- Gegevens uit bronnen worden zorgvuldig overgenomen, maar lees- en typfouten zijn onvermijdelijk. - Gegevens die niet in de bron staan maar door mij zijn aangevuld op basis van andere bronnen of andere gegevens uit dezelfde bron, zijn voorzien van een *. - Gegevens die door mij aangepast of geïnterpreteerd zijn, zijn zoveel mogelijk voorzien van een verduidelijkende toelichting tussen [ ]. - Bij het overnemen van eigennamen is de originele spelling gehandhaafd. Soms is echter te voorzien dat een kennelijke schrijf- of spelfout in de bron een probleem zal geven bij het zoeken naar een eigennaam of bij het maken van een alfabetische index. In zo'n geval is de juiste of meest voorkomende spelling van een eigennaam aangehouden, met toevoeging van een toelichting tussen [ ]. - Bij het overnemen van plaatsnamen, straatnamen en beroepen die in alfabetische indexen terecht komen is voor zover mogelijk de moderne spelling aangehouden, om het zoeken te vereenvoudigen. Mogelijk staat in een bron bijvoorbeeld Doccum, terwijl op deze website Dokkum staat. Zo wordt een glaesemaecker een glasmaker of glazenmaker. Die spelling is voor het doel van deze website (het ontsluiten van bronnen, niet het transcriberen van bronnen) niet belangrijk.
Bij de verkoop van Voorstraat 40, een perceel ten westen van dit perceel, wordt genoemd als
naastligger ten oosten
Doede Bakker c.u.
koopman
1743 - proclamatieboek
Tresoar toegang 13-16 inv.nr. 250 folio 0280r van 13 jan 1743 (exacte ligging vrij zeker)
Deze samenvatting is gemaakt door leden van de Werkgroep Archiefonderzoek van de Vereniging Oud Harlingen.
adres
gebruik
Voorstraat 42
Voorstraat ZZ bij het Raadhuis
huis
koper
Jelle van der Sluys
mederechter van Barradeel, ontvanger van Sexbierum en koopman
2500-00-00 CG
naastligger ten oosten
de erfgenamen van wijlen vroedsman Gouke Suiringar
naastligger ten zuiden
steeg [staat: straat lopend naar de Lanen, en een woning met tuintje]
naastligger ten westen
Gijsbert Wildschut
naastligger ten westen
Froukjen Braem, weduwe van
naastligger ten westen
wijlen Claes Hindeloopen
koopman
naastligger ten noorden
Voorstraat en diept
verkoper
Doede Seerps Backer, gehuwd met
koopman
verkoper
Berber Jans Backer
eerdere samenvatting door Yde Elsinga
Jelle v.d. Sluis, ontvanger te Sexbierum, koopt huis zz. Voorstraat omtrent het Raadhuis, bestaande uit een groot pakhuis met een eigen steeg aan de zijkant, van de Voorstraat naar achteren. Achter het pakhuis een woonhuis met aan de wz. een groot pakhuis en daarachter een keuken. Achter de beide erven een grote hof en daarachter een stal en wagenhuis met op- en afslag op de Lanen. Het pakhuis ten W. van `t achterhuis heeft vrije in- en uitgang over het erf van Gijsbert Wildschut (onlangs gekocht door Pyter Bonne en Freerk v.d. Hout) ten W. van het voorste pakhuis, door een steeg naar de Voorstraat. Ten O. erven Gouke Suiringar, ten Z. de straat naar de Lanen, ten W. deels Gijsbert Wildschut en deels Froukje Braam wv Claas Hindelopen, ten N. de straat en diept. Gekocht van Doede Seerps Backer x Berber Jans Backer.
Deze samenvatting is gemaakt door leden van de Werkgroep Archiefonderzoek van de Vereniging Oud Harlingen.
adres
gebruik
Voorstraat 42
Voorstraat ZZ
huis, tuin, stalling en wagenhuis
koper
Jan van Randwijck
2600-00-00 CG
naastligger ten oosten
de erfgenamen van wijlen J. Attema
naastligger ten zuiden
steeg
naastligger ten westen
P. S. Hannema
naastligger ten westen
de erfgenamen van wijlen S. Wybenga
naastligger ten noorden
Voorstraat
verkoper
S. Wybenga
secretaris van Franekeradeel
eerdere samenvatting door Yde Elsinga
Jan van Randwijk koopt huis, tuin, stalling en wagenhuis zz. Voorstraat. Wijk E-031 en wijk E-196. Ten O. erven J. Altena, ten Z. een publieke steeg, ten W. P.S. Hannema en erven S. Wybenga, ten N. de Voorstraat. Gekocht van erven Sybrand Wybenga.
1809 - notariaat
Tresoar toegang 16 inv.nr. 530 (notaris Wybo Jacob Hanekuyk) repertoire nr. 5 van 27 sep 1809
Deze samenvatting is gemaakt door leden van de Werkgroep Archiefonderzoek van de Vereniging Oud Harlingen.
adres
gebruik
Voorstraat 42
Voorstraat ZZ wijk E-031 en E-196
huis, tuin en stallen
koper
Jan Luitjes Faber
banketbakker
1802-00-00 CG
koper
Albert van Eken
koopman
naastligger ten oosten
de erfgenamen van wijlen J. Alta
naastligger ten zuiden
Lanen en steeg
naastligger ten westen
de weduwe van P. S. Hannema
naastligger ten westen
de erfgenamen van wijlen S. Wybenga
naastligger ten noorden
Voorstraat
verkoper
Jan van Randwijk
Franse schoolhouder
verkoper
Jacob Hanekuik
advocaat en notaris
eerdere samenvatting door Yde Elsinga
Jan Luitjes Faber, banketbakker en Albert van Eeken, koopman kopen stalling en huis en tuin, zz. Voorstraat. De stalling is wijk E-196. Ten O. erven J. Altena, ten Z. de Lanen, ten W. wd. P.S. Hannema, ten N. de Voorstraat. Er is een publieke steeg aan de zijkant. Gekocht van Franseschoolhouder Jan van Randwijk.
1810 - sint jacobischatting
adres
eigenaar
verschuldigd
gebruik
6-013
Voorstraat 42
A van Eeken
8-00-00 CG
stond: jan faber cum uxore
1814 - bewoners
adres
naam
gegevens
E-031
Voorstraat 42
Jan Luitjes Faber
... Johannes Hofman, koekbakkersknegt, 1814. (GAH204); eigenaar, samen met A. van Eeken, van wijk E-031, gebruiker Luitje P. Faber, zonder bedrijf, 1814. (GAH204); eigenaar van wijk E-183, gebruiker is Ruurd ... (alles)
1814 - bewoners
adres
naam
gegevens
E-031
Voorstraat 42
Luitje J Faber
gebruiker van wijk E-031 is Luitje P. Faber, zonder bedrijf, eigenaars zijn Jan L. Faber en A. van Eeken, 1814. (GAH204)
1814 - woningregister
adres
eigenaar
gebruiker
beroep of gebruik
E-031
Voorstraat 42
Jan L Faber
Luitje P Faber
zonder bedrijf
E-031
Voorstraat 42
A van Eeken
Luitje P Faber
zonder bedrijf
1817 - notariaat
Tresoar toegang 26 inv.nr. 51008 (notaris Jacob Hanekuyk) repertoire nr. 201 van 24 nov 1817
adres
soort
bedrag
gebruik
E-031
Voorstraat 42
koopakte
fl. 400
1/2 deel in huis c.a. E-031 en E-196
verkoper
Albert van Eeken
koper
Jan Luitjes Faber
1832 - kadaster
adres
eigenaar
woonplaats
beroep
gebruik en grootte
Sectie A nr. 1105
Voorstraat 42
Jan Luitjes Faber
Harlingen
koopman
pakhuis of bergplaats (40 m²)
Sectie A nr. 1106
Voorstraat 42
Jan Luitjes Faber
Harlingen
koopman
huis en tuin (610 m²)
1839 - kiezersregister
adres
naam
hoedanigheid
Wijk E
Voorstraat 42
J L Faber
kiezer
1839 - volkstelling
straat
bewoner
leeftijd
geboorteplaats
geslacht, religie, huwelijkse status, beroep
E-031
Voorstraat
Jan Luitjes Faber
67 j
Harlingen
m, protestant, gehuwd, koopman
E-031
Voorstraat
Maria Johanna Felon
68 j
Amsterdam
v, protestant, gehuwd
E-031
Voorstraat
Hinne Harmens de Vries
23 j
Harlingen
v, protestant, ongehuwd
1841 - memorie van successie
adres
betreft
samenvatting
E-031
Voorstraat 42
Jan Luitjes Faber, overleden op 10 oktober 1841
68 jr (geboren 12/1/1773), koopman, overleden Voorstraat E 31, gehuwd, vader van Trijntje Jans Faber (vrouw van Dirk Martens de Boer, bakker Voorstraat C 54). Er behoorde onroerend goed tot de nalatenschap.
1842 - memorie van successie
adres
betreft
samenvatting
E-031
Voorstraat 42
Jouke Bolton Schuil, overleden op 9 oktober 1842
31 jr, muziekmeester, geboren Leeuwarden 7/6/1811, overleden Voorstraat E 31, man van Akke Zijlstra, winkeliersche, vader van minderjarige Fokje, Johanna en Martinus Joukes Schuil. Er behoorde geen onroerend goed tot de nalatenschap.
(p. 47) Archeologisch nieuws. Harlingen. Dankzij een melding van de eigenaar, de arts K.J. Lugtmeier te Harlingen, konden in zijn tuin aan de Voorstraat 42 enkele waarnemingen worden gedaan aan daar tijdens tuinwerkzaamheden gevonden funderingen. Het bleek dat het de fundamenten betrof van een op 17de-eeuwse plattegronden nog aangegeven huis in dit thans van diepe open tuinen voorziene deel van Harlingens binnenstad. Blootgelegd werd een kelderachtige aanbouw, die buitenwerks 1.84 m breed was en aan de noordzijde 1.93 m lang. Binnenwerks was het keldertje 1.45 m breed. De aan de binnenzijde vertinde muren waren gemetseld van gele baksteen (18 x 8 x ca. 3.5 cm) en vermoedelijk eind 16e eeuws. De vloer van het keldertje, die tot 1.35 m onder het huidige maaiveld reikte, bestond uit roodbruin en rood-geglazuurde plavuizen van 14 x 14 cm in schaakbordpatroon. Onderaan de binnezijde van de noordmuur bevond zich een plint vangroene en gele estrikken van 15 x 15 x 2 cm. In het begin van de 17e eeuw was aan de binnenzijde van dezelfde noordmuur een nu nog aanwezige betegeling aangebracht van vroeg 17e eeuwse majolicategels met bloemvaas (13.7 x 13.7 cm), vermoedelijk om doorslaan van water te voorkomen. Het keldertje was, vermoedelijk ook in de 17e eeuw, in tweeën gedeeld (in oost-west-richting) door een muurtje van gele baksteen van het formaat 22 x 11 x 4 cm. Getuige de scherven, die tussen het voor het dichtwerpen van het keldertje, dat aan de oostzijde nog van een extra telkens verspringende aanmetseling aan de binnenzijde was voorzien, gebruikte puin werden aangetroffen, moet de afbraak van de bovenbouw kort na 1700 zijn geschied. Naar het verloop van de muren in westelijke en noordelijke richting wordt een nader onderzoek ingesteld. Fries Museum, Leeuwarden/Biologisch-Archeologisch Instituut, Groningen (G. Elzinga).
1970 - varia
adres
bron
bericht
Voorstraat 42
Bulletin K.N.O.B.
(p. 79) Archeologisch nieuws. Harlingen. Het onderzoek naa de in de tuin van perceel Voorstraat 42 gevonden funderingen (Nieuwsbull K.N.O.B. 1970, *47) heeft aangetoond dat het hier niet om een keldertje gaat, maar om een groot, eind 16e eeuws van gele baksteen gemetseld (regen)waterreservoir, dat voorzien was van een tongewelf. Het oost-west gelegen reservoir, dat rechthoekig was, vertoonde aan de lange noordzijde echter een verspringing van 72 cm, waardoor de breedte binnenwerks varieerde van ca. 1.47 m tot 2.19 m, bij een lengte, ook binnenwerks, van 5.04 m. Aan de bewaard gebleven westmuur, waarop thans een tuinmuur staan, was de aanzet van het tongewelf nog duidelijk zichtbaar. De binnenwerkse hoogte van het reservoir heeft ca. 1.35 m bedragen. De secundair in de lengterichting aangebrachte halve steensmuur die het reservoir in twee ongelijke helften verdeelde, diende waarschijnlijk ter ondersteuning van het tongewelf en is vermoedelijk gelijktijdig aangebracht met de majolicabetegeling, die tot de oostelijke zijde van de noordmuur beperkt bleef en kennelijk als een reparatie tegen doorwateren was bedoeld. Het gehele reservoir was oorpsronkelijk aan de binnenzijde vertind en van een in harde tras gelegde estrikkenvloer voorzien, welke op zijn beurt weer op een onderlaag van gele baksteen (formaat 18 x 8 x 3.5 cm) rustte. Ook de binnenmuur was vertind. Tussen het puinmateriaal, waarmee de regenwaterbak was gedicht, bevonden zich rond 1700 te dateren scherven, o.m. van Harlinger nog niet geglazuurde en wel geglazuurde en beschilderde schotels en schalen, van Deens aardewerk, van rood, geel en groen geglazuurde comforen, steelpannen, kannen e.d., en van Delfts aardewerken serviesgoed. Fries Museum, Leeuwarden/Biologisch-Archeologisch Instituut, Groningen (G. Elzinga).