Harlingen, weesboeken

N.B. Deze index bevat alleen boedelinventarissen en is dus geen volledige index van de weesboeken.

Door kindersterfte en ziekten lag de gemiddelde levensverwachting in de 17e eeuw tussen de 30 en 40 jaar. Had je je kindertijd overleefd, dan was er nog kraamvrouwenkoorts, rode loop (dysenterie), tyfus, mazelen en zo nu en dan de pest. Omdat mensen in de stad dichter op elkaar leefden was hun levensverwachting nog lager dan die van plattelandsbewoners. De kans dat je als minderjarige (nog geen 25 jaar) een of beide ouders kwijtraakte was daarom aanzienlijk. Je werd dan aangeduid als (half)wees en je werd onder voogdij van curatoren gesteld. Onroerend en roerend goed werden te boek gesteld in een vooreerst onverdeelde boedelinventaris. Dit gebeurde ook als de vader of moeder wilde hertrouwen, omdat dan moest worden vastgelegd wat het ieders erfdeel op dat moment was. Alles wat de ouders in hun huwelijk hadden ingebracht en tijdens hun huwelijk ('stante matrimonio') hadden aangekocht of vergaard, werd geïnventariseerd t.b.v. de 'voorkinderen'. Mochten uit een nieuw huwelijk meer kinderen komen dan kon op deze inventaris worden teruggegrepen.

Niet bij iedere inventaris is onroerend goed betrokken want veel mensen huurden een woning of kamer. Als blijkt dat er sprake is van bezit van onroerend goed, is niet altijd duidelijk welk perceel het betreft. Er waren geen vastgestelde straatnamen en er was geen huisnummering, dus de enige aanwijzing kan zijn 'het huijs in de kerckstraet'. Vaak is het gelukt om het (waarschijnlijke) perceel te bepalen met gegevens uit de Proclamatieboeken, waarin koop of ruil van onroerend goed is opgetekend. Soms is er sprake van meerdere percelen, waarvoor bijvoorbeeld huur ontvangen wordt, moet worden of had moeten worden. Omdat huurregisters ontbreken is dat niet verder uit te zoeken.

Curatoren waren soms nabije familieleden zoals ooms, soms waarschijnlijk bekenden zoals huisvrienden van de overleden ouder(s), maar ook wel anderen. Sommige curatoren bestieren tegelijkertijd weesrekeningen van meerdere gezinnen. Waren er geen minderjarige kinderen in de boedel betrokken dan werd die inventaris bij het lokale Nedergerecht ingeschreven in het Inventarisboek. Waren er een of meer minderjarige kinderen in de boedel betrokken dan kwam de inventaris in het Weesboek en moesten de aangestgelde curatoren de weesrekening bijhouden. Overleed een curator, of kwam er een einde aan het curatorschap doordat alle wezen meerderjarig waren, dan moest voor die rekening verantwoording afgelegd worden aan door het gezag aangestelde commissarissen en de stadssecretaris. Er werd dan tussen de betrokkenen afgerekend en de curatoren werden voor hun diensten bedankt en vooral voorgoed van hun aansprakelijkheid ontslagen. De curator heeft dan de rol van 'rendant' (rekeningvoerder), de onder curatele gestelden zijn 'rendeerde'. Iemand wiens inventaris wordt opgemaakt is 'inventarisant'. Verzoekers van een inventarisatie zijn 'requirant' (soms 'ter eenre zijde'), verzochten zijn dan 'requireerde' (soms: 'ter andere zijde').

Met meerderjarigheid kwam, althans voor mannen en ongehuwde vrouwen, ook juridische handelingsbevoegdheid, en dus was er geen noodzaak meer voor curatorschap. Vrouwen werden door te huwen weliswaar meerderjarig, maar kwamen daardoor ook onder de macht van hun man. D.w.z. ze waren niet, of niet meer, handelingsbevoegd en hadden indien nodig hun man als voogd. Verder was er voor meisjes vanaf 18 jaar en jongens vanaf 20 jaar de mogelijkheid om Venia Aetatis, letterlijk vergiffenis voor de leeftijd ofwel meerderjarigheidsverklaring, te verkrijgen van het Hof van Friesland. Aangetekend is dan 'veniam aetatis', d.i. de verklaring is verkregen. Deze, toch beperkte, status van volwassenheid werd meestal aangevraagd voor grotere zelfstandigheid i.v.m. werk of het hebben van een bedrijf.

Gegevens uit bronnen worden zorgvuldig overgenomen, maar lees- en typfouten zijn onvermijdelijk. Gegevens die niet in de bron staan maar door mij zijn aangevuld op basis van andere bronnen of andere gegevens uit dezelfde bron, zijn voorzien van een *. Gegevens die door mij aangepast of geïnterpreteerd zijn, zijn zoveel mogelijk voorzien van een verduidelijkende toelichting tussen [ ]. Bij het overnemen van eigennamen is de originele spelling gehandhaafd. Soms is echter te voorzien dat een kennelijke schrijf- of spelfout in de bron een probleem zal geven bij het zoeken naar een eigennaam of bij het maken van een alfabetische index. In zo'n geval is de juiste of meest voorkomende spelling van een eigennaam aangehouden, met toevoeging van een toelichting tussen [ ]. Bij het overnemen van plaatsnamen, straatnamen en beroepen die in alfabetische indexen terecht komen is voor zover mogelijk de moderne spelling aangehouden, om het zoeken te vereenvoudigen. Mogelijk staat in een bron bijvoorbeeld Doccum, terwijl op deze website Dokkum staat. Zo wordt een glaesemaecker een glasmaker. Die spelling is voor het doel van deze website (het ontsluiten van bronnen, niet het transcriberen van bronnen) niet belangrijk.



Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 2025-08-05 13:14:20



Vindplaats: Tresoar, Nedergerecht Harlingen (13-16) inventarisnummer 176 folio 39v

Pand: Zuiderhaven 19zuid

Inleiding: [0039v] Reeckeninge, bewijs ende reliqua van de administratie Soo ontvangh als uijtgave, gehadt ende gedaen bij Joannes Quicklenburgh mede regerende Burgemeester binnen Harlingen, als geauthoriseerde Curator over Jan Willems van der Meij, naegelaten Soon van wijlen Willem Jansen van der Meij, in leven mr. steen ende beeldhouwer alhier, ende over des selfs goederen, en dat zedert sijne jonghst gedane rekeninge, ten overstaen van Heeren Commissarien van desen Gerechte, de dato den 7 Junij 1679 ende door continuatie bevestight, den 7 Julij ejusdem anni daer aen volgende ten weesboeck alhier staende, alles gestelt bij Caroli guldens van xx stuijvers ijder, so volght. [marge] Overgeleght ende gepasseert bij de Burgemeester Joannes Quicklenburgh, als geauthoriseerde Curator over Jan Willems van der Meij in nevenstaende praemio breder vermelt, Rendant, sampt ontvangen, opgenomen ende gesloten bij Jan Dircksen Cuijck, mede vroedtschap binnen Harlingen als geauthoriseerde Curator ende naeste bloedverwant van de selven Jan Willems van der Meij, tot het opnemen ende sluijtten deser rekeninge toe, sonder wijders rendeerde, ten overstaen van den Heere praesiderende Burgemeester Dirck Sjoerds Birma [Bierma] als Commissaris geadsocieert met Theodorus Stansius, Secretaris, so volght. Actum den 30 October 1689.

Inventaris: 
[0040r] Ontvangh 
[marge] welgebracht ende aengenomen [einde marge] 
Eerstelijck brenght den Rendant alhier in rekeninge voor ontvangh, de Summa van sestien Caroli guldens negenthien stuijvers, bij hem ontvangen van de Erffgenamen van Antie Werps voor een Jaer kamerhuir Maij 1679 verschenen tot 13 goudguldens onder cortinge van 25 stuijvers voor het halve schorsteengeldt, bij haer uijtgeschoten, dus hier f 16-19-00 
[marge] Anno 1679, den 11 Augustus [einde marge] 
Ontvangen van Antie Werps dochter tien goudguldens daer in gecort 25 stuijvers voor het halve schorsteengeldt bij haer uijtgeschoten, voor een Jaer kamer huijr Maij 1679 verschenen, dus hier twaleff Caroli guldens vijftien stuijvers f 12-15-00 
Den 5 September ontvangen van de Clercq van de Ontvanger Thijssen, een hondert een en dartigh Caroli guldens vier stuijvers voor een Jaer interesse van twee obligaties, verschenen den 23 Maij ende 13 Julij 1678 f 131-04-00 
---------- 
1 Lats f 160-18-00 
 
[0040v][marge] welgebracht ende aengenomen [einde marge] 
Anno 1680 den 6 Aprilis brenght den Rendant alhier voor ontvangh, soodanige acht ent negentigh Caroli guldens, drie stuijvers twee penningen als hem wegens Jan Willems van der Meij gevalideert sijn, bij de scheidinge wegens Joannes Terquinij, in verminderinge van sijn huijshuijr op primo Maij 1680 doenmaels te verschijnen, dus f 98-03-02 
Den 2 Julij het resterende van dito huijr, Maij 1680 verschenen, sijnde dertien Carioli guldens sestien stuijvers, veertien penningen, hem Rendant van Joannes Terquinij bij liquidatie van sijn vercochte huijsinge voldaen f 13-16-14 
Den 23 dito ontvangen van Bilanus als Ontvanger der genegotieerde penningen, een hondert en een Caroli guldens vier stuijvers acht penningen, wegens een Jaer interesse, den 13 Julij 1679 verschenen, van seker obligatie de dato den 13 Julij 1672 monterende aen capitael f 2024-18-04 staende ten laste van dese provintie en bij scheidinge Jan Willems van der Meij ten dele gevallen, dus f 101-04-08 
---------- 
2 Lats f 213-04-08 
 
[0041r] [marge] welgebracht ende aengenomen [einde marge] 
Anno 1681, den 15 Martij ontvangen door handen van de Heere Theodorus Stansius over de geconsigneerde boelpenningen van Lijsbet Boshack, negentien Caroli guldens twalef stuijvers en dat in verminderinge van twee Jaren Huijr van de kamer van Jan Alberts, verschenen Meij 1680, comt also hier voor de helft, wegens Jan Willems van der Meij f 9-16-00 
Den 2 Maij ontvangen van Ruijrd Tjeerdts, Wijdschipper, vijftien goudguldens daer in gecort het uijtschoten halve schorsteengeldt, sijnde 2 guldens en 4 stuijvers aen spijckers, suijver also achtien Caroli guldens sestien stuijvers, ter sake een Jaer huijr uijt de achterkamer bij Joannes Tarquinij aen de selven verhuijrt, Maij 1681 verschenen f 18-16-00 
Den 3 dito ontvangen van Wijtse Sjoerdts vijftien guldens vijftien stuijvers, wegens solderhuijr, primo Maij 1681 verschenen, volgens huijrcontract, onderlinge gemaeckt, dus f 15-15-00 
---------- 
3 Lats f 44-07-00 
 
[0041v] [marge] Welgebracht ende aengenomen [einde marge] 
Anno 1681, den 3 Meij ontvangen van Taeke Sijdses, mr. grofsmid. Een gulden seventhien stuijvers voor eenige oude beitels ende boren, sampt ander ijserwerck f 1-17-00 
Den 8 dito ontvangen van Jetske Eijberts ses guldens ses stuijvers voor de helfte van de huijshuijr, verschenen Maij 1681 f 6-06-00 
Den 18 dito ontvangen van dr. Ericus Haarsma, drie guldens negenthien stuijvers, op rekeninge van boeckschuldt, als seggende het resterende hem niet te comen tot laste, wordende dese post alhier voor het geheel gebracht, als sijnde Joannes Tarquinij nomine uxoris, het selve aen de vorige huijr te cort gecomen, dus hier f 3-19-00 
Dito ontvangen van Claes Tijttes schips timmerman vier guldens in verminderinge van een Jaer huijr, verschenen primo Maij 1681 uijt de kamer aen het bolwerck f 4-00-00 
---------- 
4 Lats f 16-02-00 
 
[0042r] [marge] welgebracht ende aengenomen [einde marge] 
Anno 1681, den 10 Junij ontvangen van dr. Beilanus, twee hondert en twee Caroli guldens acht stuijvers, bij hem als Ontvanger der genegotieerde penningen betaelt ter sake twee Jaren interesse verschenen den 13 Julij 1680 ende 1681 ten laste van dese provintie, sijnde het capitael rede voren gemelt f 202-08-00 
Den 8 Julij ontvangen van Minne Hendricks, zeevarende gesel, veerthien Caroli guldens, voor een jaer huijr van een opkamer in de huisinge op de Suiderhaven, verschenen Maij 1681 f 14-00-00 
Noch van den selven ontvangen elff guldens vier stuijvers voor een Jaer huijr van dito kamer, Maij 1682 te verschenen, also bij de selve hadde opgegeven f 11-04-00 
Den 10 Augustus ontvangen van de weduwe van wijlen de Burgemeester Nauta acht en twintigh Caroli guldens een stuijver 8 penningen, wegens boeckschuldt, comt hier voor Jan Willems helft f 14-00-12 
---------- 
5 Lats f 241-12-12 
 
[0042v] [marge] welgebracht ende aengenomen [einde marge] 
Anno 1681, den 11 Augustus ontvangen van Harmen Grettinga bouwmeester alhier, vijftien guldens voor Jan Willems helft in verminderinge van boeckschuldt, onder deductie van acht stuijvers voor het arrest, dus hier f 14-12-00 
Anno 1682, den 3 Maij ontvangen van Ruijrd Tjeerds seventien gold guldens ter sake een Jaer huijr verschenen Maij 1682, onder cortinge van twee Caroli guldens voor schorsteengeldt, blijft dan also suijver voor dese post aen Caroli guldens f 21-16-00 
Den 16 dito ontvangen van Sijke Anskes dartigh en een halve gold guldens ter sake een Jaer huishuijr Maij 1682 verschenen, onder cortinge van twee guldens schorsteengeldt, blijft dan suijver aen Caroli guldens f 40-14-00 
Den 7 Julij ontvangen van Doctor Beilanus, Ontvanger der genegotieerde penningen ses en tachtentigh Caroli guldens vijftien stuijvers ter sake een Jaer interesse van het voorgaende capitaal, den 13 Julij 1682 verschenen, sijnde dese interessen van November 1681 af, tegens vier per cento gerekent, onder cortinge van twee stuijvers voor de quitantie, als rede afgecort f 86-15-00 
---------- 
6 Lats f 163-17-00 
 
[0043r] [marge] welgebracht ende aengenomen [einde marge] 
Anno 1682, den 18 December ontvangen van Reijner Gijsberts Fonteijn, twintigh guldens ses stuijvers ter sake een Jaer Solderhuijr primo Junij 1682 verschenen, dus f 20-06-00 
Anno 1683, den 12 Aprilis ontvangen van Doctor Beilanus, ontvanger der genegotieerde penningen een en tachtentigh Caroli guldens ter sake een Jaer interesse van het vorige capitaal, verschenen den 13 Julij 1683, ad f 81-00-00 
Den 26 Maij ontvangen van Freeck Jansen Boontie, sestien gold guldens voor een Jaer kamer huijr Maij 1683 verschenen, onder deductie van 2 guldens voor het halve schorsteen geldt, dus suijver in Caroli guldens f 20-08-00 
Dito ontvangen van Sijke Anskes dartigh en een half goldguldens ter sake een Jaer huishuir, Maij 1683 verschenen onder cortinge van 2 guldens voor schorsteengeldt en vijff stuijvers andere expensen dus hier suijver in Caroli guldens f 40-09-00 
---------- 
7 Lats f 162-03-00 
 
[0043v] [marge] Welgebracht ende aengenomen [einde marge] 
Anno 1683, den 28 Maij ontvangen van Lambert bootsman, thien gold guldens ter sake een Jaer kamerhuijr in de omgenoemde huijsinge, Maij 1683 verschenen onder deductie van een gulden voor schorsteengeldt en een gulden van verf, dus hier f 12-00-00 
Den 28 Julij ontvangen van Jan Clasen, grafmaker aen Annaparochie, drie guldens vijftien stuijvers ter sake een vierde part van de vercochte graven aldaer f 3-15-00 
Den 18 October ontvangen van Dirck Graaff achtien guldens ses stuijvers, in verminderinge van twee Jaren kamer huijr, Maij 1683 verschenen, de selve also suijver ontvangen, vermits vier guldens wegens reparatie segge schorsteengeld geexpendeert sijn ende Een gulden twaleff stuijvers voor reparatien, dus hier f 18-06-00 
---------- 
8 Lats f 34-01-00 
7 Lats f 162-03-00 
6 Lats f 163-17-00 
5 Lats f 241-12-12 
4 Lats f 16-02-00 
3 Lats f 44-07-00 
2 Lats f 213-04-08 
1 Lats f 160-18-00 
---------- 
Summa f 1036-05-04 
 
Bedragende also dese boven ende vorenstaende ontvangh te samen geaddeert sijnde, de summa van een duisent ses en dartigh Caroli guldens, vijff stuijvers vier penningen. Segge f 1036-05-04 
 
[0044r] Uijtgave gestelt tegens vorenstaende ontvangh 
[marge] gebleken bij de vorige rekeninge [einde marge] 
Den Rendant brenght alhier eerstelijck in rekeninge voor uijtgave, sodanige Een hondert ses ent sestigh Caroli guldens dartien stuijvers vijftien penningen als hij bij sijn Jonghst gedane rekeninge, in praemio deses breder vermelt, wegens Jan Willems van der Meij, meerder hadde uijtgegeven dan ontvangen, dus hier f 166-13-15 
[marge] gebleken bij quitantie [einde marge] 
Anno 1679, den 7 Julij betaeldt aen Wijbe Reijners, mr. metselaer twalef guldens thien stuijvers acht penningen ter sake verdiende arbeids lonen aen de huijsinge in de Grote Kerckstraat, volgens specificatie ende quitantie onder Numero 1 f 12-10-08 
---------- 
1 Lats f 179-04-07 
 
[0044v] [marge] gebleken bij quitantie [einde marge] 
Anno 1679, Den 20 Julij betaeldt aen Pijtter Seerps, mr. timmerman, drije guldens seven stuijvers ter sake verdiende arbeids lonen aen de huisinge op de Suijderhaven ende in de Kerckstraet, volgens specificatie ende quitantie met Numero 2 f 3-07-00 
Dito betaeldt aen Dirck Cornelis, mr. glaesmaker, een gulden thien stuijvers acht penningen voor gemaeckte glaesen, in het huis in de Grote Kerckstraat, volgens specificatie ende quitantie met Numero 3 f 1-10-08 
Dito betaeldt aen Sjoerdt Sijmens, sementmaker, een gulden vijff stuijvers twaleff penningen, ter sake geleverdt sement, sand en kalck aen de voornoemde huijsinge, volgens Specificatie en quitantie met Numero 4 f 1-05-12 
---------- 
2 Lats f 6-03-04 
 
[0045r] [marge] gebleken bij quitantie [einde marge] 
Anno 1679 den 5 Augustus betaeldt aen Claes Gerbens twee guldens sestien stuijvers ter sake geleend geld ende gedane verteringe, volgens Specificatie ende quitantie met Numero 5 f 2-16-00 
Den 11 dito betaelt aen de Rentemeester Hillebrants elff guldens twee stuijvers ter sake grond pachten van de gemeene huisinge Maij 1679 verschenen, volgens quitantie met numero 6 f 11-02-00 
Den 13 October betaeldt aen Harmen Jacobs, nr. slotmaker, een gulden voor een slot gelevert aen de kamer bij het groot kerckhoff, volgens Specificatie en quitantie met Numero 7 f 1-00-00 
Den 21 November betaeldt aen Cornelis Leijenaer ses en tachtigh Caroli guldens sestien stuijvers ter sake een halff Jaer cost penningen, onderwijsinge ende extra ordinaris verschot aen Jan Willems van der Meij gedaen tot den 15 November 1679, volgens Specificatie en quitantie met Numero 8 f 86-16-00 
---------- 
3 Lats f 101-14-00 
 
[0045v] [marge] gebleken bij quitantie [einde marge] 
Anno 1679, Den 9 December betaeldt aen Simon Cornelis, mr. schoenmaker, een gulden twaleff stuijvers voor een paer gewaschte schoenen aen Jan Willems van der Meij gelevert, volgens Specificatie ende quitantie met Numero 9 f 1-12-00 
Anno 1680, den 24 Januaris betaeldt aen Jan Dircks Roorda, mr. goldsmid alhier, vijff guldens negentien stuijvers voor een silveren lepel voor Jan Willems mede nae Stavoren genomen, met eenigh ander silverwerck, volgens Specificatie en quitantie met Numero 10 f 5-19-00 
Den 29 dito betaeldt aen Tjeerdt Sijbrens Suringer seven gulden vier stuijvers twaleff penningen, ter sake geleverde steen, kalck en sandt tot het opbouwen van de loods in de Grote Kerckstraat, per Specificatie en quitantie Numero 11 f 7-04-12 
Den 6 Februarij betaeldt aen Jacob Aerts twee en twintigh guldens twee stuijvers twaleff penningen voor geleverde kleine tuijmelaers, volgens Specificatie en ordonnantie met Numero 12 f 22-02-12 
---------- 
4 Lats f 36-18-08 
 
[0046r] [marge] gebleken bij quitantie [einde marge] 
Anno 1680, den 7 Februarij betaeld aen de Burgemeester Jan Sijmens Bijlaen vier guldens negenthien stuijvers acht penningen, ter sake geleverd laken tot den rock voor Jan Willems, volgens Specificatie ende quitantie met numero 13 f 4-19-08 
Dito aen Magnus Degenhart betaelt achtien stuijvers voor het maken van dito rock, volgens quitantie met Numero 14 f 0-18-00 
[marge] transeat [einde marge] 
Dito betaeldt aen schipper Totte van Stavoren, drie stuijvers voor het overbrengen van dito rock f 0-03-00 
Dito betaeldt aen Lijsbet Weijdenaers sestien stuijvers voor een bonte Japonse muts, per dito Schipper aen Jan Willems van der Meij nae Stavoren gesonden f 0-16-00 
---------- 
5 Lats f 6-16-08 
 
[0046v] [marge] transeat [einde marge] 
Anno 1680, Aen de Clercq van de Ontvanger Thijssen betaeldt voor het tekenen van de quitantie van des Landschaps obligatie ses stuijvers, ende van port van het geld drie stuijvers, te samen f 0-09-00 
[marge] gebleken bij quitantie [einde marge] 
Den 28 Februarij betaeldt aen Seerp Lamberts Swerms vier guldens acht stuijvers, ter sake geleverdt hout, volgens Specificatie ende quitantie met numero 15 f 4-08-00 
Den 29 dito betaeldt aen Heere Heeres, mr. barbijer tot Stavoren negen gulden sestien stuijvers voor geleverde medicijnen ende diensten aen Jan Willems van der Meij, volgens Specificatie en quitantie met numero 16 f 9-16-00 
[marge] transeat [einde marge] 
Den 6 April betaeldt aen Joannis Hengevelt, Embder bode, acht stuijvers voor een quitantie van de Heer Knock, Ontvanger van Stadt en Lande ontvangen wegens sekere bewuste ordonnantie f 0-08-00 
---------- 
6 Lats f 15-01-00 
 
[0047r] [marge] Transeat, als sulx bij voorgaende rekeninge genoeghsaem gebleken [einde marge] 
Anno 1680. Den 6 Aprilis voldaen ende betaelt aen Joannes Tarquinij, wegens sijn Huijsvrouw Claeske Willems acht ent negentigh Caroli guldens drie stuijvers twee penningen, ofte sulx in rekeninge doen valideren tot betalinge van sekere toehake, hem van Jan Willems competerende tot gelijckmakinge van de scheidinge op dato tusschen de selve gesloten, dus hier f 98-03-02 
[marge] gebleken bij quitantie [einde marge] 
Dito aen de secretaris, dr. Dominicus Wringer betaelt vijftigh guldens elff stuijvers ter sake Jan Willems aenpart van de Gerechts Salarien over de voornoemde Scheidinge veroorsaeckt, volgens quitantie met numero f 50-11-00 
Den 17 dito betaeldt aen dr. Bechius negen en twintigh guldens twaleff stuijvers, ter sake salarien van vacatien ende besoignes op de voornoemde scheidinge ende deijlinge, volgens Specificatie ende quitantie met numero 18 f 29-12-00  
---------- 
7 Lats f 178-06-02  
 
[0047v] [marge] gebleken bij quitantie [einde marge] 
Anno 1680, aen Heere Heeres herberghijer alhier betaeldt drie guldens achtien stuijvers, ter sake de helft van de verteringe wegens de selve scheidinge gevallen, volgens Specificatie ende quitantie met numero 19 f 3-18-00 
Aen jonkheer Galama betaeldt twee guldens twaleff stuijvers wegens verteringe aldaer gedaen door twee mr. metselaers ende timmerluijden over het tauxeren van de huijsinge comt hier voor Jan Willems helft, de Summa van een gulden ses stuijvers, volgens quitantie met numero 20 f 1-06-00 
Den 1 Junij betaeldt aen Cornelis Leijenaer, Meester der Schole tot Stavoren vijff en tachtentigh Caroli guldens negentien stuijvers voor een half Jaer costpenningen onderwijsinge ende verschot aen Jan Willems van der Meij gedaen tot Maij 1680 toe, volgens quitantie met numero 21 f 85-19-00 
[marge] transeat [einde marge] 
Den 11 Julij aen Jan Willems van der Meij geexpendeert tot sijn behoefte off nooddruft, een gulden vier stuijvers f 1-04-00 
---------- 
8 Lats f 92-07-00 
 
 
[0048r] [marge] transeat [einde marge] 
Anno 1680, den 11 Julij bij den Rendant geexpendeert drie guldens voor vracht loon ende andere onkosten op de reis nae Stavoren f 3-00-00 
[marge] gebleken bij quitantie [einde marge] 
Den 14 dito betaeldt aen Servaes van Bemen als Ophaelder der Schorsteengelden, vijff guldens ter sake het halve Schorsteengeld van de huisinge op de Suijderhaven, Maij 1680 verschenen, volgens quitantie met Numero 22 f 5-00-00 
Aen dito Ophaelder betaeldt de andere helft van de gemelte vijff Schorstenen, welcke wel ten laste van Joannes Tarquinij quamen, doch wierde den Rendant daer over moeijlijck gevallen, als mede noch wegens een gulden schorsteen geldt uijt een leegh staende kamer en noch vier guldens van sijn Joannis ende des vrouws Hoofdgeldt, welcke Jan Willems van der Meij van sijn Swager ende Suster moet werden gerestitueert, dus hier f 10-00-00 
Voor het ophalen betaelt twee stuijvers alles volgens quitantie met numero 23 f 0-02-00 
---------- 
9 Lats f 18-02-00 
 
[0048v] [marge] transeat [einde marge] 
Anno 1680, den 14 Julij betaeldt aen Welmoed grafschoonmaeckster acht stuijvers voor het wijeden van vier graven op het groot kerckhof in het Jaer 1680 verschenen f 0-08-00 
Den 21 dito betaelt aen de Ontvanger Beilanus twee stuijvers voor een quitantie van interessen alsmede voor port van dito interessen te bestellen vier stuijvers, te samen f 0-06-00 
[marge] gebleken bij quitantie [einde marge] 
Den 9 September betaeldt aen de Rentemeester Menelaus Hillebrants acht guldens twaleff stuijvers, wegens grondpacht en Jacobi Schattinge van de huisinge op de Suijderhaven, 1680 verschenen, per quitantie met numero 24 f 8-12-00 
Dito aen de Selve Rentemeester betaelt tin stuijvers wegens Jacobi schattinge van Jan Alberts kamer in den Jare 1680 verschenen, volgens quitantie met numero 25 f 0-10-00 
---------- 
10 Lats f 9-16-00 
 
[0049r] [marge] gebleken bij quitantie [einde marge] 
Anno 1680, den 9 September betaelt aen Sijtse Jacobs, timmerman, twee guldens thien stuijvers wegens verdiend arbeits loon in de kamer bij het groot kerckhoff, comt hier voor Jan Willems quota, volgens quitantie met Numero 26 f 1-05-00 
[marge] transeat [einde marge] 
Aen Jan Willems tot Stavoren gesonden twaleff stuijvers per Jacob Hollanders soon, tot sijn behoefte f 0-12-00 
[marge] gebleken bij quitantie [einde marge] 
Den 16 October betaeldt aen Pieter Seerps, timmerman, drie guldens achtien stuijvers, ter sake verdiende arbeids lonen, volgens Specificatie ende quitantie met Numero 27 f 3-18-00 
Den 11 November betaeldt aen Cornelis Leijenaer, Meester der schole tot Stavoren seven en tachtentigh guldens, thien stuijvers, segge acht stuijvers, voor een half Jaer costpenningen, den 15 November 1680 verschenen, als mede voor onderwijsinge en extraordinaris verschot tot reparatie van klederen, school ende buijdelgeld, volgens Specificatie ende quitantie met Numero 28 f 87-08-00 
---------- 
11 Lats f 93-03-00 
 
[0049v] [marge] gebleken bij quitantie [einde marge] 
Anno 1680, den 11 November betaeldt aen Wijbe Reijnders, mr. metselaer, een gulden drie stuijvers, ter sake verdiende arbeids lonen in de huisinge aen de Suijderhaven, volgens Specificatie ende quitantie met numero 29 f 1-03-00 
Den 24 dito betaeldt aen Sijbren Sijbrens, tinghijeter thien stuijvers voor het dicht maken van een goott, volgens quitantie met numero 30 f 0-10-00 
Den 9 December verstreckt aen Jan Willems, een gulden thien stuijvers voor het inschrijven van het Barbijers Gild, volgens quitantie met Numero 31 f 1-10-00 
[marge] transeat [einde marge] 
Den 10 dito betaeldt aen Trijntie Victoors negen stuijvers voor het slepen van drie scheepsplancken van de werff af, tot aen de wal alwaer de selve souden werden gebruijckt, dus hier f 0-09-00 
---------- 
12 Lats f 3-12-00 
 
[0050r] [marge] transeat [einde marge] 
Anno 1680, den 10 Decembris betaeldt voor twee biljetten, een voor het huis ende een voor de kamer aen het bolwerck te huijr, twee stuijvers f 0-02-00 
Den 14 dito betaelt aen Jurjen Rosee, seven stuijvers acht penningen voor geleverd kalck en sement aen de huisinge op de Suijderhaven f 0-07-08 
[marge] gebleken bij quitantie [einde marge] 
Aen Evert Bouwes, hoedemaker betaelt vier guldens voor een geleverde hoed ten behoeve van Jan Willems van der Meij, volgens quitantie met Numero 32 f 4-00-00 
Anno 1681, Den 13 Januarij betaeldt aen Ijede Jacobs Reijnalda mede Gesworen Gemeensman alhier tien guldens veertien stuijvers, voor eenige schipsplancken tot het repareren van de wal gebruijckt, volgens quitantie met numero 33 f 10-14-00 
---------- 
13 Lats f 15-03-08 
 
[0050v] [marge] gebleken bij quitantie [einde marge] 
Anno 1681, Den 13 Januarij betaeldt aen Rommert Sijbrants ende Jacob Jansen, ses guldens ses stuijvers voor het opgraven ende weder dicht maken van de voornoemde wallinge, volgens quitantie met numero 34 f 6-06-00 
Den 2 Februarij betaeldt aen Pieter Seerps, timmerman, twaleff guldens, ter sake het repareren van de wal op de Suijderhaven, volgens quitantie met Numero 35 f 12-00-00 
Den 9 dito betaeldt aen de burgemeester Jan Sijmens Bijlaen, veerthien guldens acht stuijvers twaleff penningen, ter sake geleverde winckelwaren ende stoff tot een onderpack, volgens Specificatie ende quitantie met numero 36 f 14-08-12 
Den 17 Martij betaelt aen Catharina van Duenner tot Amsterdam vier guldens voor twee scheermessen, een baardscheer met een koocker, volgens Specificatie ende quitantie met numero 37 f 4-00-00 
---------- 
14 Lats f 36-14-12 
 
[0051r] [marge] gebleken bij quitantie [einde marge] 
Anno 1681, den 17 Martij betaeldt aen Berber Kemp tot Amsterdam drie guldens thien stuijvers ter sake een paer silveren knopen, volgens Specificatie ende quitantie met numero 38 f 3-10-00 
[marge] transeat [einde marge] 
Dito tot Amsterdam op Heeren Logement betaelt betaelt voor twee Medicijn boecken, twee guldens twaleff stuijvers f 2-12-00 
Aen Harmen slotmaker betaeldt twaleff stuijvers voor een slot met een sluetel tot de waterback van de huisinge op de Suijderhaven f 0-12-00 
[marge] gebleken bij quitantie [einde marge] 
Aen Take Sijdses, mr. smid, betaeldt, twaleff guldens achthien stuijvers twalef penningen ter sake geleverd ijserwerck tot het maken van de wal als voren, volgens Specificatie ende quitantie met numero 39 f 12-18-12 
---------- 
15 Lats f 19-12-12 
 
[0051v] [marge] gebleken bij quitantie [einde marge] 
Anno 1681, den 29 Martij betaeldt aen Heere Gerrijts, mr. chirurgijn tot Stavoren, vier guldens sestien stuijvers voor geleverde medicamenten ende gedane diensten aen Jan Willems, volgens Specificatie ende quitantie met Numero 40 f 4-16-00 
[marge] transeat [einde marge] 
Dito aen Cornelis Pieters, schoenlapper betaelt veerthien stuijvers voor Jan Willems Schoenen twee mael te repareren f 0-14-00 
 
Den 10 Aprilis aen Grietje wollennaijster voor het verstellen van twee packen van Jans onderkleren, voor arbeits loon de Summa van f 0-08-00 
Voor banden aen dito kleren f 0-10-00 
Voor Stoff daertoe gedaen etcetera f 0-12-00 
---------- 
f 1-10-00 
Dito aen Harmen Jacobs, Slotmaker betaeldt ses stuijvers voor het vermaken van het slot aen de potkast en een sleutel daertoe f 0-06-00 
---------- 
16 Lats f 7-06-00 
 
[0052r] [marge] gebleken bij quitantie [einde marge] 
Anno 1681, den 14 Aprilis betaeldt aen Dirck Cornelis, mr. glaesmaker, drie guldens een stuijver voor een nieuw glas op de boven kamer, sampt eenige glasen gestopt, volgens Specificatie ende quitantie met numero 41 f 3-01-00 
Den 24 dito betaelt aen Sijbren Sijbrens de Jonge, pompmaker sestien stuijvers thien penningen voor een stuck lood in de gootte met de spijckers daer toe, volgens quitantie met numero 42 f 0-16-10 
[marge] transeat [einde marge] 
Dito verstreckt aen Jan Willems thien stuijvers om te gebruijcken in de Arummer merct f 0-10-00 
[marge] gebleken bij quitantie [einde marge] 
Den 6 Junij betaelt aen Marijke Weijdenaers, drie guldens sestien stuijvers acht penningen voor Cloosterdoeck tot dasjes voor Jan Willems met het maken daertoe, volgens Specificatie ende quitantie met numero 43 f 3-16-08 
---------- 
17 Lats f 8-04-02 
 
[0052v] [marge] transeat [einde marge] 
Anno 1681, den 10 Junij betaeldt aen de Ontvanger Beilanus vier stuijvers voor het schrijven van een quitantie van twee Jaren interessen f 0-04-00 
Den 8 Julij betaeldt aen Jurjen Rosee vier stuijvers voor twee kijntjes kalck f 0-04-00 
Dito aen Grietje wollennaijster betaelt vier stuijvers voor het maken van een paer opslagen van Jan Willems rock, voor het stof van dito opslagen ses stuijvers voor sijde een stuijver ende eindelijck voor schoenlappen acht stuijvers, is te samen f 0-19-00 
[marge] gebleken bij quitantie [einde marge] 
Den 26 Julij betaeldt aen Servaes van Bemen vijff guldens een stuijver als Ophaelder der Schorsteen gelden wegens Schorsteengelden, volgens quitantie met numero 44 f 5-01-00 
---------- 
18 Lats f 6-08-00 
 
[0053r] [marge] gebleken bij quitantie [einde marge] 
Anno 1681, den 8 Augusti betaelt aen de Rentemeester Hillebrants, acht guldens vijftien stuijvers, wegens Jacobi Schattinge ende grondpacht, Maij 1681 verschenen, volgens quittantie met numero 45 f 8-15-00 
Dito betaeldt aen Sijmen Cornelis, mr. schoenmaker vijff guldens vier stuijvers voor twee paer schoenen ende een paer muijllen aen Jan Willems gelevert, volgens Specificatie en quitantie met Numero 46 f 5-04-00 
Den 17 dito betaelt aen Otte Knijff drie guldens negen stuijvers voor een paer hosen en een half pond garen met vier prijemen, volgens Specificatie en quitantie met Numero 47 f 3-09-00 
[marge] transeat [einde marge] 
Dito betaeld aen de vrouw van Govert Hendricks, seven stuijvers bij haer uijtgeschoten voor het repareren van de straat van het huis van Jan Willems f 0-07-00 
---------- 
19 Lats f 17-15-00 
 
[0053v] [marge] gebleken bij quitantie [einde marge] 
Anno 1681, den 29 Augustus betaeldt aen Pieter Seerps, mr. timmerman, drie guldens acht stuijvers ter sake verdiende arbeids lonen aen het huis op de Suijderhaven, volgens quitantie volgens quitantie met numero 48 f 3-08-00 
Dito Aen de selve Pieter Seerps betaeldt een gulden vijftien stuijvers acht penningen, sijnde de helft voor Jan Willems quota van arbeids loon aen de kamer bij het Spijckerboor, volgens quitantie met numero 49 f 1-15-08 
Den 2 September betaeldt aen Fredrick Borman, mr. kleermaker, acht guldens negen stuijvers 6 penningen voor het verstellen van een onderpack en een kleed met sijn toebehoren ende het maken van een nieuw pack kleren, volgens quitantie met numero 50 f 8-09-06 
Den 3 dito betaeldt aen de burgemeester Jan Sijmens Bijlaen acht en dartigh Caroli guldens ses penningen ter sake geleverde winckelwaren met het bijspel tot een nieuw pack kleren voor Jan Willems, volgens Specificatie en quitantie met numero 51 f 38-00-06 
---------- 
20 Lats f 51-13-04 
 
[0054r] [marge] gebleken bij quitantie [einde marge] 
Anno 1681, den 3 September betaeldt aen de Burgemeester Tjaerd Bouwens een gulden dartien stuijvers thien penningen voor breidgaren tot een paer hosen, volgens Specificatie en quitantie met numero 52 f 1-13-10 
Den 14 October betaeldt aen Marijke Weijdenaers, Een gulden vijftien stuijvers acht penningen voor catoen tot vijff dasjes met het maeckloon, volgens Specificatie en quitantie met numero 53 f 1-15-08 
Den 20 dito gerestitueert aen Vrouck Merckes drie guldens ses stuijvers tot lossinge van een onderbroeck ende twee silveren broexknopen, bij haer voor Jan Willems in de Lombart gebracht, volgens quitantie met numero 54 f 3-06-00 
Dito betaeldt aen Wijbe Reijners, mr. metselaer een gulden ses stuijvers voor arbeids loon verdiendt aen het huis aen de Suijderhaven, volgens Specificatie en quitantie met numero 56 f 1-06-00 
Aen Pieter Bouwes gerestitueert een gulden veertien stuijvers ses penningen, voor het lossen van een psalm boeck uijt de Lombart, volgens quitantie met numero 55 f 1-14-06 
---------- 
21 Lats f 9-15-08 
 
[0054v] [marge] transeat [einde marge] 
Anno 1681, den 23 October geexpendeert voor schoenlappen van Jan Willems schoenen 0-09-00 
noch aen galon en sijde tot Jan Willems Sondaghs hembd rock 0-06-00 
Voor sijn daaghs pack kleren te verstellen 0-18-00 
Een boven broeck verstelt 0-04-00 
aen een Wollennaijster voor arbeids loon 0-16-00 
---------- 
f 2-13-00 
 
Den Rendant brenght alhier mede voor uijtgave een Summa van vijfftigh Caroli guldens, wegens het gene hij beleden heeft, volgens attestatie van Burgemeester Goslinghs ende Doctor Bechuis f 50-00-00 
Den eersten November verstreckt aen Jan Willems twaleff stuijvers tot merckt geld in allerheiligens merckt f 0-12-00 
---------- 
22 Lats f 53-05-00 
 
[0055r] [marge] gebleken bij quitantie [einde marge] 
Anno 1681, den 1 November betaeldt aen Wijbe Reijners mr. metselaer vijff guldens seven stuijvers voor arbeids loon verdient aen de kamer aen het bolwerck, comt hier voor Jan Willems aenpart of helfte, volgens Specificatie ende quitantie met numero 57 f 2-13-08 
Den 6 December betaeldt aen de hopman Seerp Lamberts Swerms achtentwintigh guldens ses stuijvers negen penningen, segh acht penningen, ter sake geleverdt hout tot de wal ende het huis op de Suijderhaven 2 goten f 25-03-04 
En tot het repareren aen de kamer achter aen het bolwerck voor Jan Willems aenpart f 3-03-04 
---------- 
Volgens Specificatie ende quitantie met numero 58 f 28-06-08 
 
Den 6 Decembris betaeldt aen Taecke Sijdses, mr. smid seventhien stuijvers, ter sake geleverdt ijserwerck aen het huis op de Suijderhaven, volgens Specificatie ende quitantie met Numero 59 f 0-17-00 
---------- 
23 Lats 31-17-00 
 
[0055v] [marge] transeat [einde marge] 
Anno 1681, Den 13 December geexpendeert drie stuijvers voor Jan Willems schoenen te doen repareren f 0-03-00 
[marge] gebleken bij quitantie [einde marge] 
Anno 1682, den 22 Februarij betaeldt aen Dirck Cornelis, mr. glaesmaker een gulden ses stuijvers, wegens het repareren van glasen in de kamer achter het bolwerck, comt voor Jan Willems aenpart, volgens quitantie met numero 60 f 0-13-00 
[marge] transeat vermits genoeghsaam bekent [einde marge] 
Den Rendant brenght alhier in rekeninge voor uijtgave een hondert en thien Caroli guldens ter sake een Jaer costpenningen voor Jan Willems van der Meij f 110-00-00 
Nogh wegens Sondaghs geldt den selven Jan Willems alle weeken verstreckt in den voornoemde Jare weeks tot drie stuijvers, comt in alles voor het geheel seven guldens sestien stuijvers f 7-16-00 
---------- 
24 Lats f 118-12-00 
 
[0056r] [marge] gebleken bij quitantie [einde marge] 
Anno 1682 , den 3 martij betaeldt aen Freerck Boirman, twee guldens voor het maken van een nieuwe rock, ten behoeve van Jan Willems, volgens quitantie met Numero 61 f 2-00-00 
[marge] transeat [einde marge] 
Den 28 dito betaeldt voor schoenlappen f 0-08-00 en voor nieuwe banden aen Jan Willems Schorteldoeck f 0-03-00 
---------- 
f 0-11-00 
 
[marge] gebleken bij quitantie [einde marge]  
Den 9 Maij betaeldt aen Neeltje Hessels, negenthien guldens negen stuijvers, ter sake vijff mans hembden voor ende ten behoeve van Jan Willems geleverd, volgens quitantie met numero 63 f 19-09-00 
Aen Jacob Alberts betaeldt drie guldens acht stuijvers, ter sake twee paer gewaste schoenen voor Jan Willems, volgens Specificatie en quitantie met numero 62 f 3-08-00 
---------- 
25 Lats f 25-08-00 
 
 
[0056v] [marge] transeat [einde marge] 
Anno 1682, den 10 Meij betaeldt aen mr. Sasker, voor het aenbreiden van een paer hosen van Jan Willems f 0-12-00 
En aen Antie Joannis voor het verstellen van sijn broeck met het goed daertoe geleverd f 0-10-00 
---------- 
f 1-02-00 
 
[marge] gebleken bij quitantie [einde marge] 
Den 11 dito betaeldt aen Meester Meijnardus Nijkerck, dartigh Caroli guldens en dat in verminderinge van Jan Willems Leerjaer als barbijer, volgens quitantie met Numero 64 f 30-00-00 
[marge] transeat [einde marge] 
Aen Bintje Bartels drie guldens acht stuijvers tot lossinge van drie hembden in de Lommert gebracht, volgens quitantie met numero 64 f 3-08-00 
Den 28 dito betaeldt aen Dirck Doedes acht stuijvers voor het lappen van Jan Willems schoenen f 0-08-00 
[marge] gebleken bij quitantie [einde marge] 
Den 21 Junij betaeldt aen Servaas van Bemen, drie guldens een stuijver voor een Jaer hooftgeldt ende schorsteen geld van een ledige kamer, Maij 1682 verschenen, volgens quitantie met numero 65 f 3-01-00 
---------- 
26 Lats f 37-19-00 
 
[0057r] [marge] gebleken bij quitantie [einde marge] 
Anno 1682, den 24 Junij betaeldt aen de burgemeester Tjeerdt Bouwens drie guldens thien stuijvers voor een geleverde hoed voor Jan Willems, volgens quitantie met numero 66 f 3-10-00 
Den 27 dito betaelt aen Sijbren Kingma een gulden elff stuijvers acht penningen, ter sake geleverde ijserwaren, volgens quitantie met numero 67 f 1-11-08 
Den 15 Julij betaeldt aen Pieter Seerps, mr. timmerman, drie guldens darthien stuijvers, ter sake verdiende arbeids lonen, volgens Specificatie en quitantie met numero 68 f 3-13-00 
Den 17 dito betaeldt aen Wijbe Reijners, mr. metselaer, thien guldens negenthien stuijvers, ter sake verdiende arbeids lonen, volgens Specificatie ende ordonnantie met numero 69 f 10-19-00 
---------- 
27 Lats f 19-13-08 
 
[0057v] [marge] transeat [einde marge] 
Anno 1682, den 17 Julij betaelt aen Dirck Doedes voor schoenlappen f 0-08-00 
Aen Grietie Wollennaijster voor het repareren van Jan Willems klederen f 0-12-00 
---------- 
f 1-00-00 
 
[marge] gebleken bij quitantie [einde marge] 
Den 18 dito betaeldt aen de hopman Seerp Lamberts Swerms twee guldens achtien stuijvers twee penningen, ter sake geleverde houtwaren, volgens Specificatie ende quitantie met numero 70 f 2-18-02 
Den 21 Augustus betaeldt aen Sijbren Oenes, als Rentemeester wegens Jacobi Schattinge van het huis op de Suijderhaven f 4-10-00 
Voor grondpacht van het selve f 4-00-00 
Voor de kamer aen het bolwerck f 0-10-00 
comt hier voor de helft 0-05-00 
---------- 
f 8-15-00 
volgens quitantie met numero 71 
 
Den 31 dito betaelt aen Jurjen Rosee seven guldens vier penningen, ter sake geleverde kalck, sement en steen volgens Specificatie ende quitantie met numero 72 f 7-00-04 
---------- 
28 Lats 19-13-06 
 
[0058r] [marge] transeat [einde marge] 
Anno 1682 den 20 October betaeldt voor twee paer banden aen twee schorteldoecken de summa van f 0-05-00 
dito voor schoenlappen f 0-10-00 
Tot Allerheiligen merct f 0-12-00 
---------- 
f 1-07-00 
 
[marge] gebleken bij quitantie [einde marge] 
Dito betaeldt aen Gerrijt Schijere twee guldens, ter sake een paer hosen, volgens quitantie met numero 73 f 2-00-00 
Den 8 Novembris betaeldt aen Antie Joannis een gulden vijff stuijvers voor reparatie van Jan Willems klederen, volgens Specificatie en quitantie met numero 74 f 1-05-00 
[marge] transeat [einde marge] 
Den Rendant stelt hier een jaer costgeld van Jan Willems, den 24 November 1682 verschenen tot Een hondert ende tien Caroli guldens f 110-00-00 
Dito aen Sondaghs geld voor desen Jare tegens drie stuijvers weeks, seven guldens sestien stuijvers f 7-16-00 
---------- 
29 Lats f 122-08-00 
 
[0058v] [marge] gebleken bij quitantie [einde marge] 
Anno 1682, den 13 Decembris betaeldt aen Jacob Aerts vijff guldens negen stuijvers acht penningen, ter sake geleverde steenties, volgens Specificatie ende quitantie met numero 75 f 5-09-08 
[marge] transeat [einde marge] 
Anno 1683, den 6 Januarij betaeldt aen Antie Joannis Wollennaijster, thien stuijvers voor het repareren van Jan Willems klederen f 0-10-00 
[marge] gebleken bij quitantie [einde marge] 
Dito gerestitueert aen Govert HGendricks een gulden veertien stuijvers, voor de helft van de mande gootte bij hem uijtgeschoten, volgens quitantie met numero 76 f 1-14-00 
[marge] transeat [einde marge] 
Dito aen harmen Jacobs Slotmaker, ses stuijvers voor een sleutel tot de achterdeur f 0-06-00 
---------- 
30 Lats f 7-19-08 
 
[0059r] [marge] transeat [einde marge] 
Anno 1683, den 3 Martij gereist met Jan Willems nae Amsterdam om hem te verhuijren naer Oost off West indien, voor vracht so heen als wederom betaeldt f 1-10-00 
Aen hem verstreckt wegens extraordinaris f 2-00-00 
---------- 
f 3-10-00 
[marge] gebleken bij quitantie [einde marge] 
Den 26 dito aen Jan Willems verstreckt ses guldens op een reis nae Amsterdam om hem aldaer op de vaart te verhuijren, volgens quitantie numero 77 f 6-00-00 
[marge] transeat [einde marge] 
Den 2 April betaeldt aen T. Posthumus Primijer Clercq alhier, voor Jan Willems Leerbrieff f 2-05-00 
Dito aen het Barbijers Gild betaeldt, om die selve sake f 1-04-00 
---------- 
f 3-09-00 
---------- 
31 Lats f 12-19-00 
 
[0059v] [marge] gebleken bij quitantie [einde marge] 
Anno 1683, den 14 April betaeldt aen Joannes Hoeff, mr. goldsmid, acht stuijvers ter sake eenigh silverwerck bij Jan Willems gecocht, volgens Specificatie en quitantie met numero 78 f 15-08-00 
[marge] transeat [einde marge] 
Dito op de tweede reis als wanneer Jan Willems tot Amsterdam naer Oostindien verhuijrt wierde voor vrachtloon, sampt verteringe dien aengaende gevallen f 7-00-00 
Aen Krevits Dijeren desen aengaende betaeldt ende vereert f 8-02-00 
[marge] gebleken bij quitantie [einde marge] 
Dito betaeldt aen Grietie Annes Wollennaijster een gulden twee stuijvers, voor het verstellen van Jan Willems klederen met het uijtgeschoten geldt, volgens quitantie met numero 79 f 1-02-00 
[marge] transeat [einde marge] 
Dito betaeldt aen Winandus Cup, Doctor tot Franequer acht guldens ses stuijvers voor het schrijven van een Testament van Jan Willems met de vracht heen en weder, comt dus f 8-06-00 
---------- 
32 Lats f 32-18-00 
 
[0060r] [marge] transeat [einde marge] 
Anno 1683, den 14 April tot Amsterdam noch geexpendeert over Jan Willems saken, vier guldens f 4-00-00 
[marge] gebleken bij quitantie [einde marge] 
Dito aen mr. Meijnardus Nijkerck, chirurghus betaeldt off gerestitueert, vijftien guldens twee stuijvers acht penningen, hem wegens twee specificatien te laste van Jan Willems competerende met quitantie met Numero 80 f 15-02-08 
Dito tot Amsterdam gecocht ende betaelt tot uijtrustinge van Jan Willems nae Oostindien, een somma van vijff ent negentigh Caroli guldens veerthien stuijvers, volgens notule met numero 81 f 95-14-00 
Noch mede aen Jan Willems verstreckt veertigh guldens vijftien stuijvers aen contanten soo hij van hier nae Amsterdam vertrocken is tot het gene hem op de reis vorders van noden was, volgens quitantie met numero 82 f 40-15-00 
---------- 
33 Lats f 155-11-08 
 
[0060v] [marge] gebleken bij quitantie [einde marge] 
Anno 1683, den 15 Aprilis gesonden nae Amsterdam aen Jan Willems per Veerman Take Sjoerdts thien guldens volgens quitantie met numero 83 f 10-00-00 
[marge] transeat [einde marge] 
Dito voor port van dit voornoemde geld etcetera betaelt drie stuijvers f 0-03-00 
Voor port van twee brieven uijt Texel op Amsterdam f 0-08-00 
Aen de ontvanger Beilanus ende port van het geld f 0-06-00 
---------- 
f 0-14-00 
 
[marge] gebleken bij quitantie [einde marge] 
Den 8 Maij betaeldt aen mr. Meijnardus Nijkerck barbijer, twintigh guldens ter sake het laaste Jaer leergeldt van Jan Willems van der Meij, volgens quitantie met numero 84 f 20-00-00 
[marge] transeat [einde marge] 
Dito hier voor den Rendant voor uijtgave een half Jaer costpenningen tot vijff en vijftigh guldens f 55-00-00 
het Sondaghs geld in die tijt bedraeght f 3-18-00 
---------- 
f 58-18-00 
---------- 
34 lats f 89-15-00 
 
[0061r] [marge] transeat [einde marge] 
Anno 1683, den 15 Meij geexpendeert voor port van een brieff uijt Texel van Jan Willems ontvangen, twee stuijvers f 0-02-00 
[marge] gebleken bij quitantie [einde marge] 
Den 4 Junij betaeldt aen de burgemeester Tiaerdt Bouwens acht guldens vijftien stuijvers ter sake geleverde winckelwaren ten behoeve van Jan Willems, volgens Specificatie en quitantie met numero 85 f 8-15-00 
Den 12 dito aen de Burgemeester Jan Sijmens Bijlaen thien guldens drie stuijvers acht penningen, ter sake geleverde winckelwaren als voren, volgens Specificatie ende quitantie met numero 86 f 10-03-08 
Dito betaeldt aen Take Sijdses, mr. smid ses stuijvers, wegens geleverde spijckers f 0-06-00 
---------- 
35 Lats f 19-06-08 
 
[0061v] [marge] gebleken bij quitantie [einde marge] 
Anno 1683, den 21 Junij betaeldt aen de Burgemeester Louwrens Jacobs Asperen, twee guldens voor een Jaer hooftgeldt, Maij 1683 verschenen, volgens quitantie met numero 87 f 2-00-00 
Dito betaeldt aen Dirck Cornelis, mr. glaesmaker, een gulden seven stuijvers, wegens het repareren van glasen, volgens Specificatie en quitantie met numero 88 f 1-07-00 
[marge] transeat [einde marge] 
Den 5 Julij geexpendeert alhier in De Drie Hoeffijsers seven guldens seven stuijvers, aldaer beneffens andere crediteuren der Stadt Groningen ende Omlanden verteert over het spreken met een advocaat van die stadt op wat manijer men sijn geldt soude connen becomen, segge seven stuijvers f 0-07-00 
Den 12 dito voor verteringe ten Trijntie Galamaas huise geexpendeert over het passeren van een procuratie acht stuijvers f 0-08-00 
---------- 
36 lats f 4-02-00 
 
[0062r] [marge] gebleken bij quitantie [einde marge] 
Anno 1683, den 6 Julij betaelt aen de Rentemeester Hessel Wassenaer als Rentemeester de summa van negen guldens wegens een Jaer grondpacht ende Jacobi Schattinge van het huis ende kamer van Jan Alberts onder deductie van 5 stuijvers den rendant rakende dito verschenen, volgens quitantie met Numero 89 f 8-15-00 
Den 22 dito van Augustus betaelt aen Jan Dircksen Cuijck, ses guldens ses stuijvers vier penningen, ter sake geleverde winckelwaren, volgens Specificatie en quitantie met numero 90 f 6-06-04 
---------- 
37 Lats f 15-01-04 
 
Bedragende also dese boven en vorenstaende uijtgave in 37 Sijden uijtgetrocken, te samen geaddeert sijnde, de summa van Een duijsen ses hondert ende tachtentigh Caroli guldens, vijff stuijvers vijff penningen f 1680-05-05 
[0062v] Ende nu vorders den voornoemde ontvangh ad 1036-05-04 ende de gemelte uijtgave daer tegens ad 1680-05-05 met malckanderen geconfereert ende vergeleecken ende het minst van het meest ende affgetrocken sijnde, soo geblijckt ende wort bevonden bij den Rendant ter sake ende wegens Jan Willems van der Meij meerder uijt gegeven ende betaeldt, dan ontvangen te hebben, de Summa van ses hondert vier en veertigh Caroli guldens een penningh f 644-00-01 
Hetwelck den Rendant also bij het sluijtten ende vertekenen deses, als noch van hem Jan Willems van der Meij is competerende, het welcke van nu aff ende tot de volle ende effective betalinge toe, tegens vier ten hondert in het Jaer, sullen lopen ende stand holden. 
Waer mede dan den Rendant ende Curator, de Burgemeester Joannes Quicklenburgh dese sijne rekeninge, gefourneert met de quitantien ende vordere acquijten ende documenten Daer toe specterende voor goed ende oprecht gepasseert wort ende so wel bij den Rendeerde, als welgedachte Here Commissaris ende Secretaris ratione off[ici] in alle manieren geapprobeert ende gelaudeert ende hij goeder rekeninge bedanckt ende voorts in dese sijne Curatele gecontinueert [0063] met aenneminge van de Rendeerde om den Rendant voor andere naminge altoos te caveren, wordende mits desen oock de Rendeerde ende Vroedtschap Jan Dircksen Cuijck, wegens dese gedane curatele bedanckt ende van wijdere administratie geexonereert en volcomen ende voor eeuwigh geabsolveert ende gequiteert; in kennisse des Rendeerdes handt, beneffens de subscriptie van welgedachte Heere Commissaris ende Secretaris. Actum op den raedhuise binnen harlingen, den 30 October 1683 
 
(get.) Dirck Sioerdts Birma 
(get.) Jan Dircksen Kuijck 
absent Secretaris 
(get.) Theodorus Theodari 46) Posthumus 10 / 30 1683 Notarius Publicus