vrouwen ondersten 
een bed hemd 
een old servet 
ses neusdoecken 
twee witte kindere doecken 
een bonte kindere doeck 
drie nacht halsdoecken 
[0106r] drie bonte mutsen 
een vrouwen onderbroeck 
een holten doosie met een silveren schroeffke 
hondert en vijfftich solttsacken 
een ruyters pistool 
een kistie met laeden 
sestien tinnen schotels 
drie tinnen tafelborden 
twee cleine tinnen copkes 
een tinnen panne met een stuckene stal [steel] 
een tinnen lampet 
twee tinnen sasierckes 
vier belblaeckers 
een messchen stooffpot 
een messchen prent becken 
een messchen lepel 
twee spooren 
een ijseren huegel 
een pot zedel 
[0106v] een ijseren tange 
vier messchen schaelen met een messchen keteltie 
enige romlingen 
een grote stenen braedpanne 
 
In de achter beneden camer bevonden 
elliff schilderien 
nog vijff schilderien 
drie albasterde bordies 
twaliff stoelen in gre [grootte] 
een eecken trecktafel 
een eecken pars 
twee eecken setbancken 
een eecken schabeltie 
een kerck stoel 
een eecken glaes cast 
drie grote pastelijnen pannen 
twee kleyne pastelijnen pannen 
[0107r] dartien pasteleinen coppen 
een pasteleinen flesch 
noch vier pasteleinen sasierties 
een uyrwerck 
een clein pasteleinen copke 
een ijseren tange 
een aschop 
twee messchen branders 
een messchen stelp 
een ijseren cachel 
een wadlegger met geschut 
een corfke met een holten backie 
seven stoelcussens 
een mangelbord, mangelstock en gladsteen 
vijff olde mantels, soo swarte al coleurde 
een steeckhaed 
een stuck swart baey 
een swart rassen schort 
[0107v] een tersenilien manteltie 
noch een lap baei 
een paer tarsenilien mouwen 
een damasten borstlijff 
noch een lap baey 
noch een old manteltie 
een toertsen capsluyer 
een swart laeckens hoyck [huik] 
noch twee swart laecken hoyck [huik] 
een swart laeckens manteltie met cnopen 
een swart laeckens roumantel 
noch een stuck baey 
ses ellen swart laecken min een vierendeel 
noch twee ellen ende een halff 
swart laecken 
een vleysch vat 
een olde innocente rock [knielange wollen jas] 
noch een lapke baey 
een groen gardijntie met een streep 
een ruyge moff met een een swarte cant 
 
[0108r] een wit wollen slaepmuts 
een wytling 
noch twee wytlings 
noch een wytling met een paer hosen 
een paer druckte slaepmutsen 
drie mans hemden 
noch een mans hemd 
een vrouwen hemd 
drie peuldoecken 
tien slopen 
seven handdoecken 
drie nachthalsdoecken 
noch een nachhalsdoeck 
[doorgehaald: drie sevetten ] 
twee mans beffen 
noch een olde handdoeck 
drie servetten 
noch twee sloopen 
noch een servet 
noch een bedlaecken 
noch een pueldoeck 
[0108v] een holten dooske met cneppels 
tien mans beffen 
een halff bed met een peul 
acht bedcussens 
twe buyck cussenties 
twee witte Spaense deeckens 
een groen gevoerde deecken 
twee roode gardijnen 
een rood rabat 
 
In een wit dooske bevonden 
een gouden haernaeld waer op staet Jacoba Templar 
een brandstenen ketting 
een ketting gouden gummi 
eenige ellens swart geweven cant 
een lampheren capsluyer [kapsluier van fijn gaasdoek] 
een spygeltie met silveren beslach 
noch daer inne bevonden eeenige huyfkes, nachthalsdoecken als ondersten, en santeen 
een spelt cussentie 
 
[0109r] In een holten groene doos bevonden 
een stuckien nieu doppies 
een lapke nieu camerdoeck 
drie witte schorteldoecken 
veertien huyfkes 
vier hoofdoecken 
elliff beffen 
ses vrouwen ondersten 
een nachthalsdoeck 
vier flippen 
noch een nachthalsdoeck 
vier vrouwen hemden 
twee fine ronde neusdoecken 
vier buys neusdoecken 
 
In een eecken bezegelde kiste bevonden 
daerin in een eecken doos bevonden 
een roodsgerlaecken [roodscharlaken] borstlap 
een hanger met twee gouden haecke nuysen [haken en ogen] 
vier hangers 
[0109v] vier hangers 
acht huyven 
vier naeide mutsen 
een paer streepte halffmouwen 
noch een huyff 
 
In een lange groene doose 
anderhalff ellen nieu doeck 
een stuck breed lint 
een neusdoeck met cant 
noch een neusdoeck sonder cant 
noch twee ellen nieu doeck 
drie saniteen [santeen] 
twee huyven met en bandeke 
eenige ellens binnenwerck 
eenige stuckies wit ende bont lint 
 
In een viercante doos bevonden 
een bondeltie met eenig speelwerck 
twee driedubbelde flippen 
[0110r] een hoofd doeck 
twee ondersten 
noch twee hooftdoecken 
een ellen camerdoeck 
een craegh 
twee golden spelden met eskes en paerlen 
twee huyffdoeckies 
een bosch gaern met een ellen brat 
een silveren beecker 
een sijden toertsen borstlijff met mouwen 
twee bratten schorteldoecken 
een gemaeckte en ongemaeckte carmesijnen schorteldoecken 
vijff vierendeel bratt 
een beeltzayen manteltie 
een lap coleurd carmesijn 
een lap brat 
een blauwe laeckens rock 
een carmesijn gladde rock 
een tafellaecken, en een servet 
een witte gansoogen vrouwen onderbroeck 
vier pueldoecken 
[0110v] twee bedlaeckens 
twee witte schorteldoecken 
acht vrouwen hemden 
een bed hemd 
twee ellen wit streepkes 
een bordtie met cant 
een pomet [gedraaide knoop die aan de kraag werd gedragen] 
 
In een rond doosie bevonden 
een silveren poppe gatie panne 
een silveren poppe tafelbord met een schaeltie 
een silveren kettinckie met een penning 
een silveren coot kettingie 
een stuckie silver 
een silveren acker met een capittel stock 
een silveren hecht 
een dubbelde silveren ducaton 
seven goltguldens 
drie silveren ducatons 
[0111r] een valueerde rijxedaelder 
een kleyne prince daelder met een stuyver 
een groot stuck goud waer een Leuwe opstaet cum symb. Soli Deo Gloria 
een rechte Jacobus 
een pistolet 
een halve rijder 
een gouden Albertijn met twee hooffden 
een stuck onbekend goud 
een goude Carolus a seven gulden 
een ducaet 
 
In een cleyne sackien: ses en een halff caroliguldens 
 
In een groot sack bevonden in verscheyden specien een en twintich caroliguldens vijff stuyvers 
 
In een fluweelen tasch: negen olde stuckies silver geld 
 
[0111v] In een leeren sackie bevonden 
seven gouden Fransche cronen 
een pistolet 
acht silveren veertien stuyvers 
een silveren ducaton 
vier rijxedaalders 
een stuck van achten 
een silveren goldgulden 
drie tot vijfftien stuyvers 
twee tot 24 stuyvers 
noch vijftien onbekende stuckies silvergeld 
twee witt bienen meskes 
 
Noch in een old sackie bevonden: acht guldens negen stuyvers twee penningen 
 
Noch in een wit sackie bevonden in verscheyden specien: achtien caroliguldens dartien stuyvers twaliff penningen 
 
[0112r] Noch in een leren tasie bevonden 
negen caroliguldens twee stuyvers 
twee stuckies goud tot drie caroliguldens 
een Franse croone 
 
Noch in een witte sack bevonden 
vier en twintich caroliguldens seventien stuyvers acht penningen 
een ketting rood bloedt coralen 
een paar hoosen 
een fluwelen sonne net 
een tinen sasierke 
een rood sandt lepeltie 
een cleer besem 
een haer borstel 
een groene sijden vanties 
een paer wit gaernen vanties 
 
In een eecken cas bevonden staende aen de Oostersche muir, als 
In de beyde bovenste laden 
[0112v] een groote pasteleinen clapmuts 
een van de selfde soorte, doch gebroocken 
anderhalff ellen bed teeck 
vier ellen rood satijnen stipkes 
sestich dopies servetten 
noch drie servetten 
twee tafellaeckens van damast 
een damasten handdoeck 
drie nachthalsdoecken 
drie beffen 
[doorgehaald: tien neusdoecken] 
twee vrouwenhemden 
vier witte schorteldoecken 
tien neusdoecken 
 
In de middelste laed 
een coleurd groffgreinen mantel 
een ellen swart laecken 
[0113r] een carmesijnen schorteldoeck 
een tarsenilien reysmanteltie 
een old borstlijff 
een blomfluwelen manteltie 
een sijden toertsen borstlijff 
een paer sijden toertsen mouuen 
een sijden toertsen manteltie 
een swart laeckens mans rockie 
drie vierendeel rood sgerlaecken 
een paer coleurd sijden cousijn 
vier ellen brat 
noch een lapke brat 
een stuckie blomkes tot een opslach van een mantel 
twee ellen brat 
een voerde grofgreynen rock 
een paer bloemfluwelen mouwen 
een satijnen borstlijff 
vier ellen bratt 
noch een lapke brat 
[0113v] vijff vierendeel coleurd groffgreyn 
anderhalff ellen coleurd laecken 
een bratten schorteldoeck 
drie vierendeel zijden brat 
een carmesijnen rock gevoerd 
een paer sijetten [sajetten] hosen 
 
In de onderste laed bevonden 
twee genaeide stoelcussen 
een genaeide tafelspreed met groen zijden franien 
een coleurd pack clederen 
een groffgreynen bouwen 
een tapeten stoelcussen 
een swart satijnen kleed 
een swart laecken broeck 
een borstlijff 
een swart laeckens craeg 
eenige cussen franijen 
[0114r] twee ellen swart baey 
een ellen rood laecken 
noch een ellen rood laecken 
noch ruym een ellen rood laecken 
twee ellen, ende een halff coleurd laecken 
 
In een kleyn eecken bezegelde caske bevonden 
een silver vergulden cardens 
een silveren wijncan 
een silveren halff mingelen 
een silveren tafelbord 
een silveren butterschael 
twee silveren wijnschaelen 
een silveren muelen staende op een een silveren rommer [romer, roemer] 
een silveren mostard pot 
een silveren beecker 
twee silveren soutvatten 
een silveren brandewijns croeske 
een romerschroeff 
[0114v] een pasteleinen cop met een silveren voet en twee silveren ooren 
een groot met een klein met haer respective kettings silveren fluyten 
een silveren spansel tot een craeg op te leggen 
seventien silveren lepels 
noch een stuckene silveren lepel 
een silveren voetie van een copke 
een silveren cannelid 
een silveren hardtie 
een silveren mostardd lepeltie 
een bril met silver 
een vrong van een treeck met silverbeslagh 
 
In een eecken bezegelde kevie bevonden 
drie wytlingen 
vijff laeckens 
een tafellaecken 
[0115r] een stuck nij doppies van 2 1/2 ellen 
een streepkes borstrock 
vijff pueldoecken 
twee handoecken 
drie sloopen een kindere doeck een schorteldoeck 
een ongemaeckt vrouuen hemd 
vijff blauue schorteldoecken 
een halffpond geern 
twee kettingties bloedcralen 
een halff ellen doeck 
noch een stuckien doeck 
een fluwelen buydel met een silveren haeck 
 
In het onderste van de kevie bevonden 
een fluwelen manteltie 
een swart effen bratten rock met rood voeder welcke R. Sanstra sustineert sijn wijlen 
vrouwe toe te behoren 
een glad carmesijnen rock met een rood voeder 
[0115v] een paer fluwelen mouwen 
een fluwelen manteltie sonder mouwen 
een beeldzaeien stoff manteltie 
een groen laecken 
drie vierendeel ende een halff sijden toerts 
drie ellen beeldzaei 
een sijden capsluyer 
een fluwelen sonne net 
een roodsgerlaeckens rock 
een swart fluwelen cap 
vijff vierendeel grofgrein 
een blauwe doeck 
 
In een viercante doos bevonden 
vijff vierendeel wit doeck 
twee ellen ende een halff ellen fijn doeck 
een en twintich bordties met spelwerck 
 
[0116r] In een groot eken cas staende in de achtercamer bezegelt met een segel 
acht en veertich servetten 
negentien slaep laeckens 
vier puellaeckens 
vijfftien sloopen 
vijff schorteldoecken 
een nachthalsdoeck 
negen mans hemden 
vijff vaerndel nieu doeck 
een en twintich vrouuene hemden 
een bourduerde buydel 
drie bourduirde cussens 
een silveren hoedts bandt 
een bratten flyger 
een ongemaeckte bratten rock 
een groff greinen kindere mantel 
een tapeeten schorsteen cleed 
een naeyde kussen sonder binnerst 
[0116v] een sijden toertsen boorstlijff 
een swartlaecken boorstlijff 
een rood armesijnen wygespreed 
een paer brattene mouuen 
een fluweelen beff van een mantel 
een bratten rock 
een swart laeckens mantel 
een paer groene sijdene gardijnen 
een tapeeten schoorsteen cleedt 
bourcaetten [bratten?] boorstlijff 
een bratten boorstlijff 
een satijnen wambays [wambuis] 
een bratten pack mans cleren met een riem met silver beslach 
een genaeydt schoorsteenscleed 
een lap grau laecken 
een bratten rock 
een armosijnen schorteldoeck 
een coluerde laeckens mantel met knoopen 
[0117r] een boortie met sijden lint 
een paer oude sijden hoosen 
een bed spreed 
seven ellen gansoog 
darde halff ellen glad goet 
seven ellen bombasijn 
twee ellen bratt 
drie verndel bont saersie [serge] 
vier ellen rood bloem fluweel 
een ongemaeckt beeltsaeyen schort van acht cleden 
een stuck cluerd groffgreynen groot drie ende twintich ellen 
een genaeyd schoorsteen cleed 
een oudt boorstlijff 
een bratten lijffke 
een cluerde groffgreyn innocent 
een mans jack met knoopen 
rood voer van een rock 
een groffgreynen flyger 
een wambays sonder mouuen 
[0117v] een bratten rock met swart bay gevoerd 
een glad carmosijnen rock met rood gevoerdt 
een ongevoerde carmosijnen laeckens rock 
twee indersten 
achtien tinnen patielen soo cleyn als groot 
dartien witte schaelen 
 
In de achter cuecken 
drie cooperen kandelers met schuymspaen 
een ijseren candelaer met een messchen blaecker 
een messchen snuyter 
een rooster 
een cooperen wasketel met een lid 
twee cooperen ketels 
een messchen eyerpantie 
een coperen pot 
drie cannen met tinnen lidden 
[0118r] twee silveren lepels die bij Reyner in bruyckma sijn, seggende daerop datse vooren waeren geannoteert boven dien dat se ses bruyckten die oock opgeschreven waeren 
een ijseren potzeel 
een tinnen waterpot 
een ijseren forckien 
een ijseren hackmes 
twaliff stijnen [stenen] tafelborden 
eenige daegs schuttelgoet 
een etel kas 
een eeken keerslaet 
een stoel 
een tinnen olypot 
een houten taffel 
een lanteern 
twe visemmerckes 
drie wateremmers 
een ijseren pot 
 
[0118v] Op de achter kueckens opcamer 
een swart laeckens bouuen 
een groffgreynen flyger [vlieger] 
vier schilderde boorties 
vier stoelkussens 
drie tinnen patielen met een waterpot 
een letterhouten bartisaen [soort hellebaard] 
 
Voorts sijn in t sterffhuys bevonden naegenoemde boecken 
een memorial met no 1 
een olt rekenboek sonder omslach met no 2 
een oud rekenboeck sonder omslach met no 3 
een rekenboeck van Cornelis Ariens met no 4 
een rekenboeck met no 5 
[0119r] een memoriaal sonder omslach met no 6 
een rekenboeck van Cornelis Adriaens met no 7 
een rekenboeck met no 8 
een rekenboeck met no 9 
een rekenboeck met no 10 
een rekenboeck met no 11 
Memoriael van 't Italiaens boeckhouden met no 12 
het Groot Schuldboeck aengeleyt den 12en january 1649 met no 13 
noch een kleyn schultboeck rolswijse met no 14 
twee kleyne schrijffboecken in quarto met no 15 
nog een memoriiael in quarto met no 16 
een rekenboeck met no 17 
een bondel met verscheydene pampieren 
 
[0119v] In de binnen off achtercamer een clein cassie [kastje] met tralien geopent ende daerin gevonden 
1 1/2 ellen rood weerschijn 
een rood rijfflijff 
een swart laeckens bouwen 
noch een dito bouwen Aechien Templaer toebehoorende ende bij Siouma na sich genomen 
een colleurd schort 
een coleurde rock met een blau voer 
een swart laeckens rock 
een grau schort 
een roode rock met groen voer 
een groffgreinen bouuen 
ontrent 2 1/2 ellen groffgrein 
seventien witte schorteldoecken 
ses vrouuen hembd 
een mans hembd 
een nachthalsdoeck, nog een 
een hooftdoeck ende een sante, noch een 
twe handoecken 
een sloop 
een nieu hembd sonder geerden 
twe nieuue neusdoecken 
een ongemaeckt hembd 
een lap doeck van twe ellen 
1 1/2 doeck 
[0120r] een paer witte streepies mouuen 
een catoenen dassie 
een bosschien vranien [franje] 
noch een hooftdoeck 
een ellen nieu doeck 
doeck tot een hembd 
doeck tot een nachthalsdoeck 
3/4 ellen doeck 
eenige lapkes fijn doeck in een doossie 
seven fijne huyven, van Marijke 
een floersen capsluyer met cant 
twee speldcussenties met een hartie 
een doossie eenich linnen goed 
een psalmboeck met een oorijser 
twee paerelties van een oorijser 
een golden speld 
een silveren cnoop 
een silveren voor kettingtie van een riem met een capittel stock 
een clein silveren kaysel 
noch een silveren kaysel 
[0120v] een stuckie silver van een riem 
twee silveren lepels 
een koker met silveren beslach 
drie silveren haecken 
drie silveren kettings 
een silveren haernaeld 
vergulden doppen 
een silveren onderriem 
noch een silveren onderriem 
een versierde tack 
een partij groene ongetweernde sijde 
een Memori boeck met silver beslach 
een silveren onderriem met twee kettings 
een fluuelen tasch met silveren ketting, knoop ende kaeyke [sleuteltje] 
twee silveren oorijsers 
een boeck met een kettingh ende silver beslach 
een cleyn kistie daerin aen geld was drie ende twintich caroliguldens f 23-00-00 
 
[0121r] In een doossie versierd sijnde: drie cleyne stuckies gold ende twaliff guldens aen verscheyden specie 
 
Een doossie met een drayom, daerin bevonden: een stuckie gold ende tien gulden aen silvergeld 
 
Een rood fluuelen confertie daerin was 
tien caroligulden acht stuivers 
vier spelden 
een silveren onderriem 
een silveren kaysel 
 
Een silveren doossie daerin bevonden 
een silveren penninck 
een Jacobus met een rinckie 
een golden Elisabeth 
een Franse croon 
een stuckie gold van ontrent drie gulden 
aen silver geld elliff caroligulden tien stuyvers 
 
In een catsvel [vel van een kat] vijff ende twintich caroliguldens 
 
[0121v] Gedruckte boecken 
in folio 
Ambrosij Calapini Dictionarium duodecimo 
Linguarum 
een Martelars boeck 
een olde bijbel 
Sebastiaen Franck heel old 
 
In quarto 
een Fransche bijbel 
Fontein des levens authore Daniel van Sa? 
Cats Spygel van de olde en nieuwe tijd 
Coenrardi Vorstij Volcomender antwoord 
De ontledinge van de geestlijcke mensch door Frederick de Vrij 
Praxis prudentia politica pars secunda authore Philippo Honorio 
Dictionarium Gallicum 
Religions vrijgheyt door Pytter Jans 
Een old Hoogduyts apostille 
[0122r] Johannis Bocatij Historien 
Emdens vreuchden dach door Petrum Elsenium 
Reysboeck der Heylige Schrifture door H. Bunting 
Prudentia politica Philippi Honorij pars prima 
Privilegien van Amsterdam 
een old Italiaens boeck 
een old Hoogduyts medecijnboeck 
 
In octavo 
De Sacris Libri xvij door Jacobum Weckrum 
Maturini Corderij de corrupti 
Sermonis emendatione 
De ongeluckige maegden pars nona 
Het lusthoff der maegden beyde door Houvart 
Hadriani Junij Momenclator 
Epistola Ciceronis Gallice 
Dictionarium Belgicum 
Statua Frisia